Familiegegevens en opleiding
Albert Tap werd geboren op 13 oktober 1832 te Oude Pekela als zoon van schipper Klaas Alberts Tap en Tetje Harms Hesseling. Hij was de broer van de kapiteins en collegeleden Klaas (Klaasz.) Tap (1838) en Harm (Klaasz.) Tap (1844).
Albert trouwde op 23 februari 1860 te Oude Pekela als schipper met Lammechien Borgman, geboren op 15 mei 1835 te Nieuwe Pekela als dochter van de molenaar Albert Antoons Borgman en Aaltje Ottes Smith. Lammechien overleed op 26 september 1903 te Chicago Illinois, USA, Zie: https://www.geni.com/people/Lammechien-Borgman/6000000011111441074
Albert Tap overleed in 1896 in Chicago, Illinois USA, Zie: https://www.geni.com/people/Albert-Tap/6000000011111455410
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Albert (Klaasz.) Tap als schipper in 1860, 1862, 1864, 1865, 1867, 1871, 1874, 1875, 1876, als zeeman in 1878 en als logementhouder in 1882.
“Aktenummer: 1875-99, 25-11-1875
Uittreksel uit het dagboek, gehouden aan boord van het Nederlands kofschip “Maria Beerta”, schipper Albert Klaas Tap, op een reis van Harlingen naar Borga en verder op avontuur. Wij arriveerden met een lek schip te Shields, zagen zo spoedig mogelijk hulp te krijgen bij het zieke kind. Op 23 okt. zouden om een dokter enz. Op 24 okt. ’s middags om 18.00 uur, overleed aan boord Albertus, zoon van Albert Tap en Lammechien Borgman, echtelieden, geboren en wonende te Oude Pekela. Op 26 oktober is het voormelde lijk van het kind begraven op het kerkhof te North Shields en in het doodsregister aldaar ingeschreven. Aldus opgemaakt voor extract uit het voormelde journaal te Harlingen op 20 nov. 1875.
Was getekend: schipper Albert Klasens Tap; stuurman George Coenraads Leers; kok Pieter Baanstra.”115
PGC 101272
Calais, 4 december. De te Oostwold thuisbehorende kof MARGARETHA, kapitein A.K. Tap (opm: Albertus Harmannus Tap), van Stettin naar Newport is heden in een storm uit het N.O, omstreeks 2 mijlen van het Westelijke havenhoofd van Calais gestrand en wrak geworden. De kapitein en de equipage zijn door de reddingboot van Calais geborgen, doch de kapiteinsvrouw en 2 kinderen (opm: Aaltje Tap-Pott, Frouwina [2 jaar] en Renske [11 maanden]) in de kajuit verdronken.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.K.Tap was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” in Oude Pekela met vlagnummer 121 in de periode 1860 t/m 1877112
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst in Amsterdam093
Kapitein Naam van het schip Aankomst Vertrek
A.K.Tap Maria Beerta 02 april 1860 07 novemberr 1860
Maria Beerta 19 maart 1861 geen vermelding
Maria Beerta 03 september 1861 05 november 1861
Maria Beerta 01 april 1862 29 mei 1862
Maria Beerta 25 juni 1862 10 augustus 1862
Maria Beerta 26 augustus 1862 21 september 1862
Maria Beerta 03 oktober 1862 07 november 1862
Maria Beerta 23 maart 1863 17 april 1863
Maria Beerta 05 mei 1863 23 mei 1863
Maria Beerta 06 juni 1863 geen melding
Maria Beerta 11 juli 1863 03 augustus 1863
Maria Beerta geen melding 19 oktober 1863
Maria Beerta 1864 (geen datum) 01 oktober 1864
Maria Beerta 19 oktober 1864 31 juli 1865
Maria Beerta augustus 1866 23 maart 1867
Bouma025 vermeldt A.K.Tap als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1868 van de schoenerkof “Elsje”, gebouwd in 1846 te Pekela, 137 ton o.m., varend voor J.U.Zuiderveen te Pekela. Het schip is in 1868 gezonken. De bemanning werd door de bark “Roebuck” naar Harlingen gebracht (niet in Bouma, dus geen Nederlands schip?);
* 1870 t/m 1874 van de 2-mastschoener “Aastroom” ex Joseph, gebouwd in 1833, bouwlocatie niet vermeld, 145 ton o.m., varend voor W.F.Zuiderveen te Pekela.
