Familiegegevens en opleiding
Maarten Spaanderman werd geboren op 02 augustus 1823 te Oud- en Nieuw Mathenesse (tussen Rotterdam en Schiedam), als zoon van de Katwijker Maarten Spaanderman en Elisabeth Smits uit Maassluis. In 1830 verhuisde het gezin naar Noordwijk waar Maarten de lagere school zal hebben bezocht. Waarschijnlijk is hij daarna voor de mast gaan varen en heeft tussen de reizen door zeevaartonderwijs gevolgd in Rotterdam.
Hij huwde in 1851 te Katwijk met Jacoba Cornelisd. van der Plas, geboren te Katwijk aan Zee op 05 oktober 1827 als dochter van Cornelis Leenderts van der Plas en Alida Jacobs Parlevliet. Zij overleed op 16 juli 1886 te Vlissingen.In de trouwakte wordt Rotterdam als woonplaats vermeld en is Maarten stuurman.
Hij overleed te Vlissingen op 22 februari 1889, 65 jaar, weduwnaar. Hij staat in de overlijdensakte vermeld als stuurman.
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman. (niet ingezien, wellicht op het CBG)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.Spaanderman was met vlagnummer R22 in de periode 1862 t/m 1889 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege” Maatschappij tot Nut der Zeevaart”058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein M.Spaanderman met vlagnummer R22 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
1862 t/m 1867 van de brik “Doesborgh” 196 last varend voor Pfister Wurfbain & Co te Amsterdam
1874 van de brik “Accra” 119 last varend voor van Rijckevorsel & Co te Amsterdam
1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt M.Spaanderman als gezagvoerder gedurende:
-
* 1863 t/m 1872 op de brik “Doesborgh”, gebouwd in 1862 te Rotterdam, 331 ton n.m., varend voor Pfister, Wurfbain & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1873 verkocht aan F.W.v/d Elst & Co te Schiedam en herdoopt in “Cornelia”.
Bouma025 vermeldt M.J. Spaanderman als gezagvoerder van:
-
* 1873 t/m 1877 van de brik “Accra”, ex Adolf Strantzen, gebouwd in 1861 te Geestemünde, 224 ton o.m., varend voor Bouman & Rijckevorsel te Amsterdam. Het schip voer in 1877 voor Oolgaard & Bruinier te Amsterdam en was herdoopt in “Gazelle.
In 1852 maakte Maarten Spaanderman op de brik “Arend” onder kapitein Leendert Hus, een aangetrouwde oom, een reis naar Havanna. In 1855 monsterde hij als stuurman op het klipperfregat de “Kandanghauer” onder kapitein W.Zeelt en maakte de volgende reizen:
* 1855-56 via Engeland naar Australië, Oost-Indië, en terug naar Amsterdam. 15 maanden.
* 1856-59 via Zweden naar West-Indië, Oost-Indië, en terug naar Amsterdam. 17 maanden.
* 1859-60 direct naar Australië, Oost-Indië, en terug naar Amsterdam. 14 maanden.
* 1861-62 direct naar Australië, Oost-Indië, en terug naar Amsterdam. 14 maanden.
Intussen waren vier kinderen geboren: Cornelia (1854), Maarten (geboortejaar onbekend maar overleden in 1857), Maarten (01 juni 1860), en Jacoba (geboortejaar vermoedelijk 1861 of 1862).
Promotie tot kapitein bij de één-schip rederij (Vriese en Kuiper van Harpe, later de Vries en Co, zie bij Zeelt) van de “Kandanghauer” zat er, vanwege de jonge leeftijd van Zeelt, niet in. (die kon nog jaren als kapitein functioneren) Wèl vond hij een kapiteinspositie op het veel kleinere, maar geheel nieuwe brikschip “Doesborgh” (372 ton) van de jonge rederij Pfister & Wurfbain, die nog geen personeel had. Met dat schip maakte hij zes reizen en wel:
-
* 1862-63 naar Montevideo en mogelijk de Platarivier op en terug naar Amsterdam. 09 maanden.
-
* 1863-64 via de UK en Rio de Janeiro naar Oost-Indië en terug naar Amsterdam, 14 maanden.
-
* 1864-67 naar Oost-Indië, Siam, Australië, Oost-Indië en terug naar Amsterdam. 26 maanden.
-
* 1867-68 naar Oost-Indië en terug naar Amsterdam. 12 maanden.
-
* 1868-69 naar Oost-Indië en terug naar Amsterdam. 10 maanden.
