Familiegegevens en opleiding
Boele Scherpbier werd geboren op 19 september 1821 te Oude Pekela als zoon van de schipper Jacob Esderts Scherpbier en Elisabeth Jans Potjewijd. Ook zijn broers de kapiteins Edzart (1816), Jan (1817), Albert (1825) en Jacob (1833) waren collegelid.
Boele trouwde te Oude Pekela op 16 februari 1852 als schipper met Jantje Kolk, geboren op 23 februari 1830 te Oude Pekela als dochter van de schipper Berend Pieters Kolk en Jantina Jurjens Koerts. Jantje overleed op 08 augustus 1902 te Kleinemeer, gem. Sappemeer, 72 jaar, weduwe.
Boelo overleed op 28 januari 1892 te Groningen, 70 jaar, zonder beroep.
Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Boele Scherpbier als schipper in 1852, 1856, 1858, 1861, als commissionair in 1864, 1866, 1868, als kassier in 1870, 1876 en zonder beroep in 1892.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.J.Scherpbier was effectief lid van het zeemanscollege “de Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 46 in de periode 1852 t/m 1863.
B.J.Scherpbier was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 74 in de periode 1853 t/m 1863.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
R.J.Scherpbier Argo 05 maart 1860 12 december 1860
Bouma025 vermeldt B.J.Scherpbier als gezagvoerder gedurende:
-
* 1848 t/m 1852 van de galjoot “Goede Verwachting”, gebouwd in 1847 te Amsterdam, 145 ton o.m., varend voor Jan Goedkoop te Amsterdam;
* 1853 t/m 1863 van de schoenerbrik “Argo”, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 241 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
09 februari 1839, schip “Vrouw Jantina, kapitein Jacob E.Scherpbier, lichtmatroos Boele Jacobs Scherpbier uit Oude Pekela.
14 maart 1840, schip “Jantina Frouwina”, kapitein kapitein Jacob Edzarts Scherpbier, lichtmatroos Boele Jacobs Scherpbier uit Oude Pekela.
06 februari 1841, schip “Vrouw Jantina Frouwina”, kapitein Jacob Edzards Scherpbier, matroos Boele Jacobs Scherpbier uit Oude Pekela.
22 februari 1842, schip “Vrouw Jantina Frouwina”, kapitein Jacob E. Scherpbier, matroos Boele Jacobs Scherpbier uit Oude Pekela.
11 maart 1843, schip “Jantina Frauwina”, schipper Jacob Edzards Sherpbier, stuurman Boele Jacobs Scherpbier, 21 jaar uit Oude Pekela,
2.7januari 1844,schip “Jantina Frouwina”, kapitein Jacob Edzarts Scherpbier, stuurman Boele Jakobs Scherpbier uit Oude Pekela
Krantenberichten
NRC 24 november 1848114
Elseneur, 14 november. Het schip GOEDE VERWACHTING, kapt. Scherpbier, van Riga naar Antwerpen, is de 6e dito op de hoogte van Dagöe met een Papenburger kof in aanzeiling geweest en heeft daardoor schade aan het fokketuig en berghout bekomen, doch was echter dicht gebleven.
Algemeen Handelsblad 24 oktober 1851114
Kapt. Puister, voerende het schip de NIJVERHEID, van Bayonne in Texel binnen, rapporteert op 17 dezer bij Goudstaart gepraaid te hebben het Nederlandse kofschip de GOEDE VERWACHTING, kapt. Scherpbier, van Maracaïbo naar Bremen.
NRC 26 februari 1852114
Rotterdam, 25 februari. De 24e februari is te Nieuwendam van de werf van de scheepsbouwmeester W.H. Meursing, met goed gevolg van stapel gelaten het schoener brikschip genaamd ARGO, groot 130 gemeten lasten, gebouwd voor rekening ener rederij onder directie van de heren Gebr. Goedkoop te Amsterdam, en zullende gevoerd worden door kapt. B.J. Scherpbier.
NRC 20 mei 1852114
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende 32 schepen, als: …..
…..Voor Amsterdam: …..ARGO, kapt. B.J. Scherpbier;…..
