1843
RC 140343
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Stettin, het Nederlands kofschip JANNA, kapt. K.B. Wijgers.
Op 15 maart 1843 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JANNA, aangevraagd door B. van Limmen, Dordrecht, voor K.B. Wijgers als kapitein.
RC 191243
Rotterdam, 18 december. Het schip JANNA, kapt. K.B. Wijgers, van Koningsbergen naar Amsterdam, is den 14 dezer met slazijde en enige schade te Delfzijl binnengelopen.
1844
AH 251144
Texel, 22 november. Uitgezeild de JANNA, kapt. K.B. Wijgers, naar Antwerpen.
1845
Op 18 februari 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MACHTILDA MARIA, aangevraagd door J. Staps Jr., Dordrecht, voor K.B. Wijgers als kapitein. Het schip was vroeger genaamd JANNA, thans liggende in Antwerpen.
Op 25 februari 1845 werd de zeebrief van de JANNA, zonder vermelding van reden, plaats of kapitein, door de Minister van Buitenlandse Zaken naar de Staatsraad te Den Haag gestuurd, waarop 1 maart royement volgde.
1846
AH 071046
Antwerpen, 5 oktober. In de nacht tussen zaterdag en zondag (opm: van 3 op 4 oktober) is alhier ter rede gekomen de Nederlandse kof MATHILDA MARIA, kapt. Van de Velde (opm: MACHTILDA MARIA); kapt. Gosse Jans van der Velde, komende van Hamburg met een lading graan. Het schip, driftig geworden zijnde, is ten 5½ ure des morgen gestrand op de hoogte van het palinghuis, waar het zich een lek op de paalhoofden stootte. Zondag bij de vloed lag het geheel onder water. Men was bezig het schip te lossen, ten einde het weder vlot te krijgen. (opm: zie ook NRC 091046).
NRC 091046
Antwerpen, 7 oktober. De Nederlandse kof MARIA MATHILDA, kapt. Van de Velde (opm: MACHTILDA MARIA, kapt. G.J. van der Velde) waarvan wij in ons laatst vorig nummer het stranden gemeld hebben, is in de afgelopen nacht door middel van ledige vaten, die in het ruim waren geplaatst, weder vlot geraakt en zo nabij het droge dok gebracht als mogelijk. Het zal daarin worden gebracht om er de nodige herstellingen te ondergaan. (opm: de kof, bouwjaar 1843 werd hersteld en ging in januari 1847 onder kapt. Van der Velde weer in de vaart)
1847
NRC 040247
Hellevoetsluis, 3 februari. Zeilklaar de MACHTILDA MARIA, kapt. G.J. van der Velde, van Rotterdam, laatst van Brielle, naar Londen.
Op 29 september 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MACHTILDA MARIA, aangevraagd door G.J. van der Velde, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein.
1848
AH 090948
Kroonstad, 29 augustus. Het Nederlands schip MACHTILDA MARIA, kapt. G.J. van der Velde, 19 dezer van hier gezeild, is in den nacht van den den 22ste daaraanvolgende, bij Kokskar (opm: Eiland Keri in de Finse golf) door een groot schip aangezeild, en is heden alhier teruggekeerd.
1849
Op 31 januari 1849 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RUDOLF, aangevraagd door P. van Rossem, Rotterdam, voor D. van der Sjouw als kapitein.
RC 270249
Maassluis, 25 februari. Heden morgen zeilde naar zee de RUDOLF, kapt. D. van der Sjouw, naar Yarmouth.
Op 4 september 1849 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RUDOLF, aangevraagd door P. van Rossem, Rotterdam, voor L. van de Laan als kapitein.
GRC 231049
Brielle, 17 oktober. Binnengekomen de RUDOLF, kapt. van der Laan, van Bergen.
1850
AH 020950
Carga lijsten Amsterdam.
Van Bergen, de RUDOLF, kapt. van der Laan: 202½ ton Traan, 2065 waag Stokvis, P. van Rossem.
