Familiegegevens en opleiding
Willem Jans Bakker werd geboren te Terschelling op 02 augustus 1814 als zoon van Jan Aanse Bakker en Marij Willems.
Hij huwde te Terschelling op 21 november 1839 met Aaltje Reltjes Stada, geboren te Midsland op Terschelling op 18 september 1815 als dochter van Reltje Cornelis Stada en Trijntje Oenes Boon. Zij overleed te Terschelling op 02 februari 1889.
Willem Bakker overleed op 14 februari 1892 op Terschelling.
Bron: Tresoar
Op de begraafplaats van Midsland, Terschelling is een grafsteen van Aaltje Reltjes Stada en de koopvaardijkapitein Willem Jans Bakker. De bovenzijde van de steen draagt een vlinder (juni 2009)
Willem Jans Bakker was de schoonzoon van Reltje Cornelis Stada (zie aldaar). Hij volgde begin mei 1853 een andere schoonzoon van Reltje Stada, te weten Tys Dirks Lieuwen, op als gezagvoerder op de “Sagitta”. Dit gebeurde door mede door bemiddeling van zijn schoonvader die aan de reder schreef: “Zijn persoon aangaande zoo ver ik hem ken, is hij door en door eerlijk van karakter, maar zeer driftig. Ook driftig in voortvarendheid, waardoor hij zich veel vijanden maakt, bijzonder alhier onder de matrozen”. Willem Jans Bakker was in 1853 stuurman op de “Sagitta” en kreeg begin mei van dat jaar van de reders de opdracht het schip van de rede van Soerabaja naar Nederland te varen, vanwege het plotseling overlijden van kapitein Lieuwen (zie aldaar)010-p.27 en p.38.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.J.Bakker, adres de heren Jan Corver en Co, werd met nr. 659 effectief lid van Zeemanshoop op 11 maart 1843 op voordracht van T.D.Lieuwen. Zijn schip was “De Verwachting”002. Ten tijde van de inschrijving waren Bakker en zijn vrouw 28 resp. 27 jaar. Ingeschreven staan 2 dochters uit 1842 en 1844002a.
In de Algemene Vergaderingen van 04/11 april 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Willem Janszen Bakker, opud 28 jaar, voerend de schooner “De Verwachting”, wonend te Terschelling, adres Jan Corver & Co te Amsterdam, op voordracht van van kapitein T.D.Lieuwen. 023.
Hij werd op 15 november 1853 lid van het Weldadig Zeemans Fonds.
W.J.Bakker was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m )wellicht) 1892 met de vlagnummers 659 (1843 t/m 1854) en 300 (1854 t/m 1892).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamse Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
659 1843-1844 schoner De Verwachting C.Kuijper en Zn te Zaandijk
1845-1846 schoner De Verwachting J.Teengs Telting te Edam
1848-1852 brik De Zeevaart idem
300 1853 brik De Zeevaart idem
1854-1865 bark Sagitta Fraissinet en van Baak
1866-1872 geen opgave van schip en boekhouder
De maritieme levensloop van Willem Jansz Bakker was:
“tot 1836 Matroos op “De Jonge Jacob” (kapitein V.H.Kramer).
1836 Stuurman op de “Wisselvalligheid” (kapitein S.B.de Jong).
1837-1838 Onderstuurman op de “Wilhelmina Maria” (kapitein Jan Coen Atkens).
1839-1843 Stuurman bij de reder Corn.Kuyper te Zaandijk.
1844-1847 Kapitein op de “Goede Verwachting”, kof, ... op 4 april 1840 te water gelaten bij de werf P.de Kater te Monnikendam. Tot 1845 voor de reder Corn.Kuyper, van 1845-1847 voor rederij Teengs & Telting te Edam, later gevestigd te Zaandijk. Deze rederij kocht het fregat in 1845 voor ¦5000,- ... In 1860 is de “Goede Verwachting” gesloopt.
1848-1853 Kapitein op het brikschip “De Zeevaart”, 99 last, 197 ton ... in 1847 gebouwd te Edam voor rekening van de rederij Teengs & Telting . In 1891 met man en muis vergaan bij Boergas.
1853 Stuurman op barkschip “Sagitta” (kapitein Tijs Dirksz Lieuwen, die op de eerste reis op 6 mei 1853 te Soerabaja overlijdt).
1853-1866 Kapitein “Sagitta”, 2-deks bark gebouwd in 1852/53 te Zwolle op werf van scheepsbouwmeester W.R.van Goor, 158 last (299 ton), voor rekening van rederij Fraissinet en van Baak te Amsterdam. De “Sagitta” werd op 15 oktober 1866 verkocht ... aan J.U.Zuiderveen te Pekela, hernoemd “Tjadda Geziena”, in 1870 reder L.J. van der Sande te Amsterdam, hernoemd “Louis”. In 1875 gestrand en wrak op het eiland Nedingen in het Kattegat (zie ook bij Tijs Dirksz Lieuwen). Na verkoop van de “Sagitta” in oktober 1866 zegt kapitein Bakker de zee vaarwel en vestigt zich als rustend gezagvoerder op Terschelling. Hij was hier in de jaren 1877-1879 lid van de plaatselijke commissie van het reddingswezen.”010-p.46.
