Familiegegevens en opleiding
Uit een fragmentgenealogie van de Pekelder familie Hesseling, op 31 januari 2004 per e-mail ontvangen van G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel:
Derk Tjebbes de Jonge werd geboren/gedoopt te Oude Pekela op 18/21 september 1783 als zoon van Tjebbe Derks (zie aldaar) de Jonge en Engeltje Derks Hesseling.
Hij huwde op 24 december 1816 te Oude Pekela met Aeike (ook Aike) Yzebrands Klatter, gedoopt te Oude Pekela op 17 februari 1794 als dochter van Yzebrand Hindriks Klatter en Aaltje Remkes Engels. Zij overleed te Oude Pekela c. 27 februari 1879. Derk Tjebbes stond in 1847 geadministreerd als koopvaardijkapitein.
Ik weet niet zeker of deze Derk Tjebbes dezelfde is als de door Bouma vermelde D.T.de Jonge
Derk de Jonge werd geboren te Oude Pekela op 21 september 1783 als zoon van de schipper Tjebbe Derks de Jonge en Engeltje Derks Hesselink.
Hij huwde op 24 december 1816 te Oude Pekela als schipper met Aeike (ook Aike) Yzebrands Klatter, geboren te Oude Pekela op 07 februari 1794 als dochter van IJzebrand Hindriks Klatter en Aaltje Remkes Engels. Aike overleed te Oude Pekela 26 februari 1879, 85 jaar, weduwe.
Derk overleed op 08 januari 1868 te Oude Pekela, 84 jaar, rustend schipper.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelde Derk Tjebbes de Jonge als schipper in 1816, 1818, 1820, 1825, 1828, 1833 en als oud/rustend-schipper in 1850, 1854, 1868.
Bij de identificatie van deze kapitein stuit ik op moeilijkheden. In het overzicht van Bouma komen twee kapiteins met de intialen D.T. voor
De een voer op een schip uit de dertiger jaren. Van deze D.T komen een reeks meldingen voor in de serie monsterrollen uit het Noordelijk Scheepvaartmuseum (zie hierna). Deze Derk Tjebbesz, geboren in 1763, komt in een BS-akte voor als “oud schipper” in 1850.
De tweede D.T. de Jonge voer op schepen uit de vijftiger jaren. Gezien de lidmaatschapsperiode van het zeemanscollege uit Wildervank zal dat een andere kapitein zijn geweest. Dat blijkt ook uit de afbeelding van de “Jantje Meijer” in de collectie van het Veenkoloniaal Museum te Veendam (zie hierna) waar het schip vlagnummer 83 voert. Maar ik heb in de Groninger archieven geen tweede schipper D.T. de Jong(e) van een latere datum kunnen vinden. Een “Jantje Meijer/Meyer” wordt niet in de lijst van monsterrollen genoemd.
Ik heb wel overwogen om schipper Derk Derkz de Jonge, de zoon van Derk Tjebbes de Jonge, als dragen van vlagnummer 83 van het college in Wildervank te beschouwen. Diens huwelijksdatum dd 13 mei 1854 te Nieuwe Pekela is in overeenstemming met het beginjaar 1856 van het collegelidmaatschap. Dan zouden de vermeldingen van de initialen door o.a. Bouma op een schrijffout moeten berusten. Maar een mysterie blijft de “Jantje Meijer” die niet in de monsterrollenlijst voorkomt terwijl er aldaar in de vaarperiode van deze “ Jantje Meijer” andere schepen zijn toegekend aan Derk Derkz. De Jonge.
Wellicht dat diepgravender genealogisch onderzoek een oplossing zal bieden, maar ik laat het voor het moment bij voorgaande overwegingen.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.T. de Jonge was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 83 in de periode 1856 t/m 1862.
Er is geen vermelding van een D.T. de Jonge als effectief lid van één van de Pekelder zeemanscolleges.
Maar een D.T. de Jonge was als commissaris lid van het Bestuur van het zeemanscollege “De Trouw” in de periode 1861 t/m 1864.