* 1875 t/m 1877 van de kof “Maria Beerta”, gebouwd in 1840 te Pekela, 163 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
* 1878 van hetzelfde schip maar nu varend voor U Zuiderveen te Pekela. Het schip voer in 1879 voor J.J.Koerts & Zn te Pekela en was herdoopt in “Ida”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
12 februari 1845, schip “Maria Beerta”, kapitein Klaas A.Tap, kajuitwachter Albert K.Tap uit Oude Pekela.
29 juli 1856, kof “Maria Beerta”, kapitein Klaas A.Tap, stuurman A.K.Tap, 25 jaar uit Oude Pekela.
01 maart 1859, schip “Maria Beerta”, kapitein Klaas A.Tap, stuurman Albert Tap uit Oude Pekela.
22 februari 1866, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.
11 februari 1867, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.
20 februari 1868, kof “Elsje”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.
06 maart 1871, galjoot “A-Stroom”, kapitein Albert K.Tap uit Oude Pekela.
29 maart 1886, bark “Hendrik Onnes”, kapitein Jakob Middel, stuurman Albert Tap, 53 jaar uit Oude Pekela.
14 januari 1887, bark “Henderk Onnes”, kapitein Jakob H.Middel, 1ste stuurman A.K.Tap, 53 jaar uit Onstwedde.
15 juli 1887, bark “Henderk Onnes”, kapitein Jakob H.Middel, stuurman A.K.Tap, 53 jaar uit Onstwedde
Overige bijzonderheden
Informatie G.J.Mulder per e-mail dd 25 januari 2004 (afkomstig van scheepshistoricus Luc Heijboer):
“De AASTROOM is de voormalige Belgische schoener JOSEPH. Dit schip is in 1813 gebouwd te Ostende voor N.J.de Cock & Freres te Gent (Dit bedrijf had alleen zijn Oost Indie vaarders onder Nederlandse vlag gebracht na de Belgische revolutie en geregistreerd te Rotterdam). In 1864 is het schip verkocht aan Strubbe-Bay & Co te Brugge om vervolgens in 1869 verkocht te worden aan W.F.Zuiderveen te Pekela (volgens de Belgische krant Le Precurseur d’Anvers). In 1872 is het schip eigendom van U Zuiderveen, eveneens te Pekela. Op 15 october 1875 is de AASTROOM gestrand ter hoogte van Thisted op reis van Harlingen naar Sundsvall in ballast. De bemanning is met lijnen gered (bron NRC).
Krantenartikelen
Provinciale Groninger Courant 29 november 1862114
Advertentie. Mr. B. Haitsema Viëtor, notaris te Winschoten, gedenkt, ten verzoeke van de erven van wijlen de heer A. Kranenborg en vrouw, op dinsdag 6 januari 1863, des avonds te 5 uur in openbare veiling te verkopen de volgende aandelen in zeeschepen, te weten:….
…..1/25 in de ELSJE, kapt. Top. (opm. Tap)…..
NRC 11 december 1863114
Zierikzee, 10 december. Het Nederlandse schip ELSJE, kapt. Tap, van Newcastle naar Napels, is hier met verlies van bramsteng, fokkera, zeilen, touwwerk enz., binnengelopen.
NRC 22 oktober 1865114
Hammerfest, 8 oktober. Het Nederlandse schip (opm: kof) ELSJE, kapitein A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, is alhier met schade aan de lading binnengelopen.
NRC 30 oktober 1865114
Hammerfest, 8 September. Het Nederlandse schip (opm: kof) ELSJE, kapitein A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, dat 27 sept. alhier lek en met andere averij binnenliep, lost de lading, waarvan een gedeelte beschadigd is.
NRC 01 november 1865114
Hammerfest, 8 oktober. De Nederlandse schepen ELSJE, kapt. A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, alhier met schade binnengelopen en JANTINA KOBINA, kapitein J.F. de Jonge, van Archangel naar de Maas, mede met schade alhier binnengelopen, zijn bezig de ladingen te lossen; van eerst gemeld schip is een gedeelte daarvan beschadigd.
Provinciale Groninger Courant 02 november 1865114
Hammerfest, 8 oktober. Het schip ELSJE, kapt. A.K. Tap, van Archangel naar Amsterdam, de 27e september lek, met verlies van boten en twee man van de equipage hier binnengelopen, lost de lading, waarvan een gedeelte beschadigd is.
