Familiegegevens en opleiding
Cornelis Cornelisz Ruige werd geboren te Terschelling op 21 juni 1821. Bij de deelname aan het Weldadig Zeemans Fonds per 20 juni 1854 was hij ongehuwd, maar hij trouwde later met Jetske Gerrits Mulder, geboren te Capelle aan de IJssel op 03 oktober 1832. Toegevoegd is: “den 11 April 1856 Voor de Voortde deelne bedankt”003.
Cornelis Cornelisz Ruige werd geboren op 27 juni 1821 te Terschelling als zoon van Cornelis Iemkes Ruige en Klaaske Cornelis Cupido.
Hij huwde voor de eerste maal op 30 december 1846 met Geertje Zorgdrager, geboren te Terschelling op 01 juli 1825 als dochter van Cornelis Cornelis Zorgdrager (landbouwer) en Antje Jacobs Wagenaar en overleden te Lies (Terschelling) op 27 december 1847.
Na haar overlijden huwde Cornelis Ruige voor de tweede maal op 11 april 1856 te Alblasserdam met Jetske Mulder, geboren op 03 oktober 1833 te Terschelling als dochter van Gerrit Jans Mulder (zeeman) en Trijntje Wigles Swart en aldaar overleden op 03 oktober 1914.
Cornelis overleed op 18 maart 1884 te Bridgetown op Barbados in een particulier ziekenhuisje en werd aldaar begraven op 19 maart 1884
Cornelis Cornelisz. Ruijg, koopvaardijkapitein, geboren te Terschelling rond 1822, wonende aldaar, zoon van Cornelis Jemkes Euijg en Klaaske Cornelis Cupido062.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.C.Ruige werd met vlagnummer 866 per 10 februari 1852 effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.E.Swart. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Maria". Toegevoegd is "bedankt".002. Ten tijde van de inschrijving was Ruige 30 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 03/10 februari 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Cornelis Ruige, oud 30 jaar, voerend de schonerkof “Maria”, wonend te Terschelling, op voordracht van kapitein kapitein G.E.Swart.023.
C.C.Ruige was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1852 t/m (minstens) 1871 (wellicht 1884) met de vlagnummers 866 (1852 t/m 1854) en 472 (1854 t/m minstens 1871)
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
866 1852-1853 sch.kof Maria geen opgave
472 1854-1856 bark Stad Leyden Craandijk & Dercksen
1857-1866 fregat Hollandia idem
1867-1871 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.C.Ruige als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1854 van de bark/galjoot “Maria”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 140 ton o.m., varend voor P.H.Kraandijk Jr te Amsterdam;
* 1855 t/m 1857 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam door scheepsbouwmeester P.Kater, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1859 t/m 1867 van het fregat “Hollandia”, gebouwd in 1858 te Monnikendam, 567 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1877 t/m 1880 van de bark “Vesta”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 437 ton o.m., varend voor Craandijk & Derckesen te Amsterdam. Het schip werd in 1880 te Macassar afgekeurd en verkocht;
* 1881 t/m 1884 van de bark “Clara” ex Springbok, gebouwd in 1862 te Sunderland, 293 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Terschelling. Het schip voer in 1885 voor J.J.v/d Berg te ’s Gravenhage en was herdoopt in “Cornelis”.
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
C.Ruige Hollandia 29 juni 1860 12 mei 1862
Hollandia 29 oktoberr 1862 niet vermeld
Hollandia 08 december 1864 29 maart 1867
Cornelis Cornelisz Ruige was kapitein op de volgende schepen:
"1853-1854 op de schoenerkof "Maria" gebouwd in 1837, 140 ton, reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Het bevel over dit kofschip nam hij in 1853 over van kaptein C.C.Rotgans, eveneens Terschellinger van geboorte. De "Maria" is in 1856 op reis van Amsterdam naar Dantzig op de Noordzee vergaan. Het volk werd gered (Kapitein was H.Meyer).
1854-1857 op de "Stad Leyden", een fregat, groot 230 last (436 ton), gebouwd in 1854 op de werf J.de Kater (of J.J. Kater Pz) te Monnikendam, reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Kapitein Ruige haalde dit schip nieuw van de werf. ...
1858-1867 op de "Hollandia", een driemast clipperfregat van 459 ton, waarvan in 1857 de kiel werd gelegd op de werf van J.de Kater te Monnikendam. Ook dit schip was van de reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam. In 1876 werd de "Hollandia" na averij aan de Kaap afgekeurd en verkocht.
