Familiegegevens en opleiding
Jan Harms Jonker werd geboren te Veendam op 28 september 1800.
Hij was gehuwd met Gepke Jans Prins, geboren te Sappemeer op 17 juni 1805 en overleden op 04 juli 1844 Ten tijde van de inschrijving in het Weldadig Zeemans Fonds van zeemanshoop had het echtpaar een dochter, geboren 22 oktober 1828003.
Jan Harms overleed in 1843.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.Jonker (adres van Ulphen & Ruys) werd per 25 november 1828 op voordracht van K.J.Masker en met vlagnummer 275 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Zijn schip bij de inschrijving was de "Oude Werf"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse Zeemanscollege Zeemanshoop van 11/25 november 1828 werd Jan Harms Jonker, wonende te Veendam en met als adres A.J.Jacobs op de Nieuwedijk te Amsterdam, oud 28 jaar, voerende de kof “De Vrouw Alida” op voordracht van kapitein K.J.Masker met vlagnummer 275 voorgedragen/ingeschreven als effectief lid023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 juni 1829.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 oktober 1843 vraagt de wed. J.H.Jonker, geb. G.Prins uit Veendam om een uitkering. In de notulen dd 30 november 1843 staat dat de aanvraag wordt aangehouden “voordat zij, na ingevolge de vormen der Wet te hebben doen rectificeeren de betrekkelijke actens van de Burgerlijke Stand zal hebben aangetoond dat de door haar als haren overledenen man en Vader van haren kinderen opgegevene J.H.Jonker is dezelfde persoon als de, in de door haar overgelegde trouw en geboorteacte voorkomende echtgenoot en vader Bolsters.”. In de notulen dd 28 december 1843 staat dat de wed. Jonker de bewijzen indient dat Balster dezelfde persoon is als Jonker. Daarop gaat het Bestuur accoord met een uitkering voor haar en 4 kinderen ingaande 01 november 1843.042.
In de Bestuursvergadering dd 29 augustus 1844 wordt het overlijden gemeld van de wed. J.H.Jonker, vroeger Balsters, uit Veendam. De voogden G.H.Jonker en E.J.Duintjer vragen om voortduring van de uitkering voor één van de kinderen, “nadat die haar zestiende jaar zal hebben bereikt.”. Het Bestuur antwoordt dat men bij het bereiken van de 16 jaar de benodigde stukken dient in te zenden, alvorens een besluit kan worden genomen.042.
In de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1844 wordt door G.H.Jonker gevraagd om continuering van de uitkering042
In de Bestuursvergadering dd 26 november 1846 wordt wederom verzocht de uitkering voor Harmke Jans Jonker, de dochter van Jan Harms Jonker en Gepke Jans Prins, te continueren het geen op 29 december 1846 wordt toegekend weer voor een jaar.042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 november 1852 verzoekt G.H.Jonker om voortduring van onderstand voor zijn pupil Harmke Jans Jonker. “Gewezen van de hand als hebbende reeds gedurende verscheidene jaren genoten.” In de notulen dd. 27 januari 1853 staat weer een verzoek om onderstand, maar deze wordt weer afgewezen042.
In de Algemene Vergadering dd 16 januari 1844 van Zeemanshoop staat een aanvrage om onderstand door G.Prins, de weduwe van kapitein J.H.Jonker. Er is besloten: “… om aan de weduwe te melden dat alvorens op haar verzoek te kunnen besluiten, zij nader moet bewijzen dat de, in de door haar overgelegde papieren als haar echtgenoot voorkomende persoon J.H.Balters, dezelfde is, als de door haar, als overleden echtgenoot opgevoerde J.H.Jonker. - Dat zij daarop die bewijzen heeft ingeleverd, waarna conform het verslag aan haar en 4 kinderen, het gevraagde regt is toegekend in de 1e klasse, ingaande 1e November 1843.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 19 januari 1847 wordt voor 1 jaar voortduring van onderstand verleend aan Harmke Jans Jonker, de dochter van wijlen kapitein Jan Harms Jonker. Deze ondersteuning voor nogmaals 12 maanden wordt herhaald in de notulen van 12 december 1847, 05 december 1848, 18 december 1849, 10 december 1850 en 16 december 1851. In de notulen dd 07 december 1852 wederom een verzoek, dat echter “is gewezen van de hand als zijnde reeds lang boven de jaren en hebbende deze verlenging van onderstand reeds vele jaren geduurd.”. In de notulen dd 25 januari 1853 wordt het verzoek herhaald en wederom afgewezen.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
275 1829 kof De Vrouw Alida geen opgave
1830-1835 kof De Vrouw Alida A.J.Jacobs
175 1836 kof De Vrouw Alida Kranenborg & Zn
1837-1839 kof Oude Werf idem
1840-1842 kof De Nederlander D.J.Zeilmaker te Harlingen
Bouma025 vermeldt J.H.Jonker als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1837 van de kof “Vrouw Alida”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 73 ton o.m., varend voor A.Jacobs te Amsterdam. J.H.Jonker was beurtman op Hamburg;
* 1830 t/m 1837 van de kof “Vrouw Alida”, gebouwd in 1820, bouwplaats niet vermeld, 160 ton o.m., varend voor A.J.Jacobs te Amsterdam;
Één van beide voorgaande opgaven kan vervallen, maar welke?
* 1838 t/m 1839 van de kof “Oude Werf”, gebouwd in 1820, bouwlocatie niet vermeld, 82 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
* 1841 t/m 1843 van de kof “de Nederlander”, gebouwd in 1840, 116 ton o.m., varend voor Zeilmaker te Harlingen. Het schip is in 1843 gestrand bij Thisted en wrak geraakt. De bemanning is gered, behalve de kapitein.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Harmen Geerts Jonker op de:
“Hendrina Johanna”, dd 20 november 1815; 26 april 1821; 13 mei 1826 (procuratie aan Jan Harms Jonker), 24 april 1827 en 19 maart 1828.
Overige bijzonderheden
De reders Kranenburg & Zn zijn afkomstig uit Oost-Groningen en later verhuisd naar Amsterdam (info. G.N.Bouma, Haren okt.1998).
Rotterdamsche Courant 16 mei 1837
Rotterdam, 15 mei. Door de loodsschipper A. van Santen, voerende de loodsboot no. 2, is op de hoogte van Goedereede gepraaid een kof, tonende de Amsterdamse vlag no. 175, van Port-à-Bouc naar Hamburg gedestineerd.