Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.J.Melenberg werd met vlagnummer 646 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 07 augustus 1855 op voorspraak van J.A.de Haas. Zijn schip was de "Livorno Packet". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 31 juli/07 augustus 1855 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Gerrit Johannes Melenberg, oud 31 jaar, voerend de schoner “Livorno Packet”, voor rekening van Mr. F.U.H.Reiger, op voordracht van kapitein J.A. de Haas.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
646 1855-1862 schoner Livorno Packet Mr.F.U.H.Reiger
1863-1866 fregat IJmuiden idem
1866 "overleden"
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
G.J.Melenberg Livorno Packet 22 december 1860 18 juli 1861
Livorno Packet 03 oktober 1861 03 april 1862
Livorno Packet 30 mei 1862 17 april/01 mei 1863
IJmuiden 11 oktober 1865
IJmuiden 27 februari 1866 geen melding
Bouma025 vermeldt G.J.Melenberg als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1863 van de 2/msch “Livorno Packet”, gebouwd in 1855 te Pillau, 150 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam. Het schip voer in 1864 voor J.Corver & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Verwisseling”;
* 1864 van de bark “Anna Sophia”, gebouwd in 1862 te Amsterdam, 722 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam;
* 1865 t/m 1867 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Antonie Jaobz de Jong werd geboren op 01 december 1833 te Amsterdam als zoon van kapitein Jacob Kersjes de Jong en Janke Jansen Kat.
Hij trouwde op 08 mei 1862 te Amsterdam met Johanna Everdina Schneebeeke, geboren op 16 december 1839 te Amsterdam. Zij overleed op 01 augustus 1875 te Laren.
Antonie hertrouwde op 20 maart 1876 te Amsterdam met Alida Sara Margaretha Hendrika Loose, geboren op 27 juli 1843 te Amsterdam als dochter van Hendrik Loose en Alida Margaretha Schmull. Alida overleed op 14 september 1921 te Laren, 78 jaar.
Antonie overleed op 05 maart 1894 te Laren, 60 jaar
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.J. de Jong Willem Daniël 25 mei 1861 31 maart 1862
Koning Willem III 20 mei 1862 27 mei 1863
Bouma025 vermeldt A.J.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1862 van de bark “Willem Daniël”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 459 ton o.m., varend voor H.H.Momma te Amsterdam;
* 1863 van de bark “Koning Willem III”, gebouwd in 1855, 422 ton o.m., varend voor H.H.Momma te Amsterdam;
* 1868 t/m 1870 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
NRC 29 januari 1863114
Amsterdam, 28 januari. Het schip KONING WILLEM III, kapt. de Jong, van hier naar Soerabaija, is, volgens brief van de kapitein, de 14e november bij Soerabaija, op Oedjong Pangka, aan de grond vastgeraakt, doch weder af en te Soerabaija aangekomen. Aldaar was de huid afgekeurd en moest het schip gebreeuwd worden. De 13e december was men echter weder bezig de lading voor Nederland in te nemen.
NRC 27 juli 1863114
Advertentie. E.G. Bosscher, makelaar, zal op maandag de 10e augustus 1863, des avonds ten zes ure, ten overstaan van de notaris J.W.H.H. Druijvesteijn, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam, presenteren te verkopen het extra ordinair welbezeild, kortelings nieuw gekoperd en kopervast gebouwd barkschip varende onder Nederlandse vlag, genaamd KONING WILLEM III, gevoerd door kapt. A.J. de Jong, gemeten op 422 tonnen of 223 lasten. Het voorzegde schip ligt aan de werf De Boot in de Groote Wittenburgerstraat.
NRC 12 augustus 1863114
Publieke verkopingen in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam op maandag 10 augustus:
-
bark KONING WILLEM III: NLG 35.100.
-
brik HENDRIETTE LOUISA: NLG 15.100.
Algemeen Handelsblad 07 juli 1868114
Advertentie. C.S. Oolgaardt, makelaar, zal op maandag 20 juli 1868, des avonds ten 6 ure, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ presenteren te verkopen:
-
ten overstaan van de notarisL. Kabel twee1/64e aandelen in het clipper-barkschip IJMUIDEN, groot 388 gemeten lasten, kapt. A.J. de Jong, onder directie van de heren F.U.H. Reiger & Co.
-
ten overstaan van de notaris Joan Oolgaardt: 1/64e aandeel in het Nederlands fregatschip WIJK AAN ZEE, groot 385 gemeten lasten, kapt. G. Mannoury, onder directie van de heren De Vries & Co, en twee aandelen, elk groot NLG in de Stoomboot-Reederij voor het Slepen van Schepen naar het Nieuwediep.
Nadere informatiën bij bovengemelde makelaar.