Bouma025 vermeldt W.J.Bakker als gezagvoerder gedurende:
* 1844 t/m 1845 van de sch.kof “Goede Verwachting”, gebouwd in 1840 te Monnikendam, 79 ton o.m., varend voor C.Kuyper te Zaandijk;
* 1846 t/m 1847 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.Teengs Telting te Edam;
* 1849 t/m 1853 van de brik “Zeevaart”, gebouwd in 1848 te Edam, 189 ton o.m., varend voor J.Teengs Telting te Edam;
* 1853 t/m 1866 van de bark “Sagitta”, gebouwd in 1852 te Zwolle, 299 ton o.m., varend voor Fraissinet & van Baak te Amsterdam. Het schip was in 1867 in bezit van J.U.Zuiderveen te Pekela en herdoopt in “Tjadda Geziena”.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
W.J.Bakker Sagitta 11 december 1860 14 juli 1861
Sagitta 30 oktober 1861 24 augustus 1862
Sagitta 02 oktober 1862
Overige bijzonderheden
In: “Cornelis Douwes”. Orgaan van de Vereniging van Oud-Leerlingen der Zeevaartschool Terschelling: nr.24:450-45120 staat een uitvoerig overzicht van het leven van Tijs Dirksz Lieuwen. Daarin worden ook opmerkingen gemaakt over W.J.Bakker, die meevoer als stuurman op de bark “Sagitta”, onder bevel van zijn zwager Tijs Dirksz Lieuwes. Deze Lieuwes overlijdt aan cholera op 06 mei 1853 te Soerabaja. De schoonvader van deze twee zwagers was kapitein Reltje Cornelis Stada, die veel moeite deed zijn zoons en schoonzoons aan een baan te helpen, vooral bij de rederij Fraissinet en Van Baak te Amsterdam. Citaten uit dit artikel in de “Cornelis Douwes” zijn:
“In de loop van de maand januari 1853 vertrok de Sagita naar Batavia.
Tot de bemanning behoorde ook zijn zwager W.J.Bakker. Hij was de eerste stuurman, in 1848 in dienst gekomen bij deze reders. (1844-1847 Kapt. op de “Goede Verwachting”). …
Op 5 augustus 1853 ontvangt zijn vrouw, Geertje Reltjes Stada van de reders het ontstellende bericht dat haar man op 6 mei, aan boord van zijn schip, liggende te Soerabaja, na een hevige ziekte (cholera) van slechts enkele uren, was overleden……
….Stuurman Bakker werd door zijn reders opgedragen de Sagitta thuis te varen. (Hij bleef kapitein op de Sagitta tot 15 oktober 1866.)
In een brief van 2 januari 1854 van Kapitein Stada, gericht aan de heren Fraissinet en Van Baak, l zen we o.m.: “te regt merkt UEd aan, dat het mij aangenaam zoude zijn, mijn schoonzoon W.J.Bakker boven veele mededingers de voorkeur geniet de Sagitta te voeren. Verblijdend voor mij was het bericht hiervan en zegge UEd Deswegen uit Grond mijns Harten Dank hiervoor. Zijn persoon aangaande zo ver ik hem ken is hij door en door eerlijk van karakter maar zeer driftig. Ook driftig in voortvaardigheid, waardoor hij zich veel vijanden maakt, bijzonder alhier onder de matrozen.”…..
Familiegegevens en opleiding
Peter Ludwig Ferdinand Priebé werd geboren c. 1818 te Stolpmunde in Pruisen als zoon van Martin Ludwig Priebe en Maria Charlotte Reetzke (Rechzke?). De naam werd geschreven als Priebe en ook Priebé.
Volgens E.C.Priebee te Doorwerth werd later de -é vervangen door –ee. Het geslacht zou een Hugenotenachtergrond hebben. (telef. inlichting dd 05 juli 2005
Peter trouwde te Amsterdam op 09 februari 1854 als “zeeman” met Catharina Barendina Weers, geboren te Amsterdam op 25 april 1820 als dochter van Jan Coenraad Weers, “koornmolenaar”, en Zwaantje Olie. Zij overleed te Amsterdam op 19 april 1874 in de Groote Bikkerstraat 362 te Amsterdam.
In de trouwakte staat vermeld dat Peter afkomstig was uit Edam. Éen van de getuigen was een neef Martinus Priebe, “koopvaardijkapitein”. (zie aldaar).
