1841
AH 300741
De 22e dezer is met goed gevolg van de werf van de scheepsbouwmeester P. van Goor, te Zwolle, van stapel gelopen het kofschip genaamd NIJVERDAL, groot ruim 100 tonnen, gebouwd voor rekening van de Zwolsche Reederij-Maatschappij.
Op 11 oktober 1841 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de NIJVERDAL, aangevraagd door de Zwolsche Rederij Maatschappij, Zwolle, voor H.J. Schippers als kapitein.
OIJC 221041.
Zwolle, 22 oktober. Uitgezeild de NIJVERDAL, kapt. H.J. Schippers, naar Hull. (opm: eerste reis van deze nieuwe kof)
1842
MCO 250842
Vere, 18 augustus. Naar zee gezeild het Nederlands kofschip NIJVERDAL, kapt. H.J. Schippers, van Middelburg naar Larwich, met ballast.
1843
Op 2 oktober 1843 werd een zeebrief verstrekt voor de NIJVERDAL, aangevraagd door H.J. Schippers, Middelburg, voor zichzelf als kapitein.
1844
AH 290844
Zwolle, 23 augustus. Kapitein H.J. Schippers (opm: kapt. Harmannus Jacobs Schippers), voerende de kof NIJVERDAL en komende uit de Oostzee, heden voor de stad rapporteert: Dat zij na het doorstaan van vele stormen en noodweer uit het noordwesten, op maandag de 19e augustus op 54º40' NB 05º11' OL (opm: 80 mijl benoorden Terschelling) bij een vliegende storm (terwijl zij vele stortzeeën overkregen, waardoor zij zich bij de lijpomp niet langer konden houden) omstreeks vier uur, een vaartuig met een noodvlag aan de top ontdekten, op welk teken zij een wederkerig sein hebben gegeven en na gehouden raad, besloten zijn, op gedacht schip af te houden, om te zien wat er mankeerde, hetgeen bij de toen nog al meer en meer aanwakkerende storm zelfs bij vele inspanning van krachten (met hun diep geladen schip) bijkans niet doenlijk was, doch hun eindelijk gelukt is en zij vernomen hebben, dat het was: een Nederlands kofschip genaamd HERMANUS, kapt. J.H. Sterenberg (opm: kapt. Jan Harmannus Sterenborg), van de Pekel, komende met hout van Brewick en gedestineerd naar Termunterzijl; dat de boot op het zinkende schip aan stukken geslagen en het gehele vaartuig uit elkander was gerameid, zijnde de balken reeds door de boegen geboord, zodat hun drijven alleen op de lading was en men vreesde elk ogenblik alles uiteen te zien slaan en de eeuwigheid in te treden; dat daarop van het boord van de NIJVERDAL werd toegeroepen men voor de wind, langszij moest zien te komen, hetgeen echter de eerste keer mislukte, doch voor de tweede keer weer plaats vond met het gewenst gevolg, dat vijf mannen en een vrouw konden overspringen en slechts de stuurman alleen aan boord werd achtergelaten, die nog altijd aan het roer staande, daarna overboord sprong en doordien een uitgeworpen strik hem toevalligerwijze om het midden greep, hierdoor mede uit de kaken des doods werd gered. De geredde zeven mensen zijn daarna, na behouden overkomst van de NIJVERDAL, in het Vlie onder roerende dankbetuiging aan land gezet en heeft de kapt. Schippers (ofschoon zelf veel schade geleden hebbende), zijn reis naar hier bevorderd. (opm: zie ook AC 280844, DC 190944 en PGC 240944)
DC 190944
Dordrecht, 18 september. Directeuren der Zuidhollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, te Rotterdam, hebben besloten, aan kapt. Schippers, voerende het kofschip NIJVERDAL, te huis behorende te Zwolle, te doen uitreiken haar grote zilveren medaille, benevens NLG 50,-, om onder zijn equipage verdeeld te worden, als een bewijs van erkentelijkheid voor het redden der equipage van het in een zinkende staat verkerend kofschip, HERMANUS, kapt. J.H. Sterenborg, te huis behorende te Pekela. (opm: zie AH 290844)
PGC 240944
Men schrijft het navolgende uit Zwolle d.d. 13 dezer:
Heden werd door de heer Jan van Rees, scheepsreder, uit naam en van wege de Zuid Hollandsche Maatschappij ter Redding van Schipbreukelingen te Rotterdam aan Herm Jacobs Schippers (opm: Harmannus Jacobs Schippers), kapitein, Hidde Remmelts Gieze, stuurman, Machiel Derks Loorbach en Otto Jacobs Buiten, matrozen, en Dirk Voetelink, kok, uitmakende de equipage van het kofschip NIJVERDAL, behorende aan de Zwolsche Reederij Maatschappij, aan de eerste de grote zilveren medaille en de anderen een geldelijke toelage uitgereikt voor de op 19 augustus j.l. bij vliegende storm zo stoutmoedig als gelukkig uitgevoerde redding der bemanning van het schip HERMANUS, gevoerd door Joh. Sterenborg, tehuis behorende te Pekela, dat ter hoogte van Doggersbank in een zinkende toestand verkeerde. (opm: zie AH 290844)