Familiegegevens en opleiding
Foeke Zeijlstra werd geboren te Amsterdam op 11 juni 1838 ’s avonds 10 uur als zoon van Hendrik Zeijlstra, 22 jaar, zeeman en Anna Maria Bruns, 22 jaar, wonende op de Wittenburgergracht.
Hij trouwde te Amsterdam als zeeman, 25 jaar op 02 juli 1863 met Margaretha Lummegina Eeftingh, zonder beroep, geboren te Amsterdam, 21 jaar als dochter van Berens Eefting, schoenmaker en Maria Dorothea Mulder. Haar overlijden werd niet in Amsterdam gevonden in de 10-jaren tafels t/m 1912
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.Zeijlstra (adres de Buitenkant bij de Kweekschool in Amsterdam) werd met vlagnummer 847 per 04 augustus 1868 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein C. van der Zee. Als zijn schip is vermeld de “Australië”002. Ten tijde van de inschrijving was Zeijlstra 30 jaar.
In de Algemene Vergaderingen van 28 juli/04 augustus 1868 van “Zeemanshoop”werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Foeke Zeijsltra, oud 30 jaar, voerend de bark “Australië” voor rekening van Blaauw & Co, wonend op de Buitenkant bij de Kweekschool te Amsterdam, op voordracht van kapitein C. van der Zee.023
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College “Zeemanshoop” te Amsterdam
vlag jaren type scheepsnaam reder/boekhouder
847 1868 bark Australië Blaauw & Co, Amsterdam
1869 geen vermelding van schip en boekhouder
1870-1876 bark IJmuiden F.U.H.Reiger & Co, Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen te Amsterdam
kapitein scheepsnaam vertrek terigkomst
F.Zeijlstra Australië 26 sept. 1868 geen melding
Bouma025 vermeldt F.Zeylstra als gezagvoerder gedurende:
* 1869 van de bark “Australië, gebouwd in 1854 te Nw. Lekkerland, 672 ton o.m., varend voor Blaauw & Co te Amsterdam;
* 1871 t/m 1876 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Familiegegevens en opleiding
Doeke Jansz. Oepkes, een broer van Cornelis Jansz Oepkes, werd geboren op 24 juni 1837 te Terschelling als zoon van de schipper Jan Jacobsz. Oepkes en Antje Teunis Klijn.
Doeke trouwde op 15 maart 1866 met Maria Rotgans, geboren 19 januari 1841 te Terschelling als dochter van de koopvaardijkapitein Sies Jansz. Rotgans en Tietje Wybrands Rotgans. Maria overleed op 24 juli 1900 te Terschelling, 59 jaar.
Doeke Jansz overleed op 14 november 1920 te Terschelling, 83 jaar, weduwnaar
Doeke Oepkes is na zijn vaartijd in West Terschelling agent geworden van de op het eiland gevestigde firma A.D.Zur Mühlen.
De schepen van de kapitein
Doeke Jansz Oepkes was kapitein op de volgende schepen:
* 1869-1870. De bark “Estafette” als opvolger van zijn broer Cornelis Jansz. (zie aldaar).
* 1874-1877. De bark “Batavia”, gebouwd in 1856 als “Anna Justina” op de werf “De Boot te Amsterdam. In 1860/61 hernoemd als “Batavia”. In 1868 verkocht aan reder F.R.P.Victor te Amsterdam. In 1880 gestrand en wrak geslagen, maar mogelijk weer gerepareerd, daar het schip in 1884 als gesloopt wordt vermeld.
* 1878-1882. De bark “IJmuiden”, 666 ton (388 last), gebouwd in 1864. In 1877 werd het schip gekocht door F.R.P.Victor van F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam. In 1904 voor de sloop verkocht. Het schip maakt in 1879/1880 een reis van Cardiff naar Java (zie bij Reedeker). Op 03 november 1881 overlijdt aan boord een neef van de kapitein, de tweede stuurman Teunis Oepkes, die in 1880 zijn eerste rang had behaald aan de Terschellinger Zeevaartschool.
Zie voor additionele opmerkingen over het zeevarend geslacht Oepkes bij Cornelis Jansz Oepkes.
Als vlagnummer wordt vermeld nr.426 van Zeemanshoop te Amsterdam. Doeke Jansz Oepkes komt echter niet in de ledenlijst voor!010-p.86/91.
