Familiegegevens en opleiding
Geboren te Lemmer in 1803
Overleden op 03 mei 1884 te Hindelopen.(maar niet bij Tresoar terug te vinden, dus kennelijk niet in Friesland)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Dirk Joukes Wierdsma werd met vlagnummer 82 per 29 april 1853 effectief lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Hij was bij de inschrijving gezagvoerder van de galjoot “Mentor”, varend onder boekhouding van Jacob Vriesendorp & Zonen.064a
In een kapiteinslijst in het Gemeentearchief van Dordrecht (invoer 93-4) wordt vermeld Dirk Joukes Wiersma uit Hindelopen, met vlagnummer 107 ingeschreven per 30 juni 1864, bedankt in 1875 en met de toevoeging “overleden 1884”. Deze inschrijving is niet in de notulen van de Bestuursvergadering van het College teruggevonden.064a
Is hier sprake van een vader en zoon?
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 29 mei 1853 de storting door D.J.Wiersma van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b
In de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege dd 12 april 1883 staat:
“De Heer van Herwaarden wenschtte te weten wanneer kapt. D.J.Wiersma afstand gedaan had van de f 200,- ten behoeve van het College en dus sedert wanneer hij dus niet meer als lid had betaald”. Geen van de aanwezigen heeft informatie en ook de notulen geven geen uitsluitsel “daar dezelve sedert jaren niet meer (zijn) bijgehouden.” (Vet door S.P.)
In de bestuursvergaddering van het Dordtse Colleg dd 10 mei 1883 staat:
“Den Heer Uhlrich” rapport uitbrengende in zake D.J.Wiersma, bracht twee documenten ter tafel van den volgenden inhoud.
De Heeren Directeuren v/h Zeemanscollegie te Dordrecht
Mijn Heeren!
Met deze doen ik UEd berigten als dat ik niet meer in staat ben, om de gewone jaarlijksche contributie te betalen. Derhalve bedank ik voor het collegie, zoodat u mij moet uitschrappen, daar ik geen lid meer wezen kan. Ik hoop met behulp van mijn patronen de Heeren Jacob Vriesendorp & Zn in het bestedelingshuis alhier opgenomen te worden. Nu is mijn vriendelijk verzoek dat Heeren Directeuren mij met een weinig zouden willen ondersteunen, bijvoorbeeld met een kleine wekelijksche of Maandelijksche bijdrage om alzoo in mijn behoeften te kunnen voorzien.
Onder aanbeveling enz.
Dordt 15 Novb. 1874 was Get. D.J.Wiersma”
en verder een besluit naar aanleiding van bovenstaand schrijven als volgt:
“In de vergadering van het Zeemanscollegie gehouden den 22st April 1875 is tengevolge van een aan de Directie van het Collegie gerigt schrijven van het Effectief lid kapt. D.J.Wiersma thans te Dordrecht woonachtig, dd 15 Novb 1874 (waarin hij verklaart ter zake van onvermogen als Effectief lid te bedanken en een verzoek doet om geldelijke ondersteuning) besloten om hem een toelage uit het fonds van het Collegie toetekennen, en is het bedrag daarvan vastgesteld op f 3,- per maand.”
Uit een en ander blijkt dat Wiersma als effectief lid bedankt heeft, tewijl hem in plaats van f 3,- thans f 6,- per maand wordt uitgekeerd. Den Heer Uhlrich proponeerde dat het bedrag te blijven uitbetalen, waarmede de aanwezige leden zich konden vereenigen”064a
In het kasboek van het Dordtse College 1874-1889 staat vanaf 02 november 1874 een maandelijkse uitgave van f 3,- als toelage voor “oud-gezagvoerder” D.J.Wiersma. De hoogte van de uitkering wordt op 01 mei 1875 verhoogd naar f 4,- conform een bestuursbesluit van 22 april 1874. De maandelijkse uitkeringen stoppen in juni 1884.
De uitkering kan eerder zijn aangevangen, maar het kasboek uit de periode 1857-1874 ontbreekt in het Dordtse archief.
