Familiegegevens en opleiding
Albert werd geboren op 29 november 1797 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Jan Berends Goossens en Lummechien Alberts Hubert.
Albert Jans Hubert trouwde op 04 februari 1819 te Nieuwe Pekela als zeeman met Harmke Pieters Smit, geboren op 24 februari 1796 te Nieuwe Pekela als dochter van de landbouwer Pieter Jans Smit en Engeltje Sikkes. Harmke overleed op 22 februari 1855 te Nieuwe Pekela, 56 jaar.
Albert Jans hertrouwde als schipper op 17 april 1856 te Nieuwe Pekela met Lubbechien/Lubbegijn Drent, geboren te Oude Pekela als dochter van de schipper Klaas Jacobs Drent en Aafje Jans. Lubbegijn was de weduwe van Berend Jacobs Wijchers. Lubbegijn overleed op 08 november 1884 te Oude Pekela, 83 jaar, weduwe.
Albert Jans Huberth overleed op 25 juni 1879 te Oude Pekela, 81 jaar, zonder beroep.
In Burgerlijke Stand akten van de provincie Groningen wordt Albert Jans vermeld als zeeman in 1819, als schipper in 1823, 1830, 1851, 1852, 1855, zonder beroep in 1863, 1879.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.J.Hubert (adres Kranenborg & Zn) werd met nr.391 effectief lid van Zeemanshoop per 03 oktober 1837 op voorspraak van B.Draijer. Zijn schip was de "Zorgvlied"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 26 september/03 oktober 1837 werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Albert Jans Hubert, oud 39 jaar, voerend de kof “Zorgvlied”, wonend te PekelA en met adres bij de heren Kranenborg & Zonen te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.Drayer023.
A.J.Hubert was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 391 in de periode 1837 t/m 1854 en met vlagnummer 139 in de periode 1854 t/m 1862.
A.J.Hubert was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 40 in de periode 1827 t/m 1851,
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 januari 1844 krijgt A.J.Hubert uit PekelA een maand gage wegens schipbreuk.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 augustus 1851 staat het bericht dat kapitein A.J.Huber door ziekte is verhinderd zijn voorgenomen reis te ondernemen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 22 februari 1855 vraagt kapitein A.J.Hubert om onderstand. “Hem antwoorden dat vermits hij geen deelnemer van het voortdurend regt is hij ook geen regt op uitkeering heeft als hij niet vaart.” In de vergadering dd 31 januari 1856 herhaaldt kapitein A.J.Hubert zijn verzoek om onderstand. Deze wordt hem in de vergadering dd 28 februari 1856 toegekend voor 12 maanden ingaande 01 februari 1856. Verlenging met 12 maanden per 30 juli 1857. Verlenging voor 12 maanden per 04 februari 1858. Op 31 maart 1859 krijgt hij een verlenging tot 01 februari 1860. Idem voor 12 maanden op 29 maart 1860.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 februari 1861 wordt door Kranenborg Viëtor gevraagt de onderstand aan kapitein A.J. Hubert te continueren hetgeen in de vergadering van 26 maart 1861 voor 12 maanden wordt geeffectueerd. Idem per 30 januari 1862 voor 6 maanden. Idem voor 06 maanden per 08 januari 1863. Weer een verzoek om continuering op 25 juni 1863. Dit wordt in de vergadering dd 27 augustus 1863 afgewezen “op grond dat van zijne behoeftigheid niet blijkt.” In de vergadering dd 24 september 1863 staat een verzoek om hetzeining van het Bestuursbesluit, maar zonder succes. Ook op 29 oktober 1863 vraagt hij weer om een herziening, maar het Bestuur antwoordt dat de afwijzing onherroepelijk is. Ondanks dat vraagt A.J.Hubert in de vergadering van 07 januari 1864 weer (tevergeefs) om een herziening van het Bestuursbesluit.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 12 maart 1844 van Zeemanshoop staat dat het Bestuur een uitkering ad 1 maand gage heeft toegestaan aan D.J.Wiersma, A.J.Hubert, J.L.Schaap en B.J.de Boer.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 maart 1856 staat vermeld dat aan kapitein A.J.Huberth per 01 februari 1856 een uitkering is toegekend. Continuering voor 12 maanden per 11 augustus 1857. Idem per 23 februari 1858. In de notulen dd 26 april 1859 staat dat de uitkering is verlengd tot februari 1860 Continuering voor 12 maanden op 24 april 1860. Idem op 19 maart 1861. Idem voor 6 maanden op 18 februari 1862. Idem op 24 juni 1862 voor 3 maanden. Idem voor 6 maanden op 20 januari 1863. In de notulen dd 06 oktober 1863, 10 november 1863, 26 januari 1864 staat dat “een herhaald verzoek” van A.J.Hubert is afgewezen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
391 1837-1839 kof Zorgvlied H.S.Calkema te Hoogezand
1840 geen vermelding van schip en boekhouder
1841-1843 kof De Herstelling Kranenborg & Zn
1844-1845 geen vermelding van schip en boekhouder
1846 kof Juffer Ellegonda geen opgave
1848-1853 kof Juffer Annette geen opgave
139 1854 kof Juffer Annette geen opgave
1855 kof Juffer Annette H.S.Kalkema te Hoogezand
1856-1862 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.J.Hubert als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1841 van de kof “Zorg & Vlijt”, gebouwd in 1832 te Pekela, 85 ton o.m., varend voor R.Twist & Zn te Rotterdam;
* 1841 t/m 1843 van de kof “Herstelling, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend voor Kranenburg & Zn te Amsterdam. Het schip is in oktober 1843 gestrand bij Ystad en wrak geraakt;
* 1847 t/m 1857 van de kof “Juffer Annette”, gebouwd in 1840 te Hoogezand, 125 ton o.m., varend voor H.S.Kalkema te Hoogezand. Het schip is gezonken bij Portland.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Albert Jans Hubert als gezagvoerder van de:
“Zorgvlied”, dd 22 juni 1833; 07 juni 1836; 28 septemberr 1837; 05 april 1838.
