Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.Cars Cz als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1846 van de bark “Celebes”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 317 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Ruth Nicolaas Jozephus Bijl werd geboren te Scheveningen op 29 januari 1819 als zoon van de Nederlands Hervormde Jan Rudolph Bijl en Hendrina Adriana van Duyvenbode. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Leuvehaven nr. 90 en aan de Scheepstimmermanslaan Wijk 15 nr. 736 (nieuw nr. 21). Hij vertrok op 20 januari 1862 naar Alkmaar.
Hij was gehuwd met Guurtje Varkevisser, geboren 21 november 1821 te Scheveningen en overleden op 17 juni 1904
Na zijn loopbaan op zee werd hij havenmeester.
Hij overleed te Rotterdam aan de Leuvehaven op 05 december 1883005.
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl wordt geboren op 29-1-1819 des s’middags om vier uur te Scheveningen. Zijn geboorte wordt aangegeven door zijn grootvader Jacob van Duijvenbode die bij de geboorte tegenwoordig is geweest. De getuigen zijn Sier van de Pol en Leendert de Mos, beiden vissers van beroep en wonende te Scheveningen. Jan Ruth Nicolaas Josephus wordt zes jaar voor het huwelijk van zijn ouders geboren als een van Duijvenbode. Of hij een kind van Roelof Bijl is, is niet geheel zeker. Zo ja, dan zouden zijn ouders (Roelof Bijl en Hendrina Adriana van Duijvenbode) op 17 en 26 jarige leeftijd een kind hebben gekregen. Wel is dit kind bij het huwelijk erkend als een Bijl. In de huwelijksakte van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl staat vermeld dat hij een wettige zoon is van Roelof Bijl.
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl heeft aan de Nationale Militie voldaan. Zijn beroep is in 1849 kapitein der Koopvaardij.
Op 28-12-1848 gaan Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl en de 26 jarige Guurtje Varkevisser te Scheveningen in ondertrouw.
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl huwt op 29 jarige leeftijd (zijn beroep is dan kapitein der Koopvaardij) op 10-1-1849 te Scheveningen met de 27 jarige Guurtje Varkevisser. Huwelijksgetuigen zijn: de 25 jarige Cornelis van de Zwam, de 23 jarige Nicolaas van de Zwam, de 26 jarige Huibert Vrolijk, de 25 jarige Pieter Vrolijk Tinnekoper van beroep; de laatste getuige woont te ‘s-Gravenhage de anderen te Schevening. De moeder van de bruidegom: Hendrina Adriana van Duijvenbode, de vader van de bruid: Frank Varkevisser (van beroep Reder/Reeder) zijn bij het huwelijk aanwezig.
Guurtje is geboren op 21-11-1821 te Scheveningen en is een dochter van Frank Varkevisser (van beroep reeder, koopman/viskoper) en van Dirkje Groen.
Ze krijgen in totaal 10 kinderen die op verschillende plaatsen worden geboren:
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl legt i.v.m. zijn eervolle aftreding in 1862 als gezagvoerder van het Nederlandse Stoomschip Bordeaux zijn functie neer. In verband hiermede verschijnt er op 1-1-1862 een advertentie en een welgemeende dankbetuiging namens de gezamenlijke Equipage voor de goede behandeling die zij gedurende vijf jaren van hun ED (zo noemde zij hem) mochten ontvangen. Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl was lid van het zeemanscollege: Maatschappij “Tot Nut der Zeevaart” Rotterdam en had als kapiteinsvlag nummer 15 (zijn vlag is groen, wit en groen, met de letter R voor het Nummer in het wit). Een kapitein die zich aanmelde bij het zeemanscollege werd voorgedragen bij het bestuur door de reder die hem als kapitein had aangenomen, of door een lidzijnde kapitein, om toe gelaten te worden. Na goedkeuring kreeg de kapitein een nummer toegewezen en een kapiteinsvlag met daarin een letter en een nummer. De naam van de kapitein en zijn nummer, schip en rederij werd bekend gemaakt in de boekjes van alle zeemanscolleges in Nederland. Iedere kapitein had dit boekje aan boord bij zich. Hierdoor wist men, welke kapitein met welk schip men onderweg gezien had. Bij het uit- en invaren van een haven werd er met de kapiteinsvlag gegroet. Ook bij het op zicht passeren van schepen op zee werd de vlag gehesen onder de Nederlandse driekleur en daarna weer binnengehaald. Het voorschrift was om bij vertrek en aankomst bij de haven 21 saluutschoten af te vuren en te groeten met de kapiteinsvlag. Bij overlijden van een van de bemanningsleden hing de Nederlandse vlag halfstok en werden er 7 treurschoten afgevuurd.