1845
AC 290145
Amsterdam, 28 januari. Het schip NIJVERDAL, kapt. H.J. Schippers, van Hull naar Zwolle, is volgens brief van het Nieuwe Diep van de 27e dezer de vorige avond in het Schulpengat bij de uiterton wegens het uitschieten van de wind en doorgaan van het anker gestrand, doch de equipage gered. Het schip zit hoog tegen het duin en schijnt weinig geleden te hebben, zodat men hoopte hetzelve af te kunnen brengen. De lading zal geborgen worden. (opm: het schip blijft in de vaart)
AH 040245
Advertentie. Publieke verkoping, op donderdag 6 dezer, s’ avonds om 6 ure, aan het Nieuwe Diep, van enige balen of vaten katoenen garens, door zeewater beschadigd, uit het gestrande schip NIJVERDAL, kapt. Schippers, gedestineerd van Hull naar Zwolle, aldaar gestrand op de 26ste januari jl. Ingevalle van reflectie, verzoeke franco brieven aan het kantoor van Zur Muhlen & Taylor, te Nieuwe Diep.
GRC 250245
Het schip NIJVERDAL, kapt. Schippers, van Hull naar Zwolle, bij de uiterton van het Schulpegat gestrand, is, volgens brief van het Nieuwe Diep, van de 17e febr., weer af- en aldaar binnengebracht. Van de lading was slechts een klein gedeelte beschadigd.
Op 31 oktober 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de NIJVERDAL, aangevraagd door de Zwolsche Rederij Maatschappij, Zwolle, voor H.J. Schippers als kapitein.
1846
Op 18 april 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de NIJVERDAL, aangevraagd door H.R. Giezen, Middelburg, voor zichzelf als kapitein.
1848
Op 13 mei 1848 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de NIJVERDAL, aangevraagd door de Zwolsche Rederij Maatschappij, Zwolle, voor H.R. Giezen als kapitein.
RC 161148
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 13 november.
Het schip NIJVERDAL, kapt. H.R. Giezen, van Zwolle naar Hull, is den 11 dezer met schade te Yarmouth binnengebracht.
1849
RC 070649
Vere, 4 juni. Gisteren is alhier binnengekomen de NIJVERDAL, kapt. H.R. Giezen, met twist en manufacturen, van Hull naar Middelburg.
1850
Op 24 mei 1850 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de NIJVERDAL, aangevraagd door de Zwolsche Rederij Maatschappij, Zwolle, voor H.R. Giezen als kapitein.
1852
NRC 260252
Amsterdam, 25 februari. Het schip NIJVERDAL, kapt. H.R. Giezen, van Dundee naar Zwolle, in Texel binnen, heeft bij het opzeilen anker en ketting verloren en is wegens tegenwind in het Nieuwe Diep teruggekomen.
Op 14 juni 1852 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de NIJVERDAL, aangevraagd door de Zwolsche Rederij Maatschappij, Zwolle, voor H.R. Giezen als kapitein.
1854
NRC 300654
Memel (opm: Klaipeda), 23 juni. De Nederlandse kof NIJVERDAL, kapt. H.R. Giezen, in ballast van Dundee komende, is bij Riga door de Engelse stoomboot CRUISER prijs gemaakt en hier gisteren binnengebracht, zijnde dit de Nederlandse kof, in ons nommer van gisteren bedoeld. (opm: zie ook NRC 290754 en 280854)
NRC 290754
Rotterdam, 28 juli. Men verneemt, dat de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zwolle aan Z.Exc. de minister van buitenlandse zaken een adres heeft gericht, waarbij zij haar dank betuigd voor de welwillende en ijverige bemoeiingen, die door Z. Exc. zijn en voortdurend worden in het werk gesteld, ten einde van de regering van Groot-Brittannië de vrijlating te erlangen van de beide aldaar ter stede te huis behorende schepen (opm: koffen) de VROUW ALIDA, kapt. H.T. Lever, en NIJVERDAL, kapt. Giessen (opm: kapt. H.R. Giezen, zie o.a. NRC 300654), welke, onder verdenking van verbreking der blokkade, enige tijd geleden door de Britse scheepsmacht in de Oostzee genomen en opgebracht zijn.