In de collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen wordt vermeld:
11 februari 1818, smak “Vrouw Lummegina”, kapitein Jan Berends Goossen, stuurman Albert J.Hubert uit Nieuwe Pekela.
10 februari 1819, smak “Vrouw Lummegina”, schipper Jan Berents Goossens, stuurman Albert Jans Hubert uit Nieuwe Pekela.
16 februari 1820, smak “Vrouw Lummechiena”, kapitein Jan Berents Goossens, stuurman Albert Jans Hubert uit Nieuwe Pekela.
16 februari 1822, smak “Vrouw Harmina”, schipper Albert Jans Hubert uit Nieuwe Pekela.
14 februari 1823, smak “Vrouw Harmina”, schipper Albert Jans Hubert uit Nieuwe Pekela.
10 september 1825, geen scheepsnaam genoemd, schipper Albert Jans Hubert uit Nieuwe Pekela.
11 april 1845, kof “Juffer Annette”, kapitein Albert Jans Hubert, 47 jaar uit Hoogezand.
16 februari 1850, “Juffer Annette”, kapitein Albert Jans Hubert, 51 jaar uit Nieuwe Pekela.
12 februari 1853, “Juffer Annette”, kapitein Albert Jans Hubert, 53 jaar uit Nieuwe Pekela.
Krantenberichten
Leeuwarder Courant 30 oktober 1821114
Nieuwe Zijlen (bij Dokkum). Den 6 oktober binnen gekomen het tjalkschip VIER GEBROEDERS, kapt. L.C. Dublinga, ledig scheeps van Altona; de smakschepen de VROUW LOLLINA, kapt. J.H. Visser, de VROUW HARMINA, kapt. A.J. Hubert, beide met hout van Noorwegen…..
Leeuwarder Courant 09 april 1822114
Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum)…..
….Den 5 dito uitgezeild de smakschepen de VROUW LOLLINA, kapt. J.H. Visser, en de VROUW HARMINA, kapt. A.J. Hubert, beide met ballast naar Noorwegen…..
Leeuwarder Courant 03 mei 1822114
Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). ….
….Den 13 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW HARMINA, kapt. A.J. Hubert, met hout uit Noorwegen…..
…..Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum). ….
Den 23 dito, uitgezeild het smakschip de VROUW HARMINA, kapt. A.J. Hubert, met ballast naar Noorwegen.
Leeuwarder Courant 06 augustus 1822114
Harlingen. ….
….Nieuwezijlen (opm: bij Dokkum), den 2 juli (juli) uitgezeild het smakschip de VROUW ALIDA, kapt. P.E. Vos, met ballast naar Noorwegen.
Den 7 dito uitgezeild het tjalkschip de VIER GEBROEDERS, kapt. L.C. Dublinga, met gedroogde chicorei wortels naar Altona.
Den 9 dito binnen gekomen het tjalkschip JUFFROUW HENDRINA, kapt. B.H. Engelsman, met hout van Noorwegen.
Den 12 juli uitgezeild het smakschip de VROUW GESINA, kapt. P. Joosten met ballast naar Noorwegen; het tjalkschip IDA CORNELIA, kapt. G.E. Broekema, ledig naar Delfzijl.
Den 15 dito binnen gekomen het smakschip de VROUW LOLLINA, kapt. J.H. Visser, met hout van Noorwegen
Den 16 dito binnen gekomen het tjalkschip de VROUW MARIA, kapt. M.A. Brouwer, met oud ijzer van Altona…..
Den 17 dito uitgezeild het tjalkschip JUFFROUW HENDRINA, kapt. B.H. Engelsman, met ballast naar Noorwegen.
Den 18 dito binnen gekomen het kofschip de JONGE TRIJNTJE, kapt. B. Visser; het smakschip de VROUW HARMINA, kapt. A.J. Hubert, beide met hout van Noorwegen.
Den 19 dito uitgezeild het smakschip de VROUW LOLLINA, kapt. J.H. Visser, met ballast naar Noorwegen.