Inloggen
JACOB ROGGEVEEN - ID 16025


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1864-05-18 / 1887-04-05 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1864
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Jeremias Meyjes & Zoonen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Launch Date: 1863-09-26
Delivery Date: 1864-05-18
Technical Data

Gross Tonnage: 377.00 lasts
Gross Tonnage 2: 713.00 tons (oude meting)
 
Configuration Changes

Datum 00-00-1878
Type: Remeasurement
Omschrijving: In 1878 hermeten volgens "nieuwe meting" (Moorsom) nu netto 650,80 ton, later nogmaals hermeten: 682,24 ton netto
Bij de meting van 1878 horen de afmetingen 43,03 x 10,42 x 6,27 meter.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1864
Datum agenda: 1864-06-07
Register nr: 18640516
Scheepsnaam: JACOB ROGGEVEEN
Type: Bark
Lasten: 377
Gebouwd in plaats: Amsterdam
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Meijes & Zonen, Jer
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Vos van Marken, J.
Opmerkingen: 1867 - 160-datum besluit nieuwe zeebrief11-03-1867-85- schip ligt in :Amsterdam
Nr oude zeebrief : 1e zeebrief
Gebouwd te Amsterdam

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1864-05-18 JACOB ROGGEVEEN
Manager: Firma Jeremias Meyjes & Zoon (ca.1830 Zoonen), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PCRD

Date/Name Ship 1880-02-23 JACOB ROGGEVEEN
Manager: Jan Dekker Jansz., Westzaan, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Westzaan, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Westzaan / Netherlands
Callsign: PCRD
Additional info: gekocht voor NLG 13.200,-

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Partenreders in mei 1864:

Firma Jeremias Meijjes & Zoonen, Amsterdam (boekhouders en 14/64e part
Firma Trakranen & Co, Amsterdam (4/64e part)
firma Bontekoning & Aukes, Amsterdam (4/64e part
F. Rendorp, Amsterdam (4/64e part)
Firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (4/64e part)
Firma H. Höweler & Zn., Amsterdam (3/64e part) 
Jers. Meijjes Jr., Amsterdam (2/64e part)
J.F.L. Meijjes, Amsterdam (2/64e part)
Jers. Meijjes Joh.zn, Amsterdam (2/64e part)
Firma Joh. Meijjes & Zn ., Amsterdam (2/64e part)
Firma Reune & Oort, Amsterdam (2/64e part)
H. Rolff, Amsterdam (2/64e part)
Firma Van Harlingen & Steen, Amsterdam (2/64e part)
Firma L. & A. Alma, Amsterdam (2/64e part)
Firma Jan Schutte Hoyman & Zn., Amsterdam (2/64e part)
J.J. Anspach, Amsterdam (2/64e part)
Wed. G. Voorthuysen Groenemeyer, Amsterdam (2/64e part)
C.L.W. van IJsendijk (1/64e part)
R. Posthumus Meijjes, Amsterdam (1/64e part)
N.D.J.J. Meijjes, Amsterdam (1/64e part)
Firma Wed. J. de Vries & Meijjes, Amsterdam (1/64e part
Firma Wed. H.C. Feijnt & Zoon, Amsterdam (1/64e part)
W.H. de Heus, Utrecht (4/64e part)

Partenreders in februari 1880:

Jan Dekker Jansz, Westzaan (boekhouder en 1/5e part)
J. Sluisman, (gezagvoerder van het schip,en 1/5e part)
Hendrik Simonsz, Zaandam (houthandelaar en 3/5e part)

 

