Groninger Archieven Archiefnummer Zuidbroek 146.224.1834.15
DVD LII – 8562 - 8564
VERKLARING AANGAANDE VERGAAN
Naam schip MAGRIETHA GEZINA
plaats en datum acte Veendam, 23 januari 1834
type schip smak
bouwwerf/verkoper niet vermeld
gevoerd door kapt. Jacob Jans Wever, schipper te Veendam
eigenaar/aankoper
te voeren door kapt.
grootte in tonnen
tuigage / aantal dekken
afmetingen
kiellegging
tewaterlating
plaats / datum registratie Veendam, 24 januari 1834
nummer registratie deel 7, folio 75, verso, vak 3
notaris Mr. Berend Trip, vrederechter te Veendam
prijs
Bijzonderheden: zie bijlage
researcher/datum research: ML / 290112
Bijlage bij acte Zuidbroek 146.224.1834.15
Verklaring aangaande het vergaan van het smakschip MAGRITHA GEZINA
________________________________________________________________________
De 23e januari 1834 compareerden voor Mr. Berend Trip, vrederechter van het gerecht te Veendam:
Jacob Jans Wever, schipper te Veendam, gevoerd hebbende het smakschip MAGRITHA GEZINA.
Tidde Jacobs Wever, stuurman te Veendam
Jan van Calcar, kok te Sappemeer
Jan Geerts de Vrede en Remmelt Ottes Engelsman, beiden matroos, beiden wonende te Veendam
Tezamen vormende de bemanning van bovengenoemde smak, verklarende:
- Dat zij met de MAGRITHA GEZINA op de 28e oktober 1833 te Krageroe in Noorwegen de opdracht hadden gekregen met een lading hout, gedestineerd naar Delfzijl (te varen), zijnde het schip hecht, dicht en wel gekalfaat, de masten en pompen met goede kragen wel voorzien, de luiken met goede presenningen dicht toe geschalkt, en alles in zodanige staat naar zeemansgebruik als vereist wordt om koopmansgoed over zee te voeren.
- Dat zij op de 29e oktober daaraanvolgende, met de last aan boord, in zee waren gestoken, op de 30e oktober de wind naar het zuiden was gedraaid en op de middag van de 31e daaraanvolgende naar het west-zuid-westen was gelopen, na de middag tegen het (onleesbaar) zodat ze de reven in de zeilen hadden gestoken en waren gehalsd over bakboord.
- Dat de 1e november, des morgens tegen 4 ure gehalsd over stuurboord, de wind west-zuid-west en de namiddag …(onleesbaar) … waren gehalsd over bakboord, de wind west-noord-west met storm en holle zee.
- Dat op de 2e november daaraanvolgende, des morgens te 2 ure, de boot en bezaan door een stortzee waren weggeslagen en om 4 ure het schip door een zware zee plat op zijde was geworpen doch door het breken van de gijp en het springen van de ra-banden en grote schoot weder was gerezen, zo dat men toen genoodzaakt was het grootzeil weg te snijden, hetgeen hen dus wel gelukte, daarna waren nu de ankers van de ..(onleesbaar) geslagen en de jagerstel weg, zodat ze toen geheel reddeloos zich op goed geluk moesten laten drijven.
- Dat ze des morgens, toen het dag was, land zagen en resolveerden, daar ze geheel reddeloos waren, om op strand toe te …(onleesbaar) ten einde zo mogelijk hun leven te redden
- Dat zij des middags met een hemelhoge zee bij Rotbal op de westkust van Jutland op strand liepen
- Dat door de zware stortingen zij alle ogenblikken gevaar liepen te worden verbrijzeld, en zij genoodzaakt waren alles …(onleesbaar) om zo mogelijk hun leven te …(onleesbaar) hetgeen dan wel eindelijk met behulp van de strandbewoners gelukte, zonder echter de scheepspapieren, journaal of zeebrief iets te kunnen redden, want alle waren verloren gegaan.
- Dat zij op de 9e november 1833 voor de opperstrandvoogd hun verklaring hadden afgelegd, dewijl aldaar geen Nederlandse consul of agent existeerde.
- Dat die verklaring in de Deense taal neergeschreven en zij deze hier niet konden doen overzetten bij gebreke van een translateur in die taal.
Na voorlezing van bovenstaande verklaring hebben de comparanten dezelve in onze handen met ede bevestigd en in presentie getekend.
ML / 290112