Dankbetuiging van het personeel van het schip van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl.
Kennelijk heeft Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl met zijn gezin tussen 1863 en 1867 ook in Alkmaar gewoond, want daar worden een aantal kinderen geboren en overlijden ook in Alkmaar.
Twee portretten van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl (Havenmeester van Rotterdam van 1868 tot 1886)
Op 10-1-1874 bereiken Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl en Guurtje Varkevisser hun zilveren huwelijksgeluk en vindt er te Scheveningen een receptie plaats.
Advertenties van het 25 jarig huwelijk van Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl en Guurtje Varkevisser
Jan Ruth Nicolaas Josephus Bijl overlijdt op 64 jarige leeftijd op 5-12-1883 te Rotterdam. Op zijn overlijdensdatum wordt ook zijn “havenmeesterpensioen” stopgezet (pensioenregister overheid).
Links: dankbetuigingRechtsboven en midden advertenties van het overlijden van Jan Ruth Nicolaas Josephus BijlOnder: uittreksel uit het bevolkingsregister van het overlijden
Zijn weduwe Guurtje Varkevisser woont achtereenvolgens te Rotterdam: in 1884 op de Leuvenhaven 245. In 1888 op de Leuvenhaven 90.
Guurtje Varkensvisser overlijdt, 82 jaar oud, op 17-6-1904 nog altijd wonend op de Leuvenhaven 90 te Rotterdam.
Uit: http://home.hetnet.nl/~t.bijlbadweg/hoofdstuk83.html
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.R.N.J. Bijl was met vlagnummer R15 in de periode 1846 t/m 1883 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
J.R.Bijl was permanent commissaris van 1891-1904, vice president in 1904 en president van de Maatschappij van 1905 t/m 1908. In die periode was J.R.Bijl geen effectief lid en kennelijk waren er onder die groep geen effectieve leden beschikbaar om deze bestuursfunktie uit te oefenen058. (ik ga er vanuit dat het hier om dezelfde persoon gaat).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1883 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1883 is overleden.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.R.N.J.Bijl vermeld als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
-
1849 van de bark “Celebes” 169 last varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam
-
1851, 1855 van de bark “Rijswijk” 279 last varend voor van de Kun & van Schelle te Rotterdam
-
1858, 1859 van de ss “Bordeaux” 272 last varend voor J.P. van Hoey Smirh te Rotterdam
-
1862 t/m 1867, 1874, 1877, 1878, 1880, 1881, 1882 geen schip vermeld
Bouma025 vermeldt J.N.R.J.Bijl als gezagvoerder gedurende:
-
1847 t/m 1850 van de bark “Celebes”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 317 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
-
1851 t/m 1857 van de bark “Rijswijk”, gebouwd in 1850 te Alblasserdam, 525 ton o.m., varend voor v/d Kun & van Schelle te Rotterdam;
-
1858 t/m 1861 van het ijzeren schroefstoomschip “Bordeaux”, gebouwd in 1851 te Glasgow, 516 ton o.m., varend voor J.P.van Hoeij Smith te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
De bark “Rijswijk” onder kapitein J.R.N.J.Bijl vertrok begin januari 1851 van Rotterdam en arriveerde via Kaap Hoorn op 18 oktober 1851 San Francisco. Het voer via de Pacific naar Baravia.121
Familiegegevens en opleiding
Geen gegevens
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J. van der Eb was met vlagnummer R217 in de periode 1846 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.J.van der Eb was in 1852 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein J.J. van der Eb een uitkering kreeg van f 190,- voor haar en haar drie kinderen. In 1858 was de uitkering f 200,83 voor haar en drie kinderen incl. schoolgeld. In 1859 was deze f 205,60058.