Bouma025 vermeldt D.J.Oepkes als gezagvoerder gedurende:
* 1870 van de bark “Estafette”, gebouwd in 1852 te Capelle aan de IJssel, 424 ton o.m., varend voor M.C.Lapidoth & Co te Amsterdam. Het schip werd te Kaap de Goede Hoop afgekeurd in averij;
* 1875 t/m 1878 van de bark “Batavia” ex Anna & Justina, gebouwd in 1856 bij F.F.Groen “De Boot”, 460 ton, varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
* 1878 t/m 1883 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Uitgegaan:
“Passaroeang 8 Jan. Ymuiden, D.J.Oepkes, Amsterdam”
Het museum “Het Behouden Huys” in West Terschelling heeft een schilderij van de bark “IJmuiden” met het volgende bijschrift”
“Als kapitein Doeke Jansz Oepkes in de periode 1878-1882 het bevel over de bark “IJmuiden” heeft, wordt hij geconfronteerd met twee zeer tragische gebeurtenissen. Op 22 september wordt Jacobus Reedeker, oud 19 jaar, door een zware storm overboord geslagen en verdrinkt jammerlijk. De “IJmuiden” was op weg van Cardiff naar Java en het ongeval gebeurde op de Atlantische Oceaan. Deze Jacobus Reedeker – een zoon van Dirk Reedeker, koopvaardij-kapitein – had in de voorliggende jaren van 1876 tot 1879 de zeevaartschool bezocht en was tweede stuurman op de “IJmuisden”. Eerste stuurman was Sies Rotgans. Enkele jaren later, op 3 november 1881, overlijdt aan boord een neef van de kapitein, de tweede stuurman Teunis Oepkes.Deze had het jaar tevoren zijn eerste rang behaald aan de Terschellinger Zeevaartschool.”
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Lodewijks als gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1883 van het fregat “Stad Dokkum”, van stapel in 1855, afbouw in 1856 op de werf “Koning William” te Amsterdam, gebouwd onder scheepsbouwmeester A. v/d Hoogte Amsterdam, 390 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip was getuigd als 3/mschoener;
* 1883 van de bark “Anna Maria Wilhelmina” ex Frans & Elise, ex Odilia Margartha, gebouwd in 1855 aan de IJssel, 627 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip is in 1883 bij Farø op de noordpunt van Gotland gestrand en wrak geraakt. Bouma vermeldt bij 1883 ook een kapitein A.Mosterman. Het is niet duidelijk of de stranding in 1883 onder Mosterdman of Lodewijks heeft plaatsgevonden. Of dat Mosterdman tijdens deze laatste reis het commando heeft overgenomen.
* 1884 t/m 1887 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan Lammert werd geboren op 15 november 1840 te Schiermonnikoog als zoon van Johannes Jans Wiersma en Charlotta Frederika Lammerts Colle.
Hij trouwde aldaar op 24 november 1867 als “zeeman” met Teunke Wiebes de Wilde, geboren te Schiermonnikoog op 15 september 1844 als dochter van Wiebe Eltjes de Wilde en Grietje Freerks Koster. Zij overleed op 09 januari 1937 te Amsterdam op de leeftijd van 92 jaar als weduwe van Jan Lammert Wiersma.
Jan Lammert overleed te Amsterdam op 03 april 1919 op de leeftijd van 78 jaar.
Groepsfoto van Schiermonnikoger kapiteins die gevaren hebben voor reder E.J. Bok & Zn met o.a kapitein Jan Lammert Wiersma staat op p. 96 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Een portret van Jan Lammert Wiersma en Teunke Wiebes de Wilde staat op p. 110 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.L.J.Wiersma was met vlagnummer 9 in de periode 1887 t/m 1919 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
J.L.Wiersma was gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1882 op de 2-mastschoener “Raaf” ex Paul Ernst, gebouwd in 1876 bij G.W.Tesdorp te Rostock, 84 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;
Handelsblad: “Amsterdam 22 april 1882. Het bij Ringkjöbing gestrande Nederlandsche schip RAAF, kapitein Groendijk (sic), van Antwerpen naar Malmö, is af en te Lemvig binnengebracht.”;
Handelsblad 23 juni 1882: “Kopenhagen 16 juni 1882. Het Nederlandsche schip RAAF, in januari l.l. bij Ringkjöbing gestrand, doch sedert af en te Thisted binnengebracht, is 12 dezer in publieke veiling voor 5000 Kronen verkocht.” (Hoedemaker);
* 1882 t/m 1884 op de brik “Egbert Jan” ex Adriana Johanna, gebouwd in 1864 bij E.J.Bok te Amsterdam, 187 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. In 1884 “Verkocht naar Grossefehn” (Bouma);
* 1885 t/m 1886 op de bark “Lina & Johanna” ex Galileï , gebouwd in 1857 bij P.Bakhuyzen te Capelle aan de IJssel, 742 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;
* 1887 t/m 1891 op de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 op de werf “IJhoek” van P.Haverkamp te Amsterdam te water gelaten, 756 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;
* 1891 t/m 1896 op de bark “Holland” ex Tempo, ex Royal Tar, gebouwd in 1864 bij Lachance te Quebec, 716 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam.
