Inloggen
ZES GEBROEDERS - ID 17757


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1878-03-29 / 1886-00-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)
Onder Nederlandse Vlag tussen:1897-04-20 / 1901-12-19 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1878
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kofftjalk
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Firma J.M. Meihuizen & Zoon, Wildervank, Groningen, Netherlands
Werfnummer:
Delivery Date: 1878-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 72.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 68.00 Net tonnage
Deadweight: 125.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 23.22 Meters Length overall (Loa)
Beam: 5.09 Meters Depth, moulded
Depth: 2.19 Meters Depth, moulded
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1878
Datum agenda: 1878-03-29
Register nr: 0
Scheepsnaam: ZES GEBROEDERS
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Meijhuizen & Zoon, J.M.
Plaats: Wildervank
Opmerkingen: zeebrief
1878-03-29, gunstige beschikking uitreiking zb66-1878-03-28

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1878-00-00 ZES GEBROEDERS
Manager: J.M. Meihuizen, Wildervank, Groningen, Netherlands
Eigenaar: J.M. Meihuizen, Wildervank, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Wildervank / Netherlands
Additional info: Kapt. J. Lottegering

Date/Name Ship 1886-00-00 FIDES
Manager: Herman Gewalt, Ost Rauderfehn, Germany
Eigenaar: Herman Gewalt, Ost Rauderfehn, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Ost Rauderfehn / Germany
Callsign: KHCJ

Date/Name Ship 1897-04-20 SIEBERDINA IV
Manager: Reinder Reinders Groenewold Sr., Farmsum, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Reinder Reinders Groenewold Sr., Farmsum, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PSBV

Ship Events Data

1880-11-18: Stranded
Wildervank, 18 november. Het Nederlandse schip ZES GEBROEDERS, kapt. Lottering, van Stettin naar Groningen, is volgens particulier bericht op zee gezonken; volk gered. (opm: gestrand)
1885-10-31: Sprang a leak
Rotterdam, 31 oktober. Het schip ZES GEBROEDERS, kapt. R. Schaap, van Villanova naar hier bestemd, is lek te Weymouth binnen gelopen. De lading vijgen moet worden gelost.
1897-04-19: Sale/Verkoop
Delfzijl, 19 april. De onder Duitse vlag varende tjalk FIDUS (opm: FIDES) is onder de hand verkocht aan de heer R. Groenewold te Farmsum en zal voortaan de naam SIEBERDINA IV voeren.
1901-12-18: Final Fate: Stranded

21 december 1901: Hamburg. Volgens hier uit Delfzijl ontvangen telegram is de Ned. tjalk Sieberdina IV, schipper Schuitema, met stukgoed van Altona vaar Wilhelmshaven bestemd, op 18 december op de robbenplaat Scholhorn" gestrand en verloren gegaan.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Jan Lottering werd geboren te Wildervank 30 april 1855 als zoon van de landbouwer Harm Egges Lottering en Trijntje Hindriks Drenth.

Hij trouwde op 21 februari 1878 te Wildervank als schipper met Roelina Blaak, geboren te Wildervank 24 september 1853 als dochter van de schipper Harm Jacobs Blaak en Jantje Klaassens Pronk. Roelina overleed op 18 deceember 1925 te Groningen, 72 jaar, weduwe.

Jan Lottering overleed op 17 oktober 1919 te Groningen, 64 jaar, zonder beroep.

In een reeks van BS-akten worden de volgende beroepen van Jan Lottering vermeld en wel: “schipper” in 1879 en 1880; “zeeman” in 1881; “spoorwegbeambte” in 1883, “pakmeester” in 1812 en “condusteur” in 1906 en 1917.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.Lottering was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 9 in 1882.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Lotgering (moet zijn LOTTERING) als gezagvoerder van/in:

*    1878 t/m 1881 van de koftjalk “Zes Gebroeders”, gebouwd in 1878 te Wildervank, 68 ton n.m., varend voor J.M.Meihuizen & Zn te Wildervank

 

Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Jan Lottering op:

05 februari 1870, galjoot “Meermin”, schipper Hendrik Emmelkamp, 22 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok Jan Lottering, 15 jaar in Wildervank en een matroos.

25 februari 1871, galjoot “Wilhelmine”, schipper Edo Alberts Meijer, 62 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, kok Jan Lottering, 16 jaar uit Wildervank, matrooe en 2 lichtmatrozen.