Op 3 december 1850 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RUDOLF, aangevraagd door P. van Rossem, Rotterdam, voor C. Stuurman als kapitein.
1851
RC 271251
Uittreksel uit de Loydslijsten van den 23 en 24 december.
Het schip RUDOLF, kapt. C. Stuurman, van Rotterdam naar St. Malo, is den 20 dezer Portsmouth binnengelopen.
1852
OHC 050352
Amsterdam, 4 maart. Den 28ste februari is te Plymouth binnengelopen de RUDOLF, kapt. C. Stuurman, van St. Malo naar Rotterdam, met verlies van zeilen.
AH 040852
Rotterdam, 2 augustus. Heden middag omstreeks 6 uren wilde men een fust rum van circa 500 Nederlandse kannen laden aan boord van het schip RUDOLF (opm: Kapt. C. Stuurman), naar Bergen in Noorwegen bestemd en liggende in de Wijnhaven. Het fust in den strop geslagen hebbende, had men ook daaraan een touw gehecht om de slingering van het fust, van den kant tot aan boord, tegen te gaan, doch het fust vrij van den kant gehesen zijnde brak het stoptouw en het fust slingerde tegen het schip, waardoor beide bodems eruit vlogen en de gehele inhoud verloren ging.
Op 30 december 1852 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RUDOLF, aangevraagd door P. van Rossem, Rotterdam, voor C. Stuurman als kapitein.
1853
Op 21 maart 1853 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RUDOLF, aangevraagd door P. van Rossem, Rotterdam, voor M.A. Waleson als kapitein.
1854
NRC 110154
Hellevoetsluis, 10 januari. De schepen, welke door de vorst verhinderd zijn hun respectievelijke reizen te vervolgen, zijn: HENDRIKA, kapt. T.H. Plukker; RICHARD COWLE, kapt. B.A. Kalf; FRANZISKA, kapt. C. Hamann; FENNECHINA, kapt. L.H. Puister; AGNARIUS, kapt. G.D. Douwes; CATHARINA TYPKENS, kapt. G.M. Menkema; CHARLOTTE, kapt. A.P. Ronning; ANNA, kapt. P.A. Kleinenberg; AMALIA, kapt. J.P. Alroe; VICTOR, kapt. J.C. Bergstrom; ARGO, kapt. H. Lenger, allen naar Schiedam. WILLEM III, kapt. C. v.d. Burg; BERNARDUS, kapt. B.M. Olthaus; ANDREAS, kapt. E.W. Haggblum; PHOENIX, kapt. J. Bolwien; JOY’S, kapt. R. Shapman; BRANCH, kapt. D. Galloway; GEZINA, kapt. J.G. Postema; JOHANNA ELISABETH, kapt. W.J. Bakker; HARMONIE, kapt. H.J. Zegelken; JONGE JAN, kapt. A. Hoogstraten; MARIA ADRIANA, kapt. C. Ouwehand; MARIE JEANNETTE, kapt. R.H. Barrels; RUDOLF, kapt. M.A. Walison;
Op 10 april 1854 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de RUDOLF, aangevraagd door P. van Rossem, Rotterdam, voor J,H. Hazewinkel als kapitein.
RC 130454
Briele, 11 april. Uitgezeild de RUDOLF, kapt. J.H. Hazewinkel, naar Bristol.
AH 040954
Helvoetssluis, 2 september. Binnengekomen de RUDOLF, kapt. Buiten, van Bergen.
1855
NRC 180355
Advertentie. De makelaars H.F.N, W.H. Montauban van Swijndregt en F. & W. van Dam te Rotterdam zijn van mening, op last van hun meester, op dinsdag de 3de april 1855, in de zaal op de Scheepmakershaven, wijk 1, No. 499, publiek te verkopen: het Nederlands snelzeilend kofschip RUDOLF, laatst gevoerd door kapitein J.J. Buiten, volgens meetbrief lang 19 el 80 duim, wijd 3 el 90 duim, hol 1 el 75 duim en alzo groot 61 tonnen, met al deszelfs staand- en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zo als hetzelve thans is liggende in de Wijnhaven zuidzijde, binnen deze stad.