-
* 1869-72 naar Oost-Indië, Australië en via Zuid-Amerika en Kaap Hoorn terug naar Amsterdam. 30 maanden. Van deze reis heeft Spaanderman een verslag gemaakt dat integraal is gepubliceerd door de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders (1998)
De “Doesborgh” werd in maart 1872 verkocht vanwege de liquidatie van de rederij Pfister en Wurfbain. Het schip voer onder de naam “Nijenstein” nog enkele jaren voor twee kortevaartrederijen en ging in 1890 op de Gunfleetbank voor de Theemsmond verloren.
Spaanderman kwam met de latere reizen van de “Doesborgh” dus ook op de westkust van Amerika en die ervaring zal hebben bijgedragen tot zijn aanstelling op de “Accra” (230 ton). Dit schip werd in 1861 in Geestemünde bij Bremerhaven te water gelaten als “Adolphe Stranzen”. Het schip maakte onder Hamburger vlag een reis naar New Foundland en werd in 1862 gekocht door Bouman & van Rijckevorsel te Amsterdam. Een van de reizen door Spaanderman naar de nog weinig bezochte westkust en wel van Hamburg naar San Francisco en terug naar Falmouth (15 maart 1873-09 mei 1875) vormde wederom een onderwerp van een verslag door Spaanderman. Hij volgde daarbij het voorbeeld van Fokkens en Jaski doch miste hun taalbeheersing en systematiek. Zijn schrifturen werden niet uitgegeven maar bleven in familiebezit. Beiden verslagen kwamen via publicatie door de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders toch in de openbaarheid. De “Accra” werd in 1876 verkocht en het voer daarna nog vele jaren op de Noord- en Oostzee. Het verging in 1883 bij Farö ten noorden van Gotland.
De beide door Spaanderman bevaren schepen werden dus verkocht en hij zal geen zin hebben gehad opnieuw een patroon te zoeken. Bovendien was hij inmiddels 52 jaar, een normale leeftijd om wat te hebben gespaard en op te houden met varen. De familieoverlevering wil dat hij een vissersschip ging uitreden. Die onderneming verliep slecht en hij moest opnieuw een betrekking zoeken. Hij werd in 1881 aangenomen als eerste stuurman op het lichtschip “Noord-Hinder” en verhuisde naar Vlissingen. Daar overleed hij in 1889 op 65 jarige leeftijd, drie jaar na zijn vrouw.
Aan het verslag is een foto van Maarten Spaanderman toegevoegd016.
016 H.Hazelhoff Roelfzema. "De wereldreizen van de brik "Doesborgh" 1869-1872 en van de brik "Accra" 1873-1874"
Uitgave de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders. Januari 1998. 50 pp.
Overige bijzonderheden
Blijkens monsterrol nr. 1448 in het Gemeentearchief te Dordrecht dd. 22 mei 1850 monsterde Maarten Spaanderman (26 jaar uit Rotterdam) aan als 2e stuurman op het fregat “Broedertrouw” onder kapitein Jan Gerritsz Kunst voor een reis naar Batavia.064
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
-
69-71 Van Indié naar S. Francisco en om Kaap Hoorn naar Europa 1870-1871. Henriette Gerardina Suzanna, Doesborgh.
De brik “ Doesburgh” onder kapitein M. Spaanderman verbleef in 1871 in NOI en voer vandaar met suiker naar San Francisco. Vervolgens werden te Callao planken gelost, waarna het op 31 juli 1871 van Pisagua vertrok. Geladen met salpeter rondde het schip op 15 september 1871 Kaap Hoorn en arriveerde op 18 januari 1872 te Falmouth.
Voor meer bijzonderheden van dit schip verwijst Hazelhoff Roelfsema naar zijn publicatie uit 1998 bij de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders.
p.72-73 Groot of klein, zomer of winter, hout of ijzer. 1873-1874 Accra, Astrea.
