Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Van Sluijs013 vermeldt in zijn kapiteinslijst achter J. van der Meijden de schepen “Neerlands Kroonprinses” (1835-1844); “Vrouw Johanna” (1844-1848); “Pio Nono” (1848-1850), “Valparaiso” (1850-1853) en “Hendrik Jan” (1856-1862)
Bouma025 vermeldt J. van der Meyden als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1845 van de hoeker “Neerlands Kroonprinses”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 120 ton o.m., varend voor H. v.d. Heuvel te Vlaardingen;
* 1848 t/m 1849 op de hoeker “Vrouw Johanna”, gebouwd in 1815 te Vlaardingen, 109 ton o.m., varend voor T. van Holst te Delfshaven (Bouma vermeldt geen initialen voor de kapiteinsnaam) (in de kapiteinslijst van van Sluijs013 wordt bij J. van der Meyden de periode 1844-1848 vermeld);
* 1849 van de sch.brik “Pio Nono”, gebouwd in 1848 te Rotterdam, 240 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
* 1850 t/m 1854 van het 3/m schip “Valparaiso”, gebouwd in 1850 te Rotterdam, 335 ton o.m., varend voor A.& E. Serruys te Rotterdam. Van Sluijs013 vermeldt als gezagvoerder van dit schip A. van der Meyden;
* 1857 t/m 1859 op de bark “Hendrik Jan”, gebouwd in 1838 te Rotterdam, 721 ton o.m., varend voor L.F. de Bruyn te Rotterdam.
* 1860 t/m 1862 op hetzelfde schip maar nu varend voor Ch.Serruys te Rotterdam. Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Kongsberg”.
Overige bijzonderheden
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
P’50: De late jaren veertig 1847-1849. Loopuyt, Industrie, Diana, Pio Nono.
“Begin 1849 volgde (na de Diana onder kapitein P.C.Teengs) de schoener Pio Nono (reder E.Serruys, Rotterdam), genoemd naar paus Pius IX, die in Chili pauselijk nuntius wass geweest en in dat land populariteeit genoot”. De reis ging via Kaap Hoorn
Het schip (“jackass bq”) onder kapitein J. van der Meyeden verliet Brouwershaven op 12 november 1851 en arriveerde, via Kaap Hoorn, op 03 maart 1852 Valparaiso. Via dezelfde route kwam het schip aan te Londen op 10 december 1852121.
Familiegegevens en opleiding
Everhardus Johannes Kok werd geboren te Schelwolda op 10 juni 1814.
Hij was gehuwd met Catharina Ribiana Verkade, geboren te Appingedam op 13 januari 1811.003
Everhardus Jacobus Kok werd geboren op 10 juni 1813 te Slochteren als zoon van de Rooms Katholieke Jacob Everhardus Kok en Aaltje Jans Masker, beiden wonende te Borger..Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Coolsingel Wijk 15 nr. 326 (nieuw nr. 67).
Hij was getrouwd met Catharina Biabana Verkade, geb./ged. 13 januari 1811 te Appingedam, overleden 03 februari 1862. Hij hertrouwde op 28 april 1863 te Rotterdam met Jeanne Torceville, geboren 01 augustus 1834 te Antwerpen, dochter van Jean Corneille Torceville en Jeanne Catharina van Craenenbroeck.
Everhardus overleed op 19 september 1866 te Delfshaven Wijk D nr. 49005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.J.Kok werd per 04 april 1854 op voordracht van J.A.Knaap en met vlagnummer 957 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Valparaiso". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 28 maart/04 april 1854 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Everhardus Jacobus Kok, oud 39 jaar, voerend het schip “Valparaiso”, voor rekening van A.& O.Serruys te Rotterdam, op voordracht van kapitein J.A.Knaap. Hij kreeg vlagnummer 957 en per 01 mei 1854 nummer 563.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 25 april 1854 en daarvoor weer bedankt003.
E.J.Kok was met vlagnummer R46 in de periode 1861 t/m 1866 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege "Maatschappij tot Nut der Zeevaart". Een vlaggelid mocht wèl de nummervlag voeren, maar had geen recht op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat de volgende mededeling023:
“De President doet mededeeling van een klip in de Chinesche Zee, op welke volgens de Amsterdamsche Courant van 3 April het Rotterdamsche Schip Valparaiso is vergaan. Tevens brengt Z.Ed. eene kaart ter tafel op welke eene klip is aangewezend en noodigd de leden uit hunnen kaarten daarnaar te verbeteren.”