1877-1880 Op de "Vesta", een bark, groot 231 last (437 ton), gebouwd in 1855 te Alblasserdam door de werf van C.Smit. In 1876 werd deze bark door de Amsterdamse reders Craandijk & Dercksen aangekocht van de reder T.Schol, eveneens te Amsterdam. De "Vesta" werd in 1880 te Maccassar afgekeurd ...(zie ook bij C.A.Bakker).
1881-1884 op de "Clara", ex "Springbok", een bark van 293 ton, gebouwd in 1862 en door kapitein Ruige in 1880 te Liverpool aangekocht. In 1885 ... verkocht aan de reder J.J.van der Berg en hernoemd "Cornelis". (Kapitein Poldervaart.) ..10-p.60/64
Overige bijzonderheden
Nadat kapitein Ruige in 1867 het bevel over de "Hollandia" aan zijn opvolger, kapitein G.G.J.Westerveld, had overgedragen, vestigde hij zich op zijn geboorte-eiland Terschelling. Voordien was hij tijdelijk woonachtig geweest in Alblasserdam. Deze verplaatsing naar het eiland was kennelijk als blijvend bedoeld, maar het lot zou anders beslissen. In de periode, dat hij op Terschelling woonde, bekleedde kapitein Ruige verschillende openbare functies, waarvan zijn lidmaatschap van de gemeenteraad de belangrijkste was. Als raadslid ijverde hij sterk voor verbetering van het zeevaartkundig onderwijs en daarmee in verband staande voor de bouw van een zeevaartschool. In de raadsvergadering van 19 november 1871 vraagt Ruige om, in navolging van het buureiland Vlieland, ook op Terschelling zo spoedig mogelijk te zorgen voor een dergelijk instituut. Reeds in 1872 wordt er een commissie gevormd, die tot taak heeft de mogelijkheden om tot de bouw van een zeevaartschool te komen, nader uit te werken. Klaarblijkelijk loopt alles vrij vlot, want op 1 januari 1875 wordt de school geopend, waaraan Ruige ook enige tijd leraar zal zijn. In dat jaar zien we de heer Ruige nog benoemd als lid van de schoolcommissie. een toeziend orgaan van het zeevaartkundig onderwijs. Van 1869-1876 was kapitein Ruige lid van de plaatselijke commissie van het reddingswezen. Als kapitein Ruige in deze periode, door lenen aan een onbetrouwbare vriend, veel van zijn spaarpenningen verliest, is hij genoodzaakt in 1877 weer bij zijn vroegere rederij, de reders Craandijk & Dercksen te Amsterdam, te monsteren. Hij krjgt dan het bevel over de bark "Vesta" en voert dit schip tot 1880. In dat jaar koopt hij in Liverpool de bark "Springbok" en noemt het schip "Clara", naar zijn oudste dochter. De "Clara" krijgt Terschelling als thuishaven. Als kapitein-reder maakt hij met de "Clara" reizen naar Spanje, Afrika, Zuid-Amerika en Ned.West-Indië. In het begin van het jaar 1884 vertrekt kapitein Ruige van Amsterdam voor een reis naar Suriname. Zijn veertienjarige dochter smeekt hem dan de reis te mogen meevaren, wetende dat haar vader ziek is. Haar moeder geeft haar geen toestemming. In de "West" verergert de ziekte van kapitein Ruige en hij is genoodzaakt op Barbados zijn schip te verlaten. In Bridgetown wordt hij in een particulier ziekenhuisje opgenomen en verpleegd. Het mag niet baten. Op 18 maart 1884 sterft kapitein Ruige en de daaropvolgende dag wordt hij te Bridgetown begraven. Zij schip, de "Clara", wordt in december 1885 door zijn eerste stuurman thuisgevaren en ... verkocht aan de reder J.J.van der Berg, die het schip herdoopt in "Cornelis". In 1893 wordt het schip ... te Monster gesloopt010-p.60/64.
Het artikel in “Terschelling buitengaats” van Dekker & Rogge, 1972, bevat een foto van Cornelis Cornelisz Ruige.
(zie ook: "Het zeevaartkundig onderwijs op Terschelling" door P.van Leunen in Cornelis Douwe nr.17 juni/juli 1966 pp.328-337.
