Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Joh. G.Wiebenga was met vlagnummer R2 in de periode 1885 t/m 1902 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen aanspraak kon maken op financiële tegemoetkomingen058.
J.G.Wiebenga was van 1901-1906 permanent commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 04 maart 1897 staat een verslag van de uitreiking van medailles in de wedstrijd 1894/95 voor de beste kompasjournalen. Er waren 27 deelnemers, die in totaal 50 journalen inzonden. De gouden medaille is verworven door F.H.Bonjer, gezagvoerder van het ss “Spaarndam, het zilver ging naar G.Stenger van het ss “Amsterdam en het brons naar S.Turfboer, gezagvoerder van de “Prinses Wilhelmina. Een buitengewone bronzen medaille werd toegekend aan de thans buitengaats zijnde kapitein J.G.Wiebenga van het fregat “De Ruyter”.023.
Dezelfde mededeling staat in het tijdschrift De Zee, Jg. 1897, p.71-75 met de toevoeging dat de kwalificatie “brons” is gebruikt omdat het bijhouden op een zeilschip moeilijker is dan op een stoomschip. De werkelijk bronzen medaille werd toegekend aan kapitein S.Turfboer van het ss. Prinses Wilhelmina”
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam)058 staat kapitein J.G.Wiebenga met vlagnummer R2 vermeld als gezagvoerder van/in:
* 1885, 1886, 1887 op het fregat “Batavier”, 1616 ton, varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1890, 1891, 1892, 1893, 1894 op het fregat “De Ruijter”, c. 2600 ton, varend voor de Ned. Scheepvaart-Maatschappij;
* 1897, 1898, 1899, 1900, 1901, 1902 op het fregat “Nicolaas Witsen”, 2995 bruto ton, varend voor F.F.Groen te Amsterdam
J.G.Wiebenga was van 1891-1895 kapitein van het stalen fregat “De Ruyter”, gebouwd in 1891 door Huygens & van Gelder te Amsterdam, 1689 ton, varend voor rederij Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij te Amsterdam052.
Bouma025 vermeldt J.G.Wiebenga als gezagvoerder gedurende:
* 1883 ophet ijzeren 3/m schip “Batavier”, gebouwd in 1876 te Kinderdijk, 1780 ton n.m., varend voor L.Smit te Kinderdijk;
* 1884 t/m 1888 op hetzelfde schip maar nu voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1890 op het ijzeren 3/m schip “Batavier”, gebouwd in 1876 te Kinderdijk, 1780 ton n.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1890 van het fregat “Wilhelmina Cornelia” ex A.& W.C., gebouwd in 1875 te Alblasserdam, 1440 ton o.m., varend voor C.M. van Vessem te Rotterdam;
* 1891 t.m 1894(?) op de stalen bark (is fregat) “De Ruyter”, gebouwd in 1891 te Amsterdam, 1689 ton n.m, varend voor Zurmühlen & van Vessem te Amsterdam;
* 1897 t/m 1905 op het stalen 3/m schip “Nicolaas Witsen”, gebouwd in 1897 te Amsterdam, 1565 ton n.m., varend voor F.F.Groen te Amsterdam. Het schip werd in 1905 verkocht naar Hamburg.
In Bouma worden meer schepen dan de hiervoorgenoemde geregistreerd onder J.G.Wiebenga. In de verslagen van het Rotterdamse zeemanscollege worden echter 2 personen met de initialen J.G. genoemd. Zie ook onder J.G.Wiebenga hiervoor. Nader genealogisch onderzoek omtrent de verwantschap is noodzakelijk.
Overige bijzonderheden
In: H.C.Willemze “Mijn reis als scheepstimmerman met het fregat “Nicolaas Witsen””, verschenen in “Verhalen voor de mast. Herinneringen van Nederlandse schepelingen uit hun zeiltijd”, een uitgave van de Stichting Nederlandse Kaap-Hoornvaarders, 2000:4-12, staat als noot 6 een overzicht van de schepen van kapitein Johannes G.Wiebenga en wel:
1883 t/m 1888 de ijzeren clipper Batavier;
1890 de Wilhelmina Cornelia
1891 t/m 1895 de stalen bark De Ruyter
1897 t/m 1905 het fregat Nicolaas Witsen.
Het verslag is geschreven in 1948-1952 en beschrijft een reis 1901-1901 vanuit Londen naar Australië (Freemantle/Port Pirie en terug naar Le Havre. Willemze beschrijft kapitein Wiebinga a.h.v.:
“De kapitein was meer een aristocraat dan een eenvoudige zeeman; hij hoorde graag dat ze hem kranig vonden, maar dat was hij helemaal niet: hij had geen durf. Hij haalde nooit de volle honderd procent uit de windkansen. Als het schip tien mijl liep (18,5 km per uur) dan gaf hij al order om zeilen te bergen. Maar hij was steeds vriendelijk. En zelfs midden op de oceaan was hij tot in de puntjes gekleed, alsof hij elk moment verwachtte bij de consul geroepen te worden. Zolang het schip in Londen lag te lossen en te laden, was zijn vrouw met Geesje - hun enige dochtertje - aan boord.”
