1840
eerste zeebrief 12.12.1840 voor de MARIA GEERTRUI, aanvrager H. van Seldam, Amsterdam, kapitein J.C. de Jong.
1842
Op 22.03.1842 werd voor de MARIA GEERTRUI een nieuwe zeebrief aangevraagd, nu voor kapt. T.R. Konter.
1843
AH 240743
Advertentie. H. Rietveld en J. Schutte Hoyman, makelaars, zullen te Amsterdam, op maandag de 31e juli 1843, des avonds ten 6 ure in de Nieuwe Stads-Herberg aan het Y verkopen: Vier twee en dertigste parten in het Nederlands kofschip MARIA GEERTRUI, gevoerd bij kapt, F.B. Konter. Nadere informaties te bekomen bij de bovengemelde makelaars. (opm: zie voor resultaat van de veiling AH 020843)
AH 020843
Verkoping van schepen. Maandag 31 juli, Nieuwe Stads-Herberg aan het Y.
No. 2. 1/32 part in het Nederlands kofschip MARIA GEERTRUI, kapt. T.B. Konter. NLG 190. In slag NLG 12. J.H. Balwé.
No. 3. 1/32 part in het Nederlands kofschip MARIA GEERTRUI, kapt. T.B. Konter. NLG 210. In slag NLG 12. J.H. Balwé.
No. 4. 1/32 part in het Nederlands kofschip MARIA GEERTRUI, kapt. T.B. Konter. NLG 210. In slag NLG 12. J.H. Balwé.
No. 5. 1/32 part in het Nederlands kofschip MARIA GEERTRUI, kapt. T.B. Konter. NLG 210. In slag NLG 5. H.J. Rietveld.
(opm: het eerste bedrag is het opbod, het tweede de afslag; de kostprijs is de optelling)
1844
Op 07.09.1844 werd voor kapt. T.R. Konter een nieuwe zeebrief verstrekt. De kof werd 24 december verkocht.
1845
Na verkoop van de MARIA GEERTRUI op 24 december 1844 aan C.A. Schröder te Amsterdam werd door deze op 29.01.1845 nieuwe zeebrief aangevraagd voor de – nu - JOHANNA HENDRIKA, kapt. J.T. Puister.
AC 161245
Texel, 14 december. De schepen GESINA WILHELMINA, kapt. Dokman, naar Genua, JOHANNA HENDRIKA, kapt. Puister, naar Lissabon en MARIA ADRIANA, kapt. Van der Linden (opm: hoeker MARIA EN ADRIANA, bouwjaar 1826; kapt. A.A. van der Linden), naar Belfast, heden uitgezeild, zijn alle uit zee teruggekomen, en wel het eerste met verlies van een man van de equipage.
1846
NRC 170146
Amsterdam, 16 januari. Volgens brief van kapt. J.T. Puister, voerende het schip JOHANNA HENDRIKA, van hier naar Lissabon, in dato Douvres 12 januari, was hij aldaar na in de Noordzee zware stormen te hebben doorgestaan, lek, met gebroken gaffel, schade aan het roer en de rusten binnengelopen. Echter hoopte de kapitein zonder lossen te repareren.
NRC 280246
Amsterdam, 27 december. Het schip JOHANNA HENDRIKA, kapt. J.T. Puister, van hier naar Lissabon, met schade te Douvres binnen gelopen, was volgens brief van daar van de 24e dezer, gereed de reis weder voort te zetten.
AH 130346
Douvres, 8 maart. Het schip JOHANNA HENDRIKA, kapt. Puister, van Amsterdam naar Lissabon, alhier met schade binnengelopen, heeft heden na volbrachte reparatie de reis weder voortgezet.
1847
GRC 190147
Volgens brief van kapt. J.T. Puister, voerende het schip JOHANNA HENDRIKA, van Porto naar Rotterdam, in dato Plymouth de 11e januari, had hij gedurende de reis veel slecht weder doorgestaan en daardoor de boten, reling en zeilen verloren, welke schade hij echter aldaar zo spoedig mogelijk zoude herstellen.
Kapitein Puister werd in 1847 vervangen door kapt. Krijn Hoek. C.A. Schröder vroeg op 22.03.1847 voor hem een nieuwe zeebrief aan.
1848
AH 271148
Advertentie. C.A. Schröder, makelaar, zal op heden, maandag 27 november 1848, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte verkopen een extra ordinair welbezeild schoener-kofschip, genaamd JOHANNA HENDRIKA, gevoerd door kapt. K. Hoek, varende onder Nederlandse vlag en volgens Nederlandse meetbrief lang 22 ellen 10 duimen, wijd 4 ellen 21 duimen, hol 2 ellen 43 duimen, en alzo gemeten op 53 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaar of bij de cargadoors J. Daniels & Zonen & Arbman.
Op 27 november 1848 werd de JOHANNA HENDRIKA verkocht voor 7000 gulden. De wegens verkoop vereiste nieuwe zeebrief werd 14.12.1848 aangevraagd door J.D. Taunay, Amsterdam voor de HENDRIKA MARGRETHA onder kapt. J.A. Spijkman.
1849
Reeds op 28.09.1849 moest J.D. Taunay, Amsterdam voor de HENDRIKA MARGRETHA een nieuwe zeebrief aanvragen, nu voor kapt. H.H. Oldenburger.
1851
Op 13.10.1851 vroeg H.H. Oldenburger, Amsterdam voor zichzelf als kapitein een zeebrief aan voor de HENDRIKA MARGRETHA. De aanvraag vermeldt onterecht ‘eerste’ zeebrief. Dit is echter wel een indicatie dat Oldenburger sindsdien als boekhouder/part-eigenaar mag worden beschouwd
1852
AH 061052
Advertentie. C.A. Schröder, Makelaar, zal op maandag 18 oktober 1852, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg, aan het IJ, verkopen: Een extraordinair welbezeild kofschip, genaamd HENDRIKA MARGRETHA, gevoerd door kapt. H.H. Oldenburger. Volgens Nederlandse meetbrief lang 22 ellen, 10 duimen; wijd 4 ellen, 26 duimen; hol 2 ellen, 38 duimen. En alzo gemeten op 53 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde Makelaar en de cargadoors Dade & Houtkooper.
(opm: de kof, bouwjaar 1840, werd verkocht aan F. Valk & Zoon, Zaandam; nieuwe naam KOOGER POLDER en nieuwe kapitein K. Brouwer)
1853
Op 12.02.1853 werd door F. Valk & Zoon voor de KOOGER POLDER, kapt. K. Brouwer een nieuwe zeebrief aangevraagd.
1854
NRC 260354
Messina, 13 maart. Het schip (opm: kof, bouwjaar 1840) KOOGER POLDER, kapt. K. Brouwer, van Triëst naar Konstantinopel (opm: Istanbul), is bij Kaap Spartivento (opm: Sardinië) gezonken, doch het volk gered en alhier aangebracht.
1855
NRC 030155
Rotterdam, 2 januari. De Zeepost van 2 januari deelt mede een lijst van onderscheidene schepen, welke in het jaar 1854 verongelukt, verbrand, afgekeurd, gesloopt of vermist zijn. Onder deze vinden wij de volgende:
Scheepsnaam: KOOGER POLDER Gezagvoerder: K. Brouwer