Familiegegevens en opleiding
Hinderikus Harmannus Feijen werd geboren op 08 juni 1830 te Nieuwe Pekela als zoon van de koopman Gerhardus Henricus Feijen en Nicola Gesina Sinnige.
Hinderikus Harmannus trouwde te Oude Pekela op 17 februari 1855 als schipper met Gezina Helena Drenth, geboren op 05 september 1833 te Oude Pekela als dochter van de scheepstimmerman/scheepsbouwer Berend Berends Drenth, en Thekla Harms Geling. Gezina Helena overleed op 09 juni 1910 te Oude Pekela, 76 jaar, weduwe.
Harmannus overleed op15 november 1861 door verdrinking bij Skagen
“Aktenummer: 1875-49, 15-05-1875
Extract uit het Consulaatsprotocol. Op het bureau van het consulaat der Nederlanden te Cuxhaven, Dtl. verschenen heden: stuurman Harmannus Bulder, matroos Hendrikus Josephus Stephanus Vinke, matroos Johannes Gocken en kok Pieter van der Hoeven, zijnde de bemanning van het Nederlands schip “Stella Maris”, die verklaarden onder soleminele (sic) ede: Na te St.Petersburg een lading rogge voor Amsterdam bestemd, ingenomen hebbende, gingen wij op 31 oktober van Croonstadt naar zee. Kwamen op 13 november op de rede van Elsingoer ten anker. Aan boord alles wel. Op 14 november gingen wij weer onder zeil, hadden ’s nachts een zeare storm uit het O. tot O.N.O. Op de 15e, ’s morgens om 10 uur, toen wij ons op 54o53’NB & 10o45’OL bevonden, kregen wij een zware stortzee voor ons schip, waardoor onze lichtmatroos Hendrik Jullens, thuis horende te Appingedam overboord geslagen werd en verdronk. Wij hadden toen een orkaanachtige storm. ’s Middags tegen 16.00 uur op 54o53’NB & 9o30’OL kregen wij een tweede zware stortzee voor het achterdek van het schip waardoor onze kapitein Hendrikus Hermannus Feijen, woonachtig te Nieuwe Pekela over boord sloeg en dadelijk verdronk, zonder dat wij aan beiden enige hulp om hen te redden kondern verlenen. Wij zetten dan onze reis zo goed als mogelijk voort en waren op 28 november (1861), geen mogelijkheid ziende bij het aanhoudende, stormachtige weer en zwakke bemanning van het schip onze bestemmingsplaats te bereiken en uit noodzaak tot behoud van het schip, lading en leven naar de Elbe af te houden en arriveerden dezelfde avond te Cuxhaven. Zo gedaan te Cuxhaven op 31 nov. 1861.115
NRC 01 december 1861114
Cuxhaven, 28 november. De Nederlandse schoenerkof STELLA MARIS, kapt. N.N, voor wijlen Feijen, met een lading rogge van St. Petersburg naar Amsterdam bestemd, is hier lek, met verlies van boten en andere schade binnengelopen. Het schip moet lossen om te repareren. Kapt. Feijen en een lichtmatroos, met de naam Jullens, zijn bij Skagen door een stortzee over boord geslagen en verdronken.
(opm: op 15 november sloeg om 10 uur Hendrik Jullens [Appingedam] overboord en om 16.00 uur kapt. Hendrikus Hermannus Feijen [Nieuwe Pekela]; stuurman Hermannus Bulder bracht de galjoot met de matrozen H.J.S. Vinke en J. Gocken en kok P. van der Hoeven naar Cuxhaven)
Provinciale Groninger Courant 03 december 1861114
Cuxhaven, 28 november. Het schoenerkofschip (opm: galjoot) STELLA MARIS, wijlen kapitein Feijen, uit Pekela, van Petersburg met rogge naar Amsterdam, is hedennacht lek en met verlies van boten en andere zware schade alhier in de haven gekomen, het is onderzocht en moet lossen om te repareren. Kapitein Feijen en de lichtmatroos Jullens waren bij Skagen door een stortzee overboord geslagen en konden niet gered worden.
Burgerlijke Stand gegevens in de provincie Groningen vermelden Hinderikus Feijen als schipper in 1855, 1858, 1859, 1861
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
H.Feijen was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” uit Nieuwe Pekela met vlagnummer 89 in de periode 1856 t/m 1861,
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.H.Feijen als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1860 van de galjoot “Stella Maris”, gebouwd in 1855 te Pekela, 134 ton o.m., varend voor J.H.Feijen te Pekela.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
15 februari 1851, schip “Egberdina Annegina”, kapitein Egbert Drent, stuurman Hend. Harm. Feijen uit Nieuwe Pekela.
15 maart 1855, schoenergaljoot “Stella Maris”, kapitein Hinderikus Harmannus Feijen, 24 jaar uit Oude Pekela.
12 februari 1858, schoenergaljoot “Stella Maris”, kapitein Hinderikus Harmannus Feijen.
03 februari 1859, galjoot “Stella Maris”, kapitein Hinderikus Harmannus Feijen uit Oude Pekela.
