Familiegegevens en opleiding

*     De naam Zwieting is in de loop der tijd aan verandering onderhevig geweest. Zo werden in 1811 bij de naamsaanduiding in Ureterp 2 personen ingeschreven als Swittink en niemand met een variant op deze schrijfwijze.

       In diverse akten kwam ik de varianten Zwittink, Zwitting, Swietink tegen, soms zelfs met verschillen in de door de ambtenaar vermeld schrijfwijze en de ondertekening door de persoon in kwestie.

*     Auke Hendriks Zwitting (!) werd geboren te Ureterp (huis nr. 77) op 24 juni 1813 als zoon van Luitjen Hendriks Swittink(!) en Aukje Klazes. Zijn ouders trouwden op 03 maart 1811 te Ureterp (DTB Opsterland 569). Hij was na de geboorte van zijn zusje Wimke Luitzen Zwittink op 12 januari 1812, het tweede kind. Zijn vader was bij de geboorte 40 jaar en van beroep schipper. De aangifte van de geboorte gebeurde door Blasius(?) Jelles Zwieting en de akte vermeldt de naam Klaas. In de kantlijn van de akte staat bijgeschreven “… door overlijden van de moeder zo heeft de vader verkozen de naam Auke …” de voornaam van de moeder).

*     Wat betreft de overlijdensdatum van Auke bestaat er discrepantie tussen de opgave van het Fries Scheepvaartmuseeum en die uit het inschrijfregister van “Zeemansvoorzorg” (zie hierna). Een definitieve oplossing geeft een document, dat als Bijlage is gevoegd bij de akte van het tweede huwelijk van Berbera Feenstra, de vrouw van Auke. De akte, gedateerd 17 november 1868, stelt de eiser Berbera Feenstra met als gedaagden “…1^ste Auke Luitzen Zwieting, koopvaardijkapitein, 2^de Luitzen Zwieting, stuurman ter koopvaardij, en 3^de Petrus Horreus Zwieting, matroos ter koopvaardij, allen laatstgewoond hebbende te Dantumawouder, doch thans afwezig…”. In een vonnis van de Arrondissementsrechtbank van Leeuwarden wordt gesteld dat “… er regte vermoeden van overlijden van Gedaagden bestaat sedert den dertigsten October achttienhonderddrie en zestig…” Voorts wordt de volgende passage opgenomen: “Overwegende dat het blijkens de overgelegde stukken in regten daarvoor moet worden gehouden, dat de gedaagden op den acht en twintigsten october eenduizend achthonderd drie en zestig met het schip Petrus Horreus genaamd, beladen met tarwe van Stettin zijn uitgezeild met bestemming naar Leith in Schotland en de Eisscherresse voor het laatst van haren echtgenoot zijnde eerstgenoemde gedaagde Auke Luitzen Zwieting eenig berigt heeft ontvangen uit Elseneur gdagtekend den dertigsten October eenduizend achthonderd drie en zestig en err sedert dat berigt nimmer eenige tijding omtrent gedaagdens leven of dood is ingekomen en ook nimmer eenig bewijs van hun overlijden bij de Eisscheresse is ontvangen …”.

       Op grond van deze uitspraak kan eisseresse een nieuw huwelijk aangaan.

*     Gezien een extract uit het doopregister van de gemeente Franeker wordt op 27 april 1808 gedoopt Berbara, dochter van Petrus Horreus Feenstra en Zijtske Mulder. Berbara werd geboren op 05 april 1808 te Franeker.

*     Berbara Feenstra huwde te Dantumadeel op 12 mei 1870 voor de tweede maal en wel met Douwe Durks Hellinga, oud 63 jaar, geboren te Birdaard, van beroep slager, weduwnaar van Antje Jans Prins, en zoon van Durk Douwes Hellinga en Sieuwkje Sybrens Douma, beiden overleden. De bruidegom was onvermogend en vrijgesteld van kosten.

       Berbara was 62 jaar, “achtergebleven echtgenoote” van Auke Luizens Zwieting, dochter van Petrus Horreus Feenstra en Zytske Mulder, beiden overleden. Berbara ondertekende de akte met B.Feenstra IAkte Dantumadeel 1870-nr.22).

