Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 24/31 mei 1853 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Cornelis Marinus van Strijen, oud 29 jaar, voerend de bark “Nijverheid”, wonend in de Bikkerstraat aan de werf de Nachtegaal te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.A. de Haas.023.
J.C.M. van Strijen was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1853 t/m (minstens) 1865 met de vlagnummers 919 (1854-1854) en 525 (1854 -?1865).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
919 1853 bark Nijverheid geen opgave
525 1854-1855 bark Nijverheid D.de Bruyn & C.Kruyt te Zaandijk
1856-1863 geen vermelding van schip en boekhouder
1864 brik Gouverneur Nagtglas Bouman & van Rijckevorsel
1865 brik Elmina idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
J.C.M van Strijen Nijverheid 25 mei 1855 14 juni 1856
Bouma025 vermeldt J.C.M. van Strijen als gezagvoerder gedurende:
- * 1854 t/m 1856 van de bark “Nijverheid” ex Wilhelmina Arnolda, gebouwd in 1836 te Amsterdam, 220 ton o.m., varend voor D. de Bruijn & C.Kruyt te Zaandijk;
- * 1862 van het ijzeren schroefstoomschip “Twenthe” ex West Friesland, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 270 ton o.m., varend voor de Gebr. van Hasselt te Kampen;
- * 1865 van de brik “Gouverneur Nagtglas”, gebouwd in 1861 te Amsterdam, 210 ton o.m., varend voor Bouman & van Rijckevorsel te Amsterdam;
- * 1866 van de comp.brik “Elmina”, gebouwd in 1865 te Amsterdam, 289 ton o.m., varend voor Bouman & van Rijckevorsel te Amsterdam;
- * 1869 t/m 1871 van de sch.brik “Columbus” ex Etatsradt Hvidt, gebouwd in 1857 te Oskarshamn, 137 ton o.m., varend voor W.Bakker Bz te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.v/d Kooy als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1863 van de 2/msch “Hermina & Elise” ex Antje, gebouwd in 1852 te Hoogezand, 115 ton o.m., varend voor J.C.P.Brack & Co te Amsterdam;
* 1864 t/m 1875 van de schbrik “Speculation”, gebouwd in 1863 te Veendam, 182 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip is in 1875 gezonken en verlaten op 37oN/11oW;
* 1877 van de comp.brik “Elmina”, gebouwd in 1865 te Amsterdam, 289 ton o.m., varend voor Bouman & van Rijckevorsel te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Lambertus Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 04 april 1841 als zoon van Teunis Mellema Benjamins Jaski en Trijntje Lammerts Drayer.
Hij trouwde op 29 augustus 1866 te Schiermonnikoog met Maria Jacobs Zeilinga, geboren 02 oktober 1841 als dochter van Jacob Abrahams Zeilinga en Meins Remts Danhof. Zij overleed te Schiermonnikoog op 09 mei 1884.
Lambertus overleed op 05 augustus 1888 te Schiermonnikoog.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.T.Jaski was met vlagnummer 82 in de periode 1867 t/m 1888 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”. In de ledenlijst van 1867 staat hij (foutief) geregistreerd met nummer 81.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
L.T.Jaski was gezagvoerder gedurende025:
* 1868 t/m 1879 van de ijzeren 2-mast schoener “Willem van der Voort”, gebouwd in 1859 op de werf “De Nachtegaal” van W.& A.H.Meursing te Amsterdam, 172 ton, varend voor Feye Christiaan Jaski te Amsterdam.
Zeetijdingen 05 september 1879: Op de kust van Maroim gestr.” (Sweys). Maruim ligt bij de havenplaats Aracaju aan de Braziliaanse oostkust ten NO van Salvador (=Bahia).
Handelsblad 11 september 1879: “Het wrak van het bij Aracaju gestande Nederlandsche schip "Willem van der Voort", is met de lading in publieke veiling voor 2000 pond verkocht.”
Handelsblad 28 september 1879. “Amsterdam 27 september 1879. Volgens een brief van kapitein Jaski, gevoerd hebbende het Nederlandsche schip "Willem van der Voort" had hij 16 augustus van Glasgow voor de Baai van Aracuja te zijn aangekomen 14 dagen met een loods aan boord aldaar gekruisd, toen 30 augustus het sein werd gegeven om te kunnen binnenkomen. Hij zette derhalve koers, doch geraakte op de baai vast; met hoog water sloeg de zee zoo geweldig over het schip, dat de equipage 's avonds genoodzaakt was het met de boot te verlaten en te Aracuja aankwam. Den volgende morgen bevond men bij nader onderzoek dat het schip tot aan het dek in het zand gewerkt en totaal gebroken was, zoodat het door experts werd afgekeurd en verkocht zal worden.”
* 1880 t/m 1888 van de composiet brik “Elmina”, gebouwd in 1865 op de werf “De Nachtegaal” van W.& A.H.Meursing te Amsterdam, 289 ton, varend voor F.C.Jaski te Amsterdam.
Zeetijdingen 20 januari 1888: “Te Keelung afgekeurd.” (Sweys).