NRC 16 april 1859114
Rotterdam, 15 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 32 schepen: …..
…..Voor Amsterdam: ARGO, kapt. B.J. Scherpbier; …..
Familiegegevens en opleiding
Pieter Franken werd geboren te Oude Pekela op 24 december 1820 als zoon van Klaas Franken en Aaltje Bontkes. Hij was de jongere broer van kapitein en collegelid Derk Franken.
Pieter trouwde met Henriette Antonia van den Brandhof, geboren te Elst op 24 januari 1830. Zijn huwelijk zal hebben plaatsgevonden nà 1853 (zie opmerking in de notulen van het college “Zeemanshoop”)
Er is geen overlijdensakte gevonden maar Henrietta Antonia moet zijn overleden vóór 1869.
Pieter overleed op 23 februari 1869 op de Prinsengracht kanton 2, buurt CC nr. 534 te Amsterdam, scheepsgezagvoerder wonende te Rotterdam, 48 jaar, weduwnaar van Henrietta Anthonia van den Brandhof.
De Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermeldt geen Pieter Franken getrouwd met Henrietta Antonia van den Brandhof.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Franken werd met nr.871 lid van Zeemanshoop per 16 maart 1852 op voorspraak van F.D.Sikkens. Zijn schip was "De Goede Verwachting". Hij heeft bedankt als lid002. Vermeld staat de opmerking “Lid voor de vlag” 002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 09/16 maart 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Franken, leeftijd niet vermeld, voerend de schonerkof “De Goede Verwachting”, op voordracht van kapitein F.D.Sickens.023.
Datum van inschrijving van lidmaatschap van het Weldadig Zeemans Fonds niet vermeld. Bedankt als effectief lid in 1865003.
P.Franken was met vlagnummer 2 in de periode 1851 t/m 1858 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” in Oude Pekela.112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 21 november 1853 staat een besluit van het Bestuur inzake een verzoek van het vlaggelid kapitein P.Franken. Deze stelt “te zijn ongehuwd, oud 32 jaren, in varende van Amsterdam met bestemming naar Suriname en verlangende nu ook deelnemer in het Fonds te worden.” Hij wordt “toegelaten voor de eerste reize … mits hij zich na afloop van die reize schriftelijk laat voordragen tot het volle Effectieve Lidmaatschap…”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 januari 1866 krijgt P.Franken toestemming zijn effectieve lidmaatschaapschap om te zetten in een lidmaatschap voor de vlag.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 februari 1866 staat de melding dat kapitein P.Franken zijn effectief lidmaatschap om wilde zetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen werd toegestaan.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
871 1852-1853 sch.kof De Goede Verwachting geen opgave
477 1854-1867 brik Janna Adriana Gebr.Goedkoop
1868 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
P.Franken Janna Adriana 23 augustus 1858 11 september 1860
Janna Adriana 11 april 1859 11 april 1860
Deze opgaven kloppen niet met elkaar
Janna Adriana 30 november 1860 19 mei 1861
Janna Adriana 19 augustus 1861 04 september 1862
Janna Adriana 30 oktober 1862
Bouma025 vermeldt P.Franken als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1854 van de galjoot “Goede Verwachting”, gebouwd in 1847 te Amsterdam, 145 ton o.m., varend voor J.Goedkoop te Amsterdam;
* 1855 t/m 1867 van de brik “Janna Adriana”, gebouwd in 1854 te Harlingen, 218 ton o.m., varend voor de gebr. Goedkoop te Amsterdam. Het schip is in 1867 gestrand, afgekeurd en verkocht te Rio de Janeiro.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt
18 februari 1839, schip : “het Goed Besluit”, kapitein Hindrik W.Drenth, matroos Pieter Franken uit Oude Pekela
Krantenartikelen
NRC 15 mei 1856114
Cargalijsten. ….
….Te Amsterdam van Saramacca het schip (opm: brik) JANNA ADRIANA, kapt. P. Franken: 332 vaten suiker, 44 punch rum, 25 balen katoen en 17 stukken cederhout. Adres: diversen.