NRC 28 oktober 1868114
Rotterdam, 27 oktober. Het schip ELSJE, kapt. Tap (opm: kof, kapt. Albert Klaas Tap) , in ballast van Nieuwpoort naar Frederikstad, is volgens telegram van Vlie van 27 oktober, in de Noordzee gezonken, doch het volk gered en door een Engelse vissloep bij Vlieland aangebracht.
NRC 29 oktober 1868114
Harlingen, 27 oktober. Het Nederlandse kofschip ELSJE, kapt. Tap, is in de Noordzee verongelukt De kapitein, diens vrouw en vijf kinderen, benevens het overige scheepsvolk zijn door een Engelse visser gered en heden alhier aangebracht.
Provinciale Groninger Courant 29 oktober 1868114
Delfzijl, 27 oktober. Kapt. Folgering, hier binnen, rapporteert, op 26 oktober op 54º28’ NB en 06º11’ WL te hebben zien zinken een kofschip met ballast. Het ene naambord was verloren, op het andere stond ELSJE. Er was geen volk meer aan boord en de boot was niet aanwezig. (Red. volgens telegram van ’t Vlie van de 27ste, is het schip ELSJE, kapt. A.K. Tap, van Nieuwpoort met ballast naar Frederikstad, in de Noordzee gezonken. Het volk is door een Engelse vissloep gered en op Vlieland aan wal gezet.
Leeuwarder Courant 30 oktober 1868114
Harlingen, 28 oktober. Een overzicht leverende van de gevolgen der dezer dagen gewoed hebbende stormen, kunnen wij mededelen, dat onze kusten en dijken weinig of gene schade hebben bekomen. Ter zee waren echter de rampen weder groot. Geredden, alhier binnengebracht, getuigen dat zij twee volle schepen in zee hebben zien zinken, waarvan geen der bemanning is gered. De bemanning der Vlielander loodsboot no. 3 heeft zich ook nu weder werkzaam getoond. Vernemende dat er twee vaartuigen in groot gevaar bevonden stak zij in zee en redde de bemanning van het Nederlands schoenerschip VOORUIT, kapt. Hilbrands, met ballast van Amsterdam, waarbij zich de vrouw en het kind bevond van de kapitein, en bracht die hier zondag behouden binnen met een matroos van het gestrande kofschip ARGO, kapt. J. Douwes, met schors van Harderwijk naar Engeland, waarvan de overige bemanning op de bodem wenste te blijven.
Maandag namiddag werd hier door de sleepboot MAGNET binnengehaald het Noorse schoener-barkschip PRÖVEN, kapt. Andersen, met hout van Frederikstad naar Amsterdam, waarvan de drie masten waren gekapt.
In tijden van nood ziet men ook daden van menslievendheid en zelfvergeting. Dit bleek uit het gedrag van de Engelse oestervisser Rockelsey. Met zijn vangst in de schuit ROBECQ de 25 dezer van Londen komende op 53º50 NB en 03º10 OL, bemerkte hij een schip in zinkende toestand, waarnaar hij koers zette. Het was de ELSJE, kapt. A.K. Top, van Pekela, die hij met de bemanning hier behouden heeft binnengebracht. Hoe de bemanning en anderen ook spraken tot het doen van eis voor tijdverlies en schade aan zijn lading, de edelmoedige man wilde nergens van weten, en zeide dat christenplicht geen beloning mag aannemen. Nog eens heeft hij zulk een edelmoedige daad verricht, waarvoor hij alleen een gouden ring aannam, die hij nog als herinnering daaraan draagt.
Mogen de Engelsen bij zeerampen als schraapzuchtig worden geschetst, Rockelsbey heeft dit nu ten minste gelogenstraft en zijn naam verdient melding in al onze vaderlandse bladen.
NRC 31 oktober 1868114
Rotterdam, 30 oktober. Kapt. Folgering, van Frederikstad te Delfzijl binnen, rapporteert den 25 dezer, op zijde liggende te hebben zien drijven een ballast-schoenerkof, hebbende op de naamborden de naam ELSJE.
NRC 28 februari 1869114
Rotterdam, 27 februari. Directeuren der te dezer stede gevestigde Zuidhollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen hebben sedert de laatste daarvan in deze courant gedane opgaaf de volgende beloningen toegekend:…..
