Familiegegevens en opleiding
Reinder Harm Lutje werd geboren/gedoopt te Nieuweschans (Groningen) op 26 november/25 december 1808 als zoon van Harrm Reinders Lutje en Hillechien Folkerts...
Hij huwde te Nieuwe Schans op 10 feburari 1837 met Nomke Derks Muller , geboren te Nieuwe Beerta gem Nieuwe Schans op 6 februari 1809 als dochter van de logementhouder Derk Jans Muller en Engel Jurjens Poppens. Zij overleed te Nieuweschans op 27 maart 1884, 75 jaar.
Hij was de schoonvader van kapitein Poppe Andreas Rentema (zie aldaar).
Hij overleed te Nieuweschans op 21 september 1880, 71 jaar. 003 en allegroninger
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.H.Lutje, Kranenborg & Zn, werd met vlagnummer 413 effectief lid van "Zeemanshoop" per 12 juni 1838 op voorspraak van H.Mulder. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Antonia Francina"002. Ten tijde van de inschrijving was de man 30 jaar en de vrouw eveneens 30 jaar002a
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 05/12 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Reinder Harms Lutje, oud 29 jaar, voerend de kof “Anthonia Fransina”, adres bij de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.Mulder023.
R.H.Lutje werd per 15 december 1838 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
-
Harms Lutje wonend te Nieuweschans was met vlagnummer 93 lid van het Dordtse zeemanscollege Tot Nut van Handel en Zeevaart in de periode 02 februari 1855 t/m zijn royement in 1876. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de schoener “Christina” varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam 064a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1872 staat een verzoek om onderstand van kapitein R.H.Lutje, welk verzoek op 30 mei 1872 werd ingewilligd met ingang van 01 mei 1872 voorlopig voor 6 maanden.042.
In de vergadering dd 31 oktober 1872 wordt een continuering toegestaan tot 01 mei 1873 mits hij bewijs overlegd van zijn voortdurende ongesteldheid. Deze wordt in de vergadering dd 28 november 1872 overgelegd. Idem een verlenging voor 6 maanden op 30 oktober 1873. Op 27 november 1873 vraagt hij vrijstelling van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid hetgeen wordt afgewezen. Op 23 december 1873 legt hij alsnog een bewijs over. Idem een verlenging op 07 mei 1874 tot 01 mei 1875. Ook een attest op 28 mei 1874. Idem per 13 april 1875 tot 01 mei 1876. Op 27 april 1876 verlenging tot 01 mei 1877. Op 25 april 1878 verlenging tot 01 mei 1879. Op 24 april 1879 verlenging tot 01 mei 1880. Op 29 april 1880 verlenging tot 01 mei 1881.
042.
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1880 wordt het overlijden gemeld van R.H.Lutje en dd 29 september 1881 staat het verzoek om de regelementaire uitkering door de wed. R.H.Lutje geb. Muller welke haar in de vergadering van 27 oktober 1881 wordt toegekend ingaande 01 november 1881.042
In een bijlage bij een Bestuursvergadering uit 1881 (Stadsarchief Amsterdam, 491-38) staat het resultaat van een nader onderzoek door Bestuurslid K.J. van Hemert inzake een ondersteuningsaanvrage door de wed. van Det.
“… de Heer J.P.Mink, die met hare toestand bekend is, mij heeft medegedeeld, dat zij met hare kinderen in behoeftigen toestand verkeert en door naayen in de behoeften van haar gezin tracht te voorzien.”
In de notulen van de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” dd 25 juni 1872 staat vermeld dat per 01 mei 1872 voor 6 maanden een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan kapitein R.H.Lutje. De uitkering wordt verlengd tot 01 mei 1873 in de vergadering van 12 november 1872. Op 25 november 1873 staat: “Aanvrage om voortduring van onderstand van Kapt. R.H.Lutje, aan wien die voortduring is toegestaan, doch wegens zijne te laat ingekomene aanvrage, ingaande 1e October 1873.” In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 23 december 1873 staat vermeld: “Missive van Kapt.R.H.Lutje reclamerende over de ingang zijner uitkeering en verzoekende verschoond te blijven van het inleveren van een bewijs van voortdurende ongesteldheid, waarop besloten is bij het vorige besluit te persisteren.” Idem per 26 mei 1874, continuering tot 01 mei 1875 “onder voorbehoud van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid.” Idem per 18 mei 1875 “onder voorbehoud van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid.”023 Continueringen werden regelmatig aan diverse gezagvoerders toegekend, maar de genoemde voorwaarde van het leveren van een bewijs is vrij uitzonderlijk. Wellicht had het Bestuur enige twijfel over de ernst van de lichamelijke ongesteldheid.
Continuering voor 1 jaar per 23 mei 1876. Idem per 22 mei 1877. Idem per 21 mei 1878. Idem per 13 mei 1879.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 november 1881 staat vermeld dat per 01 november 1881 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. R.H.Lutje geb. Muller.023.
