Familiegegevens en opleiding
Lambertus Frederik van Ruyven werd geboren op 05 mei 1824 te Voorburg, Nederlands Hervormd. Hij vestigde zich op 16 mei 1860 te Rotterdam en woonde aldaar o.a. aan de Waschbleeklaan Wijk 15 nr. 33a.
Hij was getrouwd met Johanna Elisabeth Landzedel, geboren 30 november 1825 te Leeuwarden als dochter van Matthijs Landzedel en Johanna Duis, Luthers.
Hij overleed te Samarang op 01 augustus 1867 als gezagvoerder van het schip “Philips van Marnix”.005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.F. van Ruyven was met vlagnummer R407 in de periode 1858 t/m 1867 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
L.F.van Ruyven was in 1863 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritime Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1867 is overleden058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein L.F. van Ruyven met vlagnummer R407 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859, 1862 bark “Nederland en Oranje” 399 last varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam
* 1863 t/m 1866 fregat “Philips van Marnix” 800 last varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam
Bouma025 vermeldt L.F. van Ruyven als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1863 van de bark “Nederland en Oranje”, gebouwd in 1858 te Lekkerkerk, 755 ton o.m., varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam;
* 1864 t/m 1867 op het fregat “Philips van Marnix”, gebouwd in 1863 te Bolnes, 1516 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Op 22 december berichtte de GG aan de Minister van Koloniën dat Roorda "dezer dagen per het schip Philips van Marnix naar Nederland is vertrokken". Roorda arriveerde begin 1865 in Nederland ...".
Uit: Sicco Roorda van Eysinga. Zijn eigen vijand. Door Hans Vervoort. De Engelbewaarder. Amsterdam 1979 p.121.
Uit Bouma025 blijkt dat de Philips van Marnix van 1864-1868 onder gezag stond van L.F.van Ruyven, varend voor rederij van Zeylen & Dekker te Rotterdam.
Een afbeelding van het klipperfregat "Philips van Marnix" door J.Spin uit 1864 staat in E.W.Petrejus Het schip vaart uit De Boer Maritiem, 1975, p.123. Het schip voert vlag R407 van het Rotterdamse zeemanscollege "Tot Nut der Zeevaart" toebehorend aan kapitein L.F.van Ruiven021. Het origineel is in het Maritiem Museum "Prins Hendrik" te Rotterdam.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt L.Langenberg als gezagvoerder gedurende:
* 1868 op het fregat “Philips van Marnix”, gebouwd in 1863 te Bolnes, 1516 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jens Wilhelm Möller werd geboren op 27 juli 1824 te Nyborg in Denemarken als zoon van de Lutherse Peder Christophersen Möller, particulier, en Johanna Willemsdochter, beiden wonende te Nyborg. Hij vestigde zich op 31 januari 1857 te Rotterdam en woonde aldaar aan de Nieuwehaven Wijk 12 nr. 219 en de Schiedamsedijk Wijk 3 nr. 108 (nieuw nr. 101). Hij werd genaturaliseerd op 15 december 1857. Hij vertrok op 15 maart 1875 naar Batavia.
