Familiegegevens en opleiding
Overleden in 1899.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.K.Zweede was met vlagnummer R247 in de periode 1857 t/m 1899 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1899 van de Maatschappij tot Nut derr Zeevaart wordt het overlijden gemeld van A.K. Zweede.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein A.K. Zweede met vlagnummer R247 als gezagvoerder in de ledenlijsten van:
* 1858, 1859 fregat “Hugo Grotius” 356 last Mispelblom & Co, R’dam
* 1862, 1863 bark “Jan Daniél” 335 last W.Ruys & Zn, R’dam
* 1864 bark “Japara” 412 last idem
* 1865 t/m 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1874, 1877 fregat “Utrecht” 1063 last van Zeijlen & Decker, R’dam
* 1878 fregat “Utrecht” 2009 ton idem, “in liquid”
* 1880 t/m 1883 fregat “Burgem. Schorer” 1236 ton J.F. van Leeuwen, Middelburg
* 1885 t/m 1887 fregat “Burgem. Schorer” 1236 ton J.F. van Leeuwen & van Ruyven, R’dam
* 1888, 1890 t/m 1898 geen vermelding van schip en boekhouder.
“Het Fregatschip Hugo Grotius … van de Reederij B.A.Mispelblom & Co te Rotterdam arriveerde onder Kapitein A.K.Zweede op 13 april 1858 te Point de Galle komende van Newport … De Hugo Grotius liep op 7 December te Brouwershaven binnen met 104 dagen reis …”026(38/105)
Bouma025 vermeldt A.K.Zweede als gezagvoerdeerr gedurende:
* 1858 t/m 1860 van het 3-mastschip “Hugo Grotius”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 673 ton o.m., varend voor B.A.Mispelblom Beijer te Rotterdam;
* 1861 t/m 1864 van de bark “Jan Daniël, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1865 van de bark “Japara” ex John Rhynas, gebouwd in 1863 te USA, 780 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1869 t/m 1874 van het 3-mastschip “Laurens Koster”, ex Ellen Stewart, gebouwd in 1857 te Baltimore, 1310 ton o.m., varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam;
* 1875 t/m 1879 op het ijzeren fregat met hulpstoom “Utrecht”, gebouwd in 1868 te Bolnes op de werf van de Gebr. Pot, 2009 ton o.m., 80 PK, varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam. In 1870 was de machine uitgenomen;
* 1880 t/m 1888 van het fregat “Burgemeester Schorer”, gebouwd in 1876 te Middelburg, 1474 ton n.m., varend voor F.H. van Leeuwen & Co te Middelburg. Het schip voer in 1889 voor v/d Gevel & van Vessem te Rotterdam en was herdoopt in “Nelly & Helena”.
Overige bijzonderheden
Het fregat “Burgemeester Schorer”onder kapitein A.K.Zweede vertrok in 1883 van Cardiff en werd op 17 januari gemeld als zeilende op de Atlantiscche Oceaan. De bestemming was de Columbiarivier maar er is geen aankomstdatum gevonden. Volgens Hazelhoff Roelfsema werd één keer Kaap Hoorn gerond.121.
Zierikzeesche Courant 09 maart 1864
Op 06 maart 1864 is te Brouwershaven gearriveerd de “Jan Daniél”, kapt. A.K.Zweede, herkomst niet vermeld maar met bestemming Rotterdam.
Familiegegevens en opleiding
Willem Leverstein woonde te Maassluis. Hij was de zoon van Willem Leverstein en Barbara van Veen.
Hij was getrouwd met Maartje Tas.
Hij overleed te Rotterdam aan de Coolsingel op 02 juli 1889 op de leeftijd van 69 jaar058.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Leverstein werd met vlagnummer 953 effectief lid van "Zeemanshoop" per 21 februari 1854 op voorspraak van S.M.Tanger. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Vrije Handel". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 14/21 februari 1854 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Willem Leverstein, oud 34 jaar, voerend de bark “Vrije Handel”, op voordracht van kapitein S.M.Tanger. Hij werd alleen lid voor de vlag. Hij kreeg vlagnummer 853 en per 01 mei 1854 nummer 559.023.