In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1866 is overleden058
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
563 1854-1861 bark Valparaiso A.& E.Serruys te Rotterdam
E.J.Kok was gezagvoerder op de 3/m-schoener Valparaiso van 1855 t/m 1862 voor rederij A.& E.Serruys te Rotterdam. Het schip strandde en sloeg wrak op de kust van Cochin-China025.
Betalingen m.b.t. de "Valparaiso" onder gezag van kapitein E.J.Kok in het Stortingsregister van het college "Zeemanshoop" met vermelding van de betalingsperiode (is indicatie van reisperiode)044:
bron begin van de reis einde van de reis reisduur
GAA-491/316 fol.132 30 mei 1855 13 juni 1857 24 maanden/13 dagen
GAA-491/316 fol.179 19 augustus 1857 16 juni 1858 09 maanden/29 dagen
GAA-491/317 fol.035 24 augustus 1858 20 juni 1859 09 maanden/26 dagen
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat dat kapitein E.J. de Kok met vlagnummer R46 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1863, 1864 van de bark “Columbine” 289 last varend voor E.Serruys & Co te Rotterdam
* 1865 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
E.J.Kok Valparaiso 07 oktober 1859 03 februari 1861
Bouma025 vermeldt E.J.Kok als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1862 van de bark “Valparaiso”, gebouwd in 1850 te Rotterdam, 335 ton o.m., varend voor A.& E.Serruys te Rotterdam. Het schip strandde in 1862 in Cochin-China en raakte wrak.
Overige bijzonderheden
Amsterdamsche Courant 03 april 1862
“SINGAPORE 21 Febr. De te Rotterdam te huis behoorende driemastschooner Valparaiso, kapt Kok, 31 Jan. van Saigon met eene lading rijst en 13 chinesche passagiers naar Macao vertrokken, is in den morgen van 6 dezer op 10o20’Noorderbreedte en 107o88’ Ooster lengte op eene onbekende blinde klip vastgeraakt. Al dadelijk bemerkte men dat het schip een zwaar lek bekomen had en wel zoodanig dat men, niettegenstaande met alle kracht gepompt werd, 7 uren later reeds 9 voet water in het ruim had. De groote boot werd alsnu uitgezet, doch door de hevige branding tegen het schip verbrijzeld. Ook in de andere boot die men daarna te water bragt, werd een gat gestoten, doch dit stopte men zoo goed mogelijk digt. Des avonds ten 6½ uur was er 11 voet water in het schip en besloot men het te verlaten, evenwel was de boot niet groot genoeg om allen die op de Valparaiso waren te bergen en men was alzoo genoodzaakt de chinesche passagiers achter te laten. Ten 2 ure na middernacht van den 7 bevond men (rond het schip roeijende) dat het dek reeds gelijk met het water was. De boot stuurde nu naar Kaap St.James en de schipbreukelingen werden aldaar op het wachtschip Didon opgenomen. Des morgens ten 9 uur ging kapt. Kok en zijn tweede stuurman in een van de booten van de Didon weder terug om naar het wrak te zien, maar alhoewel zij twee etmalen gezocht hebben, mogt het hun niet gelukken iets te vinden. Zij waren dus genoodzaakt, onverrigter zake naar het wachtschip terug te keeren, vanwaar zij met het andere volk per de stoomboot Formosa vertrokken en den 19 dezer alhier arriveerden. Toen de Valparaiso vastraakte bevond men zich in de volgende peillagen: Point Kega N.O. ½ N, Kaap Tiwan W. ¾ Z. en Point Baken N.t.W. ½ W. (Reeds in no 72 kortelijk gemeld)”.
De driemastschoener “Valparaiso” onder kapitein E.J.Kok staat vermeld te Rotterdam en op 06 september 1855 te Valparaiso. Het schip heeft dus Kaap Hoorn gerond. Via Callao en Chincha staat het schip op 12 april 1856 vermeld als liggend te Batavia. De terugreis is dus via de westroute en niet langs Kaap Hoorn.121