Hij trouwde op 16 april 1856 met Maria Johanna Dietjens, geboren op 29 december 1829 te Rotterdam als dochter van de Rooms-Katholieke Matthijs Dietjens, meestersmid, en Josina Francisca Gielen005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.W. Möller was met vlagnummer R11 in de periode 1857 t/m 1876 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Jens Wilhelm Möller wonend te Dordrecht was in de periode 26 juli 1860 t/m zijn royement in 1880 met vlagnummer 99 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de bark “Boni” voor de boekhouders Gerrit van Hoogstraten & Zn 064a
In de ledenlijsten in de AAKZ en bij Sweys wordt hij niet vermeld in de jaargangen1867. Vermoedelijk is hier sprake van een verschrijving.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 07 december 1882 staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:
“Vlag 99. J.W.Möller. Naar O.I. vertrokken. Niet betaald sedert 1978/79. Geroyeerd 1880.”064a
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.W.Möller met vlagnummer R11 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de bark “Kemanglen” 303 last varend voor F.S.Spaarnaay & Zoon te Rotterdam
* 1862 t/m 1865 van de bark “Bonij” 303 last voor Gerrit van Hoogstraten & Zonen te Dordrecht
* 1866 van de bark “Nederland & Oranje” 399 last varend voor van Zeijlen & Decker te Rotterdam
* 1867, 1874 geen vermelding van schip en reeder
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.W.Möller als gezagvoerder064a:
* 1861 bark “Boni” boekhouder G. van Hoogstraten & Zn te Dordrecht
* 1874 fregat “Utrecht” boekhouder van Zeijlen & Dekker te Rotterdam
Jens Wilhelm Möller maakte de volgende reizen005:
* Boni 1860 Rotterdam - Singapore diversen
1865 Rotterdam - Batavia diversen
* Nederland en Oranje 1866 Texel - Rotterdam ballast
1866 Rotterdam - Soerabaja diversen
* Philips van Marnix 1868 Rotterdam - Cardiff diversen
1870 Semarang - Rotterdam diversen
Bouma025 vermeldt J.W.Möller als kapitein gedurende:
* 1858 t/m 1859 op de bark “Kemanglen”, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 575 ton o.m., varend voor F.S.Spaarnaay & Zn te Rotterdam;
* 1859 t/m 1861 op hetzelfde schip maar nu voor G. van Hoogstraten & Zn te Dordrecht. Het schip werd in 1860 herdoopt in “Boni”;
* 1861 t/m 1866 op de bark “Boni” ex Kemanglen, gebouwd in 1855 te Capelle aan de IJssel, 575 ton o.m., varend voor G.van Hoogestraten & Zn te Dordrecht;
* 1867 op de bark “Nederland en Oranje”, gebouwd in 1858 te Lekkerkerk, 755 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam;
* 1869 t/m 1870 op het fregat “Philips van Marnix”, gebouwd in 1863 te Bolnes, 1516 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam;
* 1871 t/m 1874 op het ijzeren fregat met hulpstoom “Utrecht”, gebouwd in 1868 op de werf van de Gebr. Pot te Bolnes, 2009 ton o.m., 80 pk, varend voor van Zeijlen & Dekker te Rotterdam. In 1970 was de machine uitgenomen.
Overige bijzonderheden
J.W.F.Moeller vertrok per 29 november 1866 van Brouwershaven met de “Nederland en Oranje” en 4 landmachtofficieren. Hij arriveerde te Batavia op 10 april 1867 na een reis van 132 dagen.
Op 24 november 1869 vertrok hij van Nieuwediep met de “Philips van Marnix” en 1 landmachtsoldaat. Hij arriveerde te Batavia op 28 februari 1870 na een reis van 96 dagen065.
Volgens monsterrol nr. 1929 dd 29 november 1860 te Dordt was hij kapitein op de bark “Boni” en vertrekt naar Hongkong.064
Zierikzeesche Courant 26 maart 1864
Op 23 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Boni”. Kapitein J.W.Möller, komend van Batavia en met bestemming Dordrecht. Aan boord waren 30 gepasporteerde militairen en matrozen.
Familiegegevens en opleiding
Reinder Harms Lutje Mulder werd geboren op 11 oktober 1822 te Nieuwe Schans als zoon van de Nederlands Hervormde Hindrik Jans Mulder en Detje Klaassens Kruizinga. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Westerkade Wijk 15/1 nr. 6 (oud nr. 840). Hij was o.a. expert en leraar.
Hij was getrouwd met Janke van Rees geboren 04 juli 1825 te Groningen, Doopsgezind.