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 14 april 1855 de storting door R. Harms Lutje van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 07 december 1882 staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:
“Vlag 93 R.Harm Lutje. Verblijf onbekend. Niet betaald sedert 1872/73. Geroyeerd 1876.”064a
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat R.Harms Lutje als gezagvoerder064a:
* 1855 t/m 1858 schoener “Jacoba Christina” boekhouder Gebr. Heemskerk te Amsterdam
* 1859; 1861 schoener “Jacoba Christina” boekhouder van den Bey & co te Amsterdam
* 1874 geen vermelding van een schip
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
413 1838-1839 kof Antonia Francina Gebr.Heemskerk
1840-1846 sch.kof Jan Jacob idem
1848 geen vermelding van schip en boekhouder
1849-1851 sch.kof Koning Willem Ned.Kof-Scheepsreederij
1852 sch.brik Jacoba Christina Gebr.Heemskerk
1853 sch.brik Jacoba Christina idem
153 1854-1856 sch.brik Jacoba Christina idem
1857-1861 sch.brik Jacoba Christina van den Bey & Co
1862 geen vermelding van schip en boekhouder
1863-1871 brik Willem van den Bey van den Beij & Co
1872-1879 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
R.H.Lutje Jacoba Christina 03 december 1860 15 oktober 1861
Willem van den Bey geen melding 02 november 1863
Willem van den Bey 01 januari 1864 14 juni 1864
Willem van den Bey 17 juli 1864 25 maart 1865
Willem van den Bey 24 april 1865 geen melding
Willem van den Bey 30 november 1866 geen melding
Willem van den Bey 18 mei 1868 geen melding
Bouma025 vermeldt R.H.Lutje als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1840 van de kof “Antonia Francina”, gebouwd in 1831, bouwplaats niet vermeld, 79 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;
* 1841 t/m 1848 van de sch.kof “Jan Jacob”, gebouwd in 1840 te Pekela, 117 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;
* 1850 t/m 1852 van de schkof “Koning Willem”, gebouwd in 1840 te Woudsend, 195 ton o.m., varend voor de Ned. Kofschip Reederij te Amsterdam. Het schip is op 04 januari 1852 wrak geslagen op Vlieland;
* 1853 t/m 1857 van de 2/mSch. “Jacoba Christina”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 183 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;
Volgens de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 juni 1853 liep het schip op 21 juni 1853 van stapel op de werf Hollandia te Amsterdam;
* 1858 t/m 1862 van hetzelfde schip maar nu varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1863 voor Bouma & van Rijckevorsel te Amsterdam en was herdoopt in “Axim”;
* 1863 t/m 1872 van de brik “Willem v/d Bey”, gebouwd in 1863 te Hoogezand, 211 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In een extract uit een journaal van de schoenerkof “Koning Willem”, kapitein Reinder Harms Lutje, is op 27 januari 1851 de kok overleden op reis van Nickerie naar Amsterdam op de hoogte van 46o51’NB/17o21’WL.115
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Luc Heijboer in een e-mail dd 10 april 2005 vermeldtin een overzicht van kapiteins op Vlaardinger schepen:
J.Manneken 1853-1854 FORTUNA
1854-1854 DANKBAARHEID
1854-1859 KLEINKINDEREN
1859-1874 DE HOOP
Bouma025 vermeldt J.Manneken als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1859 van de hoeker “Kleinkinderen”, gebouwd in 1818 te Vlaardingen, 104 ton o.m., varend voor van Harwegen & den Breems te Vlaardingen;
* 1860 t/m 1875 van de 2/mSch. “Hoop”, gebouwd in 1857 te Papenburg, 139 ton o.m., varend voor van Harwegen & den Breemste Vlaardingen;
* 1876 t/m 1877 van de brik “Willem v/d Bey”, gebouwd in 1863 te Hoogezand, 211 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1877 verkocht naar Engeland;
* 1879 t/m 1880 van de 2/msch “Mina” ex Elisabeth, gebouwd in 1850 te Groningen, 145 ton o.m., varend voor J.J. v/d Berg te ’s Gravenhage. Het schip werd in 1880 verkocht;
* 1881 t/m 1883 van de sch.brik “Anna Maria” ex Courier, gebouwd in 1842 te Amsterdam, 140 ton, varend voor J.J.v/d Berg te Den Haag. Het schip werd in 1883 verkocht te Lissabon;
* 1885 t/m 1886 van de galjoot “Angelique Alette” ex Waterloo, gebouwd in 1865 te Hoogezand, 154 ton o.m., varend voor J.J.v/d Berg te Den Haag. Het schip werd in 1886 verkocht als kiellichter;
* 1887 t/m 1891 van de sch.brik “Catharina Suzanna” ex Singapore, gebouwd in 1868 te Wildervank, 194 ton o.m., varend voor J.J.v/d Berg te Den Haag. Het schip voer in 1892 voor de kapitein/eigenaar J.C.Forma te Groningen en was herdoopt in “Spera in Deo”.
Overige bijzonderheden
Geen