Ship Events Data

1878-03-11: Grounded
(11 maart 1878) De laatste stormen hebben weinig of geen schade aan de zeehoofden van het Noordzeekanaal veroorzaakt; alleen de sleephelling van de heren Bos & Co. is weggeslagen. De Nederlandse barken JACOB ROGGEVEEN en KERSBERGEN, welke in de binnenhaven lagen, zijn, doordien al haar trossen gebroken zijn, aan de grond geraakt; eerstgenoemde is met hulp van trossen van de Kanaalmaatschappij en de sleepboot weder vlot gebracht en goed vastgemaakt; laatstgenoemde is het alleen mogen gelukken de kop vlot te krijgen, aangezien zij vijf dm dieper lag en het water niet meer zo hoog werd. Dit vaartuig hoopte men door lichte vloed vlot te krijgen.
1879-03-00: Stranded
Amsterdam, 17 maart. Blijkens een alhier ontvangen particulier telegram zou de positie van het schip JACOB ROGGEVEEN, te Kraksaan (Probolingo) (opm: pos: 07º44’ ZB 113º24’ OL) gestrand, niet gevaarlijk zijn.
1880-02-23: Sold at auction
Advertentie. G.J. Boelen, C.S. Oolgaardt, J.F.L. Meyjes, A. Vinke, G. Loudonck en J.F. von Glahn, makelaars, zullen als lasthebbende van hunne principalen, op maandag 23 februari 1880, des namiddags ten 3 ure, te Amsterdam, in het lokaal De Brakke Grond ten overstaan van de notaris A. D. J. T. Meyjes, in veiling brengen, geschiedende de verkoop aan de meestbiedende, het extra ordinair, welbezeild, kopervast en gekoperd barkschip JACOB ROGGEVEEN, laatst gevoerd door kapt. J.G. Spiegelberg q.q., volgens Nederlandse meetbrief, lang 43,03 meter, wijd 10,42 meter, hol 6,27 meter, en alzo gemeten op 1.843,62 kubieke meter of 650,80 tonnen netto, met al deszelfs toebehoren en scheepsbehoeften, als bij biljetten breder omschreven.
Het schip ligt aan de werf Het Witte Kruis, in de Kleine Kattenburgerstraat aldaar.
Iemand nader onderricht begerende, spreke met bovengemelde makelaars of de cargadoors Hoyman & Schuurman.

Verkoping van schepen in de Brakke Grond te Amsterdam op 23 februari: het barkschip JACOB ROGGEVEEN, laatst gevoerd door kapt. Spiegelberg, groot 650,80 ton, is voor NLG 13.200 verkocht. Koper: E.C.A. Koli (opm: een makelaar). (opm: de bark wordt gekocht door de reder J. Dekker Jzn en vaart vanaf 1881 onder commando van kapt. J.J. Sluisman).
1887-02-06: Final Fate: Broken up

NRC 060287 Advertentie. Uit de hand te koop het voor de houtvaart zeer geschikt, gekoperd en kopervast Nederlands barkschip JACOB ROGGEVEEN, groot 682 ton, liggende te Westzaan. Voor nadere inlichtingen gelieve men zich te wenden tot de heren Vinke & Co, cargadoors te Amsterdam.
NRC 010487 Verkochte schepen. Het Nederlandse barkschip JACOB ROGGEVEEN, groot 682 ton, gebouwd in 1864, is verkocht aan de heren C. Constant & Co. te Zijpe om gesloopt te worden.
1887-04-05: Final Fate: Broken up

De JACOB ROGGEVEEN is op 5 april 1887 voor NLG.6500,- voor sloop verkocht aan C. Constant & Co. te Burgervlotbrug (gem. Zijpe, bij Schagen) Het schip was eind juli 1887 geheel gesloopt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jan Vos van Marken werd geboren te Callantsoog op 16 juli 1825.

Hij huwde voor de eerste maal met Antje Rolff, geboren te Amsterdam 01 juli 1833 en op 18 november 1880 voor de tweede maal met Barendina Christina Leffef, geboren te Utrecht op 25 augustus 1829 en overleden 23 februari 1903. 003 en 118.

Jan Vos van Marken overleed te Hilversum op 07 december 1897 op de Bergweg “na eene langdurige ongesteldheid zacht en kalm.”.042

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Vos van Marken werd met vlagnummer 610 per 12 december 1854 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.Rolff. Als zijn schip is vermeld de “Jacob Roggeveen” 002

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 05/12 december 1854 staan vermeld dat tot effectief lid zijn voorgedragen/benoemd Jan Vos van Marken, oud 29 jaar, voerend het fregat “Jacob Roggeveen”, voor rekening van en met als adres Trakranen & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.Rolff.023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 maart 1858.003

