Familiegegevens
Geen.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.H.Matzen als gezagvoerder gedurende:
* 1825 t/m 1827 van het 3/mschip “Liberal, gebouwd in 1817 op Java, 370 ton o.m., geen vermelding van thuishaven en eigenaar. Het schip werd in 1827 geveild in Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
Willem Landsaat werd geboren te Amsterdam op 31 oktober 1790 en overleed in 1854.
Hij huwde met Geertruy Buddenberg, geboren te Amsterdam op 10 december 1794.
Hij overleed in 1854003.
In een monsterrol in het Archief van de Amsterdamse Waterschout011a dd 21 oktober 1823 wordt genoemd het fregat “Vrederijk”, kapitein Pieter Kraaij, bestemming Berbice, 18 bemanningsleden waaronder de stuurman Willem Landsaat uit Amsterdam voor een gage van f 50,-.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Landzaat werd met vlagnummer 205 effectief lid van "Zeemanshoop" per 13 maart 1827 op voorspraak van D.Grim. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Willem Barendsz". Toegevoegd is "Honorair lid geworden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 06/13 maart 1827 van het college Zeemanshoop werd Willem Landsaat Jr, c.37 jaar, geboren te Amsterdam, voerend de pink “De Gezusters” voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan, wonende in de Nieuwebrugsteeg te Amsterdam op voordracht van kapitein D.Grim voorgedragen/benoemd tot effectief lid. Zijn vlagnummer werd 205023. (Vermoedelijk is in de notulen een verschrijving opgetreden. Landzaat werd tegelijk met kapitein E.Y.Post voorgedragen/benoemd en in beide gevallen werd als schip “De Gezusters”genoemd).
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 mei 1831 en bedankte in april 1856003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In een rapportage in de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 14 oktober 1828 omtrent de dood van kapitein Klaas Visman te Paramaribo is opgenomen: “Eene schriftelijke Verklaring van de Heeren Effectieve Leden Willem Landzaat Jr en Pieter Jacobus Kerkhoven mede inhoudende eene kennisgeeving van het Overlijden benevens hun Ed verleende adsistentie bij de Begravenis van gemelde Heer Klaas Visman, waarbij nog gevoegd wordt Hun Ed. gevoelens wegens het niet overleggen der Doodacte, hetwelk door Hun Ed aan de dood van den Doodgraver dewelke ter zelvertijd is komen te overlijden, als zeer waarschijnlijk wordt toegeschreven … “042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 10 mei 1831 heeft kapitein W.Landsaat zich aangemeld voor het “voortdurend recht” (in het Weldadig Zeemansfonds) hetgeen door het Bestuur is geaccepteerd.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 mei 1856 gaat het Bestuur accoord met de omzetting van het effectieve- naar het honoraire lidmaatschap.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 24 juni 1856 staat vermeld dat het aan kapitein W.Landsaat is toegestaan om zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
205 1827 bark de Herstelling E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan
1828-1833 fregat Suriname idem
1834-1835 fregat Ons Genoegen idem
124 1836-1841 fregat Ons Genoegen idem
1842-1843 fregat Willem Barendsz idem
1844-1853 bark Willem Barendsz C.E.Smit te Koog aan de Zee
34 1854-1855 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt W.Landsaat als gezagvoerder gedurende:
* 1828 op de bark “Herstelling”, bouw- en tonnagegegevens ontbreken, varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan. Het schip werd in 1828 geveild;
* 1829 t/m 1834 op het 3/m schip “Suriname”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan;
* 1836 t/m 1842 op het 3/m schip “Ons Genoegen”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 414 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan,
Volgens Verhoeff086 werd het schip in 1843 verkocht aan C.E.Duytz Cz te Amsterdam en omgedoopt in “Anjer”.
* 1843 van de schbrik/kof “Fosca Helena”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 214 ton o.m., varend voor Jeremias Meyjes & Zn te Amsterdam. Vermoedelijk invaller voor 1 reis. Zie bij E.Y.Post;
* 1843 t/m 1854 op het 3/m schip/bark “Willem Barendsz”, gebouwd in 1841 te Nieuwendam, 635 ton o.m., varend voor C.E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" op de rede van Batavia057:
01 januari 1839 "Alhier lagen ter rede de navolgende Nederlandse schepen als volgens ... kaptijn Landzaat ...".
"De Drie Gebroeders" terug van Batavia te Amsterdam057:
14 augustus 1839 "Lagen dwars van kweekschool bij de landwerf naast kapt. Landzaat ..." 29.