(opm: voor NLG 2.600 werd koper Penn & Bauduin, Dordrecht; nieuwe scheepsnaam VOLHARDING en kapitein A.F. Lammerts)
Op 11 april 1855 werd de zeebrief van de RUDOLF, kapt. Buiten, door de Ontvanger in Rotterdam naar de Staatsraad in Den Haag zonder vermelding van reden maar dat bleek verkoop te zijn, geretourneerd waarop 12 april 1855 royement volgde.
Op 19 april 1855 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VOLHARDING, aangevraagd door Penn en Baudin, Dordrecht, voor A.F. Lammerts als kapitein.
NRC 200555
Hellevoetsluis, 19 mei. Vertrokken de VOLHARDING, kapt. Lammerts, naar St. Malo.
1856
NRC 020456
Falmouth, 30 maart. Het schip VOLHARDING, kapt. Lammerts, van St. Servans (opm: Saint- Servan-sur-Mer, nabij Saint-Malo) naar Charlestown, is hier met verlies van voorsteng binnengelopen.
NRC 150556
Cargalijsten.
Te Rotterdam van Batavia, Soerabaija en Passaroeang het schip (opm: bark) ZWARTE ZWAAN, kapt. J. Muller: 3100 picols koffij, 3000 picols suiker, 200 picols tin, 69 picols (opm: koperen) duiten en 100 picols rotting, alles adres Nederlandsche Handel Maatschappij.
Te Dordrecht van Pentewan (opm: Cornwall) het schip VOLHARDING, kapt. A.F. Lammerts: 100 ton porceleinaarde. Adres Visser & Van der Sande.
Op 16 mei 1856 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VOLHARDING, aangevraagd door Penn en Baudin, Dordrecht, voor M. Ouwehand als kapitein.
1858
Op 21 juli 1858 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de VOLHARDING, aangevraagd door Penn en Baudin, Dordrecht, voor M. Ouwehand als kapitein.
1859
Op 21 maart 1859 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VOLHARDING, aangevraagd door Penn en Baudin, Dordrecht, voor J. Litzau als kapitein.
NRC 150659
Advertentie. De houder van het connossement over ene lading Rogge, te Rotterdam aangebracht van St. Brieux, per het schip VOLHARDING, kapt. J. Litzau, wordt verzocht zich bekend te maken bij de cargadoors Visser en Van der Sande.
1860
NRC 290560
Carga lijsten Rotterdam.
Van Charleston. De VOLHARDING, kapt. J. Litzau: 87 ton 40. Porselein aarde.
Visser en Van der Sande.
1861
Op 29 april 1861 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VOLHARDING, aangevraagd door J. Litzau, plaats niet vermeld, voor zichzelf als kapitein.
1862
DC 110262
Advertentie. Openbare verkoping te Dordrecht op vrijdag de 21e februari 1862, des middags ten 12½ ure, in het Koffijhuis van Jilles Zahn, over het Marktplein te Dordrecht, voor rekening van assuradeuren, van 179 vaten en circa 3000 Nederlandse ponden losse porceleinaarde,
alles meer of minder door zeewater beschadigd, te Dordrecht aangebracht per het Nederlands kofschip VOLHARDING, Kapt. J. Litzau, van Charlestown (in Engeland) en aldaar opgeslagen.
Nadere onderrigting te bekomen bij den Scheeps-Makelaar D. Schotman Dzn. en de deurwaarder B. van Geluk te Dordrecht.
Nadere berichten van de VOLHARDING met kapt. J. Litzau zijn niet gevonden. De retour van de zeebrief is niet gevonden. Mogelijk is het schip in de binnenvaart terecht gekomen.