Familiegegevens en opleiding
Simon Goukes Oostra werd geboren op 22 oktober 1818 te Veendam als zoon van Gouke Roels Oostra en Geesje Roelfs Schipper.
Hij trouwde op 08 januari 1846 te Veendam alss zeeman met Annechien Hindriks Sap, geboren op 10 maart 1823 te Veendam als dochter van de schipper Hindrik Geuchies Sap en Jantje Reints/Riemts Roelfsema.
Geen overlijdensakten gevonden.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt S.G.Oostra als gezagvoerder gedurende:
* 1845 van de kof “Geziena”, gebouwd in 1837 te Veendam, 70 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip voer in 1846 voor A.H. v/d Wal te Veendam en was herdoopt in “Geerdina”;
* 1848 t/m 1855 van de kof “Annechiena Jantina”, gebouwd in 1844 te Veendam, 75 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. “Te Londen opgebracht en prijs verklaard.”;
* 1856 t/m 1857 van de kof “Annechiena Jantina”, gebouwd in 1847 te Veendam, 105 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1856 t/m 1863 van de galjoot “Libra”, gebouwd in 1855 te Waterhuizen, 131 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam.
Overlap met vorige opgave.
Overige bijzonderheden
De “Annechiena Jantina”, varend van Riga naar Rotterdam, onder gezag van kapitein Oostra. “Te Londen opgebragt en prijs verklaard.”078
Op 18 april 1855 verzocht Jac. J.Doijer de arr. Regtbank te Zwolle de koopakte te willen registreren. Het schip (de ex Annachina Jantina) lag in het West Indische Dok te Londen, het laatst gevoerd door Simon Goukes Oostra. Gekocht voor 530 engelse ponden, publiek geboden door Jacob Jurriaan Doijer en Gerrit Jurriaan Kalff. Op 18 april 1855 wordt bij de Arr. rechtbank te Zwolle de Reederij Cedul geregistreerd. Het schip ligt in Londen en zal gevoerd worden door H.R.Giezen.Er volgen 7 persoonsnamen van deelnemers in het schip
Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel
Typoscript 158 pp (p.85/86)
In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.
Familiegegevens en opleiding
Hindrik Giezen werd geboren op 11 april 1826 te Veendam als zoon van de zeeman Roelf Lammerts Giezen en Fennechien Edzerts Pot.
Hindrik trouwde op 21 juni 1854 te Veendam als zeeman met Aafjen/(ook Aaffien) de Jonge, geboren op 09 december 1830 te Veendam als dochter van de schipper Wolter Alberts de Jonge en Aaltje Lammerts Bossien. Aafjen overleed op 22 mei 1880 te Veendam, 49 jaar, koopvrouw. weduwe
Geen overlijdensgegevens gevonden van Hindrik, maar in het Jaarverslag 1866 van de “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1866 is overleden.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermeldenHindrik Giezen als zeeman in 1854, als schipper in 1856, 1857, 1859, 1860, 1862, 1863, 1866.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.R.Giezen was met vlagnummer R224 van 1857 t/m 1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
H.R.Giezen was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer D8 resp. 173 in de periode 1858 t/m 1867
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de beschikbare Jaarverslagen van de Maatschappij staat H.R.Giezen met vlagnummer R224 als gezagvoerde in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 geen schip vermeld
* 1862 t/m 1865 van de bark “Watergeus” 360 last varend voor P.Varkevisser & Zonen te Rotterdam
Bouma025 vermeldt H.R.Giezen als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1853 op de kof “Nijverdal”, gebouwd in 1841 te Zwolle, 100 ton o.m., varend voor de Zwolsche Reederij Maatschappij;
* 1845 t/m 1853 van de kof “Geziena Beerta”, gebouwd in 1843 te Veendam, 64 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1854 t/m 1860 op de kof “Libra” ex Hoop, ex Maria, gebouwd in 1853 te Martenshoek, 97 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1856 t/m 1859 op de kof “Twee Gezusters” ex Annechiena Jantina, gebouwd in 1847 te Veendam, 105 ton o.m., varend voor Doyer & Kalff te Zwolle. Het schip verongelukte in 15 oktober 1859 in de Noordzee, waarna het schip werd afgeschreven (zie ook van Sluijs013)
* 1860 t/m 1865 op de bark “Watergeus”; gebouwd in 1849 te Slikkerveer, 680 ton o.m., varend voor P.Varkevisser, te Scheveningen. Het schip werd in 1865 vermist;
* 1862 t/m 1865 op de galjoot “Burgemeester van Setten”, gebouwd in 1856 te Zwartsluis, 114 ton o.m., varend voor W.Meeter te Zwolle.
Voorgaande opgaven overlappen diverse malen en het gaat dus zeker om minstens twee kapiteins H.R.Giezen. Maar welke opgaven nu bij elkaar horen kan ik niet op voorhand zeggen
* 1866 t/m 1870 van de galjoot “Hoop”, gebouwd in 1860 te Hoogezand, 128 ton o.m., varend voor W.Meeter te Zwolle.