Een overlijdensakte van Peter is niet teruggevonden in Amsterdam, maar gezien het vermissen van de brik “Zeevaart” (zie hierna) is hij vermoedelijk op zee verongelukt in 1863. Dit klopt met de beëindiging van zijn lidmaatschapsperiode in 1863. (zie ook navolgende advertentie)
Provinciale Groninger Courant 07 februari 1863114 za.
Amsterdam, 4 februari. Volgens bericht van Constantinopel van 22 januari zou de brik ZEEVAART, kapitein Priebee, van Galatz naar Falmouth op de hoogte van Bourgas totaal verongelukt zijn. (gemeld schip was volgens rapport van kapitein De Jonge, voerende het schip FROUWINA ELISABETH, die op 29 december van Sulina vertrokken en sedert te Constantinopel aangekomen is, 10 dagen tevoren van Sulina gezeild, terwijl in die tijd bij Bourgas een hevige storm heeft gewoed, waarbij meerdere schepen verongelukt waren.)
In het Bevolkingsregister van 1864 staan in wijk UU vermeld:
Peter Ludwig Ferdinand Priebee, geboren den 21ste november 1818 te Stolpmunde, Evangelisch Luthers, van beroep schipper, afkomstig uit Edam en te Amsterdam gevestigd op 21 september 1863;
Catharina Barendina, geboren op 25 april 1819 te Amsterdam, Evangelisch Luthers, geen beroep;
Zwaantje, dochter, geboren 25 februari 1855;
Maria Charlotte, geboren 28 augustus 1862;
allen Evangelish Luthers, afkomstig uit Edam en gevestigd te Amsterdam op 21 september 1863.
Jan Coenraar Weers, geboren op 13 september 1797 te Amsterdam, vader van de huisvrouw.
Op het Rijksarchief te Haarlem ingezien de overlijdensakten van :
Martinus Priebee, overleden 18 december 1863 op de Voorhaven 105, Wijk 5, nr. 105 te Edam, leeftijd 5 jaar, zoon van Martinus Priebee, kapitein ter koopvaardij en Maria Weers.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.L.Priebée was met vlagnummer 59 in de periode 1861 t/m 1863 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P.L.Priebée als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1860 van de kof “Gijsbertha Willemina” ex Reintje, gebouwd in 1842 te Hoogezand, 97 ton o.m., varend voor J.L.Wickel & J.Boot te Edam. Het schip is in 1860 gestrand bij Schiermonnikoog en verloren gegaan;
* 1862 t/m 1863 van de brik “Zeevaart”, gebouwd in 1848 te Edam, 189 ton o.m., varend voor Canne & Balwé te Amsterdam. Het schip is in 1863 verongelukt;
Zeetijdingen: 4 februari 1863: “Verongelukt” (Sweys).
Overige bijzonderheden
“Schiermonnikoog, 12 Dec.
In den nacht tusschen den 9 en 10 dezer strandde ten N.O. van dit eiland, het Nederlandsch Kofschip Gijsbertha Wilhelmina, kapitein Peter Ludwig Pribé, te huis behoorende te Edam, komende met eene lading wijn en pruimen van Bordeaux naar Bremen.
De equipage, bestaande uit vijf personen, verliet in genoemde nacht, omstreeks 2 uur met eigen boot het schip, stuurde zuidwaarts, had in den morgen van den 10 de kust der provincie in het gezigt, werd daarna bereidwillig opgenomen door het recherche/vaartuig NO4, zich bevindende op de Uithuizer-wadden, Gezagvoerder J.W.Bakker, en daarmede voortgebragt, eerst naar Oostmahorn en den volgenden dag naar dit eiland. Het schip moet als geheel verloren worden beschouwd.
Van de lading zijn hier aangespoeld en geborgen 100 vaten wijn, waarbij mischien nog meerdere zullen komen.”
Uit: Franeker Nieuws en Advertentieblad voor Friesland. Zondag 16 December 1860
“Verkoop onversneden Bordeaux-wijn te Schiermonnikoog.
De notaris J.Zaal Stroband te Harlingen, zal op Woensdag den 6 Maart 1861 des voormiddags 9 uur, ten verzoeke van Jhr. Van Heeckeren, Burgemeester van Ameland, als daartoe verzocht door de Heeren Eigenaren en Assuradeurs, op het eiland Schiermonnikoog, in het openbaar verkoopen 244 oxhoofden onversneden Bordeaux-wijn, tegen gereede betaling, afkomstig van de lading van het op reis van Bordeaux naar Bremen verongelukte schip Gijsbertha Wilhelmina, Kapt. P.L.Priebe.
Daags voor den verkoop des middags 12 uur zal een gescchikt vaartuig te Oostmahorn gereed liggen, om de gegadigden nar Schiermonnikoog over te brengen.”
Uit: Leeuwarder Courant, 01 Maart 1861.
Provinciale Groninger Courant 30 april 1863114
Amsterdam, 28 april. Aangaande de brik ZEEVAART, kapitein Priebee, op 2 november van Galatz naar Vlissingen vertrokken, heeft men sedert niets vernomen (