Zeetijdingen 27 januari 1896: bark “Holland” ex Tempo onder kapitein J.L.Wiersma: “verkocht naar Nieuwediep om gesloopt te worden” (Sweys).
Bouma vermeldt in 1896 de “Anna Margaretha” ex Haamstede. gebouwd in 1855 te Zierikzee, 753 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam varend onder A.Steffens en onder diens gezag lek te Kopenhagen binnengebracht. MAAR: Zeetijdingen 03 november 1896 vermeldt de bark “Anna Margaretha” ex Haamstede onder gezag van van J.L.Wiersma met “lek te Kopenh. gearriveerd en aldaar verkocht” .
Een foto van de bark “Holland” staat op p. 179 vanhet boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel is in bezit van M.Schoenmaker.
Overige bijzonderheden
Een portret van Jan Lammert Wiersma is onderdeel van een groepsfoto op p.44 in: De laatste reis van het zeilschip GEORGE WASHINGTON door Douwe M.Homan. Uitgeverij ‘t Heer en Feer te Schiermonnikoog. 2005, 94 pp.
In de Dorpsbode 44(3):1990. staat een bijdrage van Mr. L.Wiersma over zijn grootvader Jan Lammert Wiersma. Over deze Schiermonnikoger gezagvoerder is eerder uitvoerige correspondentie gevoerd met de heer J.Teensma, de auteur van de stukjes in de Dorpsbode, die echter geen publicatie aan deze kapitein heeft gewijd.
Mr. Wiersma meldt o.a. het volgende.
Jan Lammert Wiersma heeft als gezagvoerder de volgende schepen gehad.
“1. De gaffelschoener “Raaf” van de rederij E.J.Bok en Zonen te Amsterdam. Deze reders hadden een scheepswerf in de Kleine Kattenburgerstraat te Amsterdam “De Zwarte Raaf” genaamd.
-
De galjoot “Jantine”, reder is mij niet bekend. Met dit schip redde hij in 1870 in het Kattegat 7 man van het Nederlandse brikschip “Marten Bensen” van Pekela. Hij ontving hiervoor van de regering een grote zilveren medaille met getuigschrift getekend door Thorbecke.
(Sweys vermeldt als gezagvoerder van dit schip kapitein J.J.Wiersma met vlagnummer 21 en de opgave van Mr. Wiersma is dus onjuist. Zie hiervoor bij Jan Johannesz Wiersma. De Nederlandse brik ”Marten Bensen” wordt niet in de schepenoverzichten van Bouma en van Sluijs genoemd. Is wellicht een Duits schip).
Rinze Mast uit Delfzijl (september 2008 per e-mail) berichtte mij:
In item 2 zitten waarschijnlijk meerdere fouten.
-
Galjoot JANTINE moet waarschijnlijk zijn: schkof JANTINA, gebouwd te Pekela in 1857, 111 ton, in 1871 varend voor N. Sikkens, Sappemeer, kapt. J. Wiersma
-
De Nederlandse brik MARTEN BENSEN moet waarschijnlijk zijn: de Nederlandse 2m-sch MARTIN BENSON, gebouwd te Bilbao in 1852, 161 ton, in 1871 varend voor H.T. Kranenborg te Pekela, kapt. Israel B. de Groot
-
De redding van de bemanning vond plaats in 1871. Die bestond uit: (bron: rol nr 4 / 1871 Pekela.)
Register O.P., 2-m schoener MARTIN BENSON, 161 ton - 85 lasten, bj 1852, van Papenburg op avontuur
|
|
Reder: H.T. Kranenborg, Pekela
|
|
|
|
|
|
1871
|
2-feb
|
4
|
Israel B. de Groot
|
|
|
kapitein
|
|
|
|
|
Jan D. Kuiper
|
26 jaar
|
Oude Pekela
|
1e stuurman
|
36
|
|
|
|
Egbert N. Mulder
|
47 jaar
|
Winschoten
|
matroos
|
28
|
|
|
|
Eltjo ten Kate
|
24 jaar
|
Finsterwolde
|
ligtmatroos
|
18
|
|
|
|
Berend L. Frey
|
17 jaar
|
Landsch.polder
|
ligtmatroos
|
18
|
|
|
|
Franz Sleutel
|
50 jaar
|
Meeden
|
kok
|
24
|
Er komen in de beschikbare bronnen zoals Sweys, Bouma en Hoedemaker een aantal tegenstrijdige gegevens voor, die door ons niet zijn opgelost. Wellicht is ook J.Teensma op deze discrepanties gestuit en heeft hij van een bijdrage in de Dorpsbode afgezien.
