Familiegegevens en opleiding
Jurrien werd geboren op 04 september 1815 te Wildervank als zoon van de blokmaker Geert Harms Olthof en Ietske Harkes Dekker.
Jurrien trouwde op 23 november 1842 te Veendam als zeeman met Jantje Jans Meijer, geboren 23 februari 1816 te Veendam als dochter van de hoedemaker Jan Harms Meijer en Janna Elerus. Jantje overleed op 06 augustus 1849 te Kerklaan/Veendam, 33 jaar.
Jurrien hertrouwde op 04 december 1850 te Veendam als schipper met zijn schoonzuster Albertje Jans Meijer, geboren 05 maart 1827 te Veendam als dochter van de “kleedermaker”, later hoedemaker Jan Harms Meijer en Janna Elerus. Albertje overleed op 06 maart 1895 te Oudenbosch/Veendam, weduwe.
Geen overlijdensakte van Jurrien gevonden, maar overleden voor 1873. Wellicht overleden in 1865 bij de vermissing van zijn schip de “Concordia”.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Jurrien/Jurjen als zeeman in 1842, 1844 en als schipper in 1846, 1849 1850, 1851, 1853, 1854, 1856, 1858, 1861, 1864.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.G.Olthof was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 32 in de periode 1849 t/m 1865
J.G.Olthof was effectief lid van het zeemanscollege “Maatschappij tot Nut derr Zeevaart” te Veendam met vlagnummer C4 resp. 76 in de periode 1849 t/m 1865.
De schepen van de kapitein
Bouma vermeldt J.G.Olthoff als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1857 van de kof “Jantina”, gebouwd in 1846 te Wildervank, 61 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip voer in 1858 voor T.Schaapsma te Harlingen en was herdoopt in “Christina Jacoba”;
* 1861 van de 2-mastschoener “Alberdina”, gebouwd in 1858 te Wildervank, 151 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. het schip is bij Gallipoli gestrand en wrak geraakt;
* 1863 t/m 1865 van de 2-mastschoener “Concordia”, gebouwd in 1862 te Wildervank, 126 ton o.m., varend voor R.G.v/d Werff & Zn te Wildervank. Het schip werd in 1865 vermist.
Bouma vermeldt J.G.Olthoff als gezagvoerder gedurende:
* 1864 van de 2-mastschoener “Martha”, gebouwd in 1862, verdere bouwgegevens ontbreken, varend voor M.E.v/d Veen te Harlingen. Het schip is in 1864 gestrand bij Mandal.
Ik heb geen gegevens van een tweede J.G.Olthof kunnen vinden, dus wellicht dat ook dit schip aan Jurjen Olthof moet worden toegeschreven. De vaarperioden overlappen elkaar.
In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het college “Eendracht” te Groningen en aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein J.G.Olthof met vlagnummer C4 als gezagvoerder van de “Jantina”.
In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt J.G. Olthof vermeld als gezagvoerder van de “Alberdina” met vlagnummer C4 resp. 76.
De collectie monsterrollen van het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
04 januari 1840, schip “Catharina”, schipper Klaas Hind. Bekkering. Voorts stuurman Jurrien Geerts Olthof, kok en een matroos
15 februari 1841, kof “Catharina”, schipper Klaas Hindriks Bekkering. Voorts stuurman Jurrien Geerts Olthof, kok en een matroos.
05 februari 1842, kof “Catharina”, schipper Klaas Hindriks Bekkering. Voorts stuurman Jurrien Geerts Olthof, kok en een matroos.
04 februari 1843, kof “Katharina”, schipper Klaas Hindriks Bekkering. Voorts stuurman Jurrien Geerts Olthof, kok en een matroos.
19 februari 1844, kof “Catharina”, schipper Klaas Hindriks Bekkering. Voorts stuurman Jurrien Geerts en een kok.
08 februari 1845, kof “Catharina”, schipper Klaas Hendriks Bekkering. Voorts stuurman Jurjen Geerts Olthof, kok en een matroos.
20 juni 1846, kof “Jantina”, schipper Jurjen Geerts Olthof. Voorts stuurman, kok en een matroos.
09 februari 1848, kof “Jantina”, schipper Jurjen Geerts Olthof. Voorts stuurman, kok en een matroos.
29 januari 1849, kof “Jantina”, schipper Jurjen Geerts Olthof. Voorts stuurman, kok en een matroos.