Provinciale Groninger Courant 06 augustus 1861114
Amsterdam, 4 augustus. Het schip (opm: brik) JANNA ADRIANA, kapitein P. Franken, van hier naar Buenos Ayres, in het Nieuwe Diep liggende, is door het schip (opm: bark) KOOPHANDEL, kapitein A.M. Swarts aangevaren en heeft daardoor de grote bramsteng, brassen enz. verloren en schade aan de verschansing bekomen.
NRC 04 mei 1864114
Amsterdam, 4 mei. Volgens brief van kapt. Franken, voerende het schip JANNA ADRIANA, van New-York te Philadelphia aangekomen, dd. 12 april, was hij 5 april op de Delaware ten anker liggende, met storm en regen door onvoorzichtigheid van de Amerikaanse bark DRESDEN aangevaren, waardoor de kluiverboom brak, de gehele scheg van onder tot boven verbrijzelde, en verschansingen en davids verloren gingen.
NRC 14 september 1865114
Amsterdam, 13 september. Volgens ontvangen bericht is de 28e augustus te Konstantinopel gearriveerd de Nederlandse brik JANNA ADRIANA, kapt. P. Franken, van Galatz herwaarts bestemd. Dit schip had van Sulina tot de Bosporus hevige storm uit het noorden doorstaan en slagzij bekomen.
NRC 03 februari 1866114
Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam:….
…..- Naar Suriname. De Nederlandse brik JANNA ADRIANA, kapt. P. Franken. Adres: Oolgaardt & Bruinier, te Amsterdam……
Algemeen Handelsblad 04 mei 1866114
Advertentie. De ondergetekende, met de brik JANNA ADRIANA van de heren Gebr. Goedkoop te Amsterdam, kapt. P. Franken, na een zeer voorspoedige reis op 23 maart jl. in Suriname aangekomen, betuigt gaarne bij deze openlijk zijn dank voor de aangename en gulle behandeling welke hem, zijn echtgenoot en drie kinderen van de zijde van genoemde gezagvoerder is te beurt gevallen.
Paramaribo, 4 april 1866, J.A.T. Cohen Stuart.
NRC 22 november 1867114
Rotterdam, 21 november. Volgens brief van kapt. Franken, voerende het schip JANNA ADRIANA, van Montevideo te Rio Janeiro aangekomen, had het schip op de reis door hevige oost noord oosten stroom zwaar geslingerd, ontzettend veel water overgekregen en door het werken lekkage bekomen; op zijn losplaats aangekomen waren de achterkettingen bij slecht weder en hoge deining gebroken, kammen, ijzeren stutten en potdeksel (railing) van het achterschip medenemende, en het schip op de bank gedreven, waar het zwaar gestoten had en 2½ duim water maakte, doch sedert weder vlot gekomen was.
NRC 16 januari 1868114
Rio de Janeiro, 10 december. Het Nederlandse schip (opm: brik) JANNA ADRIANA, kapt. P. Franken, hetwelk alhier de 17e oktober lek is aangekomen, nadat het op strand had gezeten, is afgekeurd en voor 7.000 milreis verkocht.
Kapitein Schoenerkof : GOEDE VERWACHTING " Id 13904.
Periode 1854.
