Marhisdata’s Zweedse correspondent Håkan Nihlman wist te melden, dat het schip als eerste naam DIE NEUE GESCHWESTERN had gekregen. Uit navraag bij de heer Herbert Karting uit Itzehoe, zeer bekend met de scheepvaart rond Lübeck, bleek hij het schip echter niet te kennen. Wel uitte hij zijn twijfel rond de scheepsnaam. Der Name “Die neuen Geschwestern” ist ziemlich verballhornt und kann unmöglich so gelautet haben. Es könnte nach meiner Meinung “DIE NEUN GESCHWISTER” geheissen haben.
Marhisdata is het met deze opmerking eens. In de uit Zweden opgegeven naam NEUE GESCHWESTERN zitten namelijk twee taalkundige fouten: het woord is Geschwister (broers en zusters) en in de ‘meervoudsvorm’ verandert het woord niet, dus de N is teveel.
Neue is niet logisch, tenzij iemand bij een bestaand gezin zijn intrede doet waar al broers en zusters zijn en zijn schip meeneemt. Dus lijkt Neun hier inderdaad meer op zijn plaats.
1805 – 1815
Het fregat werd in 1805 in Wolgast gebouwd. Die plaats ligt in Vor Pommern, dat tot 1815 deel uitmaakte van het koninkrijk Zweden. Het schip mat 96 36/112e Zweedse lasten.
De opdracht tot de bouw werd gegeven door de koopman Daniel Nicolaus Runge uit Wolgast. Wie de scheepsbouwer was is onbekend.
De eerste scheepsnaam was DIE NEUN GESCHWISTER, en kapitein Emanuel Bartels.
- In 1813 werd het schip verkocht aan handelmaatschappij Wahlgren & Wensten in Gothenburg. De scheepsnaam werd URANIA en de kapitein Johan Edel.
- In 1815 kwam er een verandering in de aandeelhouders. Deze waren nu Wahlgren & Co (Bernhard Wahlgren), koopman N.P. Bolmér en Wilhelm Braaksma, waarschijnlijk van oorsprong Nederlander, allen te Gothenburg.
De meetbrief d.d. Gothenburg 10 oktober 1815 geeft een waterverplaatsing van 106 3/10e Zweedse lasten, en de afmetingen 25,91 x 7,36 x 3,86 meter diepgang aan de achtersteven.
1817
Op 10 juni 1817 trad Wilhelm Braaksma op als verkoper naar Charbon & Zoon, Amsterdam. De scheepsnaam werd nu PIETER ANTHONY en kapitein Jan Joosten.
Het fregat is onder Nederlandse vlag uitsluitend ingezet voor de vaart van Amsterdam op Berbice (opm: rivier in Guyana, Zuid-Amerika). Zoals de Amsterdamse monsterrollen laten zien voer het schip steeds met 15 opvarenden.
20 augustus 1817: eerste zeebrief (en Turkse Pas) voor de PIETER ANTHONY onder kapt. Jan Joosten, aangevraagd door Charbon & Zoon, Amsterdam.
OHC 110917
Amsterdam, 9 september. Den 4 dezer is te Texel uitgezeild J. Joosten naar de Berbice. (opm: eerste reis van het Nederlandse fregat PIETER ANTHONY na de recente aankoop als DIE NEUN GESCHWISTER).
LL 271217
Berbice, 6 november. Binnengekomen de PIETER ANTHONY, kapt. J. Joosten, van Amsterdam.
1818
RC 070418
Amsterdam, 5 april. Volgens een brief van Berbice, van den 27 januari, zouden in het laatst van februari van daar vertrekken de schepen de WELVAART (opm: pink), kapt. C. Koert en PIETER ANTHONY (opm: fregat), kapt. J. Joosten, en in het begin van maart het schip VREDENRIJK, kapt. S. Kraay, naar Amsterdam.
Op 8 juli 1818 opnieuw een Turkse Pas afgegeven voor de PIETER ANTHONY onder kapt. Jan Joosten, aangevraagd door Charbon & Zoon, Amsterdam.
RC 081218
Amsterdam, 6 december. Het schip (opm: fregat) de PIETER ANTHONY, J. Joosten, den 12 september van Amsterdam te Berbice (opm: rivier in Guyana, Zuid-Amerika) gearriveerd, was door de Tol-officieren in beslag genomen, uit hoofde van een overtreding der wet op de inkomende regten.