  1. Vos van Marken was van 1874-1894 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

J.Vos van Marken was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1862 t/m 1898 met vlagnummer 610.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 februari 1898 wordt door de wed. Lellef het overlijden gemeld van haar kan J. Vos van Marken op 06 december 1897. Zij krijgt de reglementaire uitkering in de vergadering van 08 januari 1898 ingaande 01 februari 1898.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 14 oktober 1862 staat een mededeling van de Jb Swart waarbij: ‘”… aan den Heer Kapitein J.Vos van Marken namens het Kon.Ned. Metereologisch Instituut (wordt) dankgezegd voor het omstandig en goed bijhouden van het extract Journaal omtrent de Metereologie.”023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 maart 1898 staat een bericht van J.E.de Vos van Marken berichtende dat zijn vader J. Vos van Marken op 06 december 1897 is overleden.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 03 maart 1898 wordt meegedeeld dat per 01 februari 1898 een uitkering in de 1ste klasse is toegekend aan de wed. J. Vos van Marken, geb. Leffef.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamscche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                 jaren                      type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

       610                      1854-1861                fregat              Jacob Roggeveen                                TraKranen & Co

                                        1862                      fregat              Jacob Roggeveen (in aanbouw!)      Jerem.Meijjes & Zo

                                     1863-1870                fregat              Jacob Roggeveen                                idem

                                     1871-1897                geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.Vos van Marken als gezagvoerder gedurende:

*   1856 t/m 1862 van het fregat “Jacob Roggeveen”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 696 ton o.m., varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1863 voor G.F.Egidius te Amsterdam en was herdoopt in “Quintet”;

*   1864 t/m 1871 van de bark “Jacob Roggeveen”, gebouwd in 1863 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor Jeremias Meijjes & Zn te Amsterdam. Bouma vermeldt apart, dat hij ook in 1873 op dit schip als gezagvoerder voer.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

Kapitein                                      Schip                               Vertrek                                   Aankomst

J.Vos van Marken                    Jacob Roggeveen         07 december 1859                20 februari 1861

                                                     Jacob Roggeveen         17 mei 1861                          31 maart 1862

                                                     Jacob Roggeveen         08 juli 1864                           25 april 1865

                                                     Jacob Roggeveen         25 juli 1865                           18 april 1866

                                                     Jacob Roggeveen         26 april 1867                         28 februari 1868

                                                     Jacob Roggeveen         30 juli 1868                           geen melding

 

Overige bijzonderheden

Op 24 maart 1855 werd George Reinhart de Greeve vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als jongen geplaatst op de "Jacob Roggeveen" onder kapitein Vos van Marken voor een reis van Amsterdam naar Sydney. Hij keerde terug op 06 mei 1856004(533/2280).

 

J.Vos van Marken vertrok per 25 juli 1865 ven Nieuwediep op de “Jacob Roggeveen” en 1 landmachtsoldaat. Hij arriveerde te Batavia op 26 oktober 1865 na een reis van 93 dagen065.

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” wordt gemeld080:

17 september 1858 met de “Wilhelmina en Clara” op de reede van Batavia:

       Kapitein Abrahamsz had “gaarne eene extra vlugge reis gehad, temeer daar ik eene passagier aan boord had de Jongen Heer Nauta (de eenigste op deze reis) die reeds op de Jacob Roggeveen kapt Vos v.Marken als passagier aan boord geweest was, maar om ziekte uit het Nieuwe Diep naar huis teruggestuurd was, en toen ik eenige tijd nadat v. Marken vertrokken was, gereed was en Nauta hersteld was hij bij gekomen om de reis te doen.”

 

In het tijdschrift “De Zee” Jg.1894, p.471 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de Koopvaardij inzake een ongeval met het ss. Castor” onder kapitein J.R.Visser. Als commissielid wordt genoemd J. Vos van Marken.

