Inloggen
JOSEPHINE - ID 17883


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1879-05-00 / 1896-11-21 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1866
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Canada
Werfnummer:
Launch Date: 1866-10-00
Technical Data

 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1879
Datum agenda: 1879-05-06
Register nr: 0
Scheepsnaam: JOSEPHINA
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Smit, W.
Plaats: Purmerend
Opmerkingen: zeebrief
1879-05-06, min. beschikking uitreiking zb69-1879-05-05

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1866-11-09 OMOA
Manager: G.E. Forsyth, Horton, N.B., Canada
Eigenaar: G.E. Forsyth, Horton, N.B., Canada
Shareholder:
Homeport / Flag: Horton, N.B. / Canada
Additional info: Off.no.57162

Date/Name Ship 1871-01-00 OMOA
Manager: Thomas Redish Bower, Liverpool, Great Britain
Eigenaar: Thomas Redish Bower, Liverpool, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Ramsey / Great Britain
Callsign: JKCP
Additional info: Ramsey, IoM

Date/Name Ship 1879-05-06 JOSEPHINE
Manager: W. Smit, Purmerend, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: W. Smit, Purmerend, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Purmerend / Netherlands
Callsign: PGTQ

Date/Name Ship 1890-02-28 MERCURIUS
Manager: firma I.& S. Wiarda, Harlingen, Friesland, Netherlands
Eigenaar: firma I.& S. Wiarda, Harlingen, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Harlingen / Netherlands
Callsign: PMBF

Ship Events Data

1890-02-28: Sale/Verkoop
Harlingen, 28 februari 1890. Door de heren J. en S. Wiardi alhier is aangekocht het barkschip JOSEPHINE, thuis behorende te Purmerend en thans bevaren door kapt. Feninga (opm: kapt. R.J. Fenenga; schip wordt herdoopt in MERCURIUS).
1893-09-09: Sprang a leak
Harlingen, 9 september 1893. Het schip MERCURIUS, kapt. P. Kuiper, van hier naar Riga, is lek te Elseneur binnengelopen.
1896-11-21: Final Fate: Broken up

Harlingen, 21 november. Het Nederlandse barkschip MERCURIUS, laatst gevoerd door kapt. P. Kuiper, is heden tot geheime prijs verkocht uit de hand aan de heer S. de Boer te Makkum om gesloopt te worden.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Tamme Baukesz. Bloos werd geboren te Schiermonnikoog op 10 augustus 1824 als zoon van Bauke Cornelisz Bloos en Ytje Eisesd. Faber.

Hij trouwde te Schiermonnikoog op 23 december 1852 als “gezagvoerder” met Jeltje Jansd. Posthumus, geboren te Schiermonnikoog op 03 oktober 1831 als dochter van Jan Freerksd. Posthumus en Anneke Hendriksd. Docter. Zij overleed op 20 november 1917 des voormiddags om 10 uur op de Kanaalweg 53 te Den Helder, 86 jaar, weduwe van Tamme Bloos.

Tamme Bauke overleed te Amsterdam op 09 januari 1898 in de Korte Westerdokstraat nr. 6 als weduwnaar.

In het Bevolkingsregister te Amsterdam “Overgenomen deel 144 fol 16” staat Tamme Bloos vermeld als hoofd, geboren op 10 augustus 1824 te Schiermonnikoog, Nederduits Hervormd, bij zijn inschrijving gehuwd, van beroep oud-gezagvoerder, vorige woonplaats Den Helder, binnen Amsterdam als adressen G.Spuistraat 100 en Korte Westerdokstraat 8II ,overleden op 09 januari 1898 te Amsterdam, als datum van overschrijving 16 november 1897.

Tevens is vermeld als vrouw Jeltje Posthmus, geboren 09 oktober 1831 te Schiermonnikoog, Nederduits Hervormd, op 11 augustus 1907 afgeschreven naar Den Helder, Ankerstraat 13. Bij haar staan tevens vermeld als kinderen Baukje (11 september 1864 te Schiermonnikoog), Ake (31 oktober 1869 te Schiermonnikoog) en Tamme (15 december 1872 te Schiermonnikoog).

In het Bevolkingsregister 1880-1917 van Den Helder staat vermeld:

Tamme Bloos, geboren 10 augustus 1824 te Schiermonnikoog, Nederd. Hervormd, van beroep schipper, wonend in de Waagsteeg 17 te Den Helder, komend van Schiermonnikoog en in mei 1893 vertrokken naar Amsterdam. Tevens staat vermeld zijn vrouw Jeltje Posthumus, geboren 03 oktober 1831 te Schiermonnikoog, Nederd. Hervormd. Jeltje staat ook vermeld als weduwe, wonend in Auberggracht 13 bij F.R.Visser, op 11 juli 1907 komend van Amsterdam en op 28 november 1907 vertrekkend naar Leeuwarden in de Gijsbert Japixstraat. Tenslotte staat zij vermeld als komend van Leeuwarden op 27 oktober 1908, wonend op de Kanaalweg 53 te Den Helder. Zij overleed te Den Helder op 20 november 1917.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Tamme Bloos was met vlagnummer 16 in de periode 1877 t/m 1893 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.(i.c. de gehele periode dat de ledenlijsten van dit college in de Almanak van Sweys en in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart voorkomen).

