Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt kapitein van Dijcke (geen initiaal) als gezagvoerder gedurende:
* 1851 van de bark “Jacobus”, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Een scheepsportret door Spin van de bark “Jacobus” bevindt zich in het museum van Zierikzee
Familiegegevens en opleiding
Jacobus Johannes van Loon werd geboren te Oosterhout op 24 november 1826 als derde kind van het RK-echtpaar Adriaan van Loon, schipper, en Catharina Adriana Brouwers. Het echtpaar zou 5 kinderen krijgen, 4 jongens en 1 meisje.
Aanvankelijk woonde het gezin in Oosterhout, Wijk E nr. 434. Na februari 1834 vertrok het gezin naar Zeeland. Uiteindelijk kwamen ze in Zierikzee terecht, waar vader Adriaan winkelier werd.
Op 16 april 1864 trouwde Jacobus te Zierkzee met Adriana Maria Harinx, dochter van de Zierikzeese koopman David Harinx en Johanna Letzer. Het jonge paar vestigde zich in Delfshaven, waar Adriana beviel van een doodgeboren kind. Het echtpaar keerde op 19 mei 1865 terug naar Zierikzee, Oude Haven, Wijk A nr.331. Op dit adres werden drie dochters geboren. Jacobus heeft zijn kinderen niet volwassen zien worden, want hij overleed op 31 juli 1877 in zijn woning te Zierikzee. Hij liet een vermogen na van ong. ƒ7000,-, deels belegd in aandelen Russische Spoorwegen. Zijn vrouw bleef in Zierikzee wonen en overleed aldaar op 07 juni 1901.
Jacobus en een jongere broer (Johannes Franciscus?) werden scheepsgezagvoerder. Jacobus bereikte deze positie rond 1855 toen hij het bevel kreeg over de bark “Jacobus” van rederij E.Serruys & Co te Rotterdam. Dit schip was op 15 november 1850 van de werf “Maaszicht” te Delfshaven te water gelaten en Jacobus was de 4e kapitein. Hij maakte diverse reizen naar Oost-Indië, Australië en Zuid-Amerika, waarbij hij plaatsen als Buenos Aires, Rio de Janeiro, Melbourne en Probolingo aandeed. Hij was lid van de zeemanscolleges in Rotterdam en Dordrecht met de vlagnummers R107 resp. 33.
In de periode 1865-1871 voer Jacobus als kapitein op de driemastschoener “Julia” eveneens van de rederij E.Serruys & Co te Rotterdam. Zijn eerste reis maakte hij naar Chili. Hij vertrok in juni 1865 van Rotterdam naar Valparaiso, vandaar naar Mejilones, even ten N. van Antafagasta, voor een lading salpeter. In maart 1867 keerden ze terug naar Rotterdam met 3700 zakken salpeter. Daarna werden nog enkele reizen gemaakt o.a. naar Hong-Kong, Nagasaki en Boston.
In 1873 stapte Jacobus over naar het fregat “Oceanus” van de rederij Mees & Moens te Rotterdam, waarmee hij nog een reis naar Oost-Indië maakte. Dit was waarschijnlijk ook zijn laatste trip005.
ontleend aan Rimkus005, maar zie voor het volledige overzicht de originele scriptie, waaronder een overzicht van de reizen met de gevoerde lading.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.van Loon was met vlagnummer R107 van 1854 tot aan zijn dood in 1877 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.J. van Loon wonend te Zierikzee was met vlagnummer 33 van 31 mei 1860 t/m zijn bedanken in 1869 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de bark “Jacobus”, groot 155 last met als boekhouder E.Serruijs te Rotterdam.064a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1877 is overleden.058
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.J. van Loon als gezagvoerder064a:
* 1861 bark “Jacobus” boekhouder E.Serruijs te Rotterdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.J. van Loon met vlagnummer R107 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 met de bark “Jacobus” 155 last varend voor A.E.Serruys te Rotterdam
* 1858, 1859 met de bark “Jacobus” 156 last varend voor Edmund Serruys te Rotterdam
* 1862, 1863 met de bark “Jacobus” 156 last varend voor Eduard Serruys te Rotterdam
* 1864 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1865 t/m 1867 van de 3m sch. “Julia” 188 last varend voor E.Serruys te Rotterdam
* 1874 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.J.van Loon als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1864 op de bark “Jacobus”, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.
Een scheepsportret door Spin bevindt zich in het museum van Zierikzee.