NRC 280854
Memel (opm: Klaipeda), 22 augustus. Verscheidene schepen welke van de Engelsen alhier als prijzen zijn opgebracht, hebben heden de haven verlaten, koers zettende naar Engeland. Onder deze bevindt zich ook de Nederlandse kof NIJVERDAL, kapt. H.R. Giezen welke naar Dundee zal gebracht worden. De schepen zijn, met uitzondering van kapitein, stuurman en kok, door Engelsen bemand.
(opm: zie NRC 290654, 300654 en 290754; de kof was op 18 juni 1854 door de Engelse oorlogsschepen CONFLICT en CRUISE prijs gemaakt op beschuldiging van het breken van de blokkade bij Riga; het schip, bouwjaar 1841, werd op 16 maart 1855 door de Admiralty Court Marshal geveild en bracht GBP 510 op)
PGC 101054
Het schip NIJVERDAL, kapt. Giezen, van Dundee naar Windau bestemd, door een Engels oorlogsschip genomen, is door een Engelse bemanning de 2e oktober te Sheerness binnengebracht.
1855
GRC 250355
Amsterdam, 22 maart.
Het Admiraliteitshof te Londen heeft uitspraak gedaan in de zaak van de NIJVERDAL, welk schip, onder Nederlandse vlag varende en in ballast vertrokken naar Pernau, ten einde ene lading vlas in te nemen, den 18de junij door den Engelse kruiser CRUISER was prijs gemaakt. Het schip is veroordeeld.
NSC 270355
Het Hooggerechtshof voor zeezaken te Londen heeft dezer dagen in zake van het Hollandse schip NIJVERDAL en van andere wegens schending der blokkade in de Oostzee genomen handelsvaartuigen beslist, dat een schip, hetwelk vertrokken is met wetenschap van het bestaan ener blokkade, geen recht heeft het blokkerende eskader te naderen met het doel om narichten in te winnen.
NRC 030455
De voor enige tijd veroordeelde prijsgemaakte schepen: FRANCISCA, ANNECHINA JANTINA (opm: kof ANNECHINA JANTINA, bouwjaar 1847, kapt. S.G. Oostra), NIJVERDAL, FORTUNA en THEMIS zijn bij Loyds verkocht voor 1050, 530, 540, 130 en 490 ponden. (opm: De kof NIJVERDAL, bouwjaar 1841,kapt. H.R. Giezen, werd verkocht aan C, Minnen, Vegesack, onder Bremer vlag met kapt. W. Jachens. Nieuwe naam JOHANN HEINRICH)
HDN 081255
Hull, 3 december. Uitgezeild de JOHANN HEINRICH, kapt. Jackens, naar Bremen.
1856
LL 280356
Grangenouth, 22 maart. Binnengekomen de JOHANN HEINRICH, kapt. Janssen, van Bremen.
1857
Op 7 maart 1857 werd een nieuwe zeebrief verstrek voor de JOHANNA, aangevraagd door H.U. Udema, waarschijnlijk te Sappemeer, voor zichzelf als kapitein.
NRC 040557
Brevig, 22 april. Aangekomen de JOHANNA, kapt. Udema, van Termunterzijl.
1859
AH 110459
Delfzijl, 6 april. Uitgezeild de JOHANNA, kapt. Udema, naar Bergen.
1860
AH 270260
Triest, 20 februari. Binnengekomen de JOHANNA, kapt. Udema, van Newcastle.
1861
NRC 080261
Bremerhaven, 5 februari. Binnengekomen de JOHANNA, kapt. Udema, van Sevilla.
1865
AH 110965
Antwerpen, 9 september. Uitgezeild de JOHANNA, kapt. Udema, naar Kopenhagen.
1866
NRC 191266
Pillau, 14 december. Gisteren is alhier met averij voor noodhaven binnengebracht, het Hollandse kofschip JOHANNA, kapt. H. Udema, van Memel met delen naar Leuven bestemd; het is vol water gelopen en van Polski, circa 4 mijlen van hier, door een sleepboot binnengesleept.