De schepen van de kapitein
D.T. de Jonge was gezagvoerder gedurende:
* 1834 t/m 1837 van de kof “Twee Gezusters”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 120 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.
Een monsterrol op het Stadsarchief van Amsterdam dd 18 augustus 1827 meldt de kof “Twee Gezusters”, op avontuur, onder kapitein Derk F. de Jonge uit Oude Pekela.
Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Derk Tjebbes de Jonge op:
11 juli 1831, schip “Twee Zusters”, kapitein Derk T. de Jonge, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen.
16 augustus 1837, kof “Drie Zusters”, schipper Derk Tjebbes de Jonge, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts 2 matrozen.
04 april 1838, kof “Drie Zusters”, kapitein Derk Tjebbes de Jonge, 54 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman, 2 matrozen en een scheepsjongen.
23 juni 1838, kof “Drie Zusters”, schipper Derk Tjebbes de Jonge, geen leeftijd en woonplaats verrmeld, Voorts 2 matrozen.
19 februari 1839, schip “Drie Zusters”, kapitein Derk Tjebbes de Jonge, geen leeftijd vermeld uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok en een matroos.
25 maart 1839, kof “Drie Zusters”, kapitein Derk Tjibbes de Jonge, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts matroos en een niet met rang vermeld bemanningslid.
01 april 1840, kof “Drie Zusters”, schipper Derk Tjebbes de Jonge, 56 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen.
06 februari 1841, schip “Drie Zusters”, kapitein Derk Tjebbes de Jonge, geen leeftijd vermeld uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
21 maart 1842, kof `Drie Zusters`, kapitein Derk Tjebbes de Jonge, 58 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
15 maart 1843, kof “Drie Zusters”, scchipper Derk Tjebbes de Jonge, 59 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
22 maart 1844, kof “Drie Zusters”, kapitein Derk Tjebbes de Jonge, 59 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.
07 maart 1846, kof “Dries Lasters” (zal wel “Drie Zusters” zijn) kapitein Derk Tjebbes de Jonge, 61 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok, en 2 matrozen.
11 maart 1846, kof “Dries Lasters”, kapitein Derk Rjebbes de Jonge, geen leeftijd vermeld uit Oude Pekela. Voorts een lichtmatroos.
20 maart 1847, kof “ Drie Zusters”, kapitein Derk Tjibbes de Jonge, 62 jaar geen woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.
11 maart 1848, kof “ Drie Zusters”, kapitein Derk Tjibbes de Jonge, 64 jaar geen woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok, matroos en 2 lichtmatrozen.
01 juli 1848, kof “Drie Zusters”, kapitein Derk Tjebbes de Jonge, 64 jaar uit Oude Pekela Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.
In de 16 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Derk T. en Derk Tjebbes/Tjibbes de Jonge.
Het overzicht luidt:
1831-1848 kapitein op de kof “ Drie Zusters” ?-64 jaar
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeld D.T.de Jonge als gezagvoerder gedurende:
* 1855 van de 2/m sch. “Jantje Meyer”, verdere bijzonderheden ontbreken. Op weg van Newcastle naar Genua in de mist op de Kentish Knock stukgeslagen;
* 1857 t/m 1862 op de 2/m sch. “Jantje Meyer”, gebouwd in 1856 te Groningen, 191 ton o.m., varend voor J.D.Hoen te Hoogezand.
De “Jantje Meyer”, geladen met kolen, van Newcastle naar Genua, onder gezag van kapitein de Jonge, is op 30 oktober bij een dikke mist op de Kentishknock verbrijzeld.078.