 

 

Datum vanaf: 1864
Kapitein: Vos Van Marken, Jan
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Rolff werd met vlagnummer 831 per 13 maart 1866 benoemd tot effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van E.Sanders. Zijn schip was de "Geesina Maria"002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 06/13 maart 1866 werd als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd Jan Christoffel Rolff, geen leeftijd genoemd, voerend de bark “Geesina Maria”, op voordracht van kapitein H.Rolff. 023

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 mei 1887 staat een brief vermeld van J.C.Rolff “dat zijn broeder H.J.Rolff aan het College Zeemanshoop eene som van f 500,- heeft gelegateerd.”042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop wordt een brief gemeld van J.C.Rolff dat zijn broer H.J.Rolff aan Zeemanshoop een bedrag heeft gelegateerd van f 500,-.023.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer   periode             type                    naam van het schip                      boekhouder/reder

       831          1866-1870          bark                   Geesina Maria                                     J.H.A.E.Meijjes

                          1871-1876          bark                   Jacob Roggeveen                         Jerem.Meijjes & Zn

                          1877-1879          geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093

Naam kapitein                             Naam schip                          vertrek                          aankomst

J.C.Rolff                                       Geesiena Maria                    02 april 1866           27 maart 1867

                                                         Geesiena Maria                   19 mei 1867               11 juni 1868

 

Bouma025 vermeldt J.C.Rolff als gezagvoerder gedurende:

*   1866 t/m 1871 van de bark “Geessiena Maria”, ex Theodora Machtilda, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 505 ton o.m., varend voor Jeremias Meijjes & Zn te Amsterdam;

*   1872 op de bark “Jacob Roggeveen”, gebouwd in 1863 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor Jeremias Meyes & Zn te Amsterdam;

*   1873 van de bark “Geessiena Maria”, ex Theodora Machtilda, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 505 ton o.m., varend voor Jeremias Meijjes & Zn te Amsterdam;

*   1874 op de bark “Jacob Roggeveen”, gebouwd in 1863 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor Jeremias Meyes & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant dd 29 oktober 1874 vermeldt in de rubriek Scheepvaart-berigten het volgende096:

Binnengekomen:

Batavia vóór 22 Oct. Jacob Roggeveen, J.C.Rolff, Amsterdam.”

 

 

Datum vanaf: 1872
Kapitein: Rolff, Jan Christoffel

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.G.Spiegelberg als gezagvoerder gedurende:

  • * 1879 t/m 1880 van de bark “Jacob Roggeveen”, gebouwd in 1863 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor Jeremias Meijjes & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1879
Kapitein: Spiegelberg, J.G.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.Sluisman was met vlagnummer 49 in de periode 1874-1912 lid eerste klasse van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Hij werd niet ingeschreven in de Registers van het College en de gegevens zijn ontleend aan de ledenlijsten van het College in “Sweijs”. Daarbij werd in 1874 de naam foutief gesteld als Huisman034.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Het Register van Uitgaande Stukken van het College bevat brieven uit 1877/78/79/80 geadresseerd aan J.Sluisman te Nieuwediep033

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer   periode     type          naam van het schip                                boekhouder/reder

       H49         1872-1879 bark          Maria Catharina                                     J.Dekker Jz, Westzaan

                          1880-1886 bark          Jacob Roggeveen                                   J.Dekker Jz, Westzaan

 

Bouma025 vermeldt J.G.Sluisman als gezagvoerder gedurende:

  • * 1873 t/m 1880 van de bark “Maria Catharina”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 755 ton o.m., varend voor J.Dekker Jz te Westzaan;
  • * 1881 t/m 1887 van de bark “Jacob Roggeveen”, gebouwd in 1863 te Amsterdam, 700 ton o.m., varend voor J.Dekker Jz te Westzaan. Het schip werd in 1887 verkocht voor de sloop.

 

Overige bijzonderheden

“In het Gemeentearchief Zaanstad berust een meetbrief van het schip (i.c. “Maria Catharina”), die op 28 maart 1874 werd afgegeven door de havenautoriteiten van New Orleans”

In: Een verborgen geschiedenis. De kanonnen bij het Czaar Peterhuisje” door Rita Hooijschuur en Albert Boes, in Zaans Erfgoed nr. 25, 2008

 

 

Datum vanaf: 1881
Kapitein: Sluisman, J.J.

