Familiegegevens en opleiding
Jan Adrianus de Haas werd geboren te Amsterdam op 25 december 1802.
Hij trouwde met Armina Ahlers, geboren te Amsterdam op 04 april 1801.
Jan overleed in 1869.003
Jan Adrianus de Haas, scheepsgezagvoerder, was één van de personen die aangifte deed van het overlijden van zijn schoonzuster Anna Margaretha Ahlers-Möller op 08 oktober 1843. Hij woonde toen op de Nieuwe Zijds Voorburgwal B151 en was 42 jaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.de Haas werd met nr.235 effectief lid van Zeemanshoop per 23 oktober 1827 op voorspraak van P.Kraaij. Als zijn schip is vermeld de "Jacoba Maurina"002.
Jan Adrianus de Haas, oud 25 jaar, wonende op de Nieuwmarkt tussen de Barndesteeg en de Koestraat, voerende het schip Jeannette Adelaida, werd in de Algemene Vergaderingen van 16/23 oktober 1827 van Zeemanshoop als effectief lid voorgedragen/benoemd op voordracht van kapitein P.Kraay. Zijn vlagnummer werd 235023.
J.A.de Haas was van 1847-1863 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Hij werd per 25 november 1835 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Toegevoegd is: Van beroep verander per 01 mei 1847003.
Lid van het Weldadig Zeemans Fonds van “Zeemanshoop” per 25 november 1835.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 juli 1847 staat het verzoek van kapitein A.Ahlers om hij zijn effectief lidmaatschap mag omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Bestursvergaderingen van 28 december 1848, 25 januari 1849, 26 april 1849, 22 mei 1849enm 26 juni 1849 wordt aandacht geschonken aan een verzoek van de heren Mr.H.C.Hoedeman, A.Ahlers, J.A. de Haas, H.G.Mickmershuysen en J.Rahé. In dat verzoek wordt gepleit voor het toelaten van Israeliten als lid van het College, en het veranderen van de Wet waarin voor het lidmaatschap het belijden van de Christelijke godsdienst wordt geeist. Het Bestuur adviseert negatief omdat het “Bestuur na zijne overtuiging de aanneming van het voorstel nadeelig beschouwd voor het Collegie en Weldadig Zeemans Fonds.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 maart 1849 vraagt kapitein J.A. de Haas een bus te mogen plaatsen voor de weduwene en wezen van de “in Januarij jl verongelukte visschers van Maassluis.” In de notulen dd 26 april wordt vermeld dat de opbrengst een bedrag beddroeg van f 31,45 welke door de heer de Haas zal worden doorgesluisd.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 mei 1857 staat een schrijven van J.A. de Haas “toezendende een verslag van het Kon. Ned. Metereol Instituut te Utrecht wegens scheepsjournalen van Haringbuizen.”042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 april 1849 staat de binnenkomst van een brief van kapitein J.A. de Haas, waarin deze verzoekt een inzameling te houden ten behoeve van de weduwen en wezen van een verongelukte visserschip uit Maassluis. De vergadering besluit een bus te plaatsen. In de vergadering van 24 april 1849 wordt meegedeeld dat er een opbrengst is van f 31,34. Op 15 mei 1849 wordt melding gemaakt van de dank van de nagelaten betrekkingen van de vishoeker “Vereeniging”.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
235 1827 fregat Jeanette Adelaide P.van den Broeke te Amsterdam
1828 geen opgave van schip en boekhouder
1829-1835 fregat Aurora Wurfbain & Co te Amsterdam
145 1836 fregat Aurora idem
1837-1841 bark Jacoba Maurina H.Bylaart te Amsterdam
1842-1844 bark Mathilda A.Ahlers Jr te Amsterdam
1845 bark Anna Margaretha idem
1846-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
41 1854-1868 geen vermelding van schip en boekhouder. Aantekening: "overleden".
Bouma025 vermeldt J.A. de Haas als gezagvoerder gedurende:
* 1828 op het 3/m schip “Jeanette Adelaide”, gebouwd 1808, 300 ton o.m., varend voor P. van de Broeke te Amsterdam;
* 1830 t/m 1837 op het 3/m schip “Aurora”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 390 ton o.m., varend voor Wurfbain & Co te Amsterdam;
* 1838 t/m 1842 op de bark “Jacoba Maurina”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 450 ton o.m., varend voor H.Bylaard te Amsterdam;
* 1843 t/m 1845 op de bark “Mathilda”, gebouwd in 1843 te Maassluis, 585 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam.