Overige bijzonderheden
Een scheepsportret van de “Jantje Meijer” (1856, 191 ton) hangt in de permanente collectie van het Veenkoloniaal Museum te Veendam. Kapitein is D.T. de Jonge uit Wildervank varend voor rederij J.D.Hoen te Hoogezand Het schip is gebouwd in 1856 ter vervanging van de gelijknamige schoener, welke in 1855 op reis van Newcastle naar Genua in de mist op de kust van Kentish Rock werd stukgeslagen. Kapitein de Jonge was in 1857 weer in de problemen maar het schip bleef behouden. het schip werd op reis van Buenos Ayres naarÀntwerpen in de nacht van 13 op 14 juni 1857 overvallen door een pompera. Het schip voer onder vlagnummer 83 van het zeemanscollege van Wildervank. Het schip werd in 1863 verkocht aan Middelhof te Purmerend en omgedoopt in “Zwaluw”. Foto in mijn bezit.
Zie ook internet: www.veenkoloniaalmuseum.nl/journalen.html
Familiegegevens en opleiding
Teen Jaarsma werd op 05 september 1840 te Schiermonnikoog geboren als zoon van Louw Folkerts Jaarsma en Anke Teens Teensma.
Hij trouwde op 19 december 1866 als stuurman te Schiermonnikoog met Martha Alida Teensma, geboren te Schiermonnikoog op 12 januari 1844 als dochter van Gerrit Jans Teensma en Neeltje Haikes Zeilinga. Zij overleed op 21 juni 1914 te Den Helder. Het overlijden werd op 20 juli 1914 eveneens aangegeven te Schiermonnikoog.
Teen overleed te Soerabaya op 20 oktober 1886.
Java Bode 25 oktober 1886
De Soerabaija Courant meldt het volgende treffende geval van overlijden van kapt. Jaarsma van de WILLEM EGGERTS, die de 19e j.l. nog gezond en wel was te midden zijner collega’s, de nacht daaraanvolgende naar het hospitaal werd gebracht en de 20e j.l. een lijk was. Hij was onvoorzichtig geweest met het gebruik van veel ijswater toen hij sterk bezweet was. Deze zeeman was overigens een bedaard mens, die waarlijk geen gekheden deed. De ongelukkige laat een weduwe met kinderen na
Het echtpaar kreeg als kinderen:
* Louw Jaarsma, geboren 29 oktober 1867 te Schiermonnikoog. Deze huwde te Schiermonnikoog op 14 juni 1898 met Aukje Wiebes, dochter van Jacob Martens Wiebes en Aafke Jeppes Teensma. Overlijdensgegevens van Louw niet in Friesland teruggevonden. (opm) Louw overleed op 20.10.1908 te Livorno als kapitein van het s.s. LEDA.
* Gerrit Jaarsma, geboren 11 augustus 1875 te Schiermonnikoog. Hij overleed te Schiermonnikoog op 29 april 1892.
Bron: Tresoar
In de Bevolkigsregisters 1870-1880 en 1880-1917 te Den Helder komt geen T. Jaarsma voor.
Portretten van Teen Louwsz Jaarsma en Martha Alida Teensma staan op p. 73 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.L.Jaarsma was met vlagnummer 83 in de periode 1867 t/m 1886 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”. (werd in de ledenlijst van 1867 aangeduid als T.S. Jaarsma).
Hij was met vlagnummer 10 in de periode 1877 t/m 1886 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Er is in de ledenlijsten uit de Almanak van Sweys en de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart enige verwarring omtrent de initialen, die met zowel T.J. als T.L zijn aangeduid. Er is aangenomen, mede op grond van de vermelding van schepen, dat in alle gevallen van T.L.Jaarsma sprake is.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt T.L.Jaarsma als gezagvoerder gedurende:
* 1868 t/m 1870 van de 2/msch “Zwaluw” ex Jantje Meijer, gebouwd in 1856 te Groningen, 191 ton o.m., varend voor de Gebr. Middelhof te Purmerend,
Bouma025 , Sweijs021 en ook van Sluijs013 vermelden C.W.Jaarsma als gezagvoerder in:
* 1871 t/m 1875 op de bark “Tjilingsie” ex Pieter Schoenmaker, gebouwd in 1856 te Vlaardingen, 690 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend.