Afbeeldingen


Omschrijving: JACOB ROGGEVEEN liggende te Amsterdam
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Kade
Algemene informatie

JACOB ROGGEVEEN

De Jacob Roggeveen was een houten zeilschip met drie masten en het tuigwerk van een bark (gaffeltuig en razeilen). Volgens de Nederlandse meetbrief had het schip een inhoud van 702,67 ton of 1990 m3. De zeebrief van het schip (het nationaliteits- of registratiebewijs waarmee het buiten de nationale wateren mocht varen en de Nederlandse vlag mocht voeren) werd afgegeven op 31 juli 1882, nummer 137. *  Het schip was vernoemd naar Jacob Roggeveen, de ontdekker van Paaseiland in de Grote Oceaan (1659-1729). Van hem stond een levensgroot beeld aan boord van het schip. *  Volgens de gegevens van de Stichting Maritiem-Historische Databank zou de Jacob Roggeveen in 1864 zijn geregistreerd door J. Vos van Marken. * 

De Jacob Roggeveen was eigendom van de houthandelaars Hendrik Simonsz (1824-1888) uit Zaandam, Jan Dekker Jansz. (1831-1887) uit Westzaan en van J. Sluisman, kapitein van de Jacob Roggeveen. Simonsz had 3/5 aandeel in het schip, Dekker en Sluisman elk 1/5 aandeel. De boekhouding van het schip werd gevoerd door Jan Dekker.
Simonsz, Dekker en Sluisman kochten het schip, inclusief inventaris, op 20 februari 1880 van Jer. Meijeszoon te Amsterdam voor een bedrag van fl. 13.200,-. Zij kregen daarbij hulp van de makelaar E.C.A. Koli. Het schip was eerder aangekocht op een openbare veiling door de Amsterdamse scheepsbouwmeester W.A. Huygens, die van de drie reders fl. 2800,- aan overnamekosten ontving. Inclusief bijkomende kosten voor aankoop, uitrusting en herstel lag het schip in mei 1880 voor fl. 25.200,- 'uitgerust en in zee'. *  De werkzaamheden aan het schip na aankoop vonden plaats op de werf van Bok in Amsterdam en stonden onder toezicht van Sluisman. *  De overschrijving in het hypotheekregister te Amsterdam vond plaats op 17 maart 1880 in deel 21 nummer 2871, dagregister deel 8 nummer 146. *  Het schip werd verzekerd bij Lapidoth & Vis in Amsterdam, aanvankelijk voor fl. 20.000,-. Later daalde dit bedrag naar fl. 8000,-. * 

In tegenstelling tot de Maria Catharina, het barkschip dat de drie reders aankochten in 1872 (zie PA-0028), werd de Jacob Roggeveen uitsluitend gebruikt voor het transport van hout uit de landen rond de Oostzee. De reizen gingen onder andere naar Denemarken (Elseneur of Helsingør), Finland (Helsingfors (Helsinki), Lappvik, Perno, Porvoo (Borgå) en Bomarsund) en naar Estland (Bolderaa of Riga). *  Kapitein was J. Sluisman, die van 1872 tot en met 1879 kapitein van de Maria Catharina was geweest.
Op 5 april 1887 werd het schip via Vinke & Co., cargadoors in Amsterdam, verkocht aan de heren Cornelis Constant & Co. uit Burgervlotbrug. Voor de inventaris van het schip betaalden zijn fl. 4500,-, voor het casco fl. 2000,-. Vanwege de sloop van het schip kwam op 9 april 1887 de zeebrief te vervallen. Uit het rederijboek valt op te maken dat het schip al in 1886 geen reizen meer had gemaakt. * 

Jan Dekker Jansz., de reder die de boekhouding van de Jacob Roggeveen verzorgde, was de eigenaar van de houtzaagmolens het Witte Schaap en het Klaverblad. Deze stonden naast elkaar aan het Zuideinde in Westzaan. In 1885-1886 kocht hij samen met zijn neven J.A. van de Nolle en J.C. en A.J. van Wessem nog een derde molen, de Primus, die eigendom was geweest van zijn broer Gerbrand.
Dekkers houtzagerij en houthandel was een van de grootste bedrijven van Westzaan. Jan Dekker leerde het vak misschien van 'oom Buys', zijn buurman Albert Buys, en deed een aantal jaren ervaring op in samenwerking met Pieter Donker, die later zijn eigen houthandel begon in Zaandijk. Dekker kocht zijn hout tot 1868 bij Nederlandse importeurs. Na 1868 importeerde hij een toenemende hoeveelheid balken en gezaagd hout rechtstreeks vanuit Zweden en Finland. Zijn achterneven Albert en Meindert Honig vestigden zich in Finland en zorgden voor de inkoop van het hout. De zoons van Jan Dekker, Jan Adrianus (1860-1941) en Everard Christiaan Cornelis (1863-1931), kwamen bij hen in de leer om het vak te leren. De aanschaf van de barkschepen Maria Catharina en Jacob Roggeveen gebeurde mogelijk in antwoord op de hoge vrachtkosten, die verbonden waren aan het vervoer van hout door derden.

