Familiegegevens en opleiding
Jan werd geboren/gedoopt op 25/27 maart 1774 te Oude Pekela als zoon van Reint Brons en Anna Abrahams.
Jan Reints Brons trouwde op 29 november 1799 te Oude Pekela met Aaltje Lienders Kok geboren ca. 1785 te Oude Pekela als dochter van Leendert Harms en Reine Hinderks. Aaltje overleed op 03 april 1875 te Oude Pekela, 95 jaar, weduwe.
Het echtpaar kreeg kinderen in 1800, 1802 en 1804. In Burgerlijke Stand akten uit de procincie Groningen wordt Jan Reints Brons vermeld als schipper in 1830, 1833, 1840.
Jan Reints overleed op 24 augustus 1846 te Oude Pekela, 72 jaar, oud-schipper.
Lidmaatschap van zeemanscolleges
J.R.Brons was effectief lid van het naamloze zeemanscollege uit Pekel-A met vlagnummer 60 in de periode 1827 t/m 1839.
De schepen van de kapitein
In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in inventaris 5081-7149-283 een bijlbrief met een verklaring van bouw dd 19 december 1814 van de kof “Onderneming”.
De verkoper was Simon Pronk, meester scheepstimmerman op de werf Hollandia te Amsterdam. De aankoper was de kapitein Jan Reins Brons te Pekela
Simon Pronk tekent op 19 december 1814 een verklaring, dat de kof “De Onderneming” in den jare 1796 door hem is gebouwd op zijn scheepstimmerwerf Hollandia te Amsterdam voor kapt. Jan Reins Bron te Pekela.
In het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a bevinden zich de volgende monsterrollen:
38-95 15 februari 1815, kof “De Onderneeming”, kapitein Jan Reins Brons, bestemming Bordeaux, correspondent Canne, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 2 matrozen , 2 ligtmatrozen en een jongen.
38-101 02 september 1816, kof “De Onderneeming”, kapitein R.R.Brons, op avontuur, boekhouder Bolwee, 7 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, 2 matrozen, 2 ligtmatrozen en een jongen.
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jan Reins Brons als gezagvoerder van de:
“Vrouw Wilhelmina”, dd 03 april 1807 (vlag Papenburg en Kn.); 01 juli 1807 (vlag Pap.);
“Onderneeming”. dd 15 februari 1815; 02 september 1816;
“Vrouw Rebecka”, dd 07 maart 1821; 05 juni 1822; 22 november 1822;
“Jonge Pieter”, dd 06 maart 1824; 27 september 1825; 11 september 1827; 31 juli 1828;
“Welkomst”, dd 10 april 1830; 05 augustus 1833;
“Allegonda”, dd 14 mei 1836; 30 maart 1838.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
25 februari 1839, schip “Alagonda”, kapitein Jan Reints Brons uit Oude Pekela
20 juni 1843, schip “Helena Brons”, kapitein Jan Reints Brons.
Bouma025 vermeldt J.R.Brons als gezagvoerder gedurende:
-
1829 t/m 1830 van de kof “Jonge Pieter, gebouwd in 18089, bouwlocatie niet vermeld, 124 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
-
1832 t/m 1835 van de kof “Welvaart”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. Het schip werd in 1835 verlaten en de bemanning te Delfzijl binnengebracht;
-
1837 t/m 1842 van de kof “Allegonda” ex Concordia, gebouwd in 1806, bouwlocatie niet vermeld, 130 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.
Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1835 als “Concordia” werd overgenomen van kapitein/eigenaar R.J.Das te Grouw en daarna herdoopt in “Alegonda”.
Overige bijzonderheden
Aktenummer 1828-30, 19-04-1828115:
“Extract uit de monsterrol van het Nederlands kofschip, genaamd “De Jonge Pieter”, gevoerd door de kapitein Jan R.Brons, in deze haven (i.c. Oostende) op 10 april 1828 van Bordeaux aangekomen, beladen met o.a. wijn en op welke monsterrol het volgende proces verbaal van overlijden gemaakt en getekend was.
In de avond van 2 april wordt door de schipper geordonneert aan zijn matroos Elze Geerts Wubbena, om de jager vast te maken, hetwelk direkt werd gehoorzaamd, echter onder dit bedrijf valt hij in zee en verdrinkt en terwijl het schip vier mijlen snelheid had, was het niet mogelijk hem te redden. Acht uren na dato ondekken wij bij het ophalen van ons zwaard zeer beschadigd, op de standeketen, dezelve geslipt en ging toen achteruit, dit ongeluk is geschied op de breedte van 47o35’breedte & 11o50’ lengte.”
Rotterdamsche Courant 15 november 1821114
Amsterdam, 13 november. In Texel is (opm: o.a.) binnengekomen J.R. Brons van Dantzig (opm: Gdansk); aan boord bevindt zich de equipagie van het op de Noordzee, door de laatste storm, gezonken smakschip de JONGE ROELOF, kapt. L.R. Roelfsema, met tarwe van Kiel naar Amsterdam.
Rotterdamsche Courant 14 december 1822114
Amsterdam, 12 december. Kapt. J.R. Brons, voerende het schip de VROUW REBEKKA, van Amsterdam naar Bordeaux, meldt uit de haven van Texel van den 8 december, dat zijn schip in de storm van den 6 dito voor twee ankers van de rede en op de Zuidwal aan de grond gedreven, doch die dag weder vlot geworden en in de haven van Texel gekomen was; hetzelve was digt, en had, behakve het verlies van ca. 25 vademen (opm: ca. 45 meter) ankertouw, een tros en een sloep, zeer weinig schade bekomen.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.H.Polter als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1852 van de kof “Mercator” ex Helena Brons, gebouwd in 1845 te Veendam, 91 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is vergaan in de Oostzee (Pillau naar Amsterdam)
In de “Kroniek van Pekela” door D.Kuil (Pekela, 1999) staat gerefereerd een bericht uit de Ingekomen Stukken van de gemeente Oude Pekela 1847-1910: “Op Bornholm is een kist of koffer aangespoeld van ene Hendrik Sulman uit O.P. Van het schip “Mercator” is niets ontdekt. Bouma acht het waarschijnlijk dat het hier gaat om deze “Mercator”.
* 1858 t/m 1859 van de kof “Mercator”, gebouwd in 1843 te Veendam, 86 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela;
Overige bijzonderheden
“Ingekomen Stukken Oude Pekela – 1852
25.9.1852: Bericht van het aanspoelen aan de kust van het eiland Bornholm van een kist of koffer waarvan een zekere binnen de gemeente Oude Pekela gewoond hebbende Hendrik Sulman is gebleken de eigenaar te zijn geweest. Van het lot van het schip “Mercator” is niets kunnen worden achterhaald.”115.
Provinciale Groninger Courant 15 juni 1952114
Oude Pekela, 10 juni. Volgens een heden alhier ontvangen schrijven uit Bornholm, was door visscherlieden den 3 mei jl. in zee drijvende gevonden en aldaar aangebracht eene scheepsklerenkist, waarop stond H. Suilman. Bij het openen daarvan was het uit de papieren (die onder meer andere goederen in de kist aanwezig waren) gebleken, van de Oude Pekela herkomstig te zijn, en daar men weet, dat genoemde persoon als stuurman geplaatst was op de van hier varende kof MERCATOR, kapt. J.H. Polter, zo is men over het lot van dien bodem en equipage hoogst beducht, als zijnde sedert geruimen tijd van Koningsbergen naar Nederland vertrokken.