Ik neem aan dat hier sprake is van foutieve initialen en dat het ook hier gaat om Teen Louwz Jaarsma
* 1876 t/m 1880 op de bark “Tjilingsie” ex Pieter Schoenmaker, gebouwd in 1856 te Vlaardingen, 690 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend;
* 1881 t/m 1885 van de bark “Zwerver” ex Strathdon, gebouwd in 1860 te Aberdeen, 1010 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend.
In navolgend verslag in het tijdschrift “De Zee” wordt als bouwjaar opgegeven “1859 te Aberdeen, welke plaats gerenommeerd is voor bizonder goeden bouw; … “
* 1885 t/m 1886 van de ijzeren bark “Willem Eggerts”, gebouwd in 1885 te Paisley, 1535 ton o.m., varend voor N.Brantjes te Purmerend.
T.L.Jaarsma was in 1885/1886 kapitein van de ijzeren bark “Willem Eggerts”, gebouwd in 1885 bij McIntyre, Paisly, Clyde, Schotland, 1298 ton, varend voor rederij N.Brantjes te Purmerend052.
Een afbeelding van de ijzeren bark “Willem Eggerts” staat op p.64 Het portret is in bezit van W. Maris-Faber te Schiermonnikoog.
Een afbeelding van de bark “Zwerver”staat op p. 72 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het portret hangt in hotel van der Werff te Schiermonnikoog
Overige bijzonderheden
In een artikeltje in het Noord-Hollands tijdschrift “De Speelwagen” uit 1951, 6de Jg. p.38-40 staat een herinnering van C.Oud uit Purmerend onder de titel “`Zeilschepen te Purmerend op het eind van de 19de eeuw”.
“De firma Brantjes (een houthandel in Purmerend) had zelf ook zeilschepen, waarvan ik mij nog de barken “Christoforos” en “Koophandel” en de brik “Marie” herinner. De “Koophandel” is in de Oostzee gestrand en verlaten, en de “Marie” na aanvaring in de Oostzee voor sloop verkocht.
“…De firma Brantjes had ook nog een mooi ijzeren zeilschip, de “Willem Eggerts”, een schip, dat nooit in Purmerend kwam, in tegenstelling met de “Koophandel” en de “Marie”, die als regel in Purmerend overwinterden.”
In (vermoedelijk) de Nieuwe Dokkummer Courant, waarvan ik de aflevering plus jaar niet heb gekregen, staat een rubriek “Uit de oude foto-doos” door Bram Spier. Daarin een brief van ene Epke van der Geest (85 jaar) uit Ameland, die zegt zich te herinneren dat ene Douwe Borsch in het laatst van de vorige eeuw (dus de 19e eeuw) heeft gevaren op de “Willem Eggerts” onder kapitein Janneke Grilk. “In 1940 zag Dirk Borsch (de zoon van Douwe Borsch) op een wandeling door Amsterdam bij een kunsthandelaar of antiquair een olieverfschilderij hangen waarop de “Willem Eggerts” was afgebeeld. … Hij heeft er f200,- voor betaald. … Tegenwoordig is het schilderij in het bezit van een dochter van Dirk Borsch die in Alkmaar woont. …
Na deze telefonische informatie die we vanaf Ameland ontvingen, bracht de post ons een brief van de heer H.KONING van Schiermonnikoog, die ons het volgende berichtte: Er bestaat nog een schilderij van de ‘Willem Eggerts’ nl één uit 1885, van de hand van de her JAARSMA. Dit schilderij hing omstreeks 1912 in de zeevaartschool. … Toen ik in 1957 benoemd werd aan de openbare lagere school op het eiland hing daar in de klas hetzelfde schilderij als in de zeevaartschool. …
Het bijzondere van de ‘Willem Eggerts’ is toch wel geweest dat in de 25 jaar dat het schip onder de Nederlandse vlag gevaren heeft steeds onder commando is geweest van een kapitein van Schiermonnikoog: TEUNIS JAARSMA 1885-1886; FEYE KARST 1887; JANNEKE GRILK 1888-1899; HENDRIK FEYES 1899-1910. Het schip werd daarna verkocht naar Natal.”