Na het overlijden van Jan Dekker in 1887 werden de zaken in Finland geliquideerd. Sinds de jaren zeventig liepen de verkoop van hout en de winsten terug en vanaf 1881 versnelde zich deze ontwikkeling. De houthandel en houtzagerij van Jan Dekker ging verder als de firma Jan Dekker Jz. Met de overname van de stoomhoutzagerijen de Nieuwe Jager en Veldlust in Zaandam maakte het bedrijf in 1895-1896 de overstap naar stoomkracht. Een jaar later, in 1897, verhuisde de firma Dekker naar Zaandam. In 1921 werd het bedrijf omgezet in de N.V. Dekker's Houthandel, in 1956 werd het bedrijf geliquideerd. *

 

Dekker Jz, Stoomhoutzagerij J

Voormalig houtbedrijf te Zaandam, familie-onderneming. In 1845 kocht Jan Dekker Gerbrandszoon (1803-1867), gehuwd met Aagje de Jager, graan- en oliehandelaar, olieslager en peller ter fa. Cornelis Dekker & Zoon, voor zijn zoon Jan de oude wagenschotzager Het Witte Schaap.

De zoon, Jan Dekker Janszoon (1831-1887,), gehuwd met Aaltje Spekham Duyvis ( dochter van Jan Spekham Duyvis en Maartje Honig), deed toen al wat houtzaken samen met P. Donker Dz. uit Zaandijk. In 1855 ging hij geheel voor eigen rekening zagen, zij het met geleend geld. Toch kon hij in 1856 Het Witte Schaap van zijn vader overnemen en kocht hij in 1870 de Tas, die hij van het Noordeinde van Westzaan naar het Zuideinde, vlak naast Het Witte Schaap, liet overbrengen. De molen werd omgedoopt in Het Klaverblad. Voor zijn houttransport uit Finland kocht hij in 1872 de driemastbark Marie Catherina en later nog de Jacob Roggeveen. Zijn neven Albert en Meindert Honig kochten voor hem in Finland het hout in.

Door de algemene malaise begin jaren '80 werd het steeds moeilijker de rederij rendabel te houden, en bij het overlijden van Jan Dekker Jz werd deze bedrijfstak geliquideerd. Een broer van Jan, Gerbrand Dekker Jz (1824-1879), begon in 1880 eveneens een houtzagerij met De Primus te Westzaan, geholpen met een hypotheek van zijn tante, mevr. Van Wessem-Corver. Ook hij had veel tegenslag. Zo waaide in 1881 de schoorsteen om; in 1885 gaf hij het op en vertrok hij naar Amerika. Zijn broer Jan kocht de molen op de veiling en sedert 1886 werd deze in compagnieschap met zijn neven J .A. van de Nolle en J.C. en A.J. van Wessem geëxploiteerd. Jans zuster Lijsbeth (1823-1845) trouwde Adrianus van Wessem (1823-1858) en zij hadden een dochter Agatha die met J .A. van de Nolle trouwde en twee zoons kreeg, Jan Carel en Adrianus Johannes van Wessem.

Jan had twee zoons. Jan Adrianus Dekker (1860- 1941 ) en Everard Christiaan Cornelis Dekker (1863-1931), gehuwd met Geertruida Petronella Leonarda Duyvis, dochter van Jacob Duyvis en Petronella Leonarda Verkade. Jan en Everard werden jong naar Finland gestuurd om het vak te leren. Zij richtten in 1887 de firma Jan Dekker Jz op die tot 1921 stand heeft gehouden. De zaken gingen wat beter en in 1888 konden zij hun neven uitkopen. Dit was in de tijd dat bedrijven in de Zaanstreek overschakelden op stoomkracht. Voor de firma Jan Dekker deed die gelegenheid zich voor toen in 1895 de stoomhoutzagerij De Nieuwe Jager van Cornelis Corver van Wessem te koop kwam. Een jaar daarna overleed Cornelis Mats en konden de broers de goed geoutilleerde stoomhoutzagerij Veldlust met alle toebehoren van de Wed. A. Mats-van de Stadt ovememen. Men beschikte nu over twee goede bedrijven naast elkaar in Zaandam en in september 1897 werd de firma daarheen verhuisd en werden de Westzaner zaken afgesloten. Tenslotte werd in 1903 de stoomhoutzagerij De Kruiskerk met de aangrenzende windmolen De Liefde ( gesloopt in 1904), die al lang stilstonden, gekocht van N. Francken Az. De bijbehorende houtloodsen vormden een welkome uitbreiding van de opslagruimte.