12 februari 1872, schoener “Wilhelmine”, schipper Edo Alberts Meijer, 63 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman, 2 matrozen en de lichtmatroos Jan Lottering, 17 jaar uit Wildervank.

01 februari 1873, schoener “Maria”, schipper Jacob Berends Pronk, 38 jaar uit Wildervank. Voorts 1ste stuurman, 2de stuurman, kok, matroos en de lichtmatroos Jan Lottering, 17 jaar uit Wildervank

21 januari 1874, schoener “Nijverheid”, schipper Hidde Gosses Bossinga, 52 jaar uit Veendam. Voorts stuurman, en 3 matrozen waaronder Jan Lottering, 18 jaar uit Wildervank..

01 februari 1876, tjalk “Gezina”, schipper Sievert Eerkes, 38 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman Jan Lottering, 20 jaar uit Wildervank.

03 februari 1877, tjalk “Gesina”, schipper Sievert Eerkes, 39 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman Jan Lottering, 21 jaar uit Wildervank en een kok.

08 februari 1879, tjalk “Zes Gebroeders”, 23 jaar uit Wildervank. Voorts stuurman en een kok.

 

In de8 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Jan Lottering.

Het overzicht luidt:

1870                       kok op de galjoot “Meermin” onder Hendrik Emmelkamp                                      15 jaar

1871                       kok op de galjoot “Wilhelmine” onder Edo Alberts Meijer                                       16 jaar

1872                       lichtmatroos op de galjoot “Wilhelmine” onder Edo Alberts Meijer                       17 jaar

1873                       lichtmatroos op de schoener “Marria” onder Jacob Berends Pronk                         17 jaar

1874                       matroos op de schoener “Nijverheid” onder Hidde Gosses Bos                               18 jaar

1876-1877            stuurman op de tjalk “Gezina” onder Sievert Eerkes                                                  20-21 jaar

1879                       schipper op de tjalk “Zes Gebroeders”                                                                         23 jaar

 

Overige bijzonderheden

Op 20 maart 1878 werd namens scheepsbouwers en reeders J.M.Meihuizen en Zoon te Wildervank bij het Groninger kadaster ingeschreven de houten 2-mast koftjalk “Zes Gebroeders” (71,97 BRT). Het schip kende de volgende gezagvoerders: J.Lotgering (1878-1881); J.van der Klei (1882-1884), H.Kwint (1885) en R.Schaap (1886-1890). In 1890 werd het schip verkocht aan een niet nader genoemde Duise eigenaar en voer onder de naam van “Fidus”. Op 24 april 1897 verscheen in Het Nieuwsblad van het Noorden de advertentie: “Delfzijl, 19 April. De onder Duitsche vlag varende tjalk ”Fidus” is uit de hand verkocht aan den heer R.Groenewold te Farmsum, en zal onder den naam “Sieberdina IV” in de vaart worden gebracht.” 097 p.151

 

 

Datum vanaf: 1878
Kapitein: Lottering, Jan

Familiegegevens en opleiding

Gen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J. van der Klei als gezagvoerder gedurende:

*    1878 t/m 1881 van de galjoot “Presto”, gebouwd in 1877 te Hoogezand, 92 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand. Het schip is in 1881 te Hadsund gestrand;

*    1882 t/m 1884 van de koftjalk “Zes Gebroeders”, gebouwd in 1878 te Wildervank, 68 ton n.m., varend voor J.M.Meihuizen & Zn te Wildervank.

 

Overige bijzonderheden

Op 20 maart 1878 werd namens scheepsbouwers en reeders J.M.Meihuizen en Zoon te Wildervank bij het Groninger kadaster ingeschreven de houten 2-mast koftjalk “Zes Gebroeders” (71,97 BRT). Het schip kende de volgende gezagvoerders: J.Lotgering (1878-1881); J.van der Klei (1882-1884), H.Kwint (1885) en R.Schaap (1886-1890). In 1890 werd het schip verkocht aan een niet nader genoemde Duise eigenaar en voer onder de naam van “Fidus”. Op 24 april 1897 verscheen in Het Nieuwsblad van het Noorden de advertentie: “Delfzijl, 19 April. De onder Duitsche vlag varende tjalk ”Fidus” is uit de hand verkocht aan den heer R.Groenewold te Farmsum, en zal onder den naam “Sieberdina IV” in de vaart worden gebracht.” 097-p.151.

