Familiegegevens en opleiding
IJme van Sluis werd geboren op 09 november 1811 te Groningen als zoon van de schipper Luite Takens van Sluis en Jaantje IJmes.
IJme trouwde op 21 april 1836 te Groningen als schipper met Etje de Haan, geboren te Nieuweschans op 05 november 1811 als dochter van de schipper Beren Eikes de Haan en Jantje Jans Huls. Etje overleed op 26 december 1844 te Groningen, 33 jaar
IJme hertrouwde op 30 mei 1849 te Groningen als scheepskapitein met Annegien Singer, geboren op 26 april 1814 te Groningen als dochter van de grutter Philippus Derk Singer en Ida Ties Sikkens. Annegien was de weduwe van Jochgem de Jonge. Annegien overrleed op 01 november 1854 te Groningen, 40 jaar.
IJme hertrouwde voor de 2de maal op 20 februari 1856 te Groningen als scheepskapitein met Hinderkien Drewes, geboren op 27 maart 1815 te Groningen als dochter van schipper Jan Willem Drewes en Hinderkien Crook. Hinderkien was de weduwe van Klaas Hans Scholtens. Hinderkien overleed op 05 maart 1861 te Groningen, 45 jaar
IJme hertrouwde voor de 3de maal op 25 januari 1862 te Groningen met Martha Klaassens Zwol, geboren op 13 februari 1816 te Ulrum als dochter van de landbouwer Klaas Jochems Zwol en Stijntje Siegers Bos. Martha was de weduwe van Gerhardus Rijkens. Martha van Zwol overleed op 07 december 1873 te Groningen, 57 jaar
IJme Luites van Sluis overleed op 16 februari 1863 te Groningen, 51 jaar, scheepskapitein
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.L. van Sluis was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 21 in de periode 1849 t/m 1863.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.L.van Sluis als gezagvoerder gedurende:
-
* 1843 t/m 1852 van de tjalk “Ettina”, gebouwd in 1842 te Groningen, 63 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;
-
* 1853 t/m 1863 van de kof “Annechiena”, gebouwd in 1851 te Groningen, 71 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip was vernoemd naar de vrouw van de kapitein. Het schip voer in 1864 voor Wijnne & Barends te Groningen en was herdoopt in “Soranus”.
Op 14 januari 1860 werd “ ten verzoeke van scheepskapitein F.S. van Klooster te Groningen op 14 januari 1860 door notaris Mr. J.H.Geertsema publiekelijk verkocht het smakschip met inventaris genaamd “Geziena”, groot 62 tonnen. Hoogste en laatste bieder bleek Ime Luitjes van Sluis, scheepskapitein te Groningen, die verklaarde te hebben geboden en te caveren voor Luitje Ime van Sluis, stuurman te Groningen, voor de som van f 3025.”092.
Op 16 september 1858 verschenen “voor Mr. Johan Herman Geertsema, notaris te Groningen, … :
Ime L. van Sluis, scheepskapitein te Groningen, als gevolmachtigde namens Feye Feitzes de Vries, schipper, wonende te Groningen
[mede als vader en wettige voogd van zijn minderjarige kinderen]
Voorgaande gegevens omtrent de akte uit 1858 zijn ontleend aan een overzicht van J.J.Engelhard, Ossenweg 28, 99431 TB Delfzijl en door mij verkregen per e-mail dd 22 september 2004 van de heer Mast te Delfzijl.092.
In de ledenlijsten van De Groninger Eendracht vermeld in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart wordt in jaargang 1849 t/m 1851 J.L. van Sluis met vlagnummer 21 vermeld als gezagvoerder van de “Ettina” en in jaargang 1853 t/m 1855 met vlagnummer 21 als gezagvoerder van de “Annegina”
Overige bijzonderheden
Te water en opgeleverd in.1851 opgeleverd door Hermannus Boerma, scheepsbouwer te Kiel, gemeente Hoogezand aan K/E. Ime L. van Sluis, Groningen als ANNEGIENA.
NRC 23 april 1851
Groningen, 20 april. Ten vervolge op onze vroegere berichten delen wij thans een lijst van schepen mede, die vanaf de 1e januari tot de 16e april j.l. hier binnen gebracht zijn om opgetuigd en verder afgewerkt te worden:
12 april: de galjoot ANNEGIENA, kapt. J.L. van Sluis, groot 55 lasten, gebouwd aan de Kiel.
Groninger Courant 16september 1851
Schoenergaljoot ANNEGIENA VAN GRONINGEN Ime L. van der Sluis,Gron. H. Boerma, Kiel
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Poelman was met vlagnummer R382 in de periode 1853 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein C.Poelman met vlagnummer R382 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de galj. “Amicitia” 85 last varend voor E.J.Zelling te Exta
* 1858 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1859 van de kof “Antje Witsenburg” 51 last varend voor J.F.Doornbos te Groningen
* 1862 van de kof “Antje Witsenburg” 51 last varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen
* 1863 t/m 1865 van de kof “Soranus” 36 last varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen
* 1866, 1867 van de kof “Soranus” 36 last varend voor Wynne & Barends te Groningen
C.Poelman maaktede volgende reizen005:
* Amicitia 1854 Triëst - Rotterdam stukgoed
* Soranus 1863 Bergen - Rotterdam geen lading vermeld
* Alida 1870 Memel - Schiedam lijnzaad, gerst
Bouma025 vermeldt C.Poelman als kapitein gedurende:
* 1854 t/m 1857 op de schoenerkof “Amicitia”, gebouw in 1853 te Pekela, 113 ton n.m., varend voor E.J.Zelling te Eexta. In 1857 van Cette naar Rotterdam met wijn, na achtervolging door zeerovers op de rotsen van San Carlos de la Rapita gezet en afgekeurd;
* 1858 t/m 1862 van de kof “Antje Witsenburg”, gebouwd in 1847 te Groningen, 96 ton o.m., varend voor H.T.Doornbosch te Groningen. Het schip werd in 1862 verlaten binnengebracht en te Belfast afgekeurd;
* 1864 t/m 1868 op de kof “Soranus” ex Annechiena, gebouwd in 1851 te Groningen, 71 ton n.m., varend voor Wijnne & Barends te Groningen. In 1868 verlaten in zinkende staat;
* 1871 t/m 72 op de brik “Alida” ex Alida Henriëtte, gebouwd in 1854 te Krimpen aan de IJssel, 313 ton o.m., varend voor C.van Calcar te Hoogezand.
Overige bijzonderheden
De houten bark “Amicitia”werd in 1849 in Amsterdam door F.F.Groen gebouwd voor de reders Arnaud & Co. Het mat c.310 ton. “… dat schip vertrok in April 1857 onder Kapt. Poelman met een lading wijn uit Cette (Z.Frankrijk) naar Rotterdam: “na twee nachten door roovers te zijn gejaagd, werd ze op de rotsen van San Carlos de la Rapita (Oostkust Spanje bij de Ebro-mond) gezet”, ze kenterde en ging verloren”.052.
.