ZIE VOOR WIEBES OOK BIJ WYBES/WIJBES
Familiegegevens en opleiding
Pieter Teensma werd geboren te Schiermonnikoog op 29 december 1851 als zoon van Jeppe Pieter Teensma en Aukje Eises Carst.
Hij trouwde te Schiermonnikoog als kapitein op 08 augustus 1880 met Tjitske Visser, geboren op 06 november 1855 te Schiermonnikoog als dochter van Jacob Jilkes Visser en Antje Eelkes (of Aukje Edes resp Antje Ekes) Buwalda. Zij overleed te Schiermonnikoog op 28 januari 1915.
Pieter Jeppesz overleed te Schiermonnikoog op 29 mei 1929.
Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog, rij 38.07. Het graf is eigendom en beschermd.117.
Een portret van Pieter Jeppes Teensma en Tjitske Jacobs Visser staat op p. 54 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensoenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P.J.Teensma als gezagvoerder gedurende:
* 1885 t/m 1886 van de bark “Merwede” ex Soerabaya, ex Emma, ex Baron van Heemstra, gebouwd in 1852 te Middelburg, 739 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht;
* 1889 t/m 1897 van het 3/mschip “Graafstroom”, gebouwd in 1879 te Alblasserdam, 1359 ton n.m., varend voor J.Smit Cz te Alblasserdam. Het schip werd in 1897 verkocht naar Haugesund en is in 1899 gezonken tussen Darien en Ierland;
* 1896 t/m 1898 van de stalen bark “de Ruyter”, gebouwd in 1891 te Amsterdam, 1689 ton n.m., varend voor de Nederl. Scheepvaart Maatschappij (1889) Zurmühlen & van Vessem te Amsterdam
* 1899 van hetzelfde schip maar nu varend voor Zurmühlen & Ruhaak te Amsterdam.
"Het laatste voor de grote vaart in ons land gebouwde houten zeilschip was het fregat "Graafstroom" van de reder J.Smit Czn te Alblasserdam. Het was 1359 registerton groot en werd gebouwd in 1879. Dit schip maakte zijn laatste reis naar Indië in 1894-95 onder kapitein P.J.Teensma. Het had voor de uitreis 117 dagen, voor de thuistreis 146 dagen nodig." (Uit: E.W.Petrejus - Een schip vaart uit - De Boer Maritiem, 1975, p.144/145).
P.J.Teensma was in 1896 kapitein van het stalen fregat “De Ruyter”, gebouwd in 1891 door Huygens & van Gelder te Amsterdam, 1689 ton, varend voor rederij Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij te Amsterdam052.
In de “Staat der Nederlandse Zeemacht en Koopvaardij” staat P.J.Teensma als gezagvoerder van/in:
* 1900 (en vermoedelijk al eerder) van het stalen fregat “de Ruyter”, gebouwd in 1891, bruto/nette = 1761/1689 ton, varend voor de Nederlandsche Scheepv. Maatschappij te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
Een portret van het fregat “Graafstroom” staat op p. 184 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel was in bezit van Pieter J. Teensma te Schiermonnikoog en hangt nu bij Hotel van der Werff op het eiland
Op p. 185 in hetzelfde boek staat een foto van de “Graafstroom” in het Oosterdok, aanwezig in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam
NRC 21 maart 1895
Maassluis, 20 maart. Het Nederlands fregat GRAAFSTROOM, kapt. P.J. Teensma, gesleept wordende door de sleepboot NOORDZEE, passeerde hedenavond te 6.30 uur Dungeness.
NRC 20 december 1895
Rotterdam, 19 december. Volgens bij de Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij ontvangen telegram uit New York is het Nederlandse schip (opm: bark) DE RUYTER, kapt. P.J. Teensma, beladen met salpeter, aldaar zeilkaar om naar Java te vertrekken.
NRC 29 oktober 1896
Soerabaja, 1 september. Het Nederlandse schip DE RUYTER, kapitein Teensma, moet in het dok enige reparaties ondergaan, waarna het suiker zal laden naar de Azorische eilanden voor orders.
Provinciale Groninger Courant 04 maart 1897
Amsterdam 2 maart. Het stalen fregatschip De RUYTER, kapt. P.J. Teensma, van Passarouan (opm: Pasuruan) te Barbados binnen, heeft order bekomen voor Delaware.
De hierna gescande tekst komt uit een particulier uitgegeven brochure “Familie Teensma. Een leven op zee”, door P.J.Teensma Jr te Schiermonnikoog. Juni 2011, 28 pp
En ook in
In: “Een leven op zee” Brochure geschreven door P.J.Teensma Jr, Zomer 2013, 84 pp.