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat D.J.Wierdsma als gezagvoerder064a:
* 1854 galjoot “Mentor” boekhouders Jacob Vriesendorp & Zoonen, Dordrecht
* 1855 t/m 1859 geen vermelding van een schip
Bouma025 vermeldt D.J.Wiersma als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1843 van de kof “de Vrede”, gebouwd in 1830, bouwplaats niet vermeld, 175 ton o.m., varend voor S.W.Visser te Lemmer. Het schip is in 1843 gestrand bij Callandsoog en wrak geraakt;
* 1845 t/m 1852 van de kof “Herstelling”, gebouwd in 1828 te Lemmer, 268 ton o.m., varend voor S.W.Visser te Lemmer. Het schip werd in november 1852 nog drijvende gezien en 31 december te Marstrand binnengebracht;
* 1854 van de kof “Mentor”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar. (102 last, reder Jacob Vriesendorp te Dordrecht064);
* 1855 van de brik “Elisa”, gebouwd in 1855 te Lemmer, 249 ton o.m., varend voor L.Hoyak & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1856 te Harwich binnengebracht en later te Harlingen.Het schip voer in 1857 voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam en was herdoopt in “Johanna Christina”;
* 1856 t/m 1857 van de 2/msch “Stad Haarlem”, gebouwd in 1851 te Veendam, 138 ton o.m., varend voor D.v/d Berg te Amsterdam;
* 1865 t/m 1870 van de schkof “Mathilda” ex Concordia, ex Maracaibo, ex Libau, gebouwd in 1839 te Joure, 165 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht.
Lange tussenperiode 1857-1865, wellicht duidend op vader en zoon.
Overige bijzonderheden
Bremer094 vermeldt de stranding van de schoonerkof “Vrede op 09 november 1843 in het Schulpengat geladen met ijzer onder gezag van kapitein Wiersma.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat vermeld:
Noorder Atlantische Oceaan, half 1840, 37o7’NBr/ 16o3’WL op weg naar NOI met “De Zeeuw”:
“Den 12 Augs zeilde ik met eene gunstige wind eene kof achterop. Ik las tegen het achterschip de naam, de Vrede, … Kapt. Wiersma … “. De “Vrede” was op weg naar Suriname.
Volgens monsterrol nr. 1582 dd 13 februari 1853 op het Gemeentearchief van Dordrecht was hij gezagvoerder op de galjoot “Mentor” en vertrok met 9 man naar Liverpool.
Volgens monsterrol 2127 dd 20 maart 1865 was hij kapitein op de schoener “Mathilde” en vertrekt met 8 man naar Noorwegen.064
Familiegegevens en opleiding
Jan Andries de Lang werd geboren te Heereveen op 12 mei 1802.
Hij huwde met Gesina Margaretha Hansen, geboren te Amsterdam op 30 december 1806.
Hij overleed op 21 januari 1858.003
In het Bevolkingsregister van Amsterdam 1851 staat Jan Andries de Lang, geboren 12 mei 1802 te Amsterdam(!), Nederlands Hervormd, wonend op de Brouwersgracht 36, Amsterdam.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.de Lang werd met vlagnummer 355 effectief lid van "Zeemanshoop" per 21 augustus 1832 op voorspraak van D.G.Doeksen. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Astrea". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 augustus 1832 van het Amsterdamse zeemanscollege wordt tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Andries de Lang, 31 jaar, voerende de pink Zeemeeuw “onder directie van de Heeren J.J.Poncelet & Zoon”, wonende op de Binnen Dommerstraat 12 te Amsterdam op voordracht van D.G.Doeksen. Hij kreeg het vlagnummer 355023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 07 maart 1842003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 apeil 1858 vraagt de wed. J.A.Lang geb. Hansen om een uitkering die haar in de vergadering van 29 april 1858 wordt toegekend ingaande 01 februari 1858 mits zij een bewijs overlegt van het overlijden van haar man.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 08 juni 1858 staat vermeld dat aan de weduwe J.A.de Lang, geb. Hansen, per 01 februari 1858 een uitkering in de 1e klasse is toegekend.023.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop dd. 16 december 1834 is vermeld het: “… verzoek van O. de Haas Stuurman aan boord van den Surinaamschen Vriend kapitein Lang, uit hoofde van geledene Schipbreuk om eene gratificatie, en berigt aan dezelven eene maand gagie heeft toegestaan.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
355 1832-1833 fregat de Zeemeeuw J.J.Poncelet & Zn
1834 geen vermelding van schip en boekhouder
1835 brik Astrea geen opgave
243 1836-1850 brik Astrea Insinger & Co
1851-1853 brik Juno Gebr.Goedkoop
67 1854 brik Juno idem
1855 geen vermelding van schip en boekhouder
1856-1857 brik Johanna Christina Gebr.Goedkoop
Bouma025 vermeldt J.A. (de) Lang als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1834 van de 3/m pink “Zeemeeuw”, gebouwd in 1823 te Middelburg, 360 ton o.m., varend voor Voûte & Co te Amsterdam;
* 1834 van het 3/m schip “Surinaamsche Vriend”, gebouwd in 1803, bouwplaats niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1834 bij Katwijk vergaan;
* 1835 t/m 1851 van de brik “Astrea”, gebouwd in 1808 te Kiel, 220 ton o.m., varend voor Insinger & Co te Amsterdam;
* 1852 t/m 1855 van de brik “Juno” ex Pallas, ex Carolina Johanna, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 236 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam;
“De eerste kapitein die in hun (Gebr. Goedkoop) dienst voer, was J.A.de Lang, die in 1851 met de Juno van Insinger & Co. mee overkwam.” 081.