Varend voor; Jan Goedkoop Amsterdam.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.P.de Jonge was met vlagnummer R410 in de periode 1857 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor het lidmaatschap heeft bedankt. (in de ledenlijsten uit Sweijs021 wordt hij t/m jaargang 1871 onder vlagnummer 410 vermeld. In zijn bedankje later weeringetrokken?)058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein W.P.de Jonge met vlagnummer R410 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de bark “Prins Hendrik” 202 last varend voor Kranenborg & Zoon te Amsterdam
* 1862, 1863 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1864 achter het nummer staat geen kapiteinsnaam ingevuld
* 1865 van de brik “Juno” 136 last varend voor Gebr. Goedkoop te Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
W.P. de Jonge Johanna Christina 27 mei 1859 25 april 1861
Bouma025 vermeldt W.P.de Jonge als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1856 van de kof “Castor” ex Alida Theodora, gebouwd in 1842 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam. Het schip is gestrand bij Spisø op weg van Amsterdam naar Bergen;
* 1857 van de galjoot “Goede Verwachting”, gebouwd in 1847 te Amsterdam, 145 ton o.m., varend voor de Gebr.Goedkoop te Amsterdam. Het schip voer in 1858 voor Hubert Jans & Co te Harlingen en was herdoopt in “Remelia Geertruida’;
* 1858 t/m 1859 van de bark “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Groningen, 381 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
* 1860 t/m 1861 van de brik “Johanna Christina” ex Eliza, gebouwd in 1855 te Lemmer, 249 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam. Het schip is in 1862 gestoten bij Kaap St.Roc en werd in zinkende toestand verlaten;
* 1864 t/m 1866 van de ijzeren brik “Juno”, gebouwd in 1863 te Amsterdam, 257 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Wesselius Katoen werd geboren ca 1824 te Pietersburen als zoon van Albert Alberts Katoen en Elizabeth Johannes Nagel.
Wesselius trouwde op 05 september 1850 te Harlingen als zeeman met Janke Crop, geboren te Smallingerland op 09 maart 1832 als dochter van de logementhouder Frans Crop en Tjitske Feddes.
Wesselius overleed te Harlingen op 17 december 1866, oud 42 jaar, gehuwd., met als beroep scheepskapitein
Ontleend aan: “Trying-0ut. An Anatomy of Dutch Whaling and Sealing in de Nineteenth Century, 1815-1885”
Joost C.A.Schokkenbroek, Aksant, Amsterdam, 2008, 366 pp
In Appendix 5, p.323 staat een “Overview of Pupils of the Nautical College in Harlingen (1842-1864) en kennelijk degenen die aan de walvisvaart hebben deelgenomen waaronder:
Wesselius Katoen op 7 december 1846 ingeschreven, 21 jaar en de school verlaten op 01 maart 1847. Zijn gedrag is omschreven als “matig bescheiden en matig vlijtig” en zijn begrip als “vatbaar” met een 2 op een schaal van 5. Toegevoegd is “”Calculated latitude from the moon in the meridian.”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.A.Katoen werd op 12 maart 1855 met vlagnummer 43 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Gijsbert Jan", boekhouders Repko & Co. Zijn contributie werd voldaan door de boekhouders. Hij was getrouwd met Janke Crop (uit?) Drachten, geboren op 08 maart 1832.
W.A.Katoen was met vlagnummer 43 lid van het College in de periode 1855-1866034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Hij overleed op 17 december 1866 te Harlingen. Zijn weduwe Janke Crop had recht op een uitkering uit het fonds van ¦600,- uit te betalen in 12 halfjaarlijkse termijnen. Tevens hadden zijn 4 kinderen recht op een uitkering van ieder ¦10,- ineens: Frans Elsard (21 juni 1857), Hermina (10 juli 1859), Albert (15 mei 1861) en Elisabeth (23 oktober 1863)028-fol.048.
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H43 1855 kof Gijsbert Jan
(ex Jantina Margaretha) Repko & Co, Harlingen
1857-1866 sch.kof Remelia Geertruida
(ex Goede Verwachting) Hubert Jans & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt W.A.Katoen als gezagvoerder gedurende:
* 1856 van de kof “Zeelust”, gebouwd in 1810 te Groningen, 104 ton o.m., varend voor O.Akkerboom te Harlingen;
* 1857 t/m 1867 van de sch.kof “Remelia Geertruida” ex Goede Verwachting, gebouwd in 1842 te Amsterdam, 143 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant dd 12 april 1865 staat in de rubriek BINNENLAND het volgende bericht096:
“HARLINGEN, 11 April
De eerste Noordsvaarder, de Remelia Geertruida Kapt.W.Katoen, is gisteren avond hier binnengekomen.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.F.de Boer werd per 01 juli 1851 met vlagnummer 18 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Concordia”, boekhouder A.R.Blijstra. Zijn contributie werd betaald door Repko & Co te Harlingen. Hij was gehuwd met Sjoeke F.van Diepenbos, geboren 01 november 1818. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 3 kinderen: Tjeerk (17 januari 1845), Hendrika (26 juni 1847) en Wietske (28 augustus 1849).028-fol 018
Bette Freerks de Boer was van 1851-1871 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
De Boer overleed te Harlingen op 03 december 1871, laatst gevaren hebbende op de “Remelia Geertruida”. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦ 875,- uit te betalen in 14 halfjaarlijkse termijnen. Zijn zoon Betting (9½ jaar) kreeg een uitkering van ¦ 10,- ineens 028-fol 018.
