Familiegegevens en opleiding
Lieuwe de Vries werd geboren te Ballum op Ameland op 15 oktober 1820 als zoon van Pieter Lieuwes de Vries en Klaaske Pieters Roskam.
Hij trouwde op 14 juni 1849 te Ameland met Hebeltje Jans Ruygh, geboren op 22 augustus 1825 te Hollum op Ameland als dochter van Jan Pieters Ruygh en Pietje (of Tietje) Douwes de Beer. (In de geboorteakte staat Ruyg, zonder –h). Zij overleed op 14 april 1895 te Hollum op Ameland, 69 jaar, weduwe. Zij werd ook te Hollum begraven, graf Z.6.3
Lieuwe overleed op 04 februari 1884 op Ameland, 63 jaar, gehuwd. tresoar, tengevolge van een beroerte.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.P.de Vries werd met vlagnummer 756 per 05 april 1859 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.A.Tekelenburg. Als zijn schip is vermeld de “Luna” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 29 maart/05 april 1859 staat vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Lieuwe Pieters de Vries, oud 38 jaar, voerend de schooner “Luna”, voor rekening van J.Bakker te Nieuwediep, wonend te Hollum op Ameland, op voordracht van kapitein H.A.Tekelenburg.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 februari 1891 staat een verzoek om een gratificatie door de wed. L.P.de Vries geb. Ruygh. Op 05 maart wordt een brief gemeld van burgemeester baron van Heeckeren van Ameland met inlichtingen omtrent de wed. de Vries ge Hebeltje Ruygh en op grond daarvan wordt het verzoek om gratificatie afgewezen042
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 februari 1891 (Stadsarchief, Amsterdam 491-42) is een brief dd Hollum 30 januari 1891 van de wed. Lieuwe Pieters de Vries, geb. Hebeltje Ruijgh. Zij doet een beroep op steun door het College Zeemanshoop. “Onderget. doet dit echter niet zonder schroom, daar zij weet, dat toen haar echtgenoot, zonder vooruitzicht van weder te kunnen varen, wegens onvermogen in gebreke bleef, de laatste jaren te contribueeren, daardoor alle rechten van het lidmaatschap verloren gingen. Mijn echtgenoot overleed in 1884 aan eene beroerte en liet mij wel eenig vermogen na, doch niet zooveel dat ik zonder zorg te toekomst inging.
Mijne inkomsten bedragen in de gunstigste gevallen f 400,- doch door tegenspoed is dit dikwijls anders.
Hevige bloedspuwingen bij herhaling voorgekomen, zijn oorzak van een duur levensonderhoud en daar mijn overleden echtgenoot aan het Collegie , voor zooverre mij bekend f 1080,- aan diverse gelden aan het Collegie heeft bijgedragen, zo wend ik mij, onder overlegging van betrekkelijke bewijzen met vrijmoedigheid tot het bestuur of dit mij met een jaarlijksche gratificatie, die steun zou kunnen verlenen, die in mijn laatste levensdagen eenige verlichting zou aanbrengen.” Er is groot verschil tussen de schrijfwijze van de brief en de ondertekening, en het is zeker dat de brief door een ander dan de wed. de Vries is geschreven.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 05 april 1891 staat een: “Brief van de weduwe L.P. de Vries geboren Ruygh verzoekende eene gratificatie. In handen van de Heeren Secretarissen om bij den Burgemeester naar de bijzondere omstandigheden van adressante te informeeren.” Daarop volgt een: “Brief van den Burgemeester van Ameland inlichtingen gevende omtrent de Weduwe L.P. de Vries geb. Ruygh. Het verzoek van de Weduwe is afgewezen.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
756 1859-1860 schoner Luna J.Bakker te Nieuwediep
1861 schoner Den Helder idem
1862 geen vermelding van schip en boekhouder
1863 schoner Zwaluw geen opgave
1864 schoner Zwaluw J.Bakker te Nieuwediep
1865 geen vermelding van schip en boekhouder
1866 bark Luctor en Emergo den Bouwmeester, Borsius & van
der Leijé te Middelburg
1867-1879 bark Stad Middelburg idem
1880 geen vermelding van schip en boekhouder
Aankomst en vertrek te Amsterdam045
Naam kapitein Naam schip Vertrek Aankomst
L.P. de Vries Den Helder 25 maart 1861 geen vermelding
Den Helder 03 juli 1861 24 september 1861
Den Helder 30 september 1861 02 maart 1862
Den Helder 05 april 1862 20 september 1862
Zwaluw 23 maart 1863 geen melding
Zwaluw 17 maart 1864 07 mei 1864
Zwaluw 21 mei 1864 21 juni 1864
Zwaluw 10 juli 1864 12 januari 1865
Zwaluw 02 april 1865 geen melding
Luctor Emergo geen melding 24 maart 1867
Stad Middelburg 27 april 1868 16 februari 1869
Bouma025 vermeldt L.P.de Vries als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1862 van de 2/msch “Luna”, gebouwd in 1838 te Christiansand, 60 ton o.m., varend voor J.Bakker te Nieuwediep;
* 1861 t/m 1862 van de 2/msch. “Den Helder” ex Abraham, gebouwd in Noorwegen, bouwjaar niet genoemd, 131 ton o.m., varend voor J.Bakker te Nieuwediep. Het schip werd in 1862 verkocht naar Noorwegen als “Snar”;
* 1864 t/m 1865 van de 2/msch. “Zwaluw”, gebouwd in 1857 te Oscarhamn, 61 ton o.m., varend voor J.Bakker te Nieuwediep;
* 1864 t/m 1867 van de bark “Luctor et Emergo”, gebouwd in 1864 te Middelburg, 756 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg;
* 1868 t/m 1880 van de bark “Stad Middelburg”, gebouwd in 1856 te Middelburg, 752 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg. Het schip werd in 1882 gesloopt.