De oorlogsjaren waren uitermate moeilijk, maar men kwam er weer bovenop. In 1921 werd de firma in de nv Dekker`s Houthandel omgezet, met als directeuren D. Hoorn, J .D. de Vriesch Lentsch en P. Engel, terwijl Everard Dekker gedelegeerd commissaris werd. In 1955 werd het honderdjarig bestaan gevierd, maar in september 1956 werd tot liquidatie overgegaan van het op dat moment 140 werkkrachten tellende bedrijf. Voor velen was deze bedrijfsbeëindiging een donderslag bij heldere hemel. 'Dekkers Hout` was een begrip in de Zaanstreek. De liquidatie van dit familiebedrijf zou de komende decennia door een aantal andere worden gevolgd.

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3175-1864.26

DVD XIII – 8579 - 8582


CEDULE

Naam schip JACOB ROGGEVEEN

plaats en datum acte eigendomsverklaring, Amsterdam, 18 mei 1864

type schip bark

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jeremias Meijjes & Zoonen, Amsterdam, boekhouders van het schip en mede-reders (zie bijlage)

te voeren door kapt. J. Vos van Marken

grootte in tonnen 377 lasten of 713 tonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 19 mei 1864

nummer van registratie deel 83, folio 181, recto, vak 4.

notaris

prijs NLG.

Bijzonderheden: Het schip, thans liggende te Amsterdam, was voor rekening van de rederij onder Jeremias Meijjes & Zoonen te Amsterdam gebouwd en recentelijk afgeleverd.








researcher/datum research: ML / 180609







Bijlage bij acte Amsterdam no. 26 van mei 1864
Eigenaren van het barkschip JACOB ROGGEVEEN

Firma Jeremias Meijjes & Zoonen, Amsterdam (boekhouders en 14/64e part)
Firma Trakranen & Co, Amsterdam (4/64e part)
Firma Bontekoning & Aukes, Amsterdam (4/64e part)
F. Rendorp, Amsterdam (4/64e part)
Firma Hoyman & Schuurman, Amsterdam (4/64e part)
Firma H. Höweler & Zn., Amsterdam (3/64e part)
Jers. Meijjes Jr., Amsterdam (2/64e part)
J.F.L. Meijjes, Amsterdam (2/64e part)
Jers. Meijjes Joh.zn, Amsterdam (2/64e part)
Firma Joh. Meijjes & Zn ., Amsterdam (2/64e part)
Firma Reune & Oort, Amsterdam (2/64e part)
H. Rolff, Amsterdam (2/64e part)
Firma Van Harlingen & Steen, Amsterdam (2/64e part)
Firma L. & A. Alma, Amsterdam (2/64e part)
Firma Jan Schutte Hoyman & Zn., Amsterdam (2/64e part)
J.J. Anspach, Amsterdam (2/64e part)
Wed. G. Voorthuysen Groenemeyer, Amsterdam (2/64e part)
C.L.W. van Ijsendijk (1/64e part)
R. Posthumus Meijjes, Amsterdam (1/64e part)
N.D.J.J. Meijjes, Amsterdam (1/64e part)
Firma Wed. J. de Vries & Meijjes, Amsterdam (1/64e part)
Firma Wed. H.C. Feijnt & Zoon, Amsterdam (1/64e part)
W.H. de Heus, Utrecht (4/64e part)

ML / 180609

Naam JACOB ROGGEVEEN
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1864
Toegang 198
Inventaris 3175

Bronnen

Jaar: 1864
Bron: Scheepvaartmuseum Amsterdam
Omschrijving: Amst.198.3175-1864.26