* 1846 op het 3/m schip “” Anna Margaretha”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 620 ton o.m., varend voor A.Ahlers jr te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was oud-gezagvoerder J.A. de Haas, commissaris van Zeemanshoop.104.
J.A.de Haas verzorgde per 12 november 1838 vanuit Nieuwediep met de “Jacoba Maurina” een troepentransport van 6 officeiren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 mei 1839 na 185 dagen. Onderweg werd 1 militair vermist065.
“Een bijlage C, uit een “Onderzoek aangaande de vereischten van een daar te stellen Kanaal naar de Noordzee, bij Holland op zijn smalst, ten einde te beantwoorden aan de behoefte van de Hoofdstad, zijnde een verkorte Waterweg van en naar de Noordzee, voor Zeeschepen zonder last te breken.”. In deze bijlage C, worden drie scheepsgezagvoerders genoemd: J.A. de Haas, C.P.Kuijper en F.C.Jaski.
Informatie door R. van Staveren te Wilnis. Ik heb geen jaartal en verdere bronvermelding.
Maassluis, 28 maart 1843
Heden is alhier van de werf van den heer E. v.d. Hoog met goed gevolg gekoperd te water gelaten, het barkschip Mathilda, gevoerd zullende worden door kapitein J.A. de Haas, bestemd voor de vaart op Oost-Indië.
De bark Mathilda, groot 585 ton, had als reder A. Ahlers Jr. uit Amsterdam. In 1855 werd het schip verkocht aan C.E. Duyts, Amsterdam en kreeg de naam Welvaart. Onder deze naam werd de bark in 1862 verkocht naar Noorwegen.
Bron: www.grotezeilvaart.nl
Journaal 1834-1835 “De Twee Cornelissen”, kapt. S.Veenstra Stadsarchief Amsterdam 491-216
18 januari 1835 Vertrokken naar Soerabaja “Met ons van de ree gezeild de Prins van Oranje, De Prinses Marianne het schip Aurora…”
21 januari 1835 ter hoogte van Rembang (N-kust van Java) “… Praaijde kapt. de Haan het schip Aurora…”
23 januari 1835 reede van Soerabaja “… daar ook kapt. de Haan Schip Aurora Kapt. de Boer het schip Prins van Oranje
10 februari 1835 reede Pasoeroeang “met ons gearriveerd het schip Prinses Marianna kaptn Admiraal en het schip Eliza kaptn Staal en op de Ree liggende kaptn de Boer het schip de Prins van Oranje…”
Familiegegevens en opleiding
Hendrik de Jong werd geboren te Amsterdam op 30 september 1805.
Hij trouwde met Henriette Louise Keeman, geboren te Amsterdam op 10 december 1810.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.de Jong werd per 27 mei 1834 op voordracht van C.Koert met vlagnummer 382 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving is geen scheepsnaam vermeld. Toegevoegd is "bedankt"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van 20/27 mei 1834 van het college Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd Hendrik de Jong, oud 28 jaar, voerende de bark “Casor”, wonende op de Brouwersgracht bij de Brouwerstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Koert. Zijn vlagnummer werd 382023.
Deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 december 1840 en bedankt in 1859003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 april 1859 en de Algemene Vergadering van 17 mei 1859 staat de mededeling dat kapitein H. de Jong heeft bedankt voor het effectief lidmaatschap “doch verzoekende No vlag te mogen blijven voeren”, hetgeen wordt toegestaan.042-023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
382 1834-1835 bark Castor Gebr.Hartsen
269 1836 bark Castor idem
1837-1840 geen vermelding van schip en boekhouder
1841-1844 fregat Anna Margaretha A.Ahlers Jr
1845-1846 bark Mathilde idem
1848-1853 bark Jan Hendrik idem
82 1854-1859 bark Jan Hendrik J.J.Marlof
1860 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1837 op de bark “Castor”, gebouwd in 1834 te Amsterdam, 475 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;
* 1842 t/m 1845 op het 3/m schip “Anna Margaretha”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 620 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1846 t/m 1849 op de bark “Mathilda”, gebouwd in 1843 te Maassluis, 585 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1848 t/m 1857 op de bark “Jan Hendrik”, gebouwd in 1847 te Maassluis, 614 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1858 t/m 1860 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.J.Marlof te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart werd Frederik Hendrik Klein als ligtmatroos geplaatst op de "Castor" onder kapitein H.de Jong. Het betrof twee reizen naar Batavia en wel van juni 1834 - augustus 1835 en augustus 1835 - juni 1836004-532/1704.