30 januari 1850, kof “Jantina”, schipper Jurjen G.Olthof. Voorts stuurman en een kok
03 februari 1851, kof “Jantina”, schipper Jurjen Geerts Olthof. Voorts stuurman, kok en een matroos.
28 januari 1852, kof “Jantina”, schipper Jurjen G.Olthof. Voorts stuurman en een kok
02 februari 1853, kof “Jantina”, schipper Jurjen Geerts Olthof. Voorts stuurman, kok en een matroos.
16 januari 1854, kof “Jantina”, schipper Jurjen G.Olthof. Voorts stuurman, kok, matroos en een kajuitwachter.
27 januari 1855, kof “Jantina”, schipper Jurjen G.Olthof. Voorts stuurman, kok en een matroos.
In 15 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Jurrien/Jurjen Olthof.
Het overzicht luidt:
1840-1845 stuurman op de kof “Carharina” onder Klaas Hindriks Bekkering
1846-1855 schipper op de kof “Jantina.
Geen leeftijden en woonplaats vermeld.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan G.Ploeg werd per 30 januari 1857 met vlagnummer H14 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Jacoba Christina", geen opgave van de boekhouder. Wijze van contributiebetaling niet vermeld. Hij was gehuwd met Jeltje Jans Wiersma, geboren 07 oktober 1833. Hij hertrouwde in 1885 met Cornelia Nieman, geboren 06 januari 1845.
J.G.Ploeg was met vlagnummer H14 lid van het College in de periode 1857-1898034.
Het is waarschijnlijk dat Jan G.Ploeg de zoon was van Gooitje Jacobs Ploeg waarvan hij het vlagnummer overnam.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
J.G.Ploeg ... thans wonende te Amsterdam oud 64 jaar heeft om uitkering vezocht". Dit is goedgekeurd op 05 maart 1896. Dientengevolge krijgt hij ¦600,- uit te keren in 8 halfjaarlijkse termijnen. Hij overleed echter op 25 oktober 1898, waardoor de uitkering verviel, maar zijn weduwe Wendelina Holstein (!) te Amsterdam, recht kreeg op ¦1600,- minus de reeds door haar man genoten ¦375,-. De resterende ¦1237,-(sic) werd toegekend in 18 halfjaarlijkse termijnen028-fol.063.
Jan G.Ploeg, Kraayenhofstraat 5 te Amsterdam, kreeg dd 9 februari 1885 een brief van het College waarin de bevestiging van zijn (tweede) huwelijk. Op 16 oktober 1889 kreeg hij op het adres Nieuwe Oostenburgerstraat 15 te Amsterdam een brief van het College inzake een financiële afhandeling. En op 22 februari 1895 ontving hij een brief op het adres Wittenburgergracht 3 te Amsterdam, waarin hem vrijstelling van contributie werd verleend. Op 23 mei 1896 blijkt hij nog steeds op dit adres te wonen033.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H14 1857 kof Christina Jacoba (ex Jantine) T.Schaafsma, Harlingen
1858-1865 kof Christina Jacoba (ex Jantina) P.S.Schaafsma, Harlingen
1866-1871 kof Harlingen Zeilmaker & Co, Harlingen
1872-1875 bark Friso (ex Malcolm) Zeilmaker & Co, Harlingen
in 1875 op Ösel gestrand en wrak. Zeetijdingen 09-10-1875037
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein J.G.Ploeg van 1868-1872 als gezagvoerder van de schoenerkof “Harlingen”(ex-Catharina), gebouwd in 1827 te Monnikendam, 152 ton n.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip werd in 1872 doorverkocht naar Duitsland.
Bouma025 vermeldt J.G.Ploeg als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1866 van de kof “Christina Jacoba” ex Jantina, gebouwd in 1846 te Wildervank, 61 ton o.m., varend voor T.Schaafsma te Harlingen. Het schip werd in 1866 verkocht naar Noorwegen;
* 1868 t/m 1872 als gezagvoerder van de schoenerkof “Harlingen” ex-Catharina, gebouwd in 1827 te Monnikendam, 152 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip werd in 1872 verkocht naar Duitsland;
* 1873 t/m 1875 van de bark “Friso” ex Malcolm, gebouwd in 1856, bouwlocatie niet vermeld, 298 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is op Øsel gestrand en wrak geraakt.
Overige bijzonderheden
Geen