Overige bijzonderheden
NRC 09 augustus 1855
Elseneur (opm: Helsingör), 4 augustus. Het schip (opm: galjoot) STELLA MARIS, kapt. H.H. Feijen, van Stockholm naar de Maas, is alhier na in de droogten aan de grond gezeten en 500 tonnen (opm: vaten) rogge gelost te hebben, door een stoomboot binnengesleept.
NRC 09 september 1855
Elseneur (opm: Helsingör), 3 september. Het Nederlandse schip STELLA MARIS, kapt. H.H. Feijen, van Stockholm naar Nederland bestemd, alhier in averij binnengelopen, heeft heden na geëindigde reparatiën de reis voortgezet.
Familiegegevens en opleiding
Berend Harding werd geboren te Nieuwe Pekela op 09 mei 1839 als zoon van de schipper Teunis Freerks Harding en Hinderkien Klaassens de Weerd.
Berend (als zoon van Tonnis Harding) trouwde te Oude Pekela op 31 december 1862 als schipper met Antje de Boer, geboren op 26 decemer 1839 als dochter van de zeman, later schipper, Pieter Harmannus de Boer en Margaretha Hendriks Amman. Antje overleed op 16 mei 1897 te Nieuwe Pekela. Antje zou zijn overleden op 15 mei 1897 te Amsterdam. 57 jaar.
Berend overleed op 02 februari 1918 te Amsterdam, zonder beroep.
Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen vermelden Berend Harding als schipper/scheepsgezagvoerder in 1862, 1863, 1865, 1867, 1868, 1870, 1872, 1874, 1877, 1879, 1880.
Volgens http://www.pondes.nl/detail/i_d.php?inum=750489851 was Berend opzichter en winkelier in 1900 te Amsterdam.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
B.T.Harding was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 25 in de periode 1864 t/m 1918.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt B.T.Harding als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1877 van de galjoot “Stella Maris”, gebouwd in 1855 te Pekela, 134 ton o.m., varend voor J.H.Feijen te Pekela;
* 1877 t/m 1886 van de galjoot “Goldhoorn”, gebouwd in 1858 te Pekela, 144 ton o.m., varend voor P.P.Kolk te Pekela. Het schip werd in 1886 verkocht;
* 1888 t/m 1897 van de schoenerbrik “Clara” ex Succes, gebouwd in 1876 te Sappemeer, 183 ton n.m., varend voor P.P.Kok te Groningen. Het schip is verongelukt op reis van Trinidad naar Londen.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
04 februari 1854, kof “Alida”, kapitein Tonnis B.Harding, kok Berend T.Harding, 14 jaar uit Nieuwe Pekela.
27 februari 1858, kof “Alida”, kapitein Tonnis Freerks Harding, stuurman Berend Tonnis Harding, 18 jaar uit Nieuwe Pekela
27 februari 1869, galjoot “Stella Maris”, kapitein Berend T.Harding, uit Oude Pekela.
14 februari 1872, galjoot “Stella Maris”, kapitein Berend Tonnis Harding, uit Nieuwe Pekela.
26 januari 1873, galjoot “Stella Maris”, kapitein Berend Tonnis Harding, uit Oude Pekela.
17 februari 1874, galjoot “Stella Maris”, kapitein Berend Tonnis Harding, uit Oude Pekela.
26 februari 1875, galjoot “Stella Maris”, kapitein Berend Tonnis Harding, uit Oude Pekela.
03 maart 1876, galjoot “Goldhoorn”, kapitein Berend Tonnis Harding, 36 jaar uit Oude Pekela.
04 februari 1878, galjoot “Goldhoorn”, kapitein Berend Tonnis Harding, uit Oude Pekela.
04 februari 1880, galjoot “Goldhoorn”, kapitein B.T.Harding, 40 jaar uit Nieuwe Pekela.
02 maart 1881, galjoot “Goldhoorn”, kapitein B.T.Harding, 41 jaar uit Nieuwe Pekela.
23 augustus 1888, schoenerbrik “Clara”, kapitein Berend T.Harding.
Overige bijzonderheden
“Aktenummer: 1875-10, 18-02-1875
Op heden 17 aug. 1874 zijn voor mij ondergetekende, Sixtus Augustinus Sijhoff, consul der Nederlanden te St. Petersburg, ten deze handelende als Ambtenaar van de Burgerlijke Stand, verschenen: Harmannus Pieters de Boer, van beroep schipper, oud 37 jaren, wonende te Oude Pekela en Berend Tonnis Harding, van beroep schipper, oud 35 jaren, wonende te Oude Pekela, oom van de overledene, die ons hebben verklaard dat op 15 aug. 1874 ’s avonds om 22.00 uur, aan boord van het schoenerschip “Elsje” liggende aan de Haringkaai alhier, is overleden Anania Harmannus de Boer, in de ouderdom van één jaar, acht maanden en 10 dagen, zoon van genoemde Harmannus Pieters de Boer en Elsje Kiers Kok, zijnde geboren te Oude Pekela.”115
Uit:“De Meeden in Bahia” door A.Westers in Jaarverslag 1994 van het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela
“Op 7 november 1892, twee dagen na het vertrek van de “Meeden” uit Bahia, voer kapitein Berend Harding uit Nieuwe Pekela met de schoenerbrik “Clara” deze haven binnen …”
Familiegegevens en opleiding
Jan werd geboren op 17 juni 1836 te Nieuwe Pekela als zoon van de arbeidervRoelf Jans Starke en Geertje Jans Tonkens
Jan trouwde op 03 november 1866 te Bellingwolde als buitenvaarder met Grietje Heiting, geboren op 02 februari 1840 te Bellingwolde als dochter van de kuiper Thies Heiting en Antje Harms Hageman. Grietje overleed op 18 december 1901 te Nieuwe Pekela, 61 jaar.