W.Leverstein was met vlagnummer R320 in de periode 1851 t/m 1872 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
953 wèl met dit nummer vermeld door van den Hoek Ostende, maar niet voorkomend in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart van 1854 (dus lidmaatschapsjaar 1853)
559 1854 bark Vrije Handel geen opgave
1855-1859 bark Vrije Handel Kiderlen & Frentz
1860 bark Economist Wuste & Hintzen
1861-1865 bark Fop Smit W.Ruys JDz te Rotterdam
1866-1867 bark Japara idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
W.Leversteijn Fop Smit geen melding 12 oktober 1865
Japara 31 januari 1866 geen melding
In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.Leverstein met vlagnummer R320 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 brik “Margaretha Maria” 112 last voor van de Bey & Co te Amsterdam
* 1855, 1858, 1859 bark “Vrijhandel” 173 last voor Kinderlin & Frenz te Amsterdam
* 1862 t/m 1864 bark “Fop Smit” 290 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
* 1865 t/m 1867 bark “Japara” 412 last voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
Bouma025 vermeldt W.Leverstein als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1855 van de brik “Margartha Maria” ex Adrianus Jacobus, gebouwd in 1828 te Rotterdam, 212 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam;
* 1854 van de kof “Goede Verwachting” ex Johanna Maria, gebouwd in 1835, bouwlocatie niet vermeld, 57 ton o.m., varend voor F.Gompertsz te Amsterdam;
* 1855 t/m 1860 van de bark “Vrijhandel” ex Wolga, gebouwd in 1844 te Libau, 333 ton o.m., varend voor Kiderlen & Frenz te Amsterdam. Het schip werd in 1860 verkocht naar Batavia;
* 1862 t/m 1870 van de bark “Fop Smit”, gebouwd in 1851 te Slikkerveer, 549 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1866 t/m 1868 van de bark “Japara” ex John Rhynas, gebouwd in 1863 te USA, 780 ton o.m., varend voor Wm.Ruys & Zn te Rotterdam. Het schip werd in 1868 verkocht te Liverpool na een stranding en gesloopt;
* 1869 t/m 1871 van het 3/m schip “Doelwijk”, gebouwd in 1856 te Slikkerveer, geen tonnage vermeld, varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor W.Pont te Edam en was herdoopt in “Søderhamn”;
De gegevens kloppen niet met o.a. de opgaven uit de Jaarverslagen van de “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” en er zijn overlappen in vaarperioden. Is er nògeen W.Leverstein uit dezelfde periode?
Overige bijzonderheden
W.Leverstein was in 1866-1868 gezagvoerder van de driemast bark "Japara II", 780 ton o.m., gebouwd in 1863 als "John Rhynas" in de USA en in 1864 aangekocht en hernoemd door W.Ruys J.Dz te Rotterdam. "... in december 1866/januari 1867 op weg van Bangkok naar Hongkong door zware storm belopen, waardoor lading rijst overging en het schip op de zijde viel; in Hongkong werd de grote schade gerepareerd; op 19 februari 1868 op weg van San Francisco naar Liverpool met lading graan vastgelopen op Salt Island (N.W.Wales); zwaar beschadigd vlot gesleept, doch in maart 1868 in Liverpool, vermoedelijk voor sloop, verkocht voor £1.200,-024 en 025.
W.Leverstein vertrok op 06 augustus 1869 van Brouwershaven met de “Doelwijk” en 2 landmachtofficieren. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
“De Rotterdamsche reederij Ruys en Zn. heeft eveneens een Amerikaanschen clipper gehad, n.l. de Japara, die als John Rhynas in 1864 te New-York werd gekocht. Het schip was toen een jaar oud. Ook Ruys heeft met dezen clipper van Amerikaansche makelij niet veel geluk gehad. De pech begon reeds in 1866, toen het schip een reis maakte van Bangkok uit met een lading rijst. In de Chineesche zee kreeg het schip te kampen met harden Noorden wind en om de Zuid loopenden stroom. In de Palawan-passage werd het een storm … Oud en Nieuw werd gevierd met stormweer en het jaar was nog maar twee dagen oud, of een grondzee nam alles mee wat los was aan dek, terwijl bovendien de lading ging werken en het schip gevaarlijk slagzij maakte. … Drie dagen en nachten ploeterden de bamanning voort, ieder oogenblik den dood voor oogen ziende, verwachtende dat het schip zou kapzeizen en ten onder zou gaan.. Maar de Japara hield vol … Als noodhaven werd Hongkong aangeloopen. Als een wrak viel het schip daar binnen en langen tijd heeft het geduurd voor het zoover was gerepareerd dat het weer zijn element kon opzoeken.
Het volgend jaar maakte de Japara een tweede ongelukstreis van San Francisco, waar een lading ruwe tarwe was ingenomen, naar Liverpool. Het eerste deel van de reis vlotte weliswaar goed, maar den 19den Februari 1868 strandde het schip op het Salt Island in het Noord-Westen van Wales. Het zat daar niet gevaarlijk, zoodat de bemanning aan boord bleef. Twee sleepbooten konden het schip uit zijn benarde positie redden, doch het bleek zo lek te zijn, dat aan repareeren vrijwel niet viel te denken. Het werd dan ook afgekeurd en te Liverpool voor de sloop verkocht.”
Uit: De Clippers door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, N.V.Amsterdam, 1945.
De bark “Japara” van 1863 onder kapitein W. Leversteijn werd gemeld “S.F. (San Francisco) 10/9 to L’pool but 20.2/68 grounded near Salt Isl./Drydock in Holyhead & condemned” Er is sprake van 1 Kaap Hoorn ronding.121