Voorgaande gegevens op 05 januari 1999 ontleend aan gegevens op Tresoar te Leeuwarden

 

 

Berbera Veenstra trouwde met Auke Luitzen Swieting, kapitein ter zee uit Harlingen. Na de verdrinking van haar man en zonen in 1863, hertrouwde zij op 12 mei 1870 met Douwe Hellinga, slager uit Burdaard.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.L.Zwieting werd per 03 februari 1853 met vlagnummer H19 ingeschreven als effectief lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zij schip was de “Petrus Horreus”, boekhouder Repko & C^o. De contributie werd voldaan door hemzelf. Hij was gehuwd met B.P.Feenstra, geboren te Franeker op 01 april 1808.

Hij was met vlagnummer H19 lid van het College in de periode 1853-1863⁰³⁴.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

“Kapitein A.L.Zwieting gevoerd hebbende het Nederl. kofschip “Petrus Horreus”… is, blijkens verklaring van de Heren Repko & C^o Alhier, boekhouders van gen^d schip vertrokken van Koningsbergen naar Leith in de maand September 1863 zonder dat later iets van gen. schip of Equipage is vernomen”. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van f 600,- uit te keren in 12 half-jaarlijkse termijnen.^028-fol.042

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen⁰³⁶

vlag           periode                        type          scheepsnaam                       boekhouder/reder

H19          1851-1857                  tjalk          Petrus Horreus                    kap/eigenaar, Ureterp

                  1858-1863                  galj.           Petrus Horreus                    kap/eigenaat, Harlingen

Jet Inschrijfregister van “Zeemansvoorzorg” te Harlingen spreekt in 1853 en 1863 van boekhouder Repko & C^o, en in 1863 van het kofschip “Petrus Horreus”.⁰³⁴.

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt A.L.Zwieting als gezagvoerder gedurende:

*      1850 t/m 1856 van de tjalk “Pettrus Horreus”, gebouwdd in 1847 te Grouw, 63 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen. Het schip werd in 1857 herrdoopt in “Goede Verwachting” onder kap. K.J.Kooy en onder rederij Jhr. van Swinderen te Imedam;

*      1858 t/m 1863 van de galjoot “Petrus Horreus”, gebouwd in 1858 te Stavoren, 142 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen. Verhoeff, april 2005, noemt het tonnage 87. Het schip werd in 1863 vermist.

 

Overige bijzonderheden

In het Fries Scheepvaartmuseum te Sneek zijn drie objecten m.b.t. Zwieting/Swieting ,et de volgende toelichting:

• Portret van Auke Luitzen Swieting, geboren te Ureterp als zoon van Luitzen Swieting en Aukje Klaazes. Zeekapitein op eigen schip genaamd Petrus Horjus (sic). In de Oostzee vergaan met twee volwassen zoons Lucas en Petrus in 1858. Tekening door Berend Wierts Kunst uit 1853. Schenking van L.P. de Vries van het Anthony-gasthuis te Leeuwarden aan het Fries Museeum en daarna in bruikleen aan het Scheepvaartmuseum te Sneek.

“In de Leeuwarder Courant van 5 sept. 1856 wordt melding gemaakt, dat kapitein A.L.Swieting van de Harlinger tjalk Petrus Horreus bij Tonningen een sloep met twaalf drenkelingen redde. Hij was op de terugweg van Petersburg”.

2. Pasteltekening. Portret van Berbera Veenstra, geboren april te Kimswerd als dochter van Petrus Veenstra (med. dr.) overleden te Kuikhore en .Vellinga overleden te Kimswerd. Berbera overleed in juni 1884 te Leeuwarden. Zij was de echtgenote van Auke Luitzen Swieting. Na de verdrinking van haar man en zonen in 1858 hertrouwde zij met Douwe Hellinga uit Birdaard.

 

1853

1853

Voorgaande foto’s ontleend aan http://www.wazamar.org/Berend-Wierts-Kunst/Genealogieen/genswieting/gezin-swieting-feenstra.htm

 

3. Porselijnen pijpekop met daarop een afbeelding van een tjalkschip met in de wimpel de letters A.L.S. Eronder de tekst “A.L.Swieting van Ureterp 1850”.

Gegevens ontleend aan de inschrijfformulieren in het Fries Scheepvaartmuseum van genoemde objecten.

 

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt K.J.Kooy als gezagvoerder gedurende:

*    1857 t/m 1862 van de tjalk “Goede Verwachting” ex Petrus Horreus, gebouwd in 1848 te Grouw, 63 ton o.m., varend voor Jhr. G.R.G. van Swinderen te Imedam;

*    1863 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Koudum. Het schip is in 1863 verongelukt op Ameland.

 

Overige bijzonderheden

Geen