Hij overleed op 23 december 1892 te Rotterdam aan de Kruiskade005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.H.Mulder was met vlagnummer R204 in de periode 1846 t/m 1892 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1887 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij voorlopig afstand heeft gedaan van zijn, volgens het Reglement. toekomende recht op uitkeering. Deze mededeling werd herhaald in het Jaarverslag van 1888058
In het Jaarverslag 1892 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein R.H.Mulder met vlagnummer R204 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de kof “Maria Catharina” 52 last varend voor Boutmy & Co te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867
van de bark “Robertus Hendrikus” 398 last varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
* 1874 van het fregat “Philips van Marnix” 753 last varend voor van Zeijlen & Decker
* 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890, 1891 geen vermelding van schip en reeder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
R.H.Mulder Robertus Hendrikus 07 juni 1864 22 maart 1865
Robertus Hendrikus 25 september 1866 07 september 1867
Bouma025 vermeldt R.H.Mulder als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1856 van de bark “Robertus Hendrikus”, gebouwd in 1853 te Delfshaven, 540 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip is in 1856 uitgebrand te Batavia;
* 1858 t/m 1870 van de bark “Robertus Hendrikus”, gebouwd in 1858 te Papendrecht, 754 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1871 t/m 1875 op het fregat “Philips van Marnix”, gebouwd in 1863 te Bolnes, 1516 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Dutch ship "Robertus Hendrikus", arrived at Albany on 29 September 1853, having left Hartlepool, England on 9 June 1853. Master = R. H. Mulder. Crew = 17. Tonnage = ?. Cargo = 500 tons of coals for the P. & O. Company. The master stated in the Boarding Report upon arrival that the vessel was bound for “Batavia” when it departed. 105
Van mevr.E. C.Huizer-Sibinga Mulder te Naarden kreeg ik op 27 juni 2004 een kopie van een brief dd 04 mei 1938 van de heer L.Smit te Alblasserdam aan mevr. N(eeltje) Mulder. Daarin wordt gerefereerd aan afbeeldingen door Spin van de “Robertus Hendrikus” (1853, 540 ton resp. 1858, 754 ton) beide in bezit van mevrouw Mulder. In die brief is sprake van een eventuele schenking aan het Maritiem Museum te Rotterdam.
Genoemd schrijven van mevr. Huizer bevat(slechte) zwart-wit kopieën van beide schepen met daarbij de volgende tekst door L.Smit:
“Spin 1855
1e. “Robertus Hendrikus” 285 Last. gebouwd op de scheepstimmerwerf van de Hoog te Delfshaven, 6 April 1853 te water gelaten. Kapitein R.H.Mulder (R204), Rederij Varssen(sic) & Steinhaus, Rotterdam.
In het laatst van 1856 aan de Javakust verbrand. Toeval was, dat ‘snachts 12 uur de verzekeringspolis was afgelopen, nog niet vernieuwd en het schip en lading ‘snachts om 11 uur d.a.v. verbrandde. Groote materieele en financieele schade, ook voor de kapitein als belangrijk deelhebber in het schip.
Het voorgestelde Kofschip (op de rechterzijde van het schilderij) is de schoener-kof “Maria Catherina”, groot 52 Last, gebouwd 1845 te Groningen van de Rederij Boutmij & Co te Rotterdam, gevoerd door Kapitein R.H.Mulder van 1845-1852.” (deze opmerking is in strijd met de opgave van Bouma025, die een kof “Maria Catharina” vermeldt, gebouwd in 1840 te Muiden, 156 ton o.m., van 1847 t/m 1853 varend onder kapitein H.L.Mulder voor Boutmij & Co te Rotterdam – zie aldaar)
“Spin 1859
2e Bark “Robertus Hendrikus” 397 Last of 753 Ton, gebouwd in 1858 op de scheepstimmerwerf van Jan Smit Czn te Papendrecht, 6 September 1858 te water gelaten. Kapitein R.H.Mulder, op 9 Maart 1869 te Rotterdam geveild voor f 40.600 (rood kopervast dubbeling metaal, Juni 1865.) De veiling was ter bepaling van de waarde en verdeeling der scheepsparten of aandeelen. Het schip bleef onder dezelfde Reederijvlag varen.
1869 – ’71 Kapt A.Sissingh R.206
1872 – ’79 “ W.Hageraats
Onder Kapitein Hageraats in 1879 (Juni) te Nerva gestrand en wrak (Zeetijdingen 18 Juni 1879).
Kapitein R.H.Mulder verliet 1871 zijn goede schip en nam het commando over de groote 3/m Clipper “Philip van Marnix”, groot 1516 ton, van de Reederij van van Zeylen & Decker te Rotterdam, werd in 1876 afgelost door Kapitein H.N.Prins.”
Familiegegevens
Huibert Nicolaas werd geboren op 28.03.1847 te Amsterdam als z.v. Hendrik Prins en Wilhelmina Mulder.
Huibert Nicolaas (29) (gezagv.) trouwde op 09.11.1876 te Amsterdam met Jeltje Hinderika Beckering (25) – geb. 27.11.1850 te Groningen – d.v. Hinderikus Beckering (koopman) en Aaltje Knoop.