De brik “ Accra” onder kapitein M. Spaanderman vertrok op 15 maart 1873 van Hamburg/Cuxhafen met stukgoed voor San Francisco via Kaap Hoorn. In een verrslag van Spaanderman is sprake van zeer slecht weer bij de Kaap met behoorlijke schade. Tenslotte werd Valparaiso bereikt op 22 juli 1873 en voer door op 21 augustus. Het schip verbleef van 18 oktober tot 18 november te San Francisco, was op 13 januari 1874 te Puntearenas in Costa Rica en van 08 mei tot 27 mei 1874 te San Francisco. Dan op 14 augustus te Callao met een lading rijst, arriveerde op 29 oktober te Tomé in ballast. Daarna met een lading meel op 14 januari 1875 naar Rio de Janeiro via Kaap Hoorn. Kwam tenslotte op 09 mei 1875 te Falmouth.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.H.Zeven als gezagvoerder gedurende
* 1866 t/m 1871 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1871 t/m 1872 van het 3-mastschip “van der Palm”, gebouwd in 1847 te Scheidam, 496 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;
* 1873 t/m 1876 van de brik “Cornelia” ex Doesborgh, gebouwd in 1862 te Rotterdam, 331 ton o.m., varend voor F.W. v/d Elst & Co te Schiedam
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Frikke Derks Nanning werd geboren te Appingedam 14 januari 1831 als zoon van Derk Frikkes Nanning en Janna Harms van der Warf.
Hij trouwde op 13 januari 1859 te Delfzijl als buitenvaarder met Annechien Stratingh, geboren te Emden ca .1838 als dochter van Lucas Poppes Strating en Wubbina Petronella Douwes. Zij overleed op 05 september 1869 te Delfzijl, 31 jaar.alle groningerrs
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.D.Nannings was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 55 in de periode 1879 t/m1896.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.(D.) Nanning als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1863 van de kof “Concordia”, gebouwd in 1846 te Sappemeer, 94 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Delfzijl. Het schip is verongelukt bij Borkum;
* 1865 t/m 1867 van de kof “Nooit Gedacht”, ex Drie Gezusters, ex Johanna, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 124 ton o.m., varend voor J.Veltman te Delfzijl;
* 1869 t/m 1870 van het fregat “Angenieta” ex Dionysia Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 824 ton o.m., varend voor S.J.Engelenberg te Amsterdam;
* 1877 t/m 1888 van de brik “Cornelia”, ex Doesborgh, gebouwd in 1862 te Rotterdam, 331 ton o.m., varend voor F.W.v/d Elst & Co te Schiedam. Het schip voer in 1889 voor S.Barends te Delfzijl en was herdoopt in “Nijenstein”.
Monsterrol uit het Gemeentearchief van Delfzijl
Monsterrol 1849-82, 30 augustus 1849, kof “Catharina”, kapitein Adriaan Jacobs Borst, 29 jaar uit Amsterdam. Voorts stuurman Willem Kayzer, 32 jaar uit Delfzijl, kok Frikke Derks Nanning, 18 jaar uit Appingedam, 2 matrozen en een lichtmatroos;
Monsterrol 1851-38, 27 mei 1851, galjoot “Jacobus”, kapitein Adriaan Jacobs Borst, 31 jaar geen woonplaats vermeld. Voorts stuurman Gerhardus Verkade, 46 jaar uit Appingedam, 2 matrozen waaronder Frikke Derks Nanning, 20 jaar uit Appingedam, lichtmatroos en een kajuitwachter;
Monsterrol 1856-1, 24 januari 1856, kof “Alida”, schipper J.H.Kraan, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman F.D.Nanning, 28 jaar uit Appingedam, kok en een matroos;
Monsterrol 1857-28, 05 maart 1857, schip “Jantina Engelina”, kapitein Jan de Jonge, 24 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Fricke D.Nanning, 26 jaar uit Appingedam, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;
Monsterrol 1860-50, 31 maart 1860, kof “Concordia”, kapitein F.D.Nanning, 29 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman B.F.Jansonius, 23 jaar uit Appingedam, kok, matroos, kajuitwachter en een lichtmatroos;
Monsterrol 1863-7, 20 februari 1863, kof “Concordia”, kapitein Frikke D.Nanning, 32 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Pieter E.Tillema, 29 jaar uit Farmsum, kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1863-50, 28 mei 1863, kof “Concordia”, kapitein Frikke D.Nanning, 32 jaar uit Delfzijl. Voorts een kok;
Monsterrol 1864-46, 06 april 1864, kof “Nooitgedacht”, kapitein Frikke D.Nanning, 33 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Jan Aukens Smaal, 19 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen en een scheepsjongen;