 

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Klei, J. van der

Familiegegevens en opleiding

Reintje Schaap werd geboren te Groningen op 29 mei 1857 als zoon van Jan Luur(t)s Schaap en Berendtien Jans Bossien.

Hij trouwde te Groningen op 14 januari 1886 met Jantje Baas, geboren te Antwerpen op 07 april 1861 als dochter van Okke Jans Baas (zeeman) en Zwaantje Jans Lever. Zij overleed te Wagenborgen, gemeente Termunten op 27 maart 1916.

Hij trouwde voor de 2e maal te Sappemeer op 09 april 1918 met Trinetje Ploeger, geboren te Woldendorp op 24 oktober 1858 en overleden te Groningen op 24 mei 1925.

Reintje overleed te Groningen op 30 maart 1929.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.Schaap was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Grnoninger Eendracht” met vlagnummer 22 in de periode 1893 t/m 2896 en met vlagnummer 23 in de periode 1910 t/m 1912

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

 

De schepen van de kapitein

Type / crew

Naam / naar

Bj / ton

Werf

kapitein

datum

Eigenaar

Koftjalk

ZES GEBROEDERS

1878 / 90

R. Schaap

1886

 

1886

J.M. Meihuizen & Zn

Wildervank

Verkocht naar Duitsland

Schoener-brik

JANTJE BAAS

Ex-Hannechiena

Ex Lone Star

Bij Bambug Sand gestrand en afgekeurd

1862 / 245

Shelbourne

991Assen1874

R. Schaap

Groningen

1892/1894

 

 

15/03/1894

R. Schaap

Groningen

 

Bi.schip?

ss HERMANN BIEHL

? / brut.150 ton

Groningen

7352Gron1910

?

06/01/1910

R. Schaap

Groningen

 

Reintje Schaap heeft gevaren op:

  • * de koftjalk “Zes Gebroeders”, 1886, varend voor J.M.Meihuizen & Zn te Wildervank. Het schip werd verkocht naar Duitsland;
  • * de schoonerbrik “Jantje Baas”, ex Hannechiena, ex Lone Star, 1892-1894, als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is op 15 maart 1894 bij Bambug Sand gestrand en afgekeurd;
  • * het stoomschip “Herman Biehl”, 1910, als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.092

 

Bouma025 vermeldt R.Schaap als gezagvoerder gedurende:

  • * 1886 t/m 1890 van de koftjalk “Zes Gebroeders”, gebouwd in 1878 te Wildervank, 68 ton n.m., varend voor J.M.Meihuizen & Zn te Wildervank. Verkocht naar Duitsland en herdoopt tot “Fidus”;
  • * 1891 van de bark “Magellan”, gebouwd in 1870 te Brake, 435 ton o.m., varend voor J.A.Tiel te Amsterdam. Het schip is in 1891gezonken op 47oN/07oW na te zijn verlaten;
  • * 1892 op de bark “George Washington” ex Glendower, gebouwd in 1861 te Newburyport, 1184 ton o.m., varend voor J.A.Tiel te Amsterdam.

Reintje Schaap heeft op 29.9.1892 de schoenerbrik “Hannechiena” gekocht van Heere Roelfs Engelsman, schipper te Gasselternijveen, voor f 100 volgens het Kadaster en f 1900,- volgens Sweys. 088

  • * 1894 van de schbrik “Jantje Baas” ex Hannechiena, ex Lone Star, gebouwd in 1862 te Shelbourne, 245 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is bij Banbugsand gestrand en afgekeurd.

 

Navolgende monsterrollen zijn in het Gemeentearchief van Delfzijl

25 augustus 1882, schoener “Ceres”, kapitein Jurrien Reinders Schuur, stuurman Reintje Schaap, 25 jaar uit Groningen

 

09 maart 1883 vermeldt de brik “Moree”, kapt. Remko Balkema, 37 jaar uit Delfzijl. Voorts stuurman Reintje Schaap, 25 jaar uit Groningen, kok en 4 matrozen.

30 september 1892, schoener “Hannachiena”, kapitein Reinrje Schaap, 35 jaar uit Groningen.