Jeltje Hinderika Beckering overleed op 13.08.1923 te Bloemendaal (72).
Huibert Nicolaas overleed op 08.07.1899 te Le Havre (Fr.) (52).
(Overlijdensadvertentie in het Alg. Handelsblad van 15.07.1899)
Kinderen
- Wilhelmina – 1877
- Aaltje – 1879
- Huibert Nicolaas – 09.04.1888 te A’dam.
De schepen van de kapitein
* 1884 – 1888 van het s.s. KONING WILLEM III – GEB. 1883
* 1888 – 1889 van het s.s. PRINS WILLEM I -
* 1889 – 1899 van het s.s. PRINS WILLEM II -
Overige bijzonderheden
Gezagvoerder bij de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde” te Amsterdam.
Gezagvoerder bij de K.W.I.M.
ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.N.Prins (adres: Heerengracht bij Roomolensteeg) werd met vlagnummer 861 effectief lid van Zeemanshoop per 31 januari 1871 op voordracht van L.Tuk. Zijn schip was de "Kobe"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 24/31 januari 1871 werd als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd H.N.Prins, geen leeftijd genoemd, voerend de bark “Kobe”, voor rekening van J.Schut, op voordracht van kapitein L.Tuk.023
H.N.Prins was van 1885-1891 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 06 november 1890 meldt kapitein H.N.Prins dat hij wegens vertrek naar Curacao ontslag neemt als bestuurslid. Het Bestuur vraagt hem corresponderend lid te worden.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A.J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 december 1890 staat vermeld dat kapitein H.N.Prins “wegens vertrek naar Curaçao” bedankt als bestuurslid. Hem wordt aangeboden correspondent van het College te worden. In de notulen dd 05 maart 1891 staat, dat hij de benoeming accepteert. 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
861 1871 geen vermelding van schip en boekhouder
1872-1873 bark Kobe J.Schut
1874 fregat B.R.H. Meijer & Co
1875 geen vermelding van schip en boekhouder
1876-1878 fregat Philips van Marnix van Zeylen & Decker te Middelburg
1879-1887 geen vermelding van schip en boekhouder
1888 stoomb. Prins Willem I Kon.West Ind.Maildienst
1889-1898 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.N.Prins als gezagvoerder gedurende:
* 1872 t/m 1873 van de bark “Kobe” ex Assurance, gebouwd in 1866 te Martigues (Fr.) 334 ton, varend voor J.Schut te Amsterdam. Het schip ging in 1873 uit de vaart;
* 1875 van het fregat “B.R.H.”, ex Leucothea, gebouwd in 1855 te Metford, 1242 ton o.m., varend voor Meyer & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1876 voor W.Pont te Edam en was herdoopt in “Borgä”;
* 1876 t/m 1878 op het fregat “Philips van Marnix”, gebouwd in 1863 te Bolnes, 1516 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam. Het schip werd op Mauritius geabandoneerd;
* 1881 t/m 1882 van de bark “Anna Sophia”, gebouwd in 1862 te Amsterdam, 722 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam. Het schip voer in 1883 onder Joh.Meyes Jerem.z te Amsterdam en was herdoopt in “Josine Louise”;
* 1884 t/m 1886 van het schroefstoomschip “Koning Willem III”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 2199 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde” te Amsterdam. Het schip werd in 1886 verkocht naar Duitsland;
* 1888 t/m 1889 van het schroefstoomschip “Prins Willem I”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 1310 ton n.m., varend voor de Kon. W.I.Maildienst te Amsterdam. In het Engels Kanaal gezonken na aanvaring;
* 1890 van het schroefstoomschip “Prins Willem II”, gebouwd in 1890 te Amsterdam, 1600 ton n.m., varend voor de Kon.W.I.Maildienst te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 20 december 1889 om 13.15 uur zonk het ss. “Prins Willem I” in het Engels Kanaal bij Le Havre na aanvaring met een zeilschip. Drie bemanningsleden kwamen hierbij om. Het schip was op weg van West-Indië naar Amsterdam.
Het ss. “Prins Willem I” werd gebouwd in 1884 bij de Koninklijke Fabriek te Amsterdam, mat 1310 Brt en voer voor de Kon. West-Indische Maildienst te Amsterdam072.
|