Tussen voorgaande opgaven van schepen en vaarperioden, afkomstig van verschillende bronnen, zitten discrepanties.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant dd 09 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen.
“Zierikzee 5 Dec. Stad Middelburg, L.P. de Vries, Batavia n. Rotterdam; vert. 27 Aug.”
Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096
Uitgegaan:
“Batavia 22 Jan. Stad Middelburg, L.P. de Vries, Rotterdam”
Van Koen Suyk te Heiloo kreeg ik dd. maart 2003 een fotokopie van de brief van Murk Lels aan kapitein C.Spaanderman te Rotterdam gedateerd 12 november 1879. In dit schrijven werd door reder Lels het bevel opgedragen aan kapitein Spaanderman van de “Cornelis Smit”. (zie bij C.Spaanderman). In deze brief staat een opmerking m.b.t. de “Stad Middelburg”.
Murk Lels dringt er op aan bij eventuele schade een nauwkeurig rapport te laten opstellen. “Somtijds toch zijn die rapporten zoo vaag en ongedecideerd, zonder melding te maken van het Zeeevenement, doch wel van het vinden van stukjes slecht of vergaan hout, waaruit niet zelden voortvloeit dat assuradeuren niet willen betalen, doch de zaak als vic propre (eigen gebrek) beschouwen. Dit geval heeft zich verleden jaar op Java nog voorgedaan met de Stad Middelburg. In ieder geval, wat er ook voordoet, kijk steeds uit uw eigen oogen en wees zelfstandig want, vooral in averijzaken staat ieder vijandig tegen u over en speculeert in den regel alleen op zijn eigen zak.”
Uit Bouma025 en de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 is te concluderen dat de “Stad Middelburg” in 1878 onder gezag stond van kapitein L.P.de Vries
Beste Sikko,
Vandaag (i.c. 07 september 2007) had ik mensen op bezoek in het museum. Zij hadden een dik boek bij zich met daarin het journaal van Barkschip Waterloo. Het boek was van hun voorvader Kapitein Lieuwe Pieters de Vries, geboren 15-10-1820 Ballum, overleden 4-2-1884 Hollum, gehuwd 14-6-1849 Ameland met Hebeltje Jans Ruijgh.
Hij heeft een journaal bijgehouden van een reis naar Oost-Indië met een groot aantal soldaten. Het begint met het jaartal 1847.
Als je het boek omdraait staat daar ook een journaal volgens mij geschreven door een militair. Want er staat: Gevoerd door kapt. W.W. Epeno (de achternaam is slecht te lezen) van 12 mei 1848 - tot den ....
Er zit ook een lange lijst in waarop de namen van de soldaten, hun functie, ed.
Heb je iets aan deze gegevens.
Groeten,
Pieter Jan Borsch, Sorgdragermuseum, Hollum, Ameland
Commentaar S.Parma, 08 september 2007
In de lijst van Bouma025 komt geen kapitein de Vries voor in ca. 1847/48 die gezagvoerder was van een schip “Waterloo”. In die periode is komen wel als gezagvoerders voor de kapiteins Grim (geen initiaal bekend, maar wellicht Daniel Grim), 1845-1848, en
W.W. van Epen (1848-1856).