17 februari 1894, schoener “Jantje Baas”, kapitein Reintje Schaap, 36 jaar uit Groningen

 

14 juni 1904, schoner “Regnera”, kapitein D.Speelman, stuurman R.Schaap, 47 jaar uit Groningenl

28 april 1905, schoener “Mathilde”, kapitein Hendrik Vellenga, bootsman R.Schaap, 47 jaar uit Groningen

16 mei 1911, tjalk “Concurrent”, kapitein H.Scholten, stuurman R.Schaap, 53 jaar uit Groningen

 

 

 

Overige bijzonderheden

Op 20 maart 1878 werd namens scheepsbouwers en reeders J.M.Meihuizen en Zoon te Wildervank bij het Groninger kadaster ingeschreven de houten 2-mast koftjalk “Zes Gebroeders” (71,97 BRT). Het schip kende de volgende gezagvoerders: J.Lotgering (1878-1881); J.van der Klei (1882-1884), H.Kwint (1885) en R.Schaap (1886-1890). In 1890 werd het schip verkocht aan een niet nader genoemde Duitse eigenaar en voer onder de naam van “Fidus”. Op 24 april 1897 verscheen in Het Nieuwsblad van het Noorden de advertentie: “Delfzijl, 19 April. De onder Duitsche vlag varende tjalk ”Fidus” is uit de hand verkocht aan den heer R.Groenewold te Farmsum, en zal onder den naam “Sieberdina IV” in de vaart worden gebracht.” 097-p.151.

Op 3 juni 1891 kopen de gebroeders Tiel in Geestemünde voor 21.400,- mark de “George Washington” van de rederij Siedenburg, Wendt & Co te Bremen.

“Op 21 oktober 1891 ligt het schip in Delfzijl en wordt klaargemaakt voor een reis naar Pensacola in Florida om hout te halen. Kapitein is de heer R.Schaap uit Groningen. De heer J.A.Tiel en zijn vrouw H.Tiel-Matthieu gaan ook mee; verder zijn er nog zestien bemanningsleden aan boord, die voornamelijk uit de provincie Groningen komen. Aansluitend worden kolen naar Brazilië vervoerd en dan weer met hout terug naar Europa.”

Een monsterrol uit het Groninger Archief is opgenomen op pp36/37.

Uit: De laatste reis van het zeilschip GEORGE WASHINGTON door Douwe M.Homan. Uitgeverij ‘tHeer en Feer te Schiermonnikoog. 2005, 94 pp.

 

 

Datum vanaf: 1886
Kapitein: Schaap, Reintje

Familiegegevens en opleiding

Harm Schuitema werd geboren op 06 april 1855 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Jan Wessel Schuitema en Remmeldina Harms Brinkman

Hij trouwde als schipper op 31 mei 1882 te Winsum met de dienstmeid Frouwke Zeef, geboren op 17 mei 1863 te Winsum als dochter van de winkelier Jan Zeef en Grietje Jans Teisman. Frouwke overleed op 02 december 1908 te Wierrumschouw, 45 jaar.

Harm overleed op 26 november 1939 te Hoogkerk, 84 jaar, weduwnaar

Burgerlijke Stand gegevens vermelden Harm Schuitema als schipper in 1882, 1883, 1884, 1886, 1892, 1897, 1900, 1903, 1908, 1924, 1926, als turfschipper in 1894,

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Schuitena was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “ De Groninger Eendracht” met vlagnummer 16 in de perriode 1905 t/m 1909 en met vlagnummer 37 in 1913

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Schuitema als gezagvoerder :

  • * 1898 t/m 1899 op de tjalk “Sieberdina”, gebouwd in 1882 te Martenshoek, 55 ton n.m., varend voor R.R.Groenewold Sr te Farmsum. Verhoeff, april 2005 noemt als bouwmeester B.Niestern.
  • * 1899 op de koftjalk “Sieberdina IV” ex Fidus ex Zes Gebroeders, gebouwd in 1878 te Wiledervank, 71 ton n.m., varend voor R.R.Groenewold Sr te Farmsum;
  • * 1900 en later op hetzelfde schip en reder maar nu vanuit Appingedam

 

De ledenlijst van “ De Groninger Eendracht” in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart van 1913 vermeldt H.Schuitema met vlagnummer 37 als gezagvoerder van de “Confid”

 

http://www.marhisdata.nl/main.php?to_page=schip&id=3483 vermeldt de 2-mast koftjalk “Konfid” gebouwd in 1902 bij G.W. van der Werf te Stadskanaal. In 1903 en 1906 wordt als manager/owner genoemd H.Schuitema en Co uit Martenshoek.