Van 1859-1871 had Terschelling één rederij nl. W.W.Rotgans en J.G.Rotgans. Van 1872-1881 was Terschelling "rederloos", maar van 1881-1884 zien we kapitein C.C.Ruige als reder met zijn schip, de bark "Clara", ex "Springbok", 293 ton, gebouwd in 1862, aangekocht in Liverpool010-p.14.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Kapitein G.G.J.Westerveld nam in 1867 het bevel over de driemast-clipper "Hollandia" over van kapitein Cornelis Cornelisz Ruige. Het schip mat 459 ton en de kiel werd gelegd in 1857 op de werf van J.de Kater te Monnikendam. In 1876 werd het schip na averij aan de Kaap afgekeurd en verkocht010-p.62.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Geen
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen dd. 30 juli 1857 van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” vraagt kapitein Nieuwenhuis effectief lid te mogen worden “ofschoon voor zijne laatste reize niet hebbende deelgenomen”. Het verzoek wordt afgewezen als strijdig met artikel 8 van het Reglement. (Dit regelt de toelating door het Bestuur. Kennelijk voldoet deze kapitein niet aan de eisen voor lidmaatschap).
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
H.Nieuwenhuis Hollandia 12 oktober 1867 08 augustus 1868
Bouma025 vermeldt H.Nieuwenhuis als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1860 van de sch.brik “Equator”, gebouwd in 1851 te Hoogezand, 128 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1861 t/m 1867 van de bark “Quatre Bras”, gebouwd in 1853 te Monnikendam, 303 ton o.m., varend voor Craandijk & Derksen te Amsterdam;
* 1871 van de bark “Quatre Bras”, gebouwd in 1853 te Monnikendam, 303 ton o.m., varend voor Craandijk & Derksen te Amsterdam. Het schip werd in 1871 verkocht te Singapore. Het voer daarna onder Engelse vlag onder de naam “Norma”;
* 1868 t/m 1873 van het fregat “Hollandia”, gebouwd in 1858 te Monnikendam, 567 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam.
Is die reis uit 1871 met de “Quatre Bras” een tussentrip geweest?
Overige bijzonderheden
NRC 21 mei 1869114
Kaap de Goede Hoop, 19 april. De 9e dezer is in de Simonsbaai lek binnengelopen het Nederlandse barkschip HOLLANDIA, kapt. H. Nieuwenhuijs, van Amsterdam naar Macassar bestemd. Er is een inspectie aan boord gehouden, en toen bevonden, dat het schip drie duim water in het half uur maakte, en ofschoon een gedeelte van de lading reeds geland is, is het lek niet verminderd. Men gaat dus voort met lossen.
NRC 23 mei 1869114
Amsterdam, 22 mei. Volgens brief van kapt. H. Nieuwenhuis, voerende het Nederlandse schip HOLLANDIA, van hier naar Macassar, d.d. Simonsbaai 9 april, aldaar met schade binnen, had het schip de 23e januari, en vervolgens van 29 dito tot 9 februari hevige stormen doorgestaan, waarin het geheel onder de zee bedolven lag en lek sprong. Na het ophouden van de storm de lekkage niet verminderende, besloot de kapitein tot herstel der schade in de Simonsbaai binnen te lopen.
NRC 11 juni 1869114
Amsterdam, 10 juni. Volgens brief van Kaap de Goede Hoop, d.d. 4 mei, wordt aangaande het Nederlandse schip HOLLANDIA, kapt. H. Nieuwenhuis, nader gemeld, dat op de 22e april een tweede expertise aan boord heeft plaats gehad, en bevonden is dat het lek niet verminderd was. De oorzaak daarvan niet kunnende ontdekken, hebben experts aanbevolen het schip op de helling te halen, het koper af te nemen en vervolgens goed te klamaaien (opm: naden dichtslaan), breeuwen en opnieuw te koperen. De 30e daaraanvolgende is het op de helling gehaald. Men is thans bezig met het koper af te nemen en het schip te breeuwen. Het blijkt zwaar te hebben gewerkt, de naden onder het koper staan open, waarvan enige bladen, benevens een stuk van de loze kiel, weg te zijn.
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Wilhelm Hissink, Hervormd-Waalse Gemeente, 144 duim lang, werd ingeschreven als leerling aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 27 augustus 1853, Hij werd geboren te Zutphen op 24 oktober 1839 als zoon van Louis Armand Hissink, onderwijzer te Zutphen en Alida Cornelia Snellebrand. De vorderingen van de leerling werden bijgehouden in 3-maandelijkse rapporten in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts werden de volgende opmerkingen gemaakt:
04 augustus 1854 "bekomt den 1sten Prijs in de 1ste of laagste Classe Zeevaartkunde zijnde Badon Ghyben Beginselen der Meetkunde".