* 1866 t/m 1871 op de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruijs te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht aan de gebr. Wittering in Amsterdam en herdoopt in “Henriëtte”;
* 1873 op het fregat “Oceanus” ex equal Rights, gebouwd in 1861 te Black Rock, 1158 ton o.m., varend voor Mees & Moens te Rotterdam;
* 1876 t/m 1877 van de bark “Nereus”, gebouwd in 1863 te Rotterdam, 665 ton o.m., varend voor Mees & Moens te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
P 67-68 Situatie midden jaren zestig 1864-1865. Vrede, Onrust, Julia, Java,
De driemastschoener “ Julia” onder kapitein J.J. van Loon vertrok op 14 juni 1865 van Rotterdam en ariveerde via Kaap Hoorn Valparaiso op 14 september 1865. Het schip vertrok weer op 01 november en arriveerde via Kaap Hoorn Vlissingen op 09 februari 1866.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- van der Tas was met vlagnummer R63 in de periode 1867 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J. van der Tas met vlagnummer R63 als gezagvoerder van de bark “Edouard Marie”, 259 last, varend voor E.Serruys te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt J. v/d Tas als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1868 van de bark “Jacobus”, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.
Een scheepsportret door Spin bevindt zich in het museum van Zierikzee
* 1868 t/m 1871 van de bark “Edouard Marie”, gebouwd in 1851 te Rotterdam, 473 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor S.J.Engelenberg te Amsterdam en was herdoopt in “Henriëtte Christina”.
Overige bijzonderheden
De bark “Jacobus” met kapitein J. van der Tas was po 01 april 1864 te Rotterdam en op 23 juli te Valparaiso via Kaap Hoorn. Op 21 augustus vertrok het schip naar Nieuw Zeeland en werd dus via Kaap de Goede Hoop naar Europa gevaren121
Zierikzeesche Courant 06 april 1864
Te Brouwershaven gearriveerd op 01 april 1864 de “Jacobus”, kapt. A. van der Tas, komend van Rotterdam en met bestemming Valparaiso. Het schip is op 05 april van Brouwershaven uitgezeild.
zie ook bij van Duyn/Duijn
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.van Duin was met vlagnummer R167 in de periode 1865 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscolege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In 1874 verdween hij uit de ledenlijst in Sweijs023, maar in het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt gemeld dat een H. van Duin met vlagnummer R167 lid voor de vlag werd. Dit betekent dat hij wèl de maatschappijvlag mag voeren, maar geen recht kan doen gelden op financiële tegemoetkomingen.058.
In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in dat jaar voor zijn vlaglidmaatschap heeft bedankt058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H. van Duin met vlagnummer R167 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1865 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1866 van de sch. “St.George de la Mina” 100 last voor Hendrik Muller & Co te Rotterdam
* 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1874 van de brik “Elise Susanne” 141 last voor Hendrik Muller & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt H.van Duin als gezagvoerder gedurende:
* 1870 t/m 1873 van de bark “Afrikaan” ex Jacobus, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor H.Muller & Co te Rotterdam;
* 1867 van de brik “St.George de la Mina”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 188 ton o.m., varend voor H.Muller & Co te Rotterdam. Het schip is in 1867 verbrand;
Een scheepsportret door Spin van de “Jacobus” bevindt zich in het museum van Zierikzee.
* 1875 t/m 1879 van de brik “Elisa Suzanna”, gebouwd in 1867 te Rotterdam, 268 ton o.m., varend voor H.Muller & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W. v/d Stoop als gezagvoerder gedurende
* 1870 van het fregat “Burgemeester Hoffman”, gebouwd in 1854 te Rotterdam, 758 ton o.m., varend voor H.Muller & Co te Rotterdam. Verkocht naar Engeland.
Verhoeff meldt dat het schip in 1870 naar Groot Brittanië werd verkocht en werd herdoopt in “James Dale”.
* 1872 t/m 1874 van de brik “Elisa Suzanna”, gebouwd in 1867 te Rotterdam, 268 ton o.m., varend voor H.Muller & Co te Rotterdam;
* 1874 t/m 1876 van de bark “Afrikaan” ex Jacobus, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor H.Muller & Co te Rotterdam. In 1876 voer het schip voor H.J.Plant & Co te Schiedam en was herdoopt in “Willemina”;
* 1876 t/m 1877 van de bark “Krimpen aan de Lek”, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de Lek, 703 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam;
* 1878 t/m 1880 van de schbrik “Rudolphine” ex Geziena, ex Rebecca Sheppard, gebouwd in 1861 te Medford, 514 ton o.m., varend voor J.Koning te Rotterdam;
* 1881 van het schroefstoomschip “Ingerid”, gebouwd in 1880, 600 ton n.m., varend voor D.Burger & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Op 17 januari 1881 tijdens een hevige storm strandde het ss. “Ingerid” op de Sunksands bij Sunk vuurschip op weg van Bergen naar Napels. 9 leden van de bemanning verloren het leven.