Het fregat "Ons Genoegen" onder gezag van Willem Landzaat en met 23 manschappen dateerde de monsterrol op 20 augustus 1838 met bestemming Batavia. De boekhouders waren Corver & Comp.011.
W.Landsaat verzorgde per 27 oktober 1846 vanuit Nieuwediep met de “Willem Barends” een troepentransport van 4 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 22 februari 1847 na 118 dagen. Onderweg waren 1 militair overleden en 1 gedeserteerd065
Op 24 oktober 1851 vertrok hij met hetzelfde schip vanuit Nieuwediep met aan boord 1 landmachtofficier. Hij arriveerde op 20 februari 1852 te Batavia na 119 dagen065*.
In het Archief van de rederij Meursing 1850-1912 op het Stadsarchief van Amsterdam zijn onder de nrs 263-272 gegevens terug te vinden over de bark “Willem Barendsz.”, gebouwd voor de firma E.Smit en Zonen te Koog aan de Zaan voor f 65.000,-. De Meursings hielde bij de verkoop ¼ deel en in 1854 kochten zij de rest van het schip voor f 32.700,-. Er werden met dit schip twee succesvolle reizen gemaakt, een naar Zuid-Amerika en één naar Oost-Indië. Na de terugkeer van de laatste reis bleken veel kostbare reparaties nodig en werd het schip in 1857 voor de sloop verkocht, waarbij het nog f 31.745, - opbracht.
Familiegegevens en opleiding
Reinder van der Mey werd geboren te Hollum op Ameland op 02 december 1806.
Hij huwde met Maria Bak, geboren te Buiksloot op 24 april 1805 en overleden op 01 september 1869.118
Hij overleed in 1852.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.van der Meij werd met vlagnummer 386 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 23 juni 1834 op voorspraak van W.Landsaat. Zijn schip was de "Suriname". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van 17/24 juni 1834 van het college Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Reinder van der Meij, oud 28 jaar, voerend het fregat “Suriname”, wonende te Buiksloot en met adres bij en op voordracht van kapitein W.Landsaat. Zijn vlagnummer werd 386023.
Lid van het WZF per 15 juli 1834003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 augustus 1828 staat vermeld een “Brief van R.van der Meij van Buiksloot 24 dezer kennisgevende van hunne Schipbreuk met het Schip Catharina Hendrina, en zich zelven & hunnen Equipagie om eenige onderstand aanbevelende.” In de notulen dd 14 oktober 1828 staat een commissieverslag handelend over een aanvraag, ondertekend door Stuurman R. van der Mey op de Catharina Hendrina onder kapitein P.Rolff op reis van Cette herwaarts verongelukt. De commissie stelt dat van der Mey in “… zeer behoeftig hier te lande (is) aangekomen” Een uitkering wordt aanbevolen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1852 wordt aan de weduwe van kapitein R. van der Mey een uitkering toegekend voor haar en 3 kinderen ingaande 01 augustus 1852.042.
Uit de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 28 oktober 1828023:
“Verderts werden ter Tafel gebracht en gelezen
1e Een brief ddo 24 Augustus ll van R.van der Mey, als stuurman gevaren hebbende, op de in de Middelandsche Zee verongelukte Brik Catharina Hendrika; berigtende, dat hij bij het genoemde Ongeluk alles heeft verloren, met het verzoek eenige tegemoetkoming van het Weldadig Zeemansfonds te mogen ontvangen. deze brief in handen gesteld zijnde van de Heeren F.Coertsen, Th.Pietersz, A.W.Huidecoper, S.H.Veer hebben na gedaan Onderzoek in hun Rapport voorgesteld genoemde van der Mei, ineens toe te staan eene Som van ƒ40,- en is overeenkomstig dit voorstel door het Bestuur besloten.
2e Een uitgebreid Verslag van het Effectief Lid P.Rolff wegens het gebeurde en de omstandigheden plaats gehad hebbende bij het vergaan van het hiervoren gemelde Brikschip Catharina Hendrika, gevoerd geweest door voorn. kapitein P.Rolff hetwelk den 8” April ll in de Middelandsche Zee op de hoogte van het Eiland Majorka op deszelfs terugreis van Cette omgeslagen en op 10” daaraanvolgende door deszelfs Equipage verlaten is”.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 19 oktober 1852 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein R. van der Mey een uitkering is toegekend per 01 augustus 1852 voor haar en 3 kinderen “mits overleggende bewijs van het overlijden van haren Man.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
386 1834-1835 fregat Suriname E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan
273 1836-1843 fregat Suriname idem
1844-1851 bark Suriname C.E.Smit te Koog aan de Zaan
Bouma025 vermeldt R. v/d Mey als gezagvoerder gedurende:
* 1835 t/m 1852 op het 3/m schip “Suriname”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" uitvarende van Texel naar New York en Paramaribo057:
05 april 1837 "... ten 9 uur ging de loots ... bij de uiterton van boord en wij vervolgden onze coers per kompas WZW en hadden zeile bij welke dienst konden doen ... hadden captijn Speelman en van der Mei bij ons ...".