Op 06 april 1843 was Jan Hindriks “samen met zijn toen nog ongehuwde zwager Hindrik Remmelts Giezen bij notaris De Blecourt in Wildervank om gezamenlijke een kofschip te kopen. …De verkoper was Remmelt Remmelts Engelsman. … Het tweetal kocht het “kofschipshol”… lang 25 ellen 30 duimen en wijd 3 ellen 86 duimen , 64 ton, gebouwd op de scheepstimmermwerf van Derk Harms Holthaus aan het Oosterdiep te Veendam. Het was een “nieuw nog niet geregistreer” schip, dat als naam kreeg “Geerdina Beerta” .
Ontleend aan “De Hendriktak van het Groninger geslacht Lever uit Wildervank” in het Leverorgaan jg. 17nr. 1; p. 15-34, 1999
Overige bijzonderheden
Kaap de Goede Hoop 20 februari 1864
“Het Nederlandsche schip “Watergeus”, kapitein Giezen, 26 november van Batavia naar Amsterdam vertrokken, is 23 januari in de Tafelbaai binnengeloopen, hebbende 10 en 11 januarij op het Kaapsche rif een orkaan doorgestaan, waarin de geheele verschansing met de stutten aan stuurboordzijde, de booten, barring, watervaten, kombuis enz. overboord sloegen en het schip verdere schade bekwam. Van de lading zijn 800 balen koffie beschadigd verkocht, welke 83,6 tot 87 shilling per cnt. opbrachten. Men is thans bezig de schade te herstellen en kapitein Giezen denkt in begin Maart de reis te kunnen voortzetten.”
Rotterdam 25 januari 1866
“Men is zonder berigt aangaande het schip “Watergeus”(Sweijs 1862 - 92), kapitein Goezen, 30 juni 1865 van Hongkong naar Batavia vertrokken.”
Uit: Hoedemaker038.
“Van de eerste, derde en laatste reis (deze stond onder gezag van kapitein H.R.Giezen) van de Koning Willem II zijn de rekeningen bewaard gebleven (in particulier bezit van A.Belder te Alblasserdam). Die bieden ons een schat aan gegevens over de inkomsten en uitgaven voor het schip.”
“De Koning Willem II zou in 1857 zijn laatste reis maken. Over die laatste reis zijn onlangs nieuwe gegevens boven tafel gekomen. Kapitein H.R.Giezen vervoerde in dat jaar eerst een lading van 880 ton kolen van Newport naar Hong Kong en vandaar een lading van 425 Chinese passagiers naar de Guichen Baai in Zuid-Australië. Achtergrond vormde de uitgebroken goudkoorts in de staat Victoria. Het schip arriveerde eind juni 1857 in het Australische plaatsje Robe. Daar werden de Chinezen veilig aan land gezet. Voor de overtocht ontving de kapitein ruim f 30.000,- aan passagegelden. Een paar dagen later echter, op 30 juni, verging het schip in de Guichen Baai, enkele kilometers van Robe vandaan. Als gevolg van een plotseling opkomende zuidwester storm waren de ankers losgeslagen. Kapitein Giezen probeerde door het hijsen der zeilen nog het schip op het strand te laten lopen, doch deze manouvre liep verkeerd af en het schip sloeg kapot. Van de 25 bemanningsleden kwamen zestien om het leven toen de uitgezette reddingssloep- zonder de kapitein, die achterbleef en later alsnog gered werd - omsloeg. De door haaien verminkte stoffelijke resten van de bemanningsleden spoelden later aan en werden in de duinen begraven.
Bron: De ’s Gravenhaagse Scheeps-Reederij (1839-1862). Geschiedenis van een kleine rederij. Historisch Tijdschrift Holland 27,(2): 80-93, 1995.
In het Veenkoloniaal Museum te Veendam en het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela zijn ansichten verkrijgbaar met de afbeelding van een aquarel van het kofschip de Libra (1853, 97 ton) van kapitein H.R.Giezen uit Veendam liggende voor de rede van Napels. Het portret behoort tot de collectie van het Museum en is ongesigneerd.
“1853 28 sept. Kapt. Giezen, kof Nijverdal, binnengelopen uit Schotland met verlies van zeilen, ankers en kettingen.
Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel
Typoscript 158 pp (p.70)
In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.
Op 18 april 1855 verzocht Jac. J.Doijer de arr. Regtbank te Zwolle de koopakte te willen registreren. Het schip (de ex Annachina Jantina) lag in het West Indische Dok te Londen, het laatst gevoerd door Simon Goukes Oostra. Gekocht voor 530 engelse ponden, publiek geboden door Jacob Jurriaan Doijer en Gerrit Jurriaan Kalff. Op 18 april 1855 wordt bij de Arr. rechtbank te Zwolle de Reederij Cedul geregistreerd. Het schip ligt in Londen en zal gevoerd worden door H.R.Giezen.Er volgen 7 persoonsnamen van deelnemers in het schip
Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel
Typoscript 158 pp (p.85/86)
In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.