Hij was met vlagnummer 27 in de periode 1859 t/m 1898 (dus vanaf de oprichting) lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

T.B.Bloos was gezagvoerder gedurende:

1859 t/m 1865 van de kof “Agatha” ex Elsje, gebouwd in 1839 te Hoogezand, 92 ton, varend voor J.Teengs Az te Edam. Het schip werd in 1866 verkocht aan kapitein/eigenaar J.Nieboer te Edam en herdoopt in “Grietje” (Bouma);

1866 t/m 1869 van de kof “Themis” ex Hendrika, gebouwd in 1851 te Veendam, 101 ton, varend voor J.Teengs Az te Edam.

 

Zeetijdingen 04 november 1869: “Gestrand en wrak bij Thisted” (Sweys). “Thisted 2 Nov.1869. Het Nrd schip THEMIS, Kapt.Bloos, alhier gestrand is wrak geworden.” (Hoedemaker);

1871 t/m 1878 van de bark “Noord Holland” ex Johanna, ex Vertrouwen, gebouwd in 1851 bij B.Pot te Elshout, 713 ton, varend voor W.Smit te Purmerend. Zeetijdingen 10 mei 1878: “Bij Nerva gestrand” (Sweys);

1880 t/m 1894 van de bark “Noord Holland” ex Maarten van Rossem, gebouwd in 1855 bij C.Smit te Alblasserdam, 618 ton, varend voor W.Smit te Purmerend. In 1894: “gesloopt.” (Bouma).

 

Een portret van de bark “Noord-Holland”, staat op p. 123 en 143 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het schip voert de vlag 27 van het zeemanscollege “De Herkenning”.

Het schilderij is in bezit van E.Dobbinga.

 

Volgens Dorpsbode 38(24):1984.Bijdrage 12 begon Tamme Bauke Bloos zijn functie als gezagvoerder in 1852 op de kof “Anne Willem”. Dit schip werd gebouwd in 1843 te Hoogezand, 84 ton en voer volgens Bouma voor de kapiteins/eigenaren J.F.Posthumus (de schoonvader van Tamme Bloos), J.W.Eilers en J.L.Dokter, allen vanuit Schiermonnikoog. Bloos wordt door Bouma noch door Sweys als gezagvoerder op dit schip genoemd.

Overige bijzonderheden

NRC 04 november 1869114

Amsterdam, 3 november. Het schip THEMIS, kapt. T.B. Bloos, van Nerva naar Edam, is, volgens telegram, bij Thisted gestrand, doch volk gered.

 

 

Datum vanaf: 1879
Kapitein: Bloos, Tamme Boukes Baukesz

Familiegegevens en opleiding

Ruurd Melles Fenenga werd geboren te Schiermonnikoog op 06 december 1853 als zoon van Jan Melles Fenenga en Mayke Eltjes Visser.

Hij trouwde op 18 augustus 1875 als stuurman te Schiermonnikoog met Anneke Bloos, geboren te Schiermonnikoog op 17 oktober 1856 als dochter van Tamme Baukes Bloos en Jeltje Jans Postumus. Zij overleed te Den Helder op 26 juni 1936, namiddags om kwart over twaalf.

Ruurd overleed te Den Helder op 12 april 1928 namiddags om half negen op de Binnenhaven 27.

 

In het Bevolkingsregister van Den Helder 1880-1917 staat vermeld:

Ruurd Melles Fenenga, geboren 06 december 1853 te Schiermonnikoog, Nederd. Hervormd, op 23 september 1812 gezagvoerder van het lichtschip Terschellingerbank, wonend op de Binnenhaven 77, op 16 december 1907 gevestigd te Den Helder, komend van Vlissingen. Er is geen volgende woonplaats vermeld.

Tevens is opgegeven zijn vrouw Anneke Bloos, geboren op 17 oktober 1856 te Schiermonnikoog, Nederd.Hervormd. De andere gegevens zijn als die van haar echtgenoot.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Ruurd Melle Jans Fenega was met vlagnummer 35 in de periode 1879 t/m 1892 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling”.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt R.J.Fenenga als gezagvoerder gedurende

*    1880 t/m 1890 van de bark “Josephine” ex Omoa, gebouwd in 1866 te Mosher, Nova Scotia, 392 ton o.m., varend voor W.Smit te Pekela. Het schip voer in 1891 voor I.& S.Wiarda te Harlingen en was herdoopt in “Mercurius”.

