Familiegegevens en opleiding
Jurrien de Jonge werd geboren te Wildervank op 22 november 1824 als zoon van de scheepstimmerman Fokke Luitjes de Jonge en Koopien Jacobus Kuiper.
Jurrien trouwde op 27 november 1851 te Nieuwe Pekela als buitenvaarder met Jantje Kornelius Hekman, geboren te Nieuwe Pekela op 16 augustus 1822 als dochter van de timmerman Kornelius Derks Hekman en Hillechien Stoffers Raske. Jantje zou zijn overleden in 1879 te Antwerpen (https://www.werelate.org/wiki/Person:Jantje_Hekman_(1))
Jurrien is vóór 1879 geëmigreerd naar Antwerpen en wellicht aldaar overleden na 1879. (https://www.werelate.org/wiki/Person:Jurrien_de_Jonge_(1))
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Jurrien vermeld als buitenvaarder in 1851, 1852, als schipper in 1855, 1857, 1859, 1860.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.F.de Jonge was met vlagnummer R419 in de periode 1855 t/m 1870 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.F. de Jonge was effectief lid van het Veendammer zeemancollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer 46 in de periode 1874 t/m 1885.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschapij (MaritiemMuseum, Rotterdam) staat kapitein J.F. de Jonge met vlagnummer R419 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 schoener “Arnoldina Catharina” 85 last voor P.Rademakers te
Delfshaven
* 1858, 1859, 1862 t/m 1864 galjoot “Jantina Kobina” 76 last voor J.J.Koerts te Pekel-A
* 1865 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1866, 1867 schoenerbrik “Jantina” 99 last voor J.J.Koerts te Pekela
Bouma025 vermeldt J.F. de Jonge als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1865 van de galjoot “Jantina Kobina”, gebouwd in 1858 te Pekela, 144 ton o.m., varend voor J.J.Koerts te Pekela. Het schip werd in 1865 afgekeurd;
* 1867 t/m 1868 van de schoenerbrik “Jantina”, gebouwd in 1866 te Pekela, 187 ton o.m., varend voor J.J.Koerts te Pekela. Het schip voer in 1869 voor kapitein/eigenaar F.K.Riks en was herdoopt in “Berendina”
* 1874 van de schoenerkof “Ommelander Wijk”, ex Barend Bulsing, ex Titia & Margaretha, gebouwd in 1858 te Hoogekerk, 87 ton o.m., varend voor H.P.Panman te Veendam. Het schip wer in 1874 vermist gaande van Petersburg naar de Noordzee;
* 1874 t/m 1881 van de 2-mastschoener “Maria”, gebouwd in 1862 te Veendam, 157 ton o.m., varend voor F.P. de Jonge te Veendam. Het schip is in 1881 in de Noordzee gezonken.
In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat J.F. de Jonge als gezagvoerder van de “Maria” met vlagnummer 46.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeld:
06 juni 1848, kof “Frouwina Elisabet”, kapitein Meilof Jans de Jonge, matroos J.F. de Jonge, 23 jaar.
Overige bijzonderheden
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096:
Ingekomen:
“Genua 28 Febr. Maria, J.F. de Jonge, Londen”
Melding van het overboord slaan en verdrinken op 23 september 1865 van de stuurman van het galjootschip “Jantina Kobina” onder kapitein Jurrien Fokkes de Jonge op 69o29’NB/9o14’OL.