Familiegegevens en opleiding
Jan Reinders Boeling werd geboren te Nieuwe Pekela als de zoon van de zeeman Reinder Jans Boeling en Swaantje Jacobs.
Hij trouwde te Nieuwe Pekela op 10 februari 1842 met Swaantje Klaassens Mulder, geboren te Nieuwe Pekela als dochter van de stelmaker Klaas Gerrits Mulder en Jantje Wijndelts de Grooth.
“Op 23 okt. 1852 is door mij, J.H.de Weerd, burgemeester en ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Nieuwe Pekela ontvangen een brief van Zijne Exellentie de Heer Minister van Marine van 19 okt. 1852, derde afdeling, nr. 127, daarmede overzendende twee overlijdensakten van de volgende inhoud: Extract uit het journaal gehouden aan boord van het Nederlands kofschip “Alida”, gevoerd door Jurgen Hindriks Piebes, voor wijlen Jan Reinderts Boeling, op een reis van Rouaan naar Danzig, liggende op dat moment voor Danzig. Op 24 juli 1852 overleed na een kortstondige ziekte, de gezagvoerder Jan Reinderts Boeling, oud 36 jaren, van Nieuwe Pekela.
Was getekend: J.Rozema, stuurman, J.Scholtens, kok, en J.H.Piebes, gezagvoerder.”115
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.B.Boeling (moet zijn J.R)als gezagvoerder gedurende:
1847 t/m 1852 van de kof “Alida”, gebouwd in 1844 te Groningen, 79 ton o.m., varend voor A.C.Limborg te Groningen.
Overige bijzonderheden
NRC, 03 maart 1852114
“Kapitein J.R.BOELING, van het Kofschip Alida, te huis behoorende te Pekel-A, de afzetting van het been, in het Stads Ziekenhuis aan den Coolsingel te Rotterdam, met het beste gevolg ondergaan hebbende en na eene verpleging van circa 13 weken, gisteren volkomen hersteld naar boord teruggekeerd, acht zich verpligt met allen lof te gewagen, van de gelukkig uitgevoerde Kunstbewerking en de uitmuntende goede zorg en behandeling, aldaar ondervonden, waarvoor hij bij deze aan de Directie, Beambten en alle goede Vrienden en Bekenden, die van hunnen belangstelling zoo ruimschoots bewijzen gegeven hebben, zijn opregte dankbaarheid betuigd en vooral hulde doet, aan het Edel Achtbaar Bestuur, dat een Gesticht heeft daargesteld, waar de Vreemdeling, zoo wel als ieder ander, zoo menschlievend en zorgvuldig behandeld wordt en dat tot wezenlijk nut en sieraad van Rotterdam kan strekken.
J.R.BOELING.
Familiegegevens en opleiding
Pieter Das werd geboren op 04 december 1820 te Kalkwijk, gem. Hoogezand als zoon van de schipper Jan Geerts Das en Jantje Jans Schuring.
Pieter trouwde op 01 april 1847 te Oude Pekela als schipper met Jaapkien Degenhart, geboren op 11 maart 1819 te Oude Pekela als dochter van de koopman Eltje Jans Degenhart en Hinderika Nannes Mulder. Jaapkien overleed op 16 april 1871 te Slochteren, 52 jaar, weduwe.
Pieter Jans overleed op 22 september 1866 te Slochteren, 45 jaar, logementhouder.
Burgerlijke Stand akten in de provincie Groninger vermelden Pieter Das als schipper in 1847, 1850, 1852, 1854, 1855, 1852, 1862, als logementhouder in 1862.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Das was met vlagnummer 59 in de periode 1853 t/m 1862 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein P.J.Das als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1851 van de bark-galjoot “Jacoba”, gebouwd in 1848 te Pekela, 179 ton o.m., varend voor H.J.Engelkes te Winschoten. Het schip werd in 1852 door dezelfde reeder herdoopt in “Christina Jacqueline” en kwam onder gezag van kapitein A.H.Dijkhuis;
* 1854 t/m 1857 van de kof “Alida”, gebouwd in 1844 te Groningen, 79 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar te Groningen;
Bouma vermeldt eveneens een P.J.Das in 1855 als gezagvoerder van een schip “Alida”, zonder bijzonderheden over type en bouw. De thuishaven is Oude Pekela en toegevoegd is dat hij lid was van het college de Trouw. Ik denk dat het hier een dubele opgave betreft waarbij alleen de thuishaven verschilt.