H.de Jong verzorgde per 26 juli 1835 vanuit Nieuwediep met de “Castor” en troepentransport van 4 officieren en 102 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 18 november 1835 na 115 dagen.Onderweg was 1 militair overleden065*.
Cheribon. Reis van de “Urania” onder gezag van kapitein Cornelis Abrahamsz. Jr:
Anna Abrahamsz, de dochter van de kapitein, werd ondergebracht in een logement. “Het logement hier was niet zoo groot als op Batavia; er waren slechts zes kamers, vier groote en twee kleine van welke laatste wij de eerste twee dagen een voor ons in gebruik hadden. Doch toen arriveerde hier kapt. H.de Jong welke die kamer hebben moest … “
Uit p.35 van: Anna Abrahams. Journaal eener Oostindiesche Reis. De belevenissen van een tienjarig meisje in 1847 en 1848. Geannoteerde uitgave door de stichting Terra Incognita te Amsterdam. 1993. 72 pp.
De bewerkers van dit dagboek melden dat deze kapitein tegelijk met Anna’s vader op 15 juli naar Batavia was vertrokken, maar zijn zeilschip “Mathilda” deed er bijn drie weken korter over dan de “Urania”.
De bark “Jan Hendrik” onder kapitein H. de Jong vertrok van Texel, staat op 24 november 1851 geregistreerd te Dover en zeilde via Kaap Hoorn naar Valparaiso waar het op 12 maart 1852 aankwam. Daarna ging de reis via San Francisco naar Hongkong, aankomst 26 september. Het zal via Kaap de Goede Hoop weer naar Europa zijn gezeild.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.C.Wriburg werd met vlagnummer 440 per 06 november 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein A.Ahlers Jr. Als zijn schip is vermeld de “Dina Maria”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 38 en de vrouw 30 jaar. Ingeschreven staat één zoon, geboren in 1832002a
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 30 oktober/06 november 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hans Clausen Wriburg, oud 38 jaar, voerend de bark “Dina Maria”, wonende op de Stroomarkt te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.Ahlers Jr. Hij kreeg vlagnummer 440023
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 juni 1852 staat een voorstel van kapitein J.A. de Haas om een geschenk aan te bieden aan kapitein H.C.Wriborg wegens zijn reddingswerkzaamheden bij de ramp van de “Willem II” van kapitein H.B.Eeftingh. In de vergadering dd 20 juli 1852 staat het bericht van de ZuidHollandse Maatschappij tot het redden van Schipbreukelingen te Rotterdam, welk bericht hierna in de Algemene Vergadering is weergegeven.042
In de notulen dd 03 augustus 1852 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat de mededeling dat de ZuidHollandsche Maatschappij tot het redden van Schipbreukelingen te Rotterdam een zilveren medaille plus getuigschrift heeft toegekend aan kapitein H.C.Wriborg, vanwege moedig gedrag . De Maatschappij verzoekt het Bestuur van Zeemanshoop de medaille uit te reiken, hetgeen in deze vergadering van 03 augustus 1852 is geschied. De voorzitter:
“… reikte de voormelde medaille en getuigschrift namens gezegde maatschappij met eene toepasselijke toespraak uit hem tevens namens het Collegie Zeemanshoop ter hand stellende eene keurig bewerkte zilveren beker met het volgende opschrift Het Collegie Zeemanshoop aan Kapitein H.C.Wriborg ter herinnering der redding van de bemanning van het verbrande Nederl.Schip Koning Willem II in de morgen van den 10e April 1852 op 2o20’NB en 19o lengte bewesten van Greenwich” 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
440 1838-1840 bark Dina Maria H.Bylaart
1841-1848 bark Elisabeth Maria A.Ahlers Jr
1849-1852 bark Mathilda idem
1853 bark Mathilda A.Ahlers
Bouma025 vermeldt H.C.Wriburg als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1841 van de bark “Dina Maria” ex Anna Paulowna, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers te Amsterdam. In 1841 werd het schip omgedoopt in “Maria Elisabeth;
* 1842 t/m 1849 van de bark “Elisabeth Maria”, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr. te Amsterdam. In 1849 geveild te Amsterdam;
* 1841 t/m 1849 van de bark “Maria Elisabeth” ex Dina Maria, gebouwd in 1804 in Amerika, 232 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam. In 1849 geveild te Amsterdam
in de gegevens van Bouma is verwarring tussen de Maria Elisabeth en de Elisabeth Maria, (zoals de gegevens uit Zeemanshoop zeggen).