…..- De grote zilveren medaille aan W. Brockhulsby, voerende het Engelse sloepschip ROBECQ, van Londen, voor de redding van de equipage van het Nederlandse kofschip ELSJE, kapt. K.A. Tap, uit zes man bestaande, benevens des kapiteins vrouw en drie kinderen, op de 25e oktober 1868, bij Vlieland in ontramponeerde toestand verlaten……
Dordrechtsche Courant 16 november 1877114
Frederikshaven, 13 november. Het kofschip MARIA BEERTA, kapt. Tap, van Hernösand naar Harlingen met hout, is op Laeso gestrand.
Dordrechtsche Courant 17 november 1877114
Frederikshaven, 14 november. Het kofschip MARIA BEERTA, kapt. Tap, op Laeso gestrand, is met assistentie afgebracht.
Algemeen Handelsblad 21 november 1877114
Frederikshavn, 14 november. Het Nederlandse schip MARIA BEERTA, kapt. Tap van Hernösand naar Harlingen, alhier binnengebracht na op strand te hebben gezeten, moet lossen.
NRC 06 februari 1878114
Frederikshaven, 28 januari. De Nederlandse kof MARIA BEERTA, kapt. Tap, alhier in november ll. binnengebracht, na op strand gezeten te hebben, is heden naar Harlingen vertrokken.
NRC 15 mei 1878114
Te Leeuwarden is op donderdag 9 mei (gerechtelijke verkoop) verkocht het Nederlandse kofschip MARIA BEERTA, groot 163 ton, gebouwd in 1840, voor NLG 2.950. Koper J. Koerts te Wildervank.
Familiegegevens en opleiding
Abel Redeker werd geboren op 01 november 1815 te Delfzijl als zoon van de schipper Nicolaas Arents Redeker en Elizabeth Alberts Vos.
Abel trouwde te Oude Pekela op 11 februari 1843 als zeeman met Amelia Jacobs Buining, geboren te Tremblade, Frankrijk als dochter van de schipper Jacob Buining en Wupke Freriks Peper. Zij overleed op 08 november 1885 te Oude Pekela, 74 jaar.
De brik “Minerva” van kapitein Abel Redeker werd vermist in 1881 tussen Elseneur en Termuntenzijl.
In Burgerlijke Stand akten van de Provincie Groningen wordt Abel Redeker vermeld als zeeman in 1843, 1844, 1846, 1848, 1851 en als schipper in 1874.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.N.Redeker was met vlagnummer 142 in de periode 1858 t/m 1881 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela112
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.N.Redeker als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1863 van de kof “Juffer Garrelts”, gebouwd in 1840 te Pekela, 169 ton o.m., varend voor J.J.Koerts te Pekela. Het schip is in 1863 verongelukt in de Oostzee;
* 1865 t/m 1866 van de 2/m sch. “Aastroom”, gebouwd in 1864, bouwlocatie niet vermeld, 184 ton o.m., varend voor J.J.Koerts te Pekela. Het schip is in 1866 verongelukt in het ijs op de Oostzee;
* 1868 van de 2/msch “Zwanette Jantine”, gebouwd in 18656 te Wildervank, 172 ton o.m., varend voor R.G.v/d Werf & Zn te Wildervank;
* 1870 t/m 1875 van de 2/msch. “Hillechiena Amelia” ex Zwanette Jantine, gebouwd in 1865 te Wildervank, 172 ton o.m., varend voor R.G. v/d Werf & Zn te Wildervank. Het schip is in 1875 aangezeild en gezonken;
* 1879 t/m 1880 van de schkof “Ida” ex Maria Beerta, gebouwd in 1840 te Pekela, 163 ton o.m., varend voor J.J.Koerts & Zn te Pekela. Het schip werd in 1880 verkocht en gesloopt;
* 1881 van de brik “Minerva”, gebouwd in 1859 te Hoogezand, 198 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela. Het schip werd vermist tussen Elseneur en Termuntenzijl.
De collectie monsterrollen in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
30 maart 1838, tjalk “Harmina Margaretha”, kapitein Eilt Edzes Po, stuurman Abel Nicolaas Redeker, 22 jaar uit Delfzijl.
07 maart 1839, kof “Josina Wilhelmina”, schipper Jan Cornelis van der Veen, matroos Abel Redeker, 23 jaar uit Delfzijl.
13 maart 1840, smak “Zeemanshoop”, schipper Steffen Hindriks Siccama, stuurman Abel Nicolaas Redeker, 24 jaar uit Delfzijl.