De schepen van de kapitein
lid van college Zeemanshoop te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H18 1851 kof Concordia034 Repko & Co, Harlingen
1854-1866 sch.kof Johannes Hubert Jans & Co, Harlingen
1867-1871 sch.kof Remelia Geertruida
(ex Goede Verwachting) Hubert Jans & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt B.F. de Boer als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1866 van de schkof “Johannes”, gebouwd in 1850 te Lemmer, 130 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip werd in 1866 verkocht in Noorwegen.
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
Hendrik van der Wel werd geboren ca 1823 te Maassluis als zoon van de veerschipper Cornelis van der Wel en Cornelia Brandligt.
Hendrik van der Wel trouwde op 14 december 1854 te Harlingen met Geertruida Zeilmaker, geboren te Harlingen op 26 februari 1830 als dochter van de zeilmakersknecht Melkert Eeltjes Zeilmaker en Sjuke Jacobs van der Woude.
Hendrik overleed op 10 februari 1890 te Delft.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Hendrik van der Wel werd per 01 januari 1857 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman van de tjalk "Twee Gebroeders". De contributie werd voldaan door zijn vrouw (geen verdere gegevens vermeld). Hij werd overgeschreven naar de eerste klasse met vlagnummer 016029-fol.019.
H.van der Wel werd per 20 januari 1869 met vlagnummer H16 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Drie Gebroeders", boekhouder S.Meinesz. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Geertruida Zeilmaker, geboren te Harlingen op 26 februari 1830.
H.van der Wel was met vlagnummer H16 lid van het College in de periode 1869-1889034.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Hij overleed op 10 februari 1890 te Delft. Zijn weduwe wonend te Delft had recht op een uitkering uit het fonds van ¦1350,- uit te keren in 18 halfjaarlijkse termijnen. Zijn zoon Cornelis (14 oktober 1874) kreeg een uitkering van ¦10,- ineens028-fol.124.
H.van der Wel te Delft kreeg op 26 januari 1889 een brief van het College inzake een vrijstelling van contributiebetaling033.
De schepen van de kapitein
Lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H16 1869 koftjalk Drie Gebroeders (ex Geziena) H.Vellinga, Harlingen
1870 koftjalk Drie Gebroeders (ex Geziena) S.Meinesz, Harlingen
verongelukt
1871 brigt. Mercurius (ex Maria Margaretha, Hubert Jans & C0, Harlingen
ex Maria van Cammenga)
verlaten en later binnengebracht in Noorwegen op de lading drijvende
Bouma025 vermeldt H. v/d Well als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1870 van de koftjalk “Drie Gebroeders” ex Geziena, gebouwd in 1853 te Groningen, 64 ton o.m., varend voor H.Vellinga te Harlingen. Het schip is in 1870 gestrand en wrak geraakt;
* 1871 van de galjoot “Mercurius” ex Maria Margaretha, ex Maria van Cammenga, gebouwd in 1830 te Emden, 148 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip werd in 1871 verlaten binnengebracht in Noorwegen;
* 1872 van de schoenerkof “Remelia Geertruida” ex Goede Verwachting, gebouwd in 1842 te Amsterdam, 143 ton o.m., varend voor Hubert Jans & Co te Harlingen. Het schip strandde in 1872 en geraakte wrak.
Overige bijzonderheden
Provinciale Groninger Courant 16 december 1871114
Gotenburg 12 Dec. Het schip MERCURIUS, kapitein Van der Wel, van Dantzig met hout naar Harlingen, is door het volk verlaten, op de lading drijvende gevonden en te Onsala binnengebracht.
|