1819
LCO 280519
Amsterdam, 26 mei. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen J. Joosten (opm: fregat PIETER ANTHONY), van de Berbice.
1820
Op 30 maart 1820 werden een nieuwe zeebrief en Turkse Pas voor Berbice aangevraagd. Kennelijk was de oude zeebrief nog niet geretourneerd. Op 1 april 1820 werd de aanvraag herhaald en nu met succes.
OHC 190920
Amsterdam, 18 september. Den 16 dezer is in Texel binnengekomen de PIETER ANTHONIY kapt. J. Joosten, van de Berbice.
1821
LCO 210521
Amsterdam, 19 mei. Sedert onze laatste is van Texel uitgezeild de PIETER ANTHONIY, kapt. J. Joosten, naar de Berbice.
LCO 191021
Amsterdam, 17 oktober. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de PIETER ANTHONY, kapt. G. Hofker, wijlen kapt. J. Joosten, van de Berbice.
1822
Op 22 april 1822 vroeg Charbon & Zoon een nieuwe zeebrief en Turkse Pas aan voor kapt. C. Hofker.
RC 171022
Amsterdam, 15 oktober. Door kapitein C. Höfker (opm: gezagvoerder van het fregat PIETER ANTHONY) is den 11 dezer op de hoogte van Wight, in goede staat gepraaid, kapt. P.C. Staghouwer, voerende het schip de JONGE LODEWIJK ANTONIE (opm: bark, ook wel JONGE LODEWIJK ANTHONIE), van Amsterdam naar Surinamen, en kapt. J.F. Spiegelberg, met het schip (opm: brik) ANNA PAULOWNA, van Amsterdam naar Livorno.
Op 12 november 1822 werd opnieuw een Turkse Pas aangevraagd voor Berbice.
RC 101222
Amsterdam, 8 december. In de storm van gisteren zijn van deszelfs ankers gedreven de schepen PIETER ANTHONIJ, kapt. C. Hofker (opm: fregat PIETER ANTHONY, gebouwd Wolgast, Zweden 1805; kapt. Cornelis Hofker; zie RC 171222, RC 261222, AC 010123 en AC 110223) naar de Berbice;
VRIENDSCHAP (opm: pink), kapt. J. Visser, naar Surinamen; laatstgemelde zit bij de Steenenbank op de Zuidwal (opm: zie RC 141222).
RC 171222
Amsterdam, 15 december. Aangaande het op de zuidwal van Texel zittende schip PIETER ANTONIE (opm: fregat PIETER ANTHONY, zie RC 101222 en 261222), kapt. C. Hofker, van Amsterdam naar Berbice, wordt door de kapitein in dato den 12 dezer, des avonds te 7 uren, van boord gemeld, dat hetzelve tot op de stenen na (opm: met alleen de ballast nog in) gelost en sedert twee etmalen ledig gepompt was, zonder naderhand water ingekregen te hebben; daar hetzelve slechts een halve kabels lengte (opm: dus circa 93 meter) op de wal zit, hoopte hij dat het weder af te brengen zou zijn. Men heeft van Amsterdam ligters afgezonden om de lading, welke geheel beschadigd is en op Texel in ’s rijks magazijnen opgeslagen wordt, terug te brengen.
RC 261222
Amsterdam, 24 december. Aangaande het schip PIETER ANTONIE (opm: fregat PIETER ANTHONY), kapt. C. Hofker, van Amsterdam naar Berbice, in de storm van den 6 dezer op de Zuidwal gestrand (opm: zie RC 101222 en 171222), wordt in de brieven van Texel van den 19 en 20 gemeld, dat hetzelve den 17, des avonds te 6 uren, met de vloed was beginnen te stoten en men daarop getracht had het af te winden (opm: d.m.v. takels vlot te trekken), doch met het voortschieten van het schip had men het zo lek bevonden, dat er niet tegen te pompen was; intussen nog 12 man met pompen, benevens timmerlieden aan boord gekomen zijnde, waren den 18, des ochtends met laag water, 30 man bezig om het schip leeg te pompen en zo mogelijk de lekken te stoppen, doch met de vloed liep het binnen een kwart uur, ondanks het aanhoudend pompen en scheppen, weder vol, zo dat men den 19 genoodzaakt was met een der twee schuiten, die men tot hulp had, het schip te verlaten, terwijl de andere met de helft der manschap daarbij gebleven is, om het staande want, en hetgeen verder mogelijk was, te redden; zo men bespeuren kon, was de kiel van achteren geheel weggestoten en de lekken tevoren door het zand gestopt geweest. (opm: zie ook RC 010123)
1823
AC 010123
Advertentie. Publieke verkoping op het eiland Texel.