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
13 december 1837 "... heden gearriveerd Captijn van der Mei bark Suriname".
06 februari 1838 "... heden vertrok ... kaptijn van der Meij bark Suriname naar Amsterdam ...".
De bark "Surinamen"(sic) onder gezag van Reinder van der Meij en met 15 manschappen dateerde de monsterrol op 03 maart 1837 met bestemming Surinamen30. De boekhouder was B.D.Boscher011.
De bark "Surinamen" (sic) onder gezag van Reinder van der Meij en met 15 manschappen dateerde de monsterrol op 23 september 1837 met bestemming Surinamen. De boekhouders waren Corver & Comp.011.
Rotterdamsche Courant 13 mei 1834
Rotterdam, 12 mei. Het schip ONS GENOEGEN, kapt. R. van der Mey, voor wijlen kapt. C van Zameren, van Batavia, Soerabaya en Passarouang naar Amsterdam, is de 22e april, wegens gebrek aan water, in goede staat te Lissabon binnengelopen, doch zou de 28e dito de reis voortzetten.
Algemeen Handelsblad 20 mei 1834
Vertrokken 2 februari: ONS GENOEGEN, kapt. C. v.d. Mey, voor wijlen C. van Zameren, van Batavia;
Familiegegevens en opleiding
Pieter Rijntjes werd geboren te Utrecht op 16 mei 1812.
Hij trouwde met Petronella Catharina Lambugts, geboren te Amsterdam op 02 mei 1815.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.Rijntjes werd met vlagnummer 744 per 16 maart 1847 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein R.van der Mey. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de "Triton". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving waren Rijntjes en zijn vrouw 35 resp. 32 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon (1841) en 2 dochters (1844 en 1846)002a.
In de Algemene Vergaderingen van 09/16 maart 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Pieter Rijntjes, oud 35 jaar, voerend de brik “Triton”, op voordracht van kapitein R. van der Mey.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 18 mei 1852. Toegevoegd is “bedankt”003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
744 1848-1853 brik Triton C.E.Smit te Koog aan de Zaan
366 1854-1863 bark Suriname idem
1864-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
P.Rijntjes Suriname 19 september 1860 02 juni 1861
Suriname 10 mei 1861 06 maart 1862
Suriname 10 mei 1862 09 januari 1863
Suriname 20 mei 1863 21 april 1864
Amicitia 04 augustus 1864 geen melding
Bouma025 vermeldt P.Rijntjes als gezagvoerder gedurende:
* 1848 t/m 1853 van de brik “Triton”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 217 ton o.m., varend voor C.E.Smit & Zn te Koog aan de Zaan;
* 1854 t/m 1864 op het 3/m schip “Suriname”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor C.E.Smit te Koog aan de Zaan. Het schip werd in 1864 verkocht aan de gebr. van Praag te Suriname.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.J.Middelbergh was met vlagnummer R58 in de periode 1881 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Sweijs021 vermeldt G.J.Middelbergh als gezagvoerder van de bark “Marie” ex Lynx in 1886 varend voor P.Landberg & Zn & B.C. de Jong te Batavia.
In de Jaarverslagen 1881 t/m 1883 (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein G.J.Middelbergh met vlagnummer R58 in de ledenlijsten als gezagvoerder van de bark “Castalie”, 1217 ton resp. 804 ton, varend voor P.Landberg & Zn & B.C. de Jong te Batavia058.
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
G.J.Middelbergh Suriname 13 augustus 1864 19 februari 1865
Bouma025 vermeldt G.J.Middelbergh als gezagvoerder gedurende:
* 1864 van de 2/msch “Corneliszoon”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 135 ton o.m., varend voor C.Dijserink & Zn te Haarlem. Het schip voer in 1865 voor Eltzbacher & Co te Amsterdam en was herdoopt in “Proef”;
* 1869 t/m 1871 van de brik “Boutrij” ex Louise Roeloffine, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 250 ton o.m., varend voor Bouman & van Rijckevorsel te Amsterdam. Het schip werd afgekeurd in averij.
Overige bijzonderheden
Geen
|