Een journaal van een reis van de “Willem Eggerts” bevind zich in het archief van het Bezoekerscentrum op Schiermonnikoog. Het behandelt c. 1905 een reis onder kapitein Feyes naar NOI.
In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de rederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. De laatste verstrekt certificaten van zeewaardigheid die voor het Ministerie van Koloniën redenen zijn om schepen al of niet een bevrachtingsopdracht naar NOI te verstrekken. De correspondentie van reder Brantjes vindt zijn aanleiding in het eisenpakket voor reparatie van de assurantiemaatschappij voor het schip “Zwerver” onder kapitein T.L.Jaarsma. Brantjes vindt deze eisen absurd en wijt dit mede aan de onoordeelkundigheid van de inspecteurs van de assuradeur.
Omdat een dergelijk geval zich ook heeft voorgedaan bij een beoordeling van het schip “Admiraal de Ruiter” van reeder F.R.P.Victor (kapitein G.H.Timmerman) veralgemeniseert de Permanente Commissie de discussie tot de werkwijze van de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. met af en toe referentie naar de strijdpunten omtrent de “Zwerver” en de “Admiraal de Ruiter”. De correspondentie is af en toe behoorlijk fel en verzandt, vooral door de opstelling van de Assuradeuren, (mening van Parma) tot een wellis-nietes discussie, zonder dat er een compromis wordt bereikt.
Tijdschrift staat op zaal in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam.
Familiegegevens
Gerben werd geboren op 29.05.1830 te Bolsward als z.v. Tjerk Sjoerds Mensonides en Grietje Lolkes de Groot.
Gerben (25) trouwde op 20.09.1855 te Harlingen met Baukje Klasen de Jong (27) – geb. 08.04.1828 te Terschelling – d.v. Klaas Dirksz de Jong en Stijntje Piers Dijkstra.
Gerben overleed op 21.04.1897 te Harlingen (66).
Kinderen
- Jan – geb. 30-12-1855 te Harlingen.
- Klaas – geb. 03.01.1859 te Harlingen.
- Tjerk – geb. 06.08.1861 te Harlingen.
- Christina – geb. 05.11.1867 te Harlingen.
- Margretha - geb. 05.11.1867 te Harlingen.
- Sjoerd - geb. 17.09.1870 te Harlingen.
De schepen van de kapitein
* 1869 – 18.. van het kofschip JACOBA LUCRETIA – geb. 1829
* 1876 – 1877 van de schoener JANTJE MEIER – geb. 1856
* 1877 – 18.. van het zeilschip ARGO – geb. 1852
Hieronder de gegevens van de heer S. Parma:
Familiegegevens en opleiding
Overleen op 21 april 1897 te Harlingen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Gerben Mensonides werd per 24 januari 1870 met vlagnummer 38 ingeschreven als lid van het zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Jacoba Lucretia", boekhouders B.van Loon & Zn. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Baukje Klazes de Jong, geboortedatum niet vermeld. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 5 kinderen.
Hij was met vlagnummer 38 lid van het College in de periode 180-1897034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Hij overleed te Harlingen op 21 april 1897. Zijn weduwe had recht op een uitkering uit het fonds van ¦1600,- uit te keren in 18 halfjaarlijkse termijnen028-fol.128.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
38 1869-1874 kof Jacoba Lucretia (ex Amicitia, ex Albina) B.van Loon & Zn, Harlingen
1875-1876 2/m sch. Zwaluw (ex Jantje Meijer) B.van Loon & Zn, Harlingen
1877-1885 sch.brik Argo B.van Loon & Zn, Harlingen
in 1886 verlaten op reis van Londen naar Dantzig, Swinemünde binnengesleept
Bouma025 vermeldt G.Mensonides als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1876 van de kof “Jacoba Lucretia” ex Amicitia, ex Albina, gebouwd in 1829 te Dordrecht, 151 ton o.m., varend voor B.van Loon te Harlingen;
* 1876 t/m 1877 op de 2/mSch. “Zwaluw” ex Jantje Meijer, gebouwd in 1856 te Groningen, 101 ton o.m., varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen;
* 1878 t/m 1886 van de sch.brik “Argo”, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 241 ton o.m., varend voor de B.van Loon & Zn te Harlingen. Het schip werd verlaten op de reis van Londen naar Danzig en te Swinemünde binnengesleept.