Monsterrol 1864-77, 25 augustus 1864, kof “Nooitgedacht”, kapitein Frikke D.Nanning, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Hindrik H.Nijhof, 28 jaar uit Delfzijl, kok en een scheepsjongen;
Monsterrol 1865-33, 17 maart 1865, kof “Nooitgedacht”, kapitein Frikke Derks Nanning, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Kornelis Rozema, 33 jaar uit Farmsum, kok, matroos en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1865-94, 26 september 1865, kof “Nooitgedacht”, kapitein Frikke Derk Nanning, 34 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Kornelis Valom, 31 jaar uit Delfzijl en 2 matrozen;
Monsterrol 1866-24, 01 maart 1866, kof “Nooitgedacht”, kapitein Frikke Derks Nanning, 35 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Johannes P.Pietersen, 33 jaar uit Delfzijl, kok, matroos en een lichtmatroos;
Monsterrol 1869-8, 01 maart 1869, bark “Martje Doornbos”, kapitein Jan Aukens Smaal, 24 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Frikke Derks Nanning, 38 jaar uit Delfzijl, bootsman, kok, 4 matrozen en een lichtmatroos;
Monsterrol 1870-32, 21 maart 1870, bark “Martje Doornbos”, kapitein Jan Aukens Smaal, 26 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Frikke Derks Nanning, 39 jaar uit Delfzijl, bootsman, kok, 4 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1871-74, 30 september 1871, bark “Martje Doornbos”, kapitein Jan Aukens Smaal, 27 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Frikke Derks Nanning, 40 jaar uit Delfzijl, 5 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1872-27, 06 maart 1872, bark “Martje Doornbos”, kapitein Jan Aukens Smaal, 27 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Frikke Derks Nanning, 40 jaar uit Delfzijl, bootsman, kok, 5 matrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1876-39, 16 maart 1876, brik “Jan en Jacob”, kapitein Amse Venninga, 27 jaar uit Appingedam. Voorts stuurman Frikke Derks Nanning, 44 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een kajuitwachter.
Samenvatting van de monsterrollen
-
Frikke wordt ook vermeld als Fricke; Frikke D.; Frikke Derks en de initalen F.D.;
-
Er zijn in totaal 17 monsterrollen met de naam van Frikke Nanning op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum. Alle rollen komen uit het Gemeentearchief van Delfzijl;
-
De monsterrollen zijn gedateerd van 1849 t/m 1876 met als leeftijden 18 t/m 44. Zijn zeemanscarriére heeft derhalve minstens 26 jaar geduurd;
-
Als woonplaats is aanvankelijk Appingedam opgegeven, zijn geboorteplaats. Na zijn huwelijk werd hij genoemd als woonachtig in Delfzijl;
-
Het overzicht van de monsterrollen luidt:
-
1849 kok op de kof “Catharina”, kapt. Adriaan J.Borst 18 jaar
-
1851 matroos op de galjoot “Jacobus”, kapt. Adriaan J.Borst 20 jaar
-
1856 stuurman op de kof “Alida”, kapt. J.H.Kraan 28(?) jaar
-
1857 stuurman op de “Jantina Engelina”, kapt. Jan de Jonge 26 jaar
-
1860-1863 kapitein op de kof “Concordia” 29-32 jaar
-
1864-1866 kapitein op de kof “Nooitgedacht” 33-35 jaar
-
1869-1872 stuurman op de bark “Martje Doornbos” 38-40 jaar
-
1876 stuurman op de brik “Jan en Jacob”, kapt. Amse Venninga 44 jaar
-
In het carriéreoverzicht zitten enige onderbrekingen zoals 1851-1856; 1866-1869 en 1872-1876. Hij zal op schepen hebben gevaren, die een andere thuishaven dan Delfzijl hadden en daarvan zijn de monsterrollen niet nagezien.
Voorts is opvallend dat hij na een periode als gezagvoerder van ca. 6 jaar weer “terugviel” tot de rang van stuurman, alhoewel op grotere schepen dan daarvoor
Overige bijzonderheden
NRC 05 februari 1869114
Amsterdam, 4 februari. Het Nederlandse schip ANGENITHA (opm: fregat ANGENIETA), kapt. F. Nannings, van Newcastle, laatst van Texel naar Carthagena, is met verlies van roer te Falmouth binnengelopen.
Familiegegevens en opleiding
Geert Hindrik Bouman werd geboren te Groningen op 23 december 1863 als zoon van de schipper Hindrik Bouman en de modiste Roelfien Pot.
Hij trouwde op 21 februari 1889 te Groningen als schipper met Jenneke Mensinga, geboren te Groningen op 11 april 1863 als dochter van de timmerman Coenraad Mensinga en Jantien Haverkamp.
Geert overleed te Groningen op 16 december 1943, 79 jaar wonende te Haren. In een overlijdensadvertentie op het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag wordt hij vermeld als oud-inspecteur voor de scheepvaart en Officier in de Orde van Oranje Nassau.