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij is vermeld dat de weduwe van J.J. van der Eb in 1865 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.J. van der Eb met vlagnummer R217 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de brik “St. George Delmina” 100 last voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam
* 1851 van de bark “Celebes” 169 last voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.J. van der Eb als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1849 van de sch.brik “Gouverneur v/d Eb” ex Equator, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 165 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1850 t/m 1852 van de brik “St.George de la Mina”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 188 ton o.m., varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam;
* 1851 t/m 1852 van de bark “Celebes”, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 317 ton o.m., varend voor H.van Rijckevorsel te Rotterdam. Het schip voer in 1853 voor A.van Lier te Rotterdam en was herdoopt in “Adrianus Wilhelmus”.
Twee voorgaande opgaven bevatten overlap in vaarperioden
Overige bijzonderheden
De gezagvoerder die de “Gouverneur van Eb”gedurende de eerste drie jaar voor Huibert van Rijckevorsel voerde was kapitein J. J. van der Eb heette. Het schip moet een voorspoedige uit- en thuisreis gehad hebben, want begin 1848 ligt het weer te Hellevoetsluis met bestemming St. George d'Elmina. Dit blijkt uit een privé brief dd. 29 februari van dat jaar van Huibert van Rijckevorsel aan J. C. Baud te Den Haag, toen Minister van Koloniën, aanbiedende om zijn "snel zeilende schoenerbrik Gouverneur van der Eb Madeira te laten aandoen ter overreiking van depeches als anderzints en zulks zonder eenige geldelijke tegemoetkoming uitgenomen vergoeding van kosten wanneer die er mogten zijn". Een en ander omdat hij heeft vernomen "dat de stoomboot bestemd ter afhaling van Z.K.H. Prins Alexander te Madeira, die reis niet zoude doen, maar op nadere bestemming blijven wachten".
Het jaar 1852 bracht Huibert van Rijckevorseltwee tegenslagen die bewezen hoe gelukkig hij tot toen toe geweest was; de firma werd juist daar getroffen waar zij het meest floreerde. In de nacht van 27 op 28 mei strandde de schoener-brik Gouverneur van der Eb (I) op de kust bij Cape Coast, de hoofdplaats der Engelse Bezittingen ter Kuste, gelegen op slechts enige mijlen afstand van Elmina. Door medewerking van het Engelse Bestuur was het mogelijk een gedeelte van het casco en de lading te redden en de equipage werd met de St George de la Mina en de Curaçao naar het vaderland terug vervoerd.
Het was het eerste schip van de rederij H. van Rijckevorsel dat verloren ging door schipbreuk en ofschoon de firma er slechts voor de helft een aandeel in had, zal het haar beide partners toch aan het hart zijn gegaan het scheepje te moeten verliezen waarmee de basis voor hun Afrikaanse zaken was gelegd.
Gouverneur A. van der Eb, 1813 - 1852, was Gouverneur van Elmina van 1840 – 1846.
Anthony van der Eb, geboren in 1813 te Rotterdam, was als ambtenaar ter Kuste van Guinea sinds 1831 in verschillende betrekkingen werkzaam geweest toen hij aldaar de hoogste post bereikte, eerst van 1837 tot 1838 als Commandeur ad interim, en daarna tweemaal als Luit. Kol., Gouverneur nl. van 1840 tot 1846 en van 1847 tot zijn dood ter plaatse in 1852. In 1847 keerde hij van verlof te St. George d'Elmina terug met een naar hem genoemde schoenerbrik. Met die brik moet Huibert van Rijckevorsel zijn nieuwe onderneming hebben ingeleid.
Gouverneur Van den Bossche had als Gouverneur Ter Kuste van Guinea, hoofdvestiging Elmina, om gezondheidsredenen naar Nederland moeten terugkeren. Waarnemend gouverneur was Overste Cornelis Johannes Marius Nagtglas, geb. te Utrecht 16.5.1814, overleden te Harderwijk 10.1.1897. Later tot kolonel bevorderd. Hij is van 1858 tot 1862 gouverneur geweest. Van 1869 tot 1871 werd hij opnieuw naar de Goudkust gezonden, nu met de titel van Commissaris der Nederlandsche regeering.
Uit: http://www.engelfriet.net/Alie/Aad/elmina1.htm
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.R.Bok als gezagvoerder gedurende:
- 1852 van de hoeker (sch.brik) “De Leeuw”, gebouwd in 1840 te Vlaardingen, 228 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
- 1853 t/m 1857 van de bark “Adrianus Wilhelmus” ex Celebes, gebouwd in 1841 te Rotterdam, 330 ton o.m., varend voor A.van Lier te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
|