Overige bijzonderheden
In het Hannemahuis te Harlingen liggen scheepspapieren en de koperen documententrommel van de schoenerbark "Argo" onder gezag van kapitein G.Mensonides. De reder was J.H.W.van Loon (Bouma025 zegt B.van Loon & Zn te Harlingen). (Foto in Lexicondocumentatie.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Jongman was in de periode 1877-1882 met vlagnummer H50 eersteklas lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd niet ingeschreven in de Inschrijfregisters en de gegevens zijn ontleend aan de ledenlijsten van "Sweijs"034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H50 1874-1875 kof Catharina Elisabeth (ex Clara Maria) B.van Loon & Zn, Harlingen
1876 kof Jacoba Lucretia (ex Amicitia, ex Albina) B.van Loon & Zn, Harlingen
1877 2/m sch. Zwaluw (ex Jantje Meijer) B.van Loon & Zn, Harlingen
1879 sch.br. Pedro T.Vellinga, Harlingen
Bouma025 vermeldt H.Jongma als gezagvoerder gedurende:
* 1874 t/m 1876 van de kof “Catharina Elisabeth” ex Clara Maria, gebouwd in 1837 te Papenburg, 125 ton o.m., varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen;
* 1877 van de kof “Jacoba Lucretia” ex Amicitia, ex Albina, gebouwd in 1829 te Dordrecht, 151 ton o.m., varend voor B.vam Loon te Harlingen;
* 1878 op de 2/mSch. “Zwaluw” ex Jantje Meijer, gebouwd in 1856 te Groningen, 101 ton o.m., varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen. Het schip werd in 1879 door de reeder herdoopt in “Catharina Elisabeth”;
* 1880 van de schbrik “Pedro”, gebouwd in 1859 te Columbia Falls, Maine, USA, 159 ton o.m., varend voor T.Vellinga & Co te Harlingen;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Molenaar was met vlagnummer 46 in de periode 1874-1882 lid eerste klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd niet in de Collegeregisters ingeschreven en de navolgende gegevens zijn afkomstig uit de ledenlijsten van "Sweijs"034.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H46 1872-1876 sch.brik Argo S.Tromp Meesters, Steenwijk
1877 kof Jacoba Lucretia (ex Amicitia, ex Albina) B.van Loon & Zn, Harlingen
1878 kof Zwaluw (ex Jantje Meijer) B.van Loon & Zn, Harlingen
1879 2/m sch. Catharina Elisabeth (ex Zwaluw, ex Jantje Meijer) B.van Loon & Zn, Harlingen
december gestrand bij Ringköbing
Bouma025 vermeldt G.Molenaar als gezagvoerder gedurende:
* 1873 t/m 1877 van de sch.brik “Argo”, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 241 ton o.m., varend voor H.& S.Tromp Meester te Steenwijk;
* 1878 t/m 1879 van de kof “Jacoba Lucretia” ex Amicitia, ex Albina, gebouwd in 1829 te Dordrecht, 151 ton o.m., varend voor B.van Loon te Harlingen;
* Bouma noemt G.Molenaar niet als gezagvoerder van de “Zwaluw”;
* 1879 t/m 1880 van de 2/msch “Catharina Elisabeth”, ex Zwaluw, ex Jantje Meyer, gebouwd in 1856 te Groningen, 164 ton o.m., varend voor B.van Loon & Zn te Harlingen. Het schip is gestrand bij Ringköbing.
Overige bijzonderheden
Harlinger Courant dd 05 december 1874, Scheepstijdingen.
Binnengekomen:
“Harlingen 3 Dec. Argo, G.Molenaar, Sundsvall.”
|