Men is van mening op dinsdag den 7 januari, des morgens ten 10 ure (en des nodig de volgende dag) ten overstaan van de in het kanton Texel residerende notaris A. Kikkert, publiek om contant geld te doen verkopen: een anker en bijna nieuw zwaar touw, en voorts nagenoeg de complete inventaris van het op de Zuidwal in de grond zittend fregatschip PIETER ANTHONY, gevoerd geweest bij kapt. Cornelis Hofker, van Amsterdam naar Rio Berbice gedestineerd geweest, en zulks bij kavelingen zoals des daags voor en op de verkoopdag op de Havendijk van Texel genommerd en voor een ieder te zien zullen zijn (opm: zie AC 110223).
Alsmede een grote partij scheepsvictualie, bestaande in vlees, spek, stokvis, erwten, gort, boter, kaas, olie, dranken, mitsgaders kajuit-provisie in soorten, en hetgeen verder zal worden gepresenteerd, mede afkomstig van of uit genoemd schip en min of meer door zeewater nat of beschadigd. Kunnende de gegadigden in loco van alles nadere informatie bekomen bij Ran & Hillenius te Texel. (opm: zie o.a. RC 261222)
AC 110223
Advertentie. Publieke verkoping op het eiland Texel van een aanzienlijke partij koopmans- goederen.
Men is voornemens, op dinsdag den 18 februari 1823 en volgende dagen, des morgens ten tien ure, aan het Oude Schild op Texel, ten overstaan van de in het kanton Texel residerende notaris A. Kikkert, publiek om contant geld te doen verkopen: een grote partij 1½ duims 24 voet grenen delen, en vaten, inhoudende cement en kalk; alsmede een kwantiteit plavuizen en moppen, kelders jenever (opm: kistje waarin 15 vierkante flessen jenever passen), manden mineraalwater, kisten wijn, vaten bier en azijn, gezouten vlees en spek, vaten zout, boter, stokvis, gort, haver, tabak, kistjes kaas en kaarsen, Bristol en Spaanse zeep, rozijnen en krenten; wijders vaten medicamenten, als salsaparilla, sassefras, guajacum, liquirit en mazeraeï, voorts tonnen pik en teer; differente pullen inhoudende raap-, lijn- en patentolie, mitsgaders terpentijn, erwten en gort, alsmede een grote kwantiteit timmermansgereedschappen van alle aard, met enige vaatjes en losse spijkers, en bladen zink en koper; wijders differente stukken Osnabrugs en andere linnens, Friese en andere bonten, en enige andere manufacturen, benevens wollen dekens, negerbaaitjes, hoeden, ijzeren potten, en hetgeen verder zal worden gepresenteerd.
Alles min en meer door zeewater nat, beschadigd geborgen en herkomstig uit het op de Zuidwal bij Texel in de grond en vol water zittend fregatschip PIETER ANTHONIJ (opm: fregat PIETER ANTHONY, zie AC 010123), gevoerd geweest bij kapt. Cornelis Hofker, van Amsterdam naar Rio Berbice gedestineerd geweest.
De gegadigden kunnen, des begerende, nadere mondelinge informatie bekomen ten kantore van de makelaar E.W. van Orsoij, te Amsterdam, of bij Ran en Hillenius, scheeps-commissionairs op Texel. Zullende de gedrukte notities respectievelijk bij eerst en laatst gemelde heren, tegen betaling van vier stuivers voor de armen, te bekomen zijn, en de goederen in loco zes dagen vóór de verkoopdagen, in ‘s Rijks Pakhuis, op de haven van Texel kunnen worden bezichtigd, mits voorzien zijnde van het nodige bewijs van toegang, door laatstgenoemde commissionairs Ran en Hillenius af te geven.