Familiegegevens en opleiding
Harm Geerts Meijer werd geboren 09 maart 1818 als zoon van de kledermaker Geert Harms Meijer en Grietje Alberts Kral.
Harm trouwde op 17 maart 1847 te Wildervank als zeeman met Anna Berends Dunenborg, geboren te Wildervank op 06 maart 1817 als dochter van de kleermaker, later “blaauwverver” Berend Wessels Dunenborg en Susanna Burghart. Anna Berends overleed op 23 februari 1898 te Hoogezand, 80 jaar, weduwe.
Harm Geerts overleed op 27 september 1889 te Veendam, 71 jaar, zonder beroep.
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Harm Meijer vermeldt als zeeman in 1847 en zonder beroep in 1889.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.G.Meijer werd in 1868 ingeschreven als effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 9 en wisselde in 1869 naar het vlaggelidmaatschap met vlagnummer 13 tot aan 1875
H.G.Meijer was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nt der Zeevaart” met vlagnummer H9 resp. 201 in de periode 1856 t/m 1865.
Opmerkingen
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
H.C.Meijer Bato 07 februari 1860 niet vermeld
Bouma025 vermeldt H.G.Meijer als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1856 van de kof “Nicola Uil”, gebouwd in 1852 te Hoogezand, 110 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd in 1856 overvaren door het Franse oorlogsschip “Chaptal”. De bemanning werd naar Konstantinopel gebracht;
* 1874 van de tjalk “Catharina Ricardi”, gebouwd in 1863 te Foxhol, 65 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.
Bouma025 vermeldt H.C.Meyer als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1864 van de schoenerbrik “Bato”, gebouwd in 1858 te Sappemeer, 215 ton o.m., varend voor D.Romkes te Imedam.
In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt H.G.Meijer vermeld als gezagvoerder van de “Bato” met vlagnummer H9 resp. 201.
De collectie monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermeldt:
17 februari 1836, schip “Geerdina, schipper Eilt Alberts Doewes, kok Harm Geerts Meijer.
03 maart 1838, smak “Geziena”, schipper Philippus Klaassens de Boer, matroos Harm Geerts Meijer,
20 maart 1840, schip “Alida”, kapitein Hindrik Folkers Dedde, matroos Harm Geerts Meijer, 22 jaar.
23 februari 1848, kof “Geerdina”, schipper Eilt Alberts Doewes, stuurman Harm Geerts Meijer.
12 januari 1850, kof “Prudenter”schipper Jakob Tonnis Hansens, stuurman Harm Geerts Meijer.
29 juli 1851, schonerkof “Amelia”, schipper H. van Weerden Poelman, stuurman Harm Geerts Meijer, 33 jaar uit Wildervank.
05 mei 1852, galjoot “Nicola Uil”, schipper Harm Geerts Meijer, 34 jaar uit Veendam
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant dd 25 oktober 1874 staat in de rubriek SCHEEPSTIJDINGEN het volgende bericht096:
“Binnengekomen
ZAANDAM KOOGER POLDER 18 Oct. Catharina Ricardi, H.C.Meijer, Londen.”
Familiegegevens en opleiding
Petrus werd geboren op 29 oktober 1835 te Veendam als zoon van de borstelmaker Johannes Jannes Huizing en Johanna Bernardie Wilmink.
Petrus trouwde op 17 januari 1866 te Veendam als zeeman met Catharina Johanna Susanna Veenker, geboren ca, 1840 te Veendam als dochter van de “kleedermaker”, Jan Veenker en Maria Berends Wessels. Catharina overleed op 03 januari 1925 te Heemstede, 85 jaar, weduwe.
Petrus Huising overleed op 27 december 1893 te Rotterdam.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Petrus als zeeman in 1866, als schipper in 1867, 1870.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
P.J.Huizing was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer H9 resp. 201 in de periode 1866 t/m 1885.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P.J.Huizing als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1870 van de schoenerbrik “Bato”, gebouwd in 1858 te Sappemeer, 215 ton o.m., varend voor D.Romkes te Hoogezand;
* 1871 t/m 1872 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.D.Romkes te Sappemeer. Het schip is gezonken tussen Riga en Antwerpen. De bemanning werd gered;
* 1875 t/m 1880 van de 2-mastschoener “Emma”, gebouwd in 1875 te Veendam, 157 ton o.m., varend voor J.Romkes v/d Goot te Sappemeer. Het schip is in 1880 op de baar van Rio Grande gestrand.
In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat P.J. Huizing als gezagvoerder van de “Emma” met vlagnummer H9 resp. 201.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
26 juni 1852, kof “Triton”, schipper “Reinder Hindriks Nagel, kok Petrus Johannes Huising.
18 juni 1853, galjoot “Alida”, schipper Jelte Jans Prins, kok Petrus Jacobus Huizing(Huising), 17 jaar uit Veendam.
26 januari 1856, kof “Roelfina Kuiper”, schipper Jan Abrahams Hazewinkel, matroos Petrus Jacobus Huizing.
31 januari 1857, kof “Roelfina Kuiper”, schipper Jam Abrahams Hazewinkel, matroos Petrus Jacobus Huizng, 21 jaar uit Veendam.
21 augustus 1873, galjoot “Harmannus Henderika”, kapitein Petrus Jacobus Huizing, 37 jaar uit Veendam.
Overige bijzonderheden
Geen