Jan Starke overleed op 15 april 1904 te Nieuwe Pekela, 67 jaar, winkelier, weduwnaar,
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jan vermeld als buitenvaarder/zeeman in 1866, 1867, als schipper in 1875, 1876, 1877, 1878 en als winkelier in 1904.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
J.R.Starke was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 70 in de periode 1876 t/m 1900 en met vlagnummer 69 in de periode 1901 t/m 1906 (moet zijn 1904)
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.R.Starke als gezagvoerder gedurende:
-
* 1875 t/m 1876 van de schoenerkof “Fenna”, gebouwd in 1859 te Hoogezand, 106 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;
* 1877 van de galjoot “Stella Maris”, gebouwd in 1855 te Pekela, 134 ton o.m., varend voor J.H.Feijen te Pekela. Het schip is in 1877 bij Dunbar gestrand en wrak geraakt;
-
* 1879 t/m 1887 van de galjoot “Wieka”, gebouwd in 1859 te Pekela, 238 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela. Het schip is in 1887 op de kust van Zuid-Amerika gestrand;
-
* 1891 t/m 1892 van de bark “Montrose”, gebouwd in 1861 te Jersey, 345 ton o.m., varend voor F.L.Drenth te Pekela.
De ledenlijsten van het college “Voorzorg” in de “Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart” bevatten in de jaargangen 1881 t/m 1920 ook de namen van de schepen. J.R.Starke staat in 1881 en 1882 met de “Weea”, in 1882 t/m 1885 met de “Wicka” en in 1891 met de “Montrose”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
12 februari 1853, kof “Juffer Annette”, kapitein Albert Jans Hubert, scheepsjongen Jan Starke, 15 jaar uit Nieuwe Pekela.
09 maart 1855, kof “Alberdina Edzina”, kapitein Lammert Jans Naatje, lichtmatroos Jan Starke, 18 jaar uit Nieuwe Pekela
19 februari 1857, kof “Margrietha”, kapitein Harmannus Jans Klasen, matroos Jan Roelfs Starke, 20 jaar uit Nieuwe Pekela,
29 januari 1875, kof “Fenna”, kapitein Jan R.Starke, 38 jaar uit Nieuwe Pekela.
26 februari 1877, galjoot “Stella Maris”, kapitein J.R.Starke, 40 jaar uit Nieuwe Pekela.
03 januari 1880, galjoot “Wieska”, kapitein Jan Roelfs Starke, 43 jaar uit Nieuwe Pekela.
07 mei 1883, galjoot “Wieka”, kapitein Jan Roelfs Starke, 46 jaar uit Bellingwolde.
06 februari 1891, bark “Montrose”, kapitein Jan Roelfs Starke, 54 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
“Op 11 okt. 1861 is door mij, K.M.Brouwer, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela, ontvangen een brief van Zijne Excellentie de Heer Minister van Marine, geleidende de volgende akte van overlijden.
Extract uit het dagboek, gehouden aan boord van het Nederlandse kofschip “De Trouw”, gevoerd door de koopvaardijschipper Nanne Hendriks Bosker, wonende te Nieuwe Pekela op een reis van Nervee naar Harlingen. Op zondag 11 aug. 1861 is op 57o55’NB & 10o24’OL tengevolge van ziekte aan boord overleden Hendrik Bosker, oud één jaar, zoon van Nanne Hindriks Bosker en Antje Karssiens Tamminga, echtelieden, wonende te Nieuwe Pekela.
Was getekend: N.H.Bosker, schipper, J.R.Starke, stuurman, B.M Sieben, matroos.
“Aktenummer: 1882-58, 08-07-1882
8 juli 1882: Reis van Rosana naar St.Petersburg waar wij op 16 april (1882) onze lading kregen en op 26 april met een oostelijke koelte op 36o47’NB & 13o13’OL waar de stuurman Berend Pieters Kamminga, van Oude Pekela, mij ’s middags onder het eten om medicijnen vroeg, waarbij te kennen gaf dat hij ziek was van de vrouwen en waar ik hem ’s middags om 5 uur met medicijnen opzoekende wilde, komt de roerman, die bij hem aan dek was, zeggende dat voor de kajuit de stuurman overboord gesprongen, hebbende alles nog in het werk gesteld hem weer te krijgen, maar hij zwom van het schip af en zagen dat hij in de diepte verdween.
Was getekend: J.R.Starke, kapitein, J.P.Noorman, matroos, R.Starke, lichtmatroos en Joseph Kiel, kok.”115.
|