Het ss. “Ingerid” werd gebouwd in 1880 bij Raylton, Dixon & Co te Middlesbro, mat 598 Brt. en voer voor D. Burger & Zn te Rotterdam072.
Familiegegevens en opleiding
Roelf Datema werd geboren op 09 oktober 1832 te Saaksum als zoon van de schipper Johannes Roelfs Datema en Johanna Johannes Hartman.
Roelf trouwde te Nieuwe Pekela op 25 maart 1858 als zeeman met Gerberdina Oldenburger, geboren op 29 juli 1837 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Egbert Hindriks Oldenburger en Jaappien Derks Kramer. Gerberdina overleed op 11 april 1909 te Rotterdam, 71 jaar.
In een huwelijksakte van zoon Johannes Datema op 12 juni 1902 worden beide ouders genoemd als zijnde zonder beroep en wonende te Rotterdam.
Geen overlijdenakte gevonden van Roelof Datema maar https://www.genealogieonline.nl/stamboom-cg-de-koning/I56.php meldt dat hij na 1896 loods/cafehouder was te Rotterdam en aldaar op 30 novamber 1909 is overleden, 77 jaar.
“Op 19 maart 1863 is bij mij, K.M.Brouwer, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela, ingekomen een brief van Zijne Excellentie de Minister van Marine, geleidende een overlijdensakte, waaruit blijkt dat aan boord van het galjootschip “Gerberdina” op 25 sept. 1862 is overleen Johannes Datema, oud 10 maanden en 24 dagen, laatst gewoond hebbende te Nieuwe Pekela, zoon van Roelf Johannes Datema en Gerberdina Egberta Oldenburger, thuis horende te Nieuwe Pekela.115
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Roelf Datema als zeeman in 1858, 1859, 1867 en als schipper in 1860, 1861, 1862, 1863, 1865, 1870, 1873, 1875, 1877.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
R.J.Datema was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 18 in de periode 1862 t/m 1889.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.J.Datema als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1865 van de galjoot “Gerberdina”, gebouwd in 1860 te Pekela, 127 ton o.m., varend voor W.W.Pott te Pekela;
* 1873 t/m 1875 van het 3-mastschip “van der Palm”, gebouwd in 1847 te Schiedam, 496 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1876 van de galjoot “Zeeploeg”, gebouwd in 1859 te Sappemeer, 102 ton o.m., varend voor H.J.Plant te Schiedam;
* 1877 t/m 1878 van de bark “Willemina”, ex Afrikaan, ex Jacobus, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor H.J.Plant & Co te Schiedam;
* 1879 t/m 1883 op het 3-mast schip “Kortenaar”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 1020 ton o.m., varend voor H.J.Plant & Co te Schiedam. Het schip werd in 1883 bij Campèche lek op het strand gezet en verkocht;
* 1883 van de galjoot “Zeehond”, gebouwd in 1865 te Hoogezand, 190 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpesteyn te Krommenie. Het schip is in 1883 te IJmuiden op de havendam geraakt en als wrak verkocht;
* 1885 van de schoenerbrik “Bertha” ex Cito, ex Jeanne, ex Thomas Holcombe, gebouwd in 1856 te New York, 458 ton o.m., varend voor Engers Roelofs & Co te Schiedam;
* 1893 t/m 1896 van het schroefstoomschip “Doelwijk”, gebouwd in 1890 te Rotterdam, 876 ton n.m., varend voor Wm. Ruys & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Bremen en herdoopt in “Hector”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
02 februar 1854, kof “Grietje”, schipper Christiaan K.Scholten, lichtmatroos Roelf Datema.
Overige bijzonderheden
Handelsblad: “ZEEHOND”, IJmuiden 14 Juli. Het Nederl. schip Zeehond, Kapt. Cupido (sic) naar de oostzee bestemd en zonder sleepboot naar zee willende gaan, stootte op het hoofd en bekwam averij is lek tusschen het Noorderhoofd en de Steenendam op strand gezet.
“Zeehond”. IJmuiden 14 juli. Het Nederl. schip zeehond, Kapt. Datema is totaal wrak”
“A’dam 17 Juli. Het wrak van het schip Zeehond, is te IJmuiden voor f 225 verkocht.”037.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.L.Kerdel als gezagvoerder gedurende:
* 1879 t/m 1883 van de bark “Willemina”, ex Afrikaan, ex Jacobus, gebouwd in 1850 te Delfshaven, 294 ton o.m., varend voor H.J.Plant & Co te Schiedam. Het schip is in 1883 bij Nerva gestrand en wrak geraakt.
Overige bijzonderheden
Geen
|