In het boek “Van Holland naar Indië” door M.P. van Bossenbroek worden de transporten van koloniale troepen in de periode 1815-1909 opgesomd. Daarin staan diverse transporten uit de periode 1847/48 maar geen onder kapitein de Vries noch met een schip “Waterloo”.
Toch is er kennelijk sprake van een troepentransport waarover genoemde Lieuwe de Vries verslag doet. Vooralsnog zie ik geen kans deze melding te plaatsen.
Familiegegevens en opleiding
Dirk Dirksz Ouwehand werd geboren op 12 december 1818 te Katwijk als zoon van Dirk Willemsz Ouwehand en Dirkje Cornelisd. v.d. Bergh.
Hij trouwde in 1842 te Katwijk met Maria Rijnsd. Klok
Hij overleed te Katwijk op 15 maart 1890.
De Burgerlijke Stand van Katwijk uit 1843 vermeldt hem als gezagvoerder van het paviljoenschip Goede Verwachting. Voorts was hij kapitein van 1853-1854 op de Amstel, van 1855-1856 op de bark Walcheren, en van 1856-1857 op de bark Stad Middelburg.
“Ook is hij waarschijnlijk in 1862 kapitein geweest op de West Phalia, dit staat vermeld en afgebeeld op een schilderij, gemaakt door J.Spin, wat in bezit is bij nazaten van kapitein Dirk Dirksz Ouwehand. (Volgens Bouma … is hij in 1864 ook kapitein op de bark Luctor et Emergo geweest. Vermoedelijk heeft hij Dirk met Simon (Dirksz Ouwehand) verwisseld”.
De publicatie bevat portretten van Dirk Dirksz Ouwehand, Maria Rijnsd. Klok en “De Stad Middelburg”, waarop tevens op de achtergrond de “Amstel’ en de “West-Phalia”.
Tevens bevat de publicatie twee gedichten: één van Dirk Dirksz Ouwehand, die de bouw van “De Stad Middelburg” bezingt, omdat er roddels de ronde deden, dat zulk een schip nooit op de slappe Zeewse klei gebouwd zou kunnen worden. Het tweede gedicht is een commentaar van reder Borsius waarin hij verklaard waarom de rederij die goede Katwijkse kapiteins in dienst had. Het gedicht spreekt van Dirk en de broers Siem (Simon) en Kees (Cornelis) “Voor Kees was Susebetje (d.i. de Susanna Elisabeth) Het proefstuk was voor dikke Dirk (i.c. De Stad Middelburg).”054-100
Foto (nr.54) van kapitein D.D.Ouwehand beschikbaar047.
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
D.Ouwehand Stad Middelburg 30 januari 1863 niet vermeld
Stad Middelburg 14 februari 1863 25 december 1863
Bouma025 vermeldt D.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:
* 1830 t/m 1847 op de kof “Goede Verwachting”, gebouwd in 1828 te Zwolle, 60 ton o.m., varend voor Bonse & Straeter te Amsterdam (zie ook bij Dirk Willemsz Ouwehand);
* 1843 t/m 1848 van de kof “Hoop”, gebouwd in 1842 te Muiden, 62 ton o.m., varend voor M.Bonse & Co te Amsterdam;
en D.D.Ouwehand van
* 1845 t/m 1856 van de kof “Westphalia”, gebouwd in 1840 te Hoogezzand, 76 ton o.m., varend voor Bonse & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1857 voor kapitein/eigenaar R.J.Stomp te Groningen en was herdoopt in “Eeltje Heidema”
* 1849 t/m 1854 op de 2/msch. “Amstel”, gebouwd in 1848 te Muiden, 113 ton o.m., varend voor Bonse & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1856 op de bark “Walcheren”, gebouwd in 1852 te Middelburg, 442 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius en v/d Leye te Middelburg;
* 1857 t/m 1867 op de bark “Stad Middelburg, gebouwd in 1856 te Middelburg, 752 ton o.m., varend voor den Bouwmeester, Borsius & v/d Leye te Middelburg.
Verscheidene overlappen in vaarperiode en nader genealogisch onderzoek is nodig om de discrepanties te ontwarren.
Overige bijzonderheden
D.D.Ouwehand verzorgde per 16 april 1865 van Vlissingen met de “Stad Middelburg” een troepentransport van 3 officieren en 150 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op 20 juli 1865 na een reis van 95 dagen065.
In de Provinciale Groninger Courant van 22 juni 1847 stond in de rubriek Zeetijdingen:
“Gearriveerd: te TEXEL den 19 Junij Ouwehand, Westphalia van Hull; … “