18 maart 1841, scheepsnaam niet vermeld, schipper Steffen H.Siccama, stuurman Abel Redeker, 25 jaar uit Delfzijl.
25 februari 1842, kof “Auwina”, kapitein Hindrik Alberts Wolkammer, stuurman Abel Nicolaas Redeker, 26 jaar uit Delfzijl.
21 maart 1844, schip “Weldaad”, kapitein Geert Tonnis de Jonge, stuurman Abel Nicolaas Redeker uit Oude Pekela.
14 maart 1845, schip “Weldaad”, kapitein Geert Tonnis de Jonge, stuurman Abel N.Redeker uit Oude Pekela.
14 april 1849, schip “Ida Gezina”, kapitein Diddo S.Brouwer, stuurman Abel Redeker uit Oude Pekela.
22 februari 1851, schip “Anna Hinderika”, kapitein Berend G.Ebling, stuurman Abel N.Redeker uit Oude Pekela.
01 april 1854, schip “Ida”, kapitein Albert H.Wolkammer, stuurman Abel Redeker uit Oude Pekela.
22 februari 1856, schip “Jan Fresemann”, kapitein Geert T. de Jonge, 1ste stuurman, Abel N.Redeker uit Oude Pekela
23 februari 1857, schip “Jan Fresemann”, kapitein Geert T. De Jonge, stuurman Abel Redeker uit Oude Pekela.
13 maart 1858, schip “Juffer Garrelts”, kapitein Abel Redeker uit Oude Pekela.
25 februari 1860, schip “Juffer Garrelts”, kapitein Abel N.Redeker uit Oude Pekela.
09 februari 1863, schip “Juffer Garrelts”, kapitein Abel Redeker uit Oude Pekela.
10 augustus 1864, schoener “Astroom”, kapitein Abel Nic. Redeker, 48 jaar uit Nieuwe Pekela.
06 februari 1875, schoener “Hillechina Amelia”, kapitein Abel Nikolaas Redeker uit Oude Pekela.
Melding van het op 09 januari 1871 overboord slaan en verdrinken van de kok van de schoener “Hillechiena Amelia”, kapitein A.N.Redeker. Het schip voer toen in de Middellandse Zee op 40o10’NB/02o36’OL.
Krantenberichten
Provinciale Groninger Courant 29 november 1862114
Advertentie. Mr. B. Haitsema Viëtor, notaris te Winschoten, gedenkt, ten verzoeke van de erven van wijlen de heer A. Kranenborg en vrouw, op dinsdag 6 januari 1863, des avonds te 5 uur in openbare veiling te verkopen de volgende aandelen in zeeschepen, te weten:….
….1/60 in de JUFFROUW GARRELTS, kapt. Redeker…..
NRC 12 april 1863114
Amsterdam, 11 april. De Nederlandse kof JUFFER GARRELTS, kapt. Redeker, van Schiedam naar Arendsburg, is in de Oostzee verongelukt.
NRC 29 april 1866 114
Amsterdam, 28 april. De schepen AASTROOM, kapt. A.N. Redeker, van Antwerpen met spoorstaven en ELISE, kapt. Ossenbrugge, van Burnt Eiland, beiden naar Kroonstad, zijn volgens telegram uit Reval van gisteren, de 25e dezer bij Hochland van het ijs doorsneden en gezonken; de equipages zijn gered.
HFD = Helsingfords Dagblad (vertaald uit het Zweeds)290566
De 24e april is de Nederlandse schoener AASTROOM, kapt. Redeker, met een lading spoorbielzen van Antwerpen met bestemming Kroonstad, tussen Hogland en Rödskär door het ijs ingesloten en dusdanig beschadigd dat ze is gezonken, hetgeen zo snel gebeurde dat de bemanning zich nog net in een sloep kon redden. De bemanning werd opgenomen door de schoener OLDENBURGER uit Bremen, welke dichtbij was en die op weg was van Engeland naar Kroonstad met een lading steenkool.