 

Overige bijzonderheden

De “Sieberdina” was een houten 1-mast hektjalk (56.67 BRT), in augustus 1882 opgeleverd van de werf van B.Niestern te Martenshoek. De eerste inschrijving in het kadaster te Groningen dd 08 mei 1883 geschiedde namens Reinder Groenewold, schipper wonende aan scheepsboord, liggende te Groningen en met als thuishaven Appingedam. Het schip was in de periode 1883-1909 overwegend in de vaart bij de uitvoering van kust- en overwerken. Het schip verdween in 1909 waarschijnlijk in de binnenvaart. In 1909 was de schipper/eigenaar kapitein H.Bakema te Hoogezand. Het schip werd bij het kadaster nimmer uitgeschreven.

Ongepubliceerde gegevens samengesteld in september 2000 door de heer R.K.Mast, oud-havenmeester te Delfzijl/Eemshaven. Gegevens ontvangen via bemiddeling van K.Suyk te Heiloo medio 2002.

 

“1883-1909

Kapitein/eigenaar R.R.Groenewold Sr, Appingedam. Scheepsnaam: Sieberdina.

De tjalk was ijzervast en voorzien van grote luiken. Het schip was overwegend in de vaart bij de uitvoering van kust- en oeverwerken. Daarin werd regelmatig van kapitein gewisseld. Bekende gezagvoerders: A.Anssems (1897-1898), G.Bakker (1899), B.de Boer (1896-1897), Bosker (1897), R.R.Groenewold Sr. (1883-1897), H.Schuitema (1898) en H.Wildeman (1904-1907).”097-p.142

 

Op 20 maart 1878 werd namens scheepsbouwers en reeders J.M.Meihuizen en Zoon te Wildervank bij het Groninger kadaster ingeschreven de houten 2-mast koftjalk “Zes Gebroeders” (71,97 BRT). Het schip kende de volgende gezagvoerders: J.Lotgering (1878-1881); J.van der Klei (1882-1884), H.Kwint (1885) en R.Schaap (1886-1890). In 1890 werd het schip verkocht aan een niet nader genoemde Duise eigenaar en voer onder de naam van “Fidus”. Op 24 april 1897 verscheen in Het Nieuwsblad van het Noorden de advertentie: “Delfzijl, 19 April. De onder Duitsche vlag varende tjalk ”Fidus” is uit de hand verkocht aan den heer R.Groenewold te Farmsum, en zal onder den naam “Sieberdina IV” in de vaart worden gebracht. Het schip werd door hem vooral gebruikt bij de uitvoering van oever- en kustwerken, en in latere jaren werd het ingezet voor de algemene vrachtvaart

De koftjalk beladen met stukgoed, vertrok op vrijdag de 13e december 1901 van Hamburg naar Wilhelmshaven. Het schip strandde, na het verlies van beide zwaarden en het bakboordsanker, op 18 december in zwaar weer op de Scharhörn en sloeg wrak. De bemanning werd opgepikt door de Duitse sleepboot “Goliath”… en later op de Eems bij de noordelijke ingang van de Bocht van Watum weer in de scheepsvlet afgezet. Het Nieuwsblad van het Noorden berichtte op 22 december 1901”:

Delfzijl, 21 Dec. Het tjalkschip “Sieberdina IV”, toebehoorende aan den heer R.Groenewold te Appingedam, is in de nacht van Woensdag op Donderdag j.l. op Scholhorn voor de Elbe gestrand en stuk geslagen. Met eene lading stukgoed gekomen van Hamburg, was het bestemd voor Wilhelmshaven. De bemanning redde zich in de roeiboot en werd later op de Elbe opgenomen door de lichter W.T.A.G/ no. 33. Gisteren zijn ze hier aangekomen met verlies van alles. Het vaartuig was verzekerd; het goed van de opvarenden, met uitzondering van dat van den stuurman, niet.

Op 21 december 1901 werd bij de kantonrechter Egbertus Roelinus Borgesius te Appingedam een verklaring afgelegd door Harm Schuitema, oud 30 jaar, kapitein van de “Sieberdina IV” omtrent het ongeluk met zijn schip in de Elbemonding. Deze verklaring is integraal opgenomen in Mast097-p.170/171. Zie ook Mast 097-p.49 en volgende.