Een afbeelding van dit schip is in het Noorder Scheepvaartmuseum te Groningen met als onderschrift: “Willem v.d. Voort. Kt. L.T.Jaski. in de storm van den 8n NOV. 1869. De afbeelding draagt de vlag 19 van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning” gevoerd door B.G.Carst. Het schip werd gebouwd door W. en A.H. Meursing op de werf “De Nachtegaal” te Amsterdam. Het werd te water gelaten op 30 maart 1859;
Overige bijzonderheden
Uit Hoedemaker038:
Handelsblad 6 oktober 1875
“Het eerstvertrekkende schip naar Suriname is het snelzeildende Brikschip WILLEM VAN DER VOORT, kapitein L.F.Jaski, Sluitende 20 october aanstaand. Geene goederen worden aanboord aangenomen dan voorzien van een bewijs tot inlading afgegeven door de Cargadoors Oolgaardt & Bruinier en v.d.Woudes & Luber.”
Handelsblad (?) 2 februari 1876
“Amsterdam 1 Febr. Volgens brief van Kapt.Jaski voerende het Nederlandsche schip WILLEM VAN DER VOORT, de 23ste Dec. van hier te Paramaribo aangekomen, had hij op de reis zeer slecht weer doorstaan. Na het 4de etmaal bij Goudstaart en het 13e bij Finisterre te zijn geweest, had hij van daar tot Madeira dat men het 28ste etmaal eerst in het gezicht kreeg, onophoudelijk stormweer uit het Z.W. en Westen op 19o N.Br. kreeg hij harde Z.W.wind tot storm, die 9 etmalen aanhield. Het schip had zwaar gewerkt, doch ogenschijnlijk geen schade.”
Handelsblad 6 september 1879
“Hamburg 4 september 1879. Volgens telegrafisch bericht uit Maroim is het Nederlandsche schip “WILLEM VAN DER VOORT”, kapitein Jaski, van Glasgow naar Maroim aan de kust aldaar gestrand.”
Handelsblad 28 september 1879
“Amsterdam 27 september 1879. Volgens brief van kapitein Jaski, gevoerd hebbende het Nederlandsche schip “WILLEM VAN DER VOORT”had hij 16 augustus van Glasgow voor de Baai van Aracaju te zijn aangekomen 14 dagen met een loods aan boord aldaar gekruisd, toen 30 augustus het sein gegeven werd om te kunnen binnenkomen. Hij zette derhalve koers, doch geraakt op de baai vast; met hoog water sloeg de zee zoo geweldig over het schip, dat de equipage ’s avonds genoodzaakt was het met de boot te verlaten en te Aracaja aankwam. Den volgende morgen bevond men bij nader onderzoek dat het schip tot aan het dek in het zand gewerkt en totaal gebroken was, zoodat het door experts werd afgekeurd en verkocht zal worden.
Handelsblad (?) c. eind september 1879
“Bahia 11 september 1879. Het wrak van het bij Aracaju gestrande Nederlandsche schip “WILLEM V/D VOORT”, is met de lading in publieke veiling voor £ 2000 verkocht.”
“Het artikel over Lambertus Teunis Jaski goed ontvangen. Mijn hartelijke dank. Een opmerking voor uw informatie. Aan het einde van het artikel wordt F.C.Jaski genoemd. F.C.Jaski is niet de vader van de kapitein, noch zijn oom. Vader van L.T. is Teunis Mellema Jaski. F.C.Jaski was een neef van deze Teunis Mellema Jaski. Nog een merkwaardigheid. De woordenwisseling deed zich voor op volle zee op 27 januari 1884. F.C. Jaski was toen al overleden. Hij overleed op 4 december 1882 te Amsterdam. De weduwe F.C.Jaski mevrouw Lollina Benjamins Jaski zal (geheel of deels) de eigenaresse van de brik zijn geweest.”
e-mail dd 31 juli 2002 van R.van Staveren te Wilnis
De Raad van Tucht voor de koopvaardij behandelde op 23 juni 1884 een klacht tegen kapitein L.T.Jaski, gezagvoerder van de brik “Elmina”. Hij vervoerde een contingent militairen van NOI naar Nederland, waaronder de 1ste luitenant der Infanterie Francois Guillaume Jacques Boschart. Er bestond tussen Jaski en deze luitenant een gespannen verhouding, die escaleerde tijdens een spelletje kaart op volle zee op 27 januari 1884. Er onstond een twistgesprek. “Boschart vermeldde in zijn klacht dat de kapitein toen licht beschonken was.” De luitenant kreeg kwalificaties te horen als schobbejak en dief. Bij een later gesprek bleek Jaski niet van zins zijn excuses aan te bieden.
De Raad hoorde enkele getuigen en concludeerde “dat gezagvoerder Jaski zich tegenover Boschart misdragen had en ‘mitsdien zijn gedrag in deze ernstige afkeuring verdient’ “. De Raad kwam ook tot de conclusie dat de twee zeer verschillende karakters hadden, die elkaar moeilijk konden verstaan en achtte dit een verzachtende omstandigheid. “Hoewel Jaski’s optreden werd afgekeurd en blaam verdiende, ging de Raad niet tot schorsing over. Jaski werd vrijgesproken van schuld aan het meerder hem ten laste gelegde.” 104.
De Dorpsbode 38(20):1984.Bijdrage 10 vermeldt ten aanzien van het schip de “Willem van der Voort”: “Op 10 juli 1872 wordt in Amsterdam 2/32e gedeelte in rederscedulen verkocht voor f 452,-. Hieruit is af te leiden dat de waarde van het schip op rond f 7.200,- werd geschat.”