De volgende dag overkwam dit schip dezelfde ramp tussen Hogland en Wiringen. Helemaal omgeven door drijfijs kwam de boeg hoog uit het water omhoog en is ze gezonken toen het ijs zich weer verspreidde. De bemanning van de AASTROOM, welke de dag ervoor was gered en uit 15 man bestond, kon zich in een sloep redden welke slechts over één roeiriem beschikte. Om niet door de golven te worden weggespoeld gingen de mannen op de bodem van de sloep liggen, terwijl 2 mannen op hun knieën zaten en met hun zuidwesterhoeden probeerden te roeien. De schipbreukelingen hoopten zo in deze weersomstandigheden bij Wiringen uit te komen, maar door de sterke wind uit NW tot N dreven ze daar voorbij en ze bevonden zich in een hoogst gevaarlijke situatie, toen gelukkig vijf met de zeehondenvangst bezig zijnde kustbewoners hen bemerkten en hebben gered.
NRC 17 februari 1870114
Amsterdam, 16 februari. Volgens brief uit Veendam van de 14e dezer is aldaar per telegram het bericht ontvangen, de het Nederlandse schip HILLECHINA AMALIA, kapt. A.N. Redeker, in de Middellandse Zee gestrand is. Genoemd schip was de 6de januari van Amsterdam te Genua aangekomen.
NRC 19 februari 1870114
Arles, 12 februari. De HILLECHINA AMALIA, kapt. Redeker - zie ons nommer van 17 dezer -is op de reis van Genua naar Cette (opm: Sète) gestrand, en zit op de reven bij de monding van de Rhône "pentière de Martigues" (opm: positie: 43º20’NB en 05º02’OL).
Provinciale Groninger Courant 24 februari 1870 114
Veendam 21 februari Volgens hier ontvangen telegram is het schip HILLECHIENA AMALIA, kapt. Redeker, afgebracht en ligt nu in de haven te Port-de-Bouc.
NRC 26 februari 1870114
Amsterdam, 25 februari. Blijkens een te Veendam ontvangen telegram, is het aan de monding van de Rhone gestrande Nederlands schip HILLECHINA AMALIA, kapt. Redeker, van Genua - Cette (vroeger gemeld), afgebracht, en ligt in de haven te Bouc (opm: Port-de-Bouc).
NRC 31 januari 1871114
Antwerpen, 31 januari. Het Nederlands schip HILLECHIENA AMALIA, kapt. A.N. Redeker, van Antwerpen naar Genua bestemd, den 17 december masteloos en met verlies van alles van het dek, door de stoomboot de TRAFALGAR te Port Mahon binnengesleept. Een man van de equipage was verdronken.
NRC 24 november 1872114
Vlissingen, 22 november. Door de Nederlandse schoener HILLECHIENA AMELIE, kapt. Redeker, is heden alhier aangebracht de bemanning van de Noorse bark NORMA, kapt. Stoes, van Sundsvall met hout naar Londen bestemd, welk schip de 18e november in de Noordzee vol water verlaten is.
NRC 04 januari 1875114
Bremerhaven, 2 januari. Alhier liggen de volgende Nederlandse schepen: HILLECHINA AMALIA, kapt. Redeker, GOUDVISCH, kapt. Van der Werff, AUKJE GEPKELINA, kapt. De Vries, HENRIETTE, kapt. Wever, KOSMOPOLIET, kapt. Schuitema, en LIBRA, kapt. Rasker.
NRC 11 augustus 1875114
Sunderland, 9 augustus. Het stoomschip VANGUARD, zaterdag te Shields aangekomen, rapporteert in aanvaring te zijn geweest met de Nederlandse schoener HILLECHIENA AMALIA, kapt. Redeker, van St. Petersburg naar Londen bestemd. Het Swinlicht was in peiling NNO, 1 mijl afstand. De equipage is gered en naar de Tyne gebracht.
NRC 26 november 1879114
Terschelling, 24 november. Het Nederlands schip IDA, kapt. Redeker, van Riga met hout naar Harlingen, is vol water door de sleepboot MAGNET van de Vlierede bij deze haven gesleept.
NRC 05 december 1879114
Terschelling, 3 december. De lading balken van het vol water alhier binnengebrachte schip IDA, kapt. Redeker, van Riga, wordt gelost en zal met andere gelegenheid naar Harlingen gebracht worden.
NRC 14 januari 1880114
Amsterdam, 13 januari. De gehele lading hout van het te Terschelling binnengebrachte schip IDA, kapt. A.N. Redeker, van Riga, zal deze week gelost en naar men hoopt te Harlingen zijn aangebracht.
NRC 17 januari 1880114
Terschelling, 14 januari. Het kofschip IDA, bevaren geweest door kapt. Redeker, heeft heden in publieke veiling slechts NLG 110 opgebracht.