 

Zie voor een reeks krantenberichten ook de site http://www.marhisdata.nl/main.php?to_page=schip&id=3483

 

 

Datum vanaf: 1897
Kapitein: Schuitema, Harm

Monsterrollen

Opgemaakt Wildervank
Datum: 1879-02-08
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: ZES GEBROEDERS
Schipper: Lottering, Jan
Scheepstype: tjalk
Grootte: 71

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1880

WIN 091080
Holtenau, 1 oktober. Gepasseerd ZES GEBROEDERS, Lottering van Leeuwarden naar Stettin.

1881

WIN 180681
Delfzijl, 16 juni. Aangekomen ZES GEBROEDERS, Lottering van Hamburg.

1883

WIN 280483
Bremen, 24 april. Aangekomen ZES GEBROEDERS, Van der Kleij van Waverort.
WIN 220983
Hamburg, 17 september. Binnengekomen ZES GEBROEDERS, Van der Kleij van Londen.

1885

AH 190285
Brussel, 15 februari. Aangekomen ZES GEBROEDERS, Schaap van Charlestown.
WIN 270285
Brussel, 23 februari. Uitgezeild ZES GEBROEDERS, Schaap naar Stockholm.

1892

Koftjalk FIDES
In december 1892 lag het schip, komende van Morrisonshaven met bestemming  Hamburg geladen met steenkool, enige dagen op de Elbe, ingesloten door ijs en daardoor gezonken. Het schip werd met komst van het dooiweer naar de haven van Brunshausen gebracht, gelicht en de lading geborgen. Het schip  werd gerepareerd.

1895

Koftjalk FIDES
In 1895 kreeg de koftjalk wederom te maken met het grillen van koning winter. Op 21 januari verliet de  "Fides" Bremen met een lading lege flessen met bestemming London, tot Blexen werd ze gesleept, de 26e  was het schip tot Eversand gevorderd. Daar werd zeer veel ijs aangetroffen. daardoor lek geraakt en moest naar Bremerhaven terug gesleept worden. daar zonk het schip 27 januari 1895. De kapitein was aan land gegaan, de Bestman had de moeite genomen de 3 overige bemanningsleden te wekken, die nog in hun logies sliepen. Met moeite en na luid roepen verschenen de 3 aan dek en nadat meerdere personen hielpen een verbinding met houten planken een verbinding  te maken met de vaste wal konden ze zich in veiligheid brengen. Kort erna zonk de tjalk. De later weer gelichte tjalk is in 1897 verkocht aan Joachim Friedrich Moritz Kluth, Bremerhaven.

1897

19 april 1897: Delfzijl. De onder Duitse vlag varende Fidus (opm. FIDES)  is uit de hand verkocht aan den heer R. Groenewold te Farmsum en zal onder de naam Sieberdina IV in de vaart worden gebracht.

1901

21 december 1901:
Hamburg. Volgens hier uit Delfzijl ontvangen telegram is de Ned. tjalk Sieberdina IV, schipper Schuitema, met stukgoed van Altona vaar Wilhelmshaven bestemd, op 18 december op de robbenplaat Scholhorn" gestrand en verloren gegaan.
Delfzijl , 21 december.
Het tjalkschip Sieberdina IV, toebehoorende aan den heer R. Groenewold te Appingedam, is in den nacht van Woensdag op donderdag j.l. op Scholhorn voor de Elbe gestrand en stuk geslagen. Met een lading stukgoed gekomen van  Hamburg, was het bestemd voor Wilhelmshaven. De bemanning redde zich in de roeiboot en werd later op de Elbe opgenomen door de lichter W. T. A. G. no. 33. via Cuxhaven zijn ze gisteren hier aangekomen met verlies van alles. Het vaartuig was verzekerd. Het goed van de opvarenden, met uitzondering van dat van den stuurman, niet.
17 juni 1902:
Emden. Het Seeamt alhier behandelde heden de stranding (op 19 december, tussen  de Elbe en de Weser) van de Nederlandse tjalk Sieberdina IV, schipper Schuitema en welk schip wrak werd. Het Seeamt schrijft het ongeval toe  aan stormweer en spreekt den gezagvoeder vrij van alle schuld.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten