Familiegegevens en opleiding
Berend Jans Jonker werd geboren te Veendam op 11 september 1818 als zoon van e schipper Jan Hindriks Jonker en Feike Berends Schipper
Berend trouwde op 08 maart 1848 als schipper met Jantje Abrahams Hazewinkel, geboren te Veendam op 04 augustus 1824 als dochter van de schipper Abraham Cornelis Hazewinkel en Albertje Hindriks. Jantje overleed op 19 januari 1856 aan boord van de bark “Tasmania” in de Indische Oceaan.. Aangezien Berend Jan Jonker zijn vrouw in Veendam wilde begraven, vervoerde hij haar, in spiritus gedrenkte lijk in een loden kist naar huis.
Berend Jans werd in 1871 vermist op de reis van Archangel naar Amsterdam met met de brik “Tasmania” en overleed vermoedelijkop 22 of 24 augustus 1871.
Op de oude begraafplaats van Veendam staan twee grafstenen van Berend Jonker en zijn vrouw Jantje A.Hazewinkel met de volgende teksten:
“Ter gedachtenis aan BEREND J. JONKER wedmr van J.A.Hazewinkel geboren 11 Sept 1816 waarschijnlijk overleden 22 of 24 Aug. 1871 Het mogt hem niet gelukken Aan zijn Egt’s zij te rusten.”
en
“Rustplaats van JANTJE A. HAZEWINKEL Geboren 4 Aug 1823 Overleden in de Indische Oceaan den 19 Jan. 1856. Echtgenoot van Berend J.Jonker
Hier rust o wandelaar.
Mijn teerbeminde vrouw.
Die mij heeft vergezeld.
Met liefde, deugd en trouw.
Op zeemans woeste pad.
En op de zoute baren.
Is haar ziel verhuisd.
En van mij heen gevaren.
Haar lijk bracht ik naar hier
Naar deze dodenakker.
God maakt mij eens.
Aan hare zijde wakker.”
Foto van de heer W. van Koldam te Makkum, ontvangen via de heer Suyk te Heiloo in december 2003.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.J.Jonker werd per 08 september 1857 op voordracht van D.D.Borchers met vlagnummer 728 effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Tasmania". Toegevoegd is "vermist"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 01/08 september 1857 is vermeld dat tot lid voor de vlag is voorgedragen/benoemd Berend Jans Jonker, 40 jaar, voerend de bark “Tasmania”, wonend te Veendam, met adres de Gebr. van Ulphen, op voordracht van kapitein D.D.Borchers.023.
Berend Jans Jonker was lid voor de vlag van “Zeemanshoop” in de periode 1857 t/m 1871 met vlagnummer 728.
B.J.Jonker was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer R6 resp. 137 in de periode 1849 t/m 1871.001.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
728 1857-1863 bark Tasmania Doijer & Kalf te Zwolle
1864-1866 geen opgave van schip en boekhouder
1867-1871 brik Tasmania idem
1871 "vermist"
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
B.J.Jonker Tasmania geen melding 05 maart 1864
Bouma025 vermeldt B.J.Jonker als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1853 van de 2-mastschoener “Saramacca”, gebouwd in 1849 te Zwolle, 182 ton o.m., varend voor Doyer & Kalff te Zwolle;
* 1855 t/m 1864 van de bark “Tasmania”, gebouwd in 1854 te Zwolle, 387 ton o.m., varend voor Doyer & Kalff te Zwolle. Het schip werd in 1864 verkocht naar Noorwegen;
Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1864 naar Noorwegen werd verkocht onder behoud van dezelfde naam. Het werd in 1896 gesloopt;
* 1867 t/m 1871 van de brik “Tasmania”, gebouwd in 1866 te Hoogezand, 210 ton o.m., varend voor Doyer & Kalff te Zwolle. Het schip werd in november 1871 vermist op reis van Archangel naar Amsterdam.
In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het college “Eendracht” te Groningen en aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein B.J.Jonker met vlagnummer R6 als gezagvoerder van de “Saramaca”
In de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege opgenomen in een almanak uit 1862 uitgegeven door de zeemanscolleges van Wildervank en Nieuwe Pekela wordt B.J.Jonker vermeld als gezagvoerder van de “Tasmania” met vlagnummer R6 resp. 137.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
25 februari 1831, schip “Geziena Harmina”, schipper Jan Hindriks Jonker, matroos Berend Jans Jonker.
08 februari 1840, kof “Gezina Harmina”, schipper Jan Hindriks Jonker, stuurman Berend Jans Jonker.
24 mei 1847, kof “Grietje Mollema”, schipper Ruurt Abrahams Hazewinkel, stuurman Berend Jans Jonker.
De bark “Tasmania” werd gebouwd in 1854 door W.R. van Goor te Zwolle, groot 387 ton o.m.. De reederij was Doyer & Kalff te Zwolle van 1854 t/m 1864. Gezagvoerder B.J.Jonker van 1854 t/m 1864. Het schip werd op 20 juni 1864 te Amsterdam geveild en verkocht voor f 22.200,- naar Noorwegen.
De brik “Tasmania” werd gebouwd in 1866 door Hooites te Hoogezand, groot 210 ton o.m.. Reederij was Doyer & Kalff te Zwolle van 1866 t/m 1871. De gezagvoerder was B.J.Jonker van 1866 t/m 1871. Het schip werd in 1871 vermist op de reis van Archangel naar Amsterdam.
Gegevens K.Suyk, Heiloo, december 2003
Bijlbrief 2-3-1849 van I.A. van Roijen. Een dek en twee masten. Op 6 december 1848 te water gelopen … 182 T gevoerd worden door Berend Jans Jonker wonende te Zwolle Betreft schoener “Saramacca”, gebouwd op de werf van R. van Goor te Zwolle onder directie van rederij Doijer & Kalff.
Vermeld zijn 24 aandeelhouders met 1/27ste aandeel en 1 met 3/28ste aandeel. B.J.Jonker had 1/27ste aandeel.
Voorts de meldingen: “…kap. B.J.Jonker … POZC (krant?) 31 maart 1848: 120 à 125 lasten. April 1849 tussen de kribwerken van het ZD aan de grond en door de Zwolsche stoomboot vlot getrokken. 1849 12 april: uitgezeild, kapt. B.J.Jonker, naar Riga. 1853 11 juli binnengel. B.J.Jonker van Antwerpen. 1853 23 juli vertr. uit Archangel naar Antwerpen.
Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel
Typoscript 158 pp (p.43)
In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.
Overige bijzonderheden
Handelsblad 24 november 1871038:
Aangaande het schip TASMANIA, Kapitein Jonker, van Archangel naar Amsterdam, 22 Augustus gezien op 61oN.Br en 3o O.L. heeft men sedert niets vernomen.
Kees Paul meldt dd 20 juli 2006 per e-mail dat de “Saramaca” op 12 augustus 1851 te Valparaiso met suiker was uit Santos, Brazilië.
Voorts bouwde Doyer en Kalff een schoener voor een reis naar Californië.
In van Koldam c.s.076 staan op p. 276-277 bijzonderheden omtrent een reis van Tjilatjap naar Europa van de bark “Tasmania” gevoerd door kapitein B.J.Jonker te Veendam, varend voor rederij Doijer en Kalff te Zwolle. Het betreft een berijmd verhaal van één van de passagiers E.A.R van Hoëvell.
Via de heer Suyk te Heiloo verkreeg ik van de heer van Koldam in december 2003 een “Ballade van kapitein Jonker”, tekst W.C.Bus, handelende over hetzelfde onderwerp:
Ik heb een barkschip laten bouwen Voorspoedig heen, terug al ellende
Op de werf van Wilkens in Veendam. na’n week sloeg reeds de ziekte toe.
driehonderd ton en met drie masten Eerst ging de stuurman, toen mij Jantje
met rondhout ook uit eikenstam. We moesten verder. God weet hoe!
ik kon ’t schip met vijf man bevaren, Ik wou haar aan de zee niet geven,
daarbij een stuurman en een knecht. ze wilde steeds graag bij mij zijn.
Ik kon mijn koers zo altijd klaren Dus ging ze één. twee, drie in Godsnaam
al was het weer ook nog zo slecht. in een groot vat met brandewijn.
Refr. Refr.
Ik heb de grote zee bevaren Ik heb de grote zee bevaren
Waarbij ik ook in Rio kwam. Waarbij ik ook in Rio kwam.
Toch is de mooiste plek op aarde Toch is de mooiste plek op aarde
aan ’t westerdiep, thuis in Veendam aan ’t Westerdiep, thuis in Veendam
Ik heb de verre oost bevaren, Na nog meer ziekte en veel stormen
‘k bracht lading zelfs in Friscobay. zag ik gelukkig Hollands kust
Daar ging heel mijn bemanning drossen De wind bracht ons voorbij de Wadden
de goudkoorts nam ze allen mee. Na Statenzijl kreeg ik pas rust.
Met wat chinezen en maleiers Op ’t Westerdiep gooide ik mijn anker,
Heb ik Batavia bezeild. ik dankte God dat ik er kwam.
Bemand met oud-kolonialen Nu is mijn Jantje steeds dicht bij mij
Heb ik toch weer Veendam gepeild. op ’t oude kerkhof in Veendam.
Refr. Refr.
Ik heb de grote zee bevaren Ik heb de grote zee bevaren
Waarbij ik ook in Rio kwam. Waarbij ik ook in Rio kwam.
Toch is de mooiste plek op aarde Toch is de mooiste plek op aarde
aan ’t westerdiep, thuis in Veendam op ’t oude kerkhof in in Veendam
‘k Heb heel wat ladingen gevaren
van Oost naar West van Zuid naar Noord.
Maar op een dag na vijftien jaren
toen zei mijn vrouw: “ ‘k wil mee aan boord”.
Ik had een lading drank, wat wapens,
spoorijzers en ook nog veel post.
En dat moest binnen zeven maanden.
in Oost Indië worden gelost.
Refr.
Ik heb de grote zee bevaren
Waarbij ik ook in Rio kwam.
Toch is de mooiste plek op aarde
aan ’t westerdiep, thuis in Veendam Epiloog
Zo op die tocht naar ’t verre Oosten Hij heeft nog vijftien jaar gevaren.
nam ik mijn vrouw, mijn Jantje mee. Toen voer hij met zijn laatste vracht.
Een zeemanshuwelijk is vaak eenzaam, Dat grote barkschip met drie masten
zo’n reisje houdt een vrouw tevree. heeft hem toen niet meer thuis gebracht.
De wind en stroom hielpen voorspoedig Hij wou zijn vrouw de zee niet geven,
We vonden snel Bataafse ree, waarop de zee hem zelve nam.
retourvracht lag er reeds te wachten: Zijn steen naast de steen van Jantje
rijstbrandewijn, koffie en thee. maar ’t graf is leeg daar in Veendam
Refr. Refr.
Ik heb de grote zee bevaren Hij heeft de grote zee bevaren
Waarbij ik ook in Rio kwam. zo ver dat hij aan ’t einde kwam.
Toch is de mooiste plek op aarde Daar is hij in de zee begraven
aan ’t Westerdiep, thuis in Veendam niet naast zijn Jantje in Veendam
Dit gedicht bevindt zich in de collectie van het Veenkoloniaal Museum te Veendam.
De schoener “Saramacca” onder kapitein B.J.Jonker voer van Rio de Janeiro op 24 mei 1851 via Kaap Hoorn naar Valparaiso, keerde wederom via Kaap Hoorn terug en arriveerde op 23 maart 1852 te Crookhaven, Ierland121