 

Overige bijzonderheden

J.Teensma in de Dorpsbode 38(12), 1984. Bijdrage 5 vermeldt TEN ONRECHTE dat het schip voer voor W.Smit te Purmerend en dat het in 1880 werd verkocht aan Wiarda in Harlingen.

Tevens meldt hij dat kapitein Fenenga na 1890 nog enige jaren kapitein is geweest op het lichtschip Terschellinger-bank.

 

 

Datum vanaf: 1880
Kapitein: Fenenga, Ruurd Melle Jans

Familiegegevens en opleiding

Willem Koen  werd geboren op 14 juli 1846 te Terschelling als zoon van Frans Koen en Neeke Willems Huttjes

Hij huwde op 18 december 1873 met Neeke Rijnders Roos, geboren 03 oktober 1847 te Terschelling als dochter van Rijnder Doekes Roos en Aaltje Jans Bakker. Tijdens het huwelijk werd een kind gelegimiteerd. Overlijden niet in Tresoar.

Willem overleed op 03 maart 1913 te Harlingen. Hij wordt vermeld als "kapitein-reder".

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Koen werd per maart 1896 met vlagnummer 27 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Zeemeeuw", boekhouders J.& S.Wiarda. De contributie werd betaald door zijn vrouw Neeke de Roos028-fol170.

De naam W.Koen met vlagnummer 27 komt in de ledenlijsten van het College in "Sweijs" voor van 1879-1912. Wellicht is er een eerdere W.Koen (vader?) die hetzelfde vlagnummer heeft gehad maar niet in de inschrijvingsregisters is vermeld. Een W.Koen was tevens commissaris/bestuurslid van het College in de periode 1912-1913034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer    periode       type              naam van het schip                                        boekhouder/reder

                             1878 sch.brik               Zeemeeuw (ex Mary Ida)                      J.& S.Wiarda, Harlingen

                             1879 sch.brik               Zeemeeuw (ex Mary Ida)                      F.& S.Wiarda, Harlingen

                             1880 sch.brik               Zeemeeuw (ex Mary Ida)                      E.& S.Wiarda, Harlingen

                             1881 bark                     Elisabeth (ex Mittwoch)                        E.& S.Wiarda, Harlingen

                             1882 bark                     Elisabeth (ex Mittwoch)                        J.& S.Wiarda, Harlingen

                         1883-1884  bark              Elisabeth (ex Mittwoch)                      I.& S.Wiarda, Harlingen

                         1885-1889  bark              Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch)      I.& S.Wiarda, Harlingen

                         1890-1892  bark              Mercurius (ex Josephine, ex Omoa)            I.& S.Wiarda, Harlingen

                             1895 3/m sch.              Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch)        I.& S.Wiarda, Harlingen

                         1896-1899  3/m sch.       Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch)      kap./eigenaar, Harlingen

                         1901-1902  3/s sch.(ijz)  Lina                                                                  D.Goedkoop Dz, Amsterdam

 

In de ledenlijst van "Zeemansvoorzorg" is ene W.Koen pas in 1896 met vlagnummer H27 als lid ingeschreven, terwijl Sweijs een W.Koen al vanaf Almanak-1879 als gezagvoerder vermeldt. Er is wellicht sprake van twee personen, die wel steeds bij een rederij Wiarda hebben gevaren. Voorts is er een grote wisseling in voorletters van de rederijen Wiarda, waarbij wellicht van schrijffouten in Sweijs sprake is. Dit idee wordt versterkt, wanneer de gegevens uit Bouma025 (bijeengezocht op grond van de scheepsnamen) worden beschouwd:

1877-1884 bark                              Elisabeth (ex Mittwoch)                                                   E.& S.Wiarda, Harlingen

1883-1888 bark                              Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch)                        L.& S.Wiarda, Harlingen

1890-1892 bark                              Mercurius (ex Josephine, ex Omoa)                               I.& S.Wiarda, Harlingen

1892-1898 bark                              Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch)                        L.& S.Wiarda, Harlingen

    1898             bark                       Zeemeeuw (ex Elisabeth, ex Mittwoch)                         kap/eigenaar, Harlingen

 

W.Koen uit Hoorn, Terschelling was van 1878-1881 kapitein van de houten schoenerbrik “Zeemeeuw”, gebouwd in 1864 te Nova Scotia onder de naam “Mary Ida”, 234 ton, varend voor I.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip wer in 1881 verkocht en te Elseneur afgekeurd052.

W.Koen was van 1881-1884 kapitein van de houten schoenerbark “Elisabeth” (ex-Mittwoch) , gebouwd in als bark 1857/58 te Danzig door V.Devers, 350 ton. Hij voer tot 1884 voor voor L.& S.Wiarda te Harlingen maar kocht op 15 augustus 1884 het schip, werd toen kapitein/eigenaar, herdoopte het schip in “Zeemeeuw” en voer als zodanig tot 1890 en van 1892-1899052.