28 februari 1855 "bekomt een Certificaat wegens voortdurend gehouden uitmuntend gedrag, omdat hem bij de loting onder de vier daartoe aangewezen jongelingen het Horologie uit het fonds L.Zegers Veeckens niet heeft mogen te beurt vallen".
03 augustus 1855 "bekomt den 1sten Prijs in de 2de of middelste classe Zeevaartkunde, zijnde Kaiser Sterrenhemel 1e deel en Ontdekking der Planeten".
31 oktober 1855 "geplaatst als Jongen op het schip Marinus Willem Capt.van Duyn (is P.van Duyn) naar Bengalen voor Zierikzee. Gagie ¦8,-".
01 augustus 1856 "bekomt den hoogsten Prijs in de 3de of hoogste classe Zeevaartkunde zijnde de Octant (Kinsbergen)".
18 maart 1857 "terug van de reis met goed attest".
05 mei 1857 "gepl. als ligtm. op 't Schip Elisabeth Antoinette Capt. Besier naar Batavia voor Amsterdam. Gagie ¦12,--."
20 maart 1858 "terug van de reis met goed attest
24 maart 1858 "eervol ontslagen"004(533/2308).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.W.Hissink (adres Gebr. Goedkoop) werd met nr 888 effectief lid van Zeemanshoop per 14 juli 1874. Degene die hem voorstelde als effectief lid is niet vermeld. Zijn schip was de "Urania". Is overgeschreven uit het honoraire lidmaatschap002.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 augustus 1874 staat vermeld een: “Missive van de Heeren Gebr. Goedkoop verzoekende kapitein C.W.Hissink voerende het clipperschip Urania over te schrijven op Effectief Lid aan welk verzoek is voldaan, zullende genoemde Kapitein voeren de Nummervlag No 888.”023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1874 staat een verzoek van kapitein C.W.Hissink om zijn honoraire lidmaatschap te mogen omzetten in een effectief lidmaatschap voor de vlag. Dit wordt toegestaan.042.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
888 1874 fregat Urania Gebr.Goedkoop
1875-1877 geen opgave van schip en boekhouder
1878-1881 bark Y-hoek P.Haverkamp
1882-1888 geen opgave van schip en boekhouder
C.W.Hissink was in 1876-1882 kapitein van de houten bark “IJhoek”(ex-Staatsraad van Ewijck), gebouwd in 1856 als fregat door P.Haverkamp te Amsterdam, 749/636 ton, varend voor P.Haverkamp te Amsterdam025 en 052.
Bouma025 vermeldt C.W.Hissink als gezagvoerder gedurende:
* 1871 t/m 1873 van het 3/mschip “Stad Leyden”, gebouwd in 1854 te Monnikendam, 436 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1874 van het fregat “Hollandia”, gebouwd in 1858 te Monnikendam, 567 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1875 van het fregat “Urania”, ex Socotra, gebouwd in 1874 te St.John, 1410 ton o.m., varend voor de Gebr. Goedkoop te Amsterdam;
* 1878 t/m 1882 van de bark “IJ-hoek”, ex Staatsraad Comm. van Ewijck, gebouwd in 1856 te Amsterdam, 749 ton o.m., varend voor P.Haverkamp te Amsterdam. Het schip werd in 1882 verkocht naar Noorwegen als “Amsterdam”.
Overige bijzonderheden
In 1878-1880 maakte Jan Pronker (de broer van kapitein Teunis Pronker) als 2de stuurman twee reizen op de bark “IJhoek” onder kapitein C.W.Hissink, beide naar Indië052.
C.W.Hissink vertrok op 26 december 1870 van Nieuwediep met de “Stad Leijden” en 1 landmachtofficier naar Indië. De aankomstdatum is niet vermeld065.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt H.v/d Velden als gezagvoerder van/in:
* 1875 t/m 1876 van het fregat “Hollandia”, gebouwd in 1858 te Monnikendam, 567 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam. Het schip werd in 1876 te Kaapstad afgekeurd;
* 1878 van de brik “Plutus” ex Willem Jacobus, ex Suzanna, gebouwd in 1847 te Alblasserdam, 212 ton o.m., varend voor Craandijk & Derckesen te Amsterdam;
* 1880 t/m 1882 van de bark “Hollandia” ex Cambridge, gebouwd in 1857 te Sunderland, 486 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam;
* 1884 van de bark “Hollandia” ex Cambridge, gebouwd in 1857 te Sunderland, 486 ton o.m., varend voor Craandijk & Dercksen te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
|