* 1850 t/m 1854 van de bark “Marhilda”, gebouwd in 1843 te Maassluis, 585 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam. Toegevoegd is dat kapitein Wriburg in 1854 is overleden.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Norder Mooi was gehuwd met Hendrika Vastrich (zie hierna)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.N.Mooi werd met vlagnummer 865 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 10 februari 1852 op voorspraak van H.B.Eeftingh. Zijn schip was de "Nijverheid"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 februari 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd J.N.Mooi (alleen initialen), oud 34 jaar, voerend de bark “Nijverheid”, wonend in de Groote Kattenburgerstraat boven nr. 5, op voordracht van kapitein kapitein H.B.Eeftingh.023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 augustus 1874 vraagt J.N.Mooi om een uitkering welke echter wordt afgewezen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 september 1874 staat vermeld een aanvrage om onderstand door kapitein J.N.Mooi, welke echter is afgewezen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
865 1852-1853 bark Nijverheid C.E.Duyts Cz
471 1854-1855 bark Nijverheid idem
1855-1861 bark Welvaart idem
1862-1866 bark Koophandel idem
1867-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
J.N.Mooi Welvaart 14 maart 1861 14 januari 1862
Koophandel augustus 1862 01 juni 1863
Koophandel 25 oktober 1863 18 november 1864
Koophandel 01 mei 1865 03 februari 1866
Bouma025 vermeldt J.N.Mooi als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1856 van de bark “Nijverheid” ex Jacoba Maurina, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 459 ton o.m., varend voor C.E.Duyts Cz te Amsterdam;
* 1856 t/m 1862 van de bark “Welvaart” ex Mathilda, gebouwd in 1844 te Maassluis, 590 ton o.m., varend voor C.E.Duytz Cz te Amsterdam. Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen;
* 1863 van de sch.kof “Koophandel”, gebouwd in 1844 te Amsterdam, 382 ton o.m., varend voor C.E.Duyts Cz te Amsterdam;
* 1864 t/m 1866 van hetzelfde schip maar nu varend voor H.W.Duyts te Amsterdam.
Stortingsregisters vermeldende het schip, reisddoel, de kapitein en de boekhouder van het schip, deelhebbers van de bemanning met vermelding van rang, gage en het beloop der stortingne in de verscheidene klassen 13 delen 1822-1890. Stadsarchief van Amsterdam 491/307-319
Hierna vermeldt bron van gegevens omtrent kapitein S.IJ.Parma
491-311/97 Drie Gebroeders, Amsterdam Suriname. Vertrek 31 augustus 1840. Terug 26 maart 1841.
J.N.Mooij 1ste stuurman.
Overige bijzonderheden
Blijkens een akte met de boedelbeschrijving van de nalatenschap van kapitein Sikke IJsbrand Parma en zijn vrouw Janke Bonnema dd 14 oktober 1846, gepasseerd voor notaris J.A.Hoog te Amsterdam was Hendrika Vastrich, huisvrouw van Jan Norder Mooi, “ koopvaardijstuurman wonende in de kattenburgerstraat naast bovengemeld sterfhuis blijkens voorgeschreven proces verbaal van verzegeling aangesteld tot bewaarster der zegelen en overzegeld geblevene
goederen …”
|