 

W.Koen was van 1891-1892 kapitein van de houten bark “Mercurius”( ex-Josephine, ex-Omoa), gebouwd in 1866, 430 (392) ton o.m., varend voor rederij I.& S.Wiarda te Harlingen052

 

Bouma025 vermeldt W.Koen als gezagvoerder gedurende:

*    1878 t/m 1881 van de schoenerbrik “Zeemeeuw” ex Mary Ida, gebouwd in 1864, bouwplaats niet vermeld, 238 ton o.m., varend voor J.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1881 te Elseneur afgekeurd;

*    1881(Bouma zegt 1878, maar dat is fout) t/m 1884 van de bark “Elisabeth” ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 288 ton o.m., varend voor E.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1885 herdoopt in “Zeemeeuw”;

*    1884 t/m 1889 van de bark “Zeemeeuw” ex Elisabeth, ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 350 ton o.m., varend voor L.& S.Wiarda te Harlingen. (het is niet duidelijk wanneer de feitelijke herdoop nu heeft plaatsgevonden: 1884 of 1885?);

*    1891 t/m 1893 van de bark “Mercurius” ex Josephine, ex Omoa, gebouwd in 1866 te Nova Scotia, 349 ton o.m., varend voor I. & S. Wiarda te Harlingen.

*    1893 t/m 1899 van de bark “Zeemeeuw” ex Elisabeth, ex Mittwoch, gebouwd in 1858 te Danzig, 350 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen.

 

Overige bijzonderheden

Willem Koen was in 1874-1875 eerste stuurman op de brik "Skandinavië" onder gezag van Gossen Jorts Smit. Hij woonde in Hoorn op Terschelling en was later kapitein/reder van de schoener "Zeemeeuw" met als thuishaven Harlingen010-p.14;75.

 

Willem Koen was eerste stuurman op de viermast clipperbark "Geertruida Gerarda" die in april 1905 een reis begon van Rotterdam naar Java, "geladen met stukgoed en terug met suiker naar de Engelse haven Falmouth". De kapitein was Johannes Kuiper. Een verslag van deze reis is vermeld bij de biografische gegevens van deze gezagvoerder. Willem Koen was later kapitein op de schoener "Lina" en nog later kapitein bij de Internationale Sleepdienst010-p.83/85.

 

"Willem Koen wordt in 1874 vermeld als eerste stuurman op het brikschip "Skandinavië" van de reder S.Fontein Fz te Harlingen, kapitein G.J.Smit. Op 11 november 1875 strandt de "Skandinavië" tijdens dikke mist bij Colmar, geladen met graan en komende van Zuid-Amerika. Het schip moet als verloren worden beschouwd.

Daarna vaart W.Koen als stuurman op verschillende schepen van de rederij J.en S.Wiarda te Harlingen.

We zien hem als kapitein op:

1879                 Schoenerbrik "Zeemeeuw", ex "Mary Ida" gebouwd in 1864, 234 ton. In 1882 wordt dit schip na averij in Elseneur afgekeurd.

1883                 Bark "Elisabeth", ex "Mittwoch", gebouwd op Duitse werf in 1853, 350 ton.

1884-1888 Het als "Zeemeeuw" herdoopte schip.

1889                 Bark Zeemeeuw krijgt schoenertuig (1890 op schoener "Zeemeeuw" kapitein B.A.Kuiper).

1890-1892 Bark "Mercurius", ex "Josephine", gebouwd in 1866, 392 ton. (als eerste stuurman Cornelis van der Ploeg, geb. 27-11-1872 te Terschelling, wonende te Hoorn.)

1893-1899 Wederom op schoener "Zeemeeuw". In 1899 koopt hij het schip, voert het zelf tot 1901 en heeft als eerste stuurman K.I.Ruige, wonende te Hoorn op Terschelling.

1901                 Stuurman K.I.Ruige wordt kapitein op de "Zeemeeuw". Deze kapitein is dan tevens mede-eigenaar."010-p.100/101.

Het artikel bevat een foto van kapitein Koen en zijn vrouw

 

Willem Koen is eerste stuurman op de "IJmuiden" rond 1900 dat toen onder gezag stond van kapitein Rijnder Dirks Swart (zie aldaar). Op hetzelfde schip was Jan Koen, de vader van Willem, de Kok en de tweede stuurman was Gossen Swart (zie eveneens aldaar).010-p.111.

Het artikel bevat een foto van de voorpagina van het journaal van de "IJmuiden" "gehouden door stuurman W.Koen". Er moet dus een journaal met het handschrift van Willem Koen bestaan!