* 1856 van de brik “Truda”, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 175 ton o.m., varend voor J.H.Rottinghuis te Delfzijl. Het schip is in 1856, komend met graan van Galatz, bij Sulina gestrand;
Betreft het hier een korte tussenreis of een andere kapitein Das met de initialen P.J.?
* 1861 t/m 1862 van de schkof “Wubbiena Frederika”, ex Broedertrouw, gebouwd in 1847 te Pekela, 122 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is in januari 1862 gestrand bij Elseneur en wrak geraakt.
De collectie monsterrrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
19 juni 1841, schip “Jantina”, kapitein Jan Jans Das, matroos Pieter Jans Das, 20 jaar.
06 juni 1848, kof “Jacoba”, kapitein Pieter Jans Das, 27 jaar uit Oude Pekela.
30 januari 1861, schip “Wubbina Frederika”, kapitein Pieter J.Das uit Oude Pekela.
Monsterrollen op het Gemeentearchief van Delfzijl
* 06 juli 1848, kof “Jacoba”, kapitein Pieter Jans Das, 27 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman Klaas Fokkes Rengeling, 30 jaar uit Oude Pekela, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen.
Overige bijzonderheden
In de permanente expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen hangt (december 2001) een schilderij van de bark/galjoot “Christine Jacqueline” ex Jacoba. Het schilderij is uit 1854, maar de naam van de schilder ontbreekt. In de toelichting staat dat de gezagvoerder van het geschilderde portret was de kapitein J.H.Rabe uit Winschoten. Het schip is in 1869 gestrand bij Thisted en vergaan. (zie hierna).
NRC 10 januari 1854114
Rendsburg, 3 januari. Alhier overwinteren onder meer de navolgende schepen, als…..
ALIDA, kapt. Das, van Korsoer naar de Maas; …..
NRC 22 december 1854114
Dantzig (opm: Gdansk), 18 december. De Nederlandse kof ALIDA, kapt. Das, met granen van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Amsterdam bestemd, is hier gisteren lek binnengelopen. De gedeeltelijk beschadigde lading moet gelost worden.
NRC 17 januari 1857114
Londen, 15 januari. Het Nederlandse schip TRUDA, kapt. Das, van de Donau naar Engeland bestemd, is bij de Sulina gebleven. De lading is verkocht.
NRC 04 september 1857114
Amsterdam, 3 september. De Nederlandse brik TRUDA, kapt. P.J. Das, is, volgens telegrafisch bericht van Galatz van de 1e dezer, lek uit zee bij de Sulina teruggekomen. Het schip maakt twee voeten water in het uur. Adsistentie zou worden afgezonden.
NRC 19 september 1857114
Galatz, 4 september. Het schip (opm: brik) TRUDA, kapt. P.J. Das, als vroeger gemeld bij de baai van Sulina lek geworden, is bij het naar binnen zeilen van deze haven op de baar aan de grond vastgeraakt.
NRC 22 september 1857114
Amsterdam, 21 september. Het schip GERTRUDE (opm: eerder geschreven als TRUDA), kapt. P.J. Das, bij de baar van Sulina lek geworden – zie ons nommer van 19 september – zal, volgens brief van Galata van de 11e dezer, weg zijn. De lading is zwaar beschadigd bevonden.
NRC 08 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. De hier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA, gevoerd geweest door kapt. Das, is geheel wrak. De inventaris is geborgen en men is nu bezig de lading aan land te brengen.
NRC 08 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. De hier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA, gevoerd geweest door kapt. Das, is geheel wrak. De inventaris is geborgen en men is nu bezig de lading aan land te brengen.
Provinciale Groninger Courant 11 februari 1862114
Elseneur (Helsingör), 3 februari. Het te Pekela te huis behorend kofschip WUBBINA FREDERIKA, kapt. Das, van Windau (opm: Ventspils) met hout naar Amsterdam, sedert de 16e januari alhier ter rede liggende, verloor in de afgelopen nacht de ankers, geraakte met een Pruisische bark in aanzeiling en strandde heden morgen op een kabellengte zuidelijk van de haven.
Provinciale Groninger Courant 13 februari 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 5 februari. Het schip WUBBINA FREDERIKA, kapt. P.J. Das, van Windau (opm: Ventspils) naar Amsterdam, bezuiden deze haven gestrand, is wrak, doch de inventaris geborgen en alhier aangebracht. Men is bezig de lading te bergen.
NRC 21 februri 1862114
Elseneur (opm: Helsingör), 16 februari. Het wrak van de op 3 dezer alhier gestrande Nederlandse kof WUBBINA FREDERIKA is gisteren in openbare veiling voor 56 thaler verkocht.