In huwelijksakten van een dochter, Groningen 1920, staat hij vermeld als inspecteur en van een zoon in 1924 te Groningen als “expert”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.H.Bouman was effectief lid van het zeemanscollege “De Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 27 in de periode 1890 t/m 1894.
G.Bouman was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendragt” met vlagnummer42 in de periode 1890 t/m 1893.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.H.Bouman als gezagvoerder gedurende:
-
1888 t/m 1890 van de brik “Nijenstein” ex Cornelia, ex Doesborgh, gebouwd in 1862 te Rotterdam, 304 ton o.m., varend voor S.Barends te Delfzijl. Het schip is in 1890 op de Gunfleet gestrand, afgebracht en wrak geraakt;
-
1891 t/m 1892 van de bark “Nijenstein” ex Confidenza, gebouwd in 1869 te Varazza bij D. Craviotto, 524 ton o.m., varend voor S.Barends te Delfzijl;
-
1899 van het schroefstoomschip “Ingerid”, gebouwd in 1882 te Dumbarton, 600 ton n.m., varend voor D.Burger & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1900 verkocht aan Hjalmar Thesen te Kaapstad en voer voor de Stoomvaart Maatschappij “Noorwegen”.
Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl
Monsterrol 1888-62, 16 juli 1888, brik “Nijenstein”, kapitein Geert H.Bouman, 24 jaar uit Delfzijl. Voorts 2 matrozen en 2 lichtmatrozen;
Monsterrol 1888-89, 15 september 1888, brik “Nijenstein”, kapitein Geert Hendrik Bouman, 24 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Pieter Bekkering, 48 jaar uit Annerveenschekanaal, kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;
Monsterrol 1889-27, 17 maart 1889, brik “Nijenstein”, kapitein Geert Bouman, 25 jaar uit Groningen. Voorts de kapiteinsvrouw Janneke Mensinga, 25 jaar uit Groningen, stuurman Lambertus Veldman, 26 jaar uit Delfzijl, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1889-74, 04 juli 1889, brik “Nijenstein”, kapitein Geert Bouman, 25 jaar uit Groningen. Voorts de kapiteinsvrouw Janneke Mensinga, 25 jaar uit Groningen, 1ste stuurman Lambertus Veldman, 26 jaar uit Delfzijl, 2de stuurman Geert van Dijk, 19 jaar uit Farmsum, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen en een dekjongen;
Monsterrol 1890-1, 20 januari 1890, brik “Nijenstein”. kapitein Geert Bouman, 26 jaar uit Groningen. Voorts de kapiteinsvrouw Jantje Mensinga, 26 jaar uit Groningen, stuurman Marten Borg, 26 jaar uit Delfzijl, timmerman, kok, 3 matrozen, lichtmatroos en een dekjongen;
Monsterrol 1891-108, 25 november 1891, brik “Nijenstein”, kapitein Geert Bouman, geen leeftijd vermeld uit Groningen. Voorts een bemanningslid zonder rangaanduiding;
Monsterrrol 1893-81, 16 september 1893, brik Nijenstein”, kapitein Geert Bouman, leeftijd niet vermeld uit Groningen. Voorts een bemanningslid zonder rangaanduiding;
Samenvatting gegevens monsterrollen
1 Aanduing als Geert, Geert H. en Geert Hendrik.
-
Er zijn in totaal 7 monsterrollen vermeld op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum, alle afkomstig uit het Gemeentearchief van Delfzijl.
-
De monsterrrollen zijn gedateerd van 1888-1893, alle met de brik “Nijenstein” en de kapitein Geert Bouman . Als zijn leeftijd in 1888 wordt .opgegeven 24 jaar.
4 Als zijn woonplaats is Groningen vermeld.
Het overzicht van de monsterrollen is:
5 * 1888-1893 kapitein op de brik “Nijenstein”. Maximaal 9 bemanningsleden Op 3 rollen uit 1889 en 1890 staat tevens zijn vrouw Janneke/Jantje Mensinga vermeld.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsch Nieuwsblad 25 oktober 1900114
Het stoomschip INGERID is verkocht naar het buitenland.
Provinciale Groninger Courant 10 november 1900114
Rotterdam, 9 november. Fairplay deelt mede, dat het stoomschip INGERID van de Firma Burger & Zoon te Rotterdam, groot 693 BRT, gebouwd in 1882, door bemiddeling van de firma Lachlan & Co is verkocht voor GBP 10.000 aan de heer Hjalmar Thesen uit Kaapstad.
|