* 1857 t/m 1858 van de brik “Johanna Christina” ex Eliza, gebouwd in 1855 te Lemmer, 249 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam.
Het Stadsarchief te Amsterdam bevat in het archief van de Waterschout een reeks van monsterrollen van de brik “Astrea”, i.c.
Archiefnr. 38-144, 20 januari 1835, kap. J.A. de Lang, bestemming Suriname, boekhouder de heer Brandligt, 12 bemanningsleden i.c. 1ste stuurman, 2de stuurman/bootsman, timmerman, kok, 6 matrozen, ligtmatroos en een jongen.
Archiefnr. 38-146, 08 juni 1836, kap. Jan Andries de Lang, bestemming Suriname, boekhouder Insinger & Co, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/bootsman, timmerman, kok, 6 matrozen, ligtmatroos en een jongen.
Archiefnr. 38-147, 28 november 1836, kap. Jan Andries de Lang, bestemming Suriname, boekhouder Insinger & Co, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/bootsman, timmerman, kok, zijlemaker, 5 matrozen, ligtmatroos en een hofmeester.
Archiefnr. 38-148, 24 mei 1837, kap. Jan Andries de Lang, bestemming Suriname, boekhouder Insinger & Co, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/bootsman, timmerman, kok, zijlemaker, 4 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen.
Archief nr. 38-150, 08 maart 1838, kapt. Jan Andries de Lang, bestemming Bahia, boekhouder Insinger & Co, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/bootsman, timmerman, kok, zijlemaker/matroos, 4 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen.
Archiefnr. 38-151, 07 september 1838, kapt. Jan Andries de Lang, bestemming Suriname, boekhouder Insinger & Co, 12 bemanningsleden i.c. stuurman, onderstuurman/bootsman, timmerman, kok, zijlemaker/matroos, 4 matrozen, 2 ligtmatrozen, jongen.
Overige bijzonderheden
Theodorus Casparus Hendrik Wijnandts werd per 08 juni 1836 vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip de “Astrea’ onder kapitein de Lang voor een reis van Amsterdam naar Suriname. Hij kwam op de school terug per 05 augustus 1836004-532/1742.
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
20 augustus 1837 "... kwamen ten 6 uur voor Paramaribo ten anker en maakten de zeil vast ... kaptijn de Lange kwam aan boord van de brik astera ...".
07 oktober 1837 "... s'morgens haalden ... van captijn de Lange met de brik Astrea 1 vat gort ...".
18 oktober 1837 "... heden nacht vertrok captijn de Lange brik Astrea naar Amsterdam".
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
19 januari 1840 "Gearriveerd kapt de Lang brik de Astrea ... van Amsterdam".
De brik "Astrea" onder gezag van Jan Andries de Lang en met 12 manschappen dateerde de monsterrol op 24 mei 1837 met bestemming Suriname. De boekhouders waren Insinger & Comp011.
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was J.A. de Lang.104.
Hoedemaker038 vermeldt in boekje 8, p.219 het volgende bericht (datering ontbreekt maar zal c. 20 oktober 1834 zijn geweest in de Amsterdamsche Courant?)
“De “SURINAAMSCHE VRIEND” fregat Kapt. J.A. de Lang van Suriname n. Asdam, met koffie is in de jongste storm den 18 oct. 1834 bij Katwijk verbrijzeld . Van de equipage en passagiers, zoo men zegt ten getale van 20 menschen, zijn er 5 gered n.l. de Kapt. 2de stuurm., 2 matrozen en 1 passagier. De overige zijn verongelukt.
Handelsblad 12 februari 1851
VERKOOPING VAN SCHEPEN Maandag 10 februarij, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ.
No 1 Het Gekoperd Brikschip Astrea , kapr. J.A. de Lang f 6600,- C.A.Schröder. …