 

In mei 1884 monsterde Teun Pronker aan op de schoenerbark “Zeemeeuw” onder kapitein Koen voor twee reizen naar de Oostzee. Ook in 1885 voer hij op dit schip voor drie reizen naar de Oostzee. De “Zeemeeuw” was in 1857-1858 gebouwd bij V.Decers in Danzig onder de naam “Mittwoch” I 1881 werd het schip gekocht door de rederij I.& S.Wiarda te Harlingen en herdoopt in “Elisabeth” Het schip werd bestemd voor de Oostzeevaart en kwam onder gezag van kapitein Willem Koen. Deze was geboren te Midsland in 1846 en woonde in Hoorn op Terschelling, waar hij ij 1913 stierf. “In 1874 was hij als 28-jarige stuurman op de Harlinger 247 tons brik “Scandinavië” en in 1878 werd hij voor I.& S.Wiarda kapitein op een eerdere “Zeemeeuw”, een schoenerbrik van 234 ton, in 1864 in Nova Scotia gebouwd onder de naam “Mary Ida”. De “Elizabeth” (na Augustus 1884, de “Zeemeeuw”) werd door Wiarda eerst nog als bark gevaren maar later als schoenerbark getuigd.”  Kapitein Koen kocht op 15 augustus 1884 de “Elisabeth” zelf en hernoemde het schip, zoals gezegd in “Zeemeeuw”.

      De drie reizen die Pronker onder kapitein Koen op de “Zeemeeuw” maakte waren:

*       Harlingen-Great Yarmouth (wellicht kolen geladen naar de Oostzee en vandaar terug met hout)-Harlingen (7-4-1885)

*       Harlingen-Sundsvall (hout)-Harlingen (23-6-1885)

*       Harlingen-Hernosand (hout)-Harlingen (13-8-1885)

      “Kapt. Koen behield het schip tot het einde. Met een onderbreking in 1891 en ’92 (toen hij om welke redenen dan ook, kapitein was op de 392 tons houten bark “Mercurius”, ook in de Oostzeevaart, en de “Zeemeeuw” overliet aan Kapt.P.Kuiper) voerde Kapt.Koen het schip steeds zelf tot 1900 … In 1900 verliet Kapt.Koen de zee en werd zijn eilandgenoot Klaas Ymke Ruige kapitein en mede-eigenaar, op de “Zeemeeuw”. Onder deze kapitein verging het schip op een reis van Arendal naar Harlingen”,

Er zijn scheepsafbeeldingen van de “Elizabeth” en de “Zeemeeuw”, en een portret van kapitein Koen opgenomen.052

 

Datum vanaf: 1890
Kapitein: Koen, Willem

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Kuiper Az werd per januari 1875 ingeschreven als lid tweede klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij was toen stuurman van de brik "Zuiderzee". Hij was getrouwd met Hillegiena Kok. In 1877 werd hij overgeschreven naar de eerste klasse029-fol.047.

Pieter Kuiper Az, geboren 10 november 1848, werd per januari 1877 met vlagnummer 21 als lid 2de klasse overgeschreven naar de 1ste klasse bij het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was toen de "Maria Agnieta", boekhouders Repko & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Hillechiena Kok, geboren 07 november 1845. Ten tijde van de overschrijving had het echtpaar 1 kind: Albert (28 augustus 1875)028-fol.149.

Hij was met vlagnummer H21 lid van het College in de periode 1877-1906034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer      periode      type                     naam van het schip                                 boekhouder/reder

      H21            1877-1879 bark                     Maria Agnieta (ex Perseverance) Repko & Co, Harlingen

                           1880-1892 bark                     Onderneming (ex Diana)                       J.Alta Lz, Harlingen

                               1895        bark                     Mercurius (ex Josephine, ex Omoa)    I.& S.Wiarda, Harlingen

                           1897-1902 cl.bark (st) Admiraal Tromp (ex Maria)                  J.Nienhuijs, Amsterdam

 

P.Kuiper Az was van 1894-1896 kapitein van de houten bark “Mercurius” (ex-Josephine, ex-Omoa), gebouwd in 1866, 430 (392) ton, varend voor rederij I.& S.Wiarda te Harlingen. Het schip is in 1896 verkocht voor de sloop aan S.de Boer te Makkum052

Kapitein P.Kuiper was in de periode 1897-1906 gezagvoerder van de stalen bark “Admiraal Tromp”, gebouwd in 1892 door Schömer Jensen & Vo te Tonning, Noord Friesland) onder de naam “Marie”, 364 ton. De reders bij de bouw waren van Ierssens & Co te Tonning. Het schip werd in 1897 gekocht door J.Nienhuis te Amsterdam. Het schip werd kort na 07 augustus 1906 vermist op reis van Rio Grande (Zuid Brazilië) naar Suriname052.

 

Bouma025 vermeldt P.Kuiper Az als gezagvoerder gedurende:

*    1877 t/m 1880 van de bark “Maria Agnieta” ex Perseverance, gebouwd in 1853 te Amble, 290 ton o.m., varend voor Repko & Co te Harlingen;

*    1881 t/m 1893 van de brik ” Onderneming” ex Diana, gebouwd in 1853 te Pillau, 325 ton o.., vaend voor J.Alta Lz te Harlingen;

*    1894 t/m 1896 van de bark “Mercurius” ex Josephine, ex Omoa, gebouwd in 1866 te Nova Scotia, 349 ton o.m., varend voor I. & S. Wiarda te Harlingen. Het schip werd in 1896 verkocht naar Makkum voor de sloop;

*    1897 t/m 1907 van de stalen bark “Admiraal Tromp”, ex Marie, gebouwd in 1892 te Tønning, 397 ton n.m., varend voor J.Nienhuys te Amsterdam. Het schip is in 1907 vergaan

 

Overige bijzonderheden

Reizen met de bark “Admiraal Tromp” onder kapitein P.Kuiper worden beschreven door Meilof Hoedemaker, die deze als lichtmatroos meemaakte en zijn belevenissen optekende in “Herinneringen uit mijn zeilvaarttijd” (p.49 t/m 76) in het boek “Dwarsgetuigd. Herinneringen van Kaap Hoorn-vaarders” door K.Suyk Jr, De Boer Maritiem. Unieboek bv., Bussum, 1978. Tegen oktober 1897 vertrok het schip vanuit Amsterdam via IJmuiden naar Suriname. Hoedemaker beschrijft de slecht voeding aan boord en geeft een levendig verslag van een vechtpartij te Suriname, die door politie-ingrijpen werd gesmoord. De terugreis ging met een lading hout.

“De “Admiraal Tromp” was geen gelukkig schip. Op een der volgende reizen van Suriname naar Kopenhagen ging zij na een gedeelte der lading gelost te hebben, naar Amsterdam. Op deze reis viel een 17-jarige lichtmatroos, Houwink genaamd, bij donker worden overboord. Een sloep werd uitgezet bemand met beide stuurlieden en twee matrozen. Van de drenkeling, de sloep en bemanning werd niets meer gehoord, zodat allen omgekomen zijn. Een verlies van vijf man was een ramp, niet het minst voor kapitein Kuipers (sic). Het schip bleef de gehele nacht in de buurt van het ongeval en vervolgde eerst bij dagenraad de reis.

Het einde van de “Admiraal Tromp” kwam in 1906 toen het schip op reis van Rio Grande naar Paramaribo met man en muis is gebleven, vermoedelijk omgeslagen in een pampero.”

 

Voormelde ramp met de “Admiraal Tromp” werd behandeld door de Raad van Tucht voor de Koopvaardij. In het verslag wordt melding gemaakt van het volgende:

“Het slechts 397 ton metende barkschip ‘Admiraal Tromp’ was in november 1902 op haar thuisreis uit West-Indië. De eerste aanloophaven in Europa was Malmö; daarna werd gekoerst op de thuishaven Amsterdam. De oversteek was probleemloos verlopen en op 9 november vertrok het schip van Malmö; op 11 november voer het in de Noordzee ter hoogte van Doggersbank.  … Het journaal vermeldde nog dat er maanlicht was en een heldere sterrenhemel.

Door een nimmer duidelijk geworden oorzaak viel plotseling de 15-jarige scheepsjongen M.Meinsma van de campagne overboord. Hij stond daar op de uitkijk en zijn hulpgeroep betekende alle hens aan dek”. Middels een toegeworpen reddingsboei en ook het verminderen van de vaart van het schip werd geprobeerd hulp te bieden. Er werd een boot uitgezet die spoedig uit zicht verdween (het was nacht). Hoewel daarna werd geprobeerd de reddingsboot te traceren gelukte dat niet. De volgende ochtend om 8 uur werden vuurpijlen afgeschoten, maar alles zonder reactie. Na overleg met de bemanning werd door de kapitein besloten de reis voort te zetten en op 15 mei kwam het schip te IJmuiden aan.

Bij de getuigenverhoren door de Raad werd duidelijk dat de reddingsboot in uitstekende staat was en gedurende de reis ook steeds goed was onderhouden.

“Uit het door de Raad ingestelde onderzoek kon niet anders worden geconcludeerd dat de ramp aan een vijftal van de opvarenden van de ‘Admiraal Tromp’ nabij de Doggersbank overkomen, geen aanleiding is om gezagvoerder Pieter Kuiper ‘met enige blaam te treffen’”104.

 

 

Datum vanaf: 1893
Kapitein: Kuiper Az, Pieter

Monsterrollen

Opgemaakt Harlingen
Datum: 1888-04-26
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JOSEPHINA
Schipper: Feninga (Fenenga), R.M.
Scheepstype: bark
Grootte: 392

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Externe informatie - Archieven
Archiefinstelling: Maritiem Historische Databank (Marhisdata)
Toegangnummer: 001
Inventarisnummer: 1 Collectie Luc Heijboer, zeilvaart 19e eeuw , Barken/Fregatten buitenlands gebouwd, 1800 - 1900
Afbeeldingen


Omschrijving: MERCURIUS, het middelste schip. Kapitein Pieter Kuiper Az (vlagnummer H321)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Kade
Algemene informatie

1879
 

NRC 310579

Rotterdam, 30 mei. Het Nederlands schip JOSEPHINE kapt. Bloos, van Liverpool naar Riga, lag volgens telegram d.d. 29 dezer wegens tegenwind in de nabijheid van Elseneur geankerd.
AH 120779
Bolderaa, 8 juli. Binnengekomen JOSEPHINE, T.B. Bloos van Engeland.
AH 060979
Gloucester, 4 september. Zeilklaar JOSEPHINE, T.B. Bloos naar Dantzig.
NVD 230979
Neufahrwasser, 21 september. Aangekomen JOSEPHINE, Bloos van Gloucester. Alles wel.
AH 021179
Helvoetsluis, 31 oktober. Aangekomen JOSEPHINE, Bloos van Danzig.

1880

NVD 250380
Burnt Island, 23 maart. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Memel.
NVD 220680
Hartlepool, 17 juni. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Kroonstad.
NVD 130880
Kroonstad, 7 augustus. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Purmerend.
RN 110980
Elseneur, 7 september. Gepasseerd JOSEPHINE, Fenenga en NOORD-HOLLAND, Bloos naar de Oostzee.
NVD 290980
Bolderaa, 24 september. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar het Nieuwe Diep
NRC 071080

Amsterdam, 6 oktober. Volgens bericht van kapt. Fenenga, voerende het Nederlandse schip JOSEPHINE, van Riga naar het Nieuwediep, lag hij reeds drie dagen te Elseneur voor tegenwind geankerd.

1881

NVD 260481
Nieuwe Diep, 24 april. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Helsingfors.
NVD 260581
Helsingfors, 24 mei. Aangekomen JOSEPHINE, Fenenga van het Nieuwe Diep.
NVD 220681
Helsingfors, 14 juni. Zeilklaar JOSEPHINE, Fenenga naar Purmerend.
NVD 010781
Nieuwe Diep, 30 juni. Binnengekomen JOSEPHINE, Fenenga van Helsingfors.
ST 300881
Nieuwe Diep, 28 augustus. Binnengekomen JOSEPHINE, R.J. Fenenga van Hernösand.

1882

NVD 150382
Nieuwe Diep, 14 maart. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Hartlepool.
NVD 060682
Kroonstad, 31 mei. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Rotterdam.
NVD 080882
IJmuiden, 7 augustus. Binnengekomen JOSEPHINE, Fenenga van Wyborg.

1883

ST 210383
Nieuwe Diep, 18 maart Uitgezeild JOSEPHINE, R.J. Fenenga naar Engeland.
NVD 280483
Karlskrona, 26 april. Binnengekomen JOSEPHINE, Fenenga van Newcastle.
NVD 060683
Sundswall, 29 mei. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Sundswall.
NVD 230683
Helvoetsluis, 21 juni. Binnengekomen JOSEPHINE, Fenenga van Sundswall.
NVD 120983
Abo, 10 september. Aangekomen JOSEPHINE, Fenenga van Dordrecht.

 

1884

NRC 050584

Amsterdam, 4 mei. Het Nederlandse schip JOSEPHINE, kapt. Fenenga, van Purmerend naar Kotka, lag volgens een telegram van 3 dezer uit Kotka, bij Aspoe geankerd, omdat het vaarwater naar de bestemmingsplaats nog vol ijs was.
NVD 090584
Kötka, 7 mei. Binnengekomen JOSEPHINE, Fenenga van Purmerend.
NVD 210684
Helvoetsluis, 19 juni. Vertrokken JOSEPHINE, Fenenga naar Skutskar.
NVD 050784
Skutskar, 3 juli. Binnengekomen JOSEPHINE, Fenenga van Dordrecht.
DT 150884
Nieuwe Waterweg, 13 augustus. Binnengekomen JOSEPHINE, R.J. Fenenga van Skutskar.
DT 300884
Nieuwe Waterweg, 23 augustus. Vertrokken JOSEPHINE, R.J. Fenenga naar Lovisa.

1885

ST 210485
Nieuwe Diep, 19 april. Vertrokken JOSEPHINE, R.J. Fenenga naar Kötka.
DT 180885
IJmuiden, 15 augustus. Binnengekomen JOSEPHINE, R.J. Fenenga van Sundswall.

1886

DT 040586
Nieuwe Diep, 1 mei. Vertrokken JOSEPHINE, R.J. Fenenga naar Lovisa.

1887

DT 130687
Nieuwe Diep, 11 juni. Uitgezeild JOSEPHINE, R.J. Fenenga naar Kötka.
NRC 250887

Purmerend, 23 augustus. Volgens bij de rederij ontvangen telegram is het Nederlandse schip JOSEPHINE, kapt. Fenenga, heden van Nieuwediep te Riga aangekomen.

1888

ST 100588
Vlie, 8 mei. Uitgezeild JOSEPHINE, R.J. Fenenga naar Sundswall.
NRC 260588

Purmerend, 25 mei. Volgens bij de rederij ontvangen telegram is het Nederlandse schip JOSEPHINE, kapt. Fenenga, heden van Harlingen te Sundsvall aangekomen.
ST 260688
Zaandam,  24 juni. Aangekomen JOSEPHINE, R.J. Fenenga van Sundswall.
ST 021088
Sundswall, 30 september. Aangekomen JOSEPHINE, R.J. Fenenga van Zaandam.

1889

DT 290889
IJmuiden, 27 augustus. Aangekomen JOSEPHINE, R.J. Fenenga van Sundswall.
ST 110989
IJmuiden, 10 september. Vertrokken JOSEPHINE, R.J. Fenenga naar Sundswall.

1890

PGC 040490

Harlingen, 28 februari. Door de heren J. en S. Wiardi alhier is aangekocht het barkschip JOSEPHINE, thuis behorende te Purmerend en thans bevaren door kapt. Feninga (opm: kapt. R.J. Fenenga; schip wordt herdoopt in MERCURIUS).
PGC 05 april 1890

Amsterdam, 3 april. Het Nederlandse barkschip JOSEPHINE, aangekocht door de heren J. & S. Wiarda te Harlingen, zal MERCURIUS genaamd en bevaren worden door kapt. W. Koen.
DT 090490
Nieuwe Diep, 5 april. Vertrokken MERCURIUS, W. Koen naar Hernösand.
ST 010590
Hernösand, 29 april. Aangekomen MERCURIUS, W. Koen van het Nieuwe Diep.
DT 110690
Harlingen, 8 juni. Aangekomen MERCURIUS, W. Koen van Hernösand.
DT 231090
Vlie, 21 oktober. Binnengekomen MERCURIUS, W. Koen van Riga.

1891

ST 260391
Vlie, 24 maart. Uitgezeild MERCURIUS, W. Koen naar Burnt Island.
ST 170491
Burnt Island, 14 april. Aangekomen MERCURIUS, W. Koen van Kastrup.
ST 210591
Hernösand, 19 mei. Aangekomen MERCURIUS, W. Koen van Kastrup.
DT 120691
Harlingen, 10 juni. Binnengekomen MERCURIUS, W. Koen van Hernösand.

1892

ST 280592
Vlie, 25 maart. Vertrokken MERCURIUS, W. Koen naar Grangemouth.
ST 220692
Vlie, 20 juni. Binnengekomen MERCURIUS, W. Koen van Hernösand.
DT 050792
Vlie, 3 juli. Vertrokken MERCURIUS, W. Koen naar Hamburg.
ST 200992
Sundswall, 14 september. Vertrokken MERCURIUS, W. Koen naar Harlingen.


1893

DT 180493
Vlie, 15 april. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper Az naar Inverness.
DT 210693
Harlingen, 19 juni. Binnengekomen MERCURIUS, P. Kuiper Az van Hernösand.
DT 280893
Harlingen, 25 augustus. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper naar Riga.
PGC 011193

Schiermonnikoog, 26 oktober. Volgens hier ontvangen brief van kapitein T. Zeilinga, van het barkschip NEPTUNUS, was hij de 24e dezer ter rede van Elseneur met tegenwind geankerd. Er waren ongeveer 200 schepen die in het zelfde geval verkeerden, waaronder de MERCURIUS, kapitein Koen, de HOLLAND, kapitein Wiersma en de FRIESLAND, kapitein Teensma.
ST 141193
Harlingen, 11 september. Binnengekomen MERCURIUS, P. Kuiper van Riga, laatst van Arendahl en ZEEMEEUW, W. Koen dito met verlies van een gedeelte van de deklast.

1894

DT 040494
Vlie, 2 april. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper Az naar Hernösand.
DT 050694
Vlie, 2 juni. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper Az naar Hernösand.
DT 280794
Harlingen, 26 juli. Binnengekomen MERCURIUS, P. Kuiper Az van Hernösand.

1895

DT 300495
Vlie, 27 april. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper naar Hernösand.
DT 250695
Vlie, 23 juni. Binnengekomen MERCURIUS, P. Kuiper van Hernösand.
DT 190895
Vlie, 16 augustus. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper naar Elseneur voor de Oostzee.

1896

DT 110496
Delfzijl, 6 april. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper naar Hernösand.
DT 110896
Vlie, 8 augustus. Vertrokken MERCURIUS, P. Kuiper naar Skuro.
SI diverse scheepvaart bewegingen  na augustus 1896
13 september van Skuro naar Kötka
24 september. Zeilklaar van Kötka naar Harlingen.
16 oktober. Te Holtenau gepasseerd
30 oktober. Te Harlingen, voor sloper verkocht.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 1866
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
Lloyds register of Shipping, via internet
Scheepvaart Index, via internet
AH = Algemeen Handelsblad
DT = De Tijd
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
NVD = Nieuws van de Dag
PGC = Provinciale Groninger Courant
RN = Rotterdamsch Nieuwsblad
ST = De Standaard