-
De brik “Egbert Jan” van E.J.Bok en Zonen. In 1883 maakte hij een reis, uit en thuis, naar Suriname. Het schip was te Amsterdam geladen met uitrustingen en levensmiddelen voor het garnizoen aldaar. De lading terug bestond uit goederen voor de in dat jaar gehouden wereldtentoonstelling in Amsterdam.”
Daarna was hij volgens Mr. Wiersma gezagvoerder op achtereenvolgend de barken “Lina Johanna”, “IJmuiden”, “Holland” en “Anna Margaretha”, alle van de rederij E.J.Bok en Zonen. In oktober 1887 leed kapitein Wiersma in de buurt van Lowestoft schipbreuk met de “IJmuiden”.
Zijn laatste schip, de “Anna Margaretha” “is in Augustus 1896 met een lading kolen van Sunderland naar St.Petersburg, vol water en in zinkende toestand, Kopenhagen als noodhaven binnengelopen en afgekeurd. Het is verkocht naar Rönze (Bornholm) en deed later dienst als kolenhulk.”
In 1897 kreeg kapitein Wiersma “een administratieve functie bij de Kon. Holl. Lloyd te Amsterdam, vracht en passagiersdienst op Zuid-Amerika. Op bijna 70-jarige leeftijd werd hij daarvan gepensioneerd.”
In het Nieuwsblad Dockum dd 22 januari 1913 wordt in het verslag van de jaarvergadering van het pensioenfonds “Goede Voorzorg” melding gemaakt van een aanvraag om pensioen van J.L.Wiersma, die reeds 40 jaar deelnemer is. Dit zou betekenen dat kapitein Wiersma al veel eerder als deelnemer tot het pensioenfonds toetrad, dan dat hij effectief lid was van het zeemanscollege.
Familiegegevens en opleiding
Teunis Wijbrand Dekker werd geboren op 20 mei 1851 te Midsland (Terschelling) als zoon van kapitein Wijbrand Cornelis Dekker (zie aldaar).
Hij trouwde op 27 augustus 1874 met Anna Ages Schaap, geboren 24 augustus 1851 te Midsland en aldaar overleden op 19 september 1931.
Teunis Wijbrand overleed eveneens te Midsland op 14 augustus 1917.tresoar
Op de begraafplaats van Midlum is een witte grafsteen van Teunis Wijbrands Dekker (“in leven oud gezagvoerder”) en Anna A.Schaap. Aan de bovenzijde is een palmtak. Onderaan de steen staat Jé. 10 vers 8.
(juni 2009)
De schepen van de kapitein
Volgens Dekker en Roggen010 voer hij op de volgende schepen:
1883/'84-1886 "Stad Dockum", op 30 mei 1857 op scheepswerf King William te Amsterdam tewatergelaten als driemast clipper, fregat getuigd, 260 last (390 ton), voor rekening van de reders Posthuma en Goslings te Dokkum...
1886-1890 "President van Rijckevorsel (overgenomen van kapitein C.D.Swart (zie aldaar)). Barkschip van 716 ton, gebouwd in 1856 te Krimpen a.d. IJssel voor rekening van reder Hendrik Veder te Rotterdam...
1891-1895 ..."IJmuiden", bark 666 ton NM, in 1864 gebouwd voor rederij F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam... (zie ook bij Reinder Dirks Swart).
1895-1896 ..."Magdalena", barkschip, 1138 ton, gebouwd op de werf Thomas te Quince (V.S.) in 1856
T.W.Dekker was in 1897 t/m 1899 gezagvoerder van het stalen schroefstoomschip “Alpha”, gebouwd in 1897 te Hartlepool, 2028 ton n.m., varend voor de Vrachtvaart Maatschappij “Bothnia” te Amsterdam.025
Bouma vermeldt T.W.Dekker als gezagvoerder gedurende
* 1883 t/m 1886 van het fregat “Stad Dokkum”, van stapel in 1855, in afbouw in 1856 op de werf “Koning William” te Amsterdam, gebouwd onder scheepsbouwmaaster A.v/d/ Hoog te Amsterdam, 390 ton, varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip was getuigd als 3-mast schoener. Het schip werd op 12 april 1886 te Amsterdam geveild voor f 4.000,- aan E.J.Bok & Zn en in 1887 gesloopt;
* 1887 van de bark “Lina en Johanna”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 472 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;
* 1888 van het 3-mast schip “Martina Johanna” ex Antje, gebouwd in 1866 te Elshout, 856 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1888 op reis van New York naar Hull in zinkende staat verlaten;
* 1890 van het 3-mast schip “President van Rijckevorsel, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;
* 1891 t/m 1895 van de bark ´IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten, 756 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;
* 1895 t/m 1896 van het 3-mast schip “Magdalena”, gebouwd in 1856 te Quincy, Boston, 1250 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;
1900 en later van het schroefstoomschip “Beta”, gebouwd in 1899 te Hartlepool, 1924 ton, varend voor de Maatschappij “Bothnia, B.J. van Hengel & E.J.Bok & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
"Kapitein Dekker maakte met zijn schepen "IJmuiden" en "Magdalena" meestal reizen op de Oostzee en naar Rusland. Vele door hem destijds meegebracht souvenirs getuigen van deze reizen: snuisterijen van zilver uit Rusland, bakken en tabakspotten uit Riga. Zijn vrouw, Anna Ages Schaap, voer als zovel zeemansvrouwen in die tijd, vaak mee, soms voor lange tijd. Ze stond er zelfs op het eiland om bekend, dat ze vele maanden van het jaar buitenslands vertoefde, varend en reizend. Door samenloop van omstandigheden heeft deze vrouw in een barre winter een tocht door de bossen van Finland gemaakt, in een slede getrokken door een koppel honden. Dit om de "Magdalena", het schip van haar man, te bereiken, die in een andere haven was binnengelopen dan oorspronkelijk werd verwacht."
Na deze periode als gezagvoerder op zeilschepen stapt kapitein Dekker over naar de stoomvaart. "Hij vaart nog enkele jaren als gezagvoerder op de schepen "Beta", "Gamma" en "Delta" van de rederij Bothnia te Amsterdam een voortzetting van de oude rederij E.J.Blok."
Teunis Wijbrand Dekker was een nauwe vriend van kapitein Rijnder Dirks Swart (zie ook aldaar). De laatste was stuurman onder Dekker op de "President van Rijckevorsel". "... ze blijven bij dezelfde rederij en lossen in latere jaren elkaar vaak af als gezagvoerder op de schepen van deze rederij" (de Amsterdamse rederij E.J.Blok & Zn.) "Als beiden in 1894 op de "President van Rijckevorsel" varen, gelukt het stuurman Swart om zijn kapitein, die door een zware stortzee overboord is geslagen, nog juist bij zijn haren te grijpen en hem weer aan dek te deponeren. De dag van die wonderbaarlijke redding is door beide zeelieden, ook later op Terschelling, nog vele malen bedronken en in dankbare herinnering bedacht".
De zoons van kapitein Dekker volgden de voetsporen van hun vader: “Wijbrand(Wiep), gezagvoerder: Halcyonlijn: Jan, hoofdmachinist bij de Verenigde Scheepvaart Mij en Age: gezagvoerder op het stoomschip “Nicolaas” van de Amsterdamse rederij Berghuis, met welk schip hij op 2 januarie 1920 verongelukt.010-p.107.
Het artikel bevat een portretfoto van Teunis Wijbrand Dekker.
T.W.Dekker was van 1885-1888 kapitein op het houten fregat “Martina Johanna”, in 1866/67 gebouwd door de Gebr. B.Pot te Elshout als “Antje”, 756 9856) ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1888 op een reis van New York naar Bristol met lekkage Falmouth binnengelopen en op een volgende reis van New York naar Hull datzelfde jaar in zinkende staat verlaten op de Atlantische Oceaan052
De “MAGDALENA” was een houten driemast bark, gebouwd in 1856 door Thomas in Quincy, een plaats bij Boston in Massachusetts, aan de Quincy Bay.
De afmetingen waren 198.8 x 39.3 x 22.9 voet en het schip mat 1195 ton, resp. 1082 nieuwe register ton. Hoe die metingen in die tijd werden verricht weet ik niet.
De roepletters waren QCLP. Bij registratie werd een codering ingevoerd
Het schip werd op 20 januari 1895 in Bremerhaven voor 19000 mark aangekocht door E.J. Bok & Zoon in Amsterdam en de naam bleef ongewijzigd, ofschoon in de officiële lijst met roepnamen van de Ned. Koopvaardij de naam wordt geschreven als MAGDALENE. roepletters PJWD. De verkoper was Rederi D.H. Wätjes & Co in Bremen. Als afmetingen werd toen genoteerd op 56,70 x 10,70 x 7,01 meter.
De bark werd in augustus 1903 opgelegd in het Oosterdok te Amsterdam en op 11 april 1906 van Amsterdam naar Duinkerken gesleept door de Franse sleepboot ATLAS. Het vertrok op 12 April van IJmuiden en arriveerde op 13 april te Duinkerken waar het schip in dat jaar werd gesloopt.
Voorgaande gegevens werden me verstrekt door G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel, die ze weer ontleende aan nagelaten gegevens van wijlen Luc Heyboer.
In krantenberichten zijn tot nu toe de volgende gegevens gevonden:
Povinciale Groninger Courant 19 oktober 1896
Helsingfors (opm: Helsinki), 11 oktober. De Nederlandse bark LINA EN JOHANNA, kapt. F. Dobbinga, van Hernösand naar Amsterdam, is hier de 8e oktober wegens tegenwind en verlies van zeilen binnengelopen en bij Sveaborg ten anker gegaan. Zodra het schip voorzien is van enige nieuwe zeilen en de wind gunstig is, zal de reis worden voortgezet.
Provinciale Groninger Courant 22 maart 1897
Amsterdam, 19 maart. Het Nederlandse schip (opm: bark) LINA EN JOHANNA, laatst bevaren door kapt. F. Dobbinga, is verkocht en wordt naar St. Maartensbrug (opm: bij Schagen, N.H.) gebracht om aldaar te worden gesloopt.
Provinciale Groninger Courant 18 mei 1900
Kroonstad, 15 mei. De scheepvaart is voor alle schepen geopend; de Nederlandse schepen MAGDALENA, NEERLANDS VLAG en YMUIDEN zijn ter rede gekomen.
Provinciale Groninger Courant 18 oktober 1901
Reval (opm: Tallinn), 16 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, is na op het strand te hebben gezeten, van West Hartlepool te Kroonstad lek binnengebracht
Provinciale Groninger Courant 28 oktober 1901
Reval (opm: Tallinn), 21 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON` werd door de bergingstomer NEPTUN vlot gesleept.
Provinciale Groninger Courant 12 december1901
Amsterdam, 11 december. Het Nederlandse barkschip GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, zal te Kotka overwinteren. (opm: zie PGC 181001 en 281001)
NRC 12 april 1906
Amsterdam, 11 april. De sedert augustus 1903 alhier in het Oosterdok liggende houten bark MAGDALENA, gebouwd in 1856 en eigendom van E.J. Bok & Zn alhier is, uit de hand verkocht naar Duinkerken om te worden gesloopt, en zal door de gisterenavond alhier aangekomen Franse sleepboot ATLAS derwaarts worden gesleept.
Provinciale Groninger Courant 18 oktober 1901
Reval (opm: Tallinn), 16 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, is na op het strand te hebben gezeten, van West Hartlepool te Kroonstad lek binnengebracht.
NRC 04 januari 1902
Amsterdam, 3 januari. Van het Nederlandse schip GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, 22 november (1902) van Methil naar Bremen vertrokken, is sedert niets meer vernomen. Men vermoedt, dat het schip in de Noordzee is vergaan en de uit 16 man bestaande equipage is omgekomen. De bemanning bestond uit de volgende Nederlanders:
-
Dobbinga, kapitein, R. Jonker, 1e stuurman, C. Koen, 2e stuurman, H. Duif, kok, J. Mulder, zeilmaker, J. Buitenweg, D. de Boer, F. van Dok, T. Visser, matrozen. De overigen waren vreemdelingen.
Familiegegevens en opleiding
Rijnder Dirks Swart werd geboren op 18 november 1865 te Midsland (Terschelling) als zoon van Dirk Cornelis Swart en Antje Cornelis Doeksen.
Hij huwde te Terschelling op 28 november 1889 maal met Iemkje Kuyper, geboren 26 augustus 1868 te Midsland als dochter van Jan Kuyper en Trijntje Rijkeboer en aldaar overleden op 19 maart 1921.
Rijnder Dirks Swart trouwde op 21 juni 1923 voor de tweede maal met Maamke Roos, geboren 06 augustus 1878 als dochter van Albertus Jacobs Roos en Trijntje Pieters Cupido. Maamke Roos was sedert november 1911 weduwe van Iemke Schaap, schipper van de Emder zeillogger Nr. 40 “Jacob”. Dit vissersvaartuig verging in de nacht van 5 op 6 november in vliegende storm met man en muis op Doggersbank. Maamke overleed te Terschelling op 14 juli 1931
Rijnder overleed te Terschelling op 14 mei 1938
Rijnder Dirks Swart was de zoon van Dirk Cornelis Swart, gezagvoerder van de kof “Economie”, die op een reis van Amsterdam naar Petersburg in de Oostzee overleed (zie aldaar). Rijnder ging met 13 jaar naar zee en begon zijn zeemansbestaan bij zijn oudere broer Cornelis Dirks Swart (zie aldaar). Hij bleef vele jaren onder zijn broer varen en fungeerde als bootsman op de barken “Friesland” (c.1881) en de “President van Rijckevorsel” (1881-1886). Op het laatste schip klom hij op tot stuurman. “Zijn zeemansopleiding, van broer Cornelis gekregen, is gedegen en lang niet mals. Cornelis Dirks stond bekend als een zeer streng gezagvoerder, die van zijn mensen zeer veel eiste inzake kundigheid en stiptheid.” In 1886 krijgt de “President van Rijckevorsel” een nieuwe kapitein en wel Teunis Wijbrand Dekker (zie aldaar). Rijnder blijft stuurman op dit schip en sinds die tijd zijn Rijnder en Teunis onafscheidelijke vrienden. “Ze gaan als het ware samen, ze blijven bij dezelfde rederij en lossen in latere jaren elkaar vaak af als gezagvoerder op de schepen van deze rederij ...” (de Amsterdamse rederij E.J.Bok & Zn.)
Rijnder Swart was van 1895 tot 11 september 1902 kapitein op de “IJmuiden”, een bark van 666 ton NM, in 1864 voor rederij F.U.H.Reiger & Co. te Amsterdam gebouwd. Hij was op deze boot de opvolger van kapitein Teunis Wijbrand Dekker. Van september 1902-28 augustus 1903 was Swart gezagvoerder van de bark “Magdalena” (1138 ton, gebouwd op de werf Thomas te Quince-V.S.) eveneens als opvolger van kapitein Dekker.
“Als Rijnder Swart kapitein wordt op de bark “IJmuiden” is hij een aantrekkingspunt voor vele jongeren, die naar zee willen. Wij zien zijn schip dan ook vaak overwegend bemand met jongens van het eiland. Zelfs is op een reis, op één bemanningslid na, zijn hele equipage afkomstig van Terschelling. De eerste stuurman is Willem Koen, tweede stuurman Gossen Swart... In 1903 zegt kapitein Swart de zeilvaart vaarwel. Voor de overgang naar de stoomvaart voelt deze kapitein niet veel en hij vindt de omschakeling te bezwaarlijk. Zegt hij de grote zeilvaart vaarwel, hij is nog te vitaal om niets te doen en begint een beurtdienst op Harlingen. Met zijn beurtschip vaart hij nog vele jaren Harlingen-Terschelling vice versa. De zeevaarttraditie wordt door de vijf zoons van kapitein Rijnder Swart voortgezet. Vier van hen brengen het tot gezagvoerder bij verschillende rederijen, de vijfde wordt gepensioneerd als rijkshavenmeester van Europapoort bij Rotterdam.010-p.107-113.
Het artikel bevat een portretfoto van Rijnder Swart en tevens een foto van de bemanning van de “IJmuiden” waarop ook Rijnder Swart voorkomt.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.Swart als gezagvoerder gedurende:
-
* 1896 t/m 1903 van de bark “IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor E.J. Bok & Zn te Amsterdam. Het schip werd in 1903 voor de sloop verkocht.
Overige bijzonderheden
De “MAGDALENA” was een houten driemast bark, gebouwd in 1856 door Thomas in Quincy, een plaats bij Boston in Massachusetts, aan de Quincy Bay.
De afmetingen waren 198.8 x 39.3 x 22.9 voet en het schip mat 1195 ton, resp. 1082 nieuwe register ton. Hoe die metingen in die tijd werden verricht weet ik niet.
De roepletters waren QCLP. Bij registratie werd een codering ingevoerd
Het schip werd op 20 januari 1895 in Bremerhaven voor 19000 mark aangekocht door E.J. Bok & Zoon in Amsterdam en de naam bleef ongewijzigd, ofschoon in de officiële lijst met roepnamen van de Ned. Koopvaardij de naam wordt geschreven als MAGDALENE. roepletters PJWD. De verkoper was Rederi D.H. Wätjes & Co in Bremen. Als afmetingen werd toen genoteerd op 56,70 x 10,70 x 7,01 meter.
De bark werd in augustus 1903 opgelegd in het Oosterdok te Amsterdam en op 11 april 1906 van Amsterdam naar Duinkerken gesleept door de Franse sleepboot ATLAS. Het vertrok op 12 April van IJmuiden en arriveerde op 13 april te Duinkerken waar het schip in dat jaar werd gesloopt.
Voorgaande gegevens werden me verstrekt door G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel, die ze weer ontleende aan nagelaten gegevens van wijlen Luc Heyboer.
In krantenberichten zijn tot nu toe de volgende gegevens gevonden:
Provinciale Groninger Courant 18 mei 1900
Kroonstad, 15 mei. De scheepvaart is voor alle schepen geopend; de Nederlandse schepen MAGDALENA, NEERLANDS VLAG en YMUIDEN zijn ter rede gekomen.
NRC 12 april 1906114
Amsterdam, 11 april. De sedert augustus 1903 alhier in het Oosterdok liggende houten bark MAGDALENA, gebouwd in 1856 en eigendom van E.J. Bok & Zn alhier is, uit de hand verkocht naar Duinkerken om te worden gesloopt, en zal door de gisterenavond alhier aangekomen Franse sleepboot ATLAS derwaarts worden gesleept.
|