1802 – 1813
De Commercie Compagnie in Middelburg ontving in 1802 opdracht tot de bouw van een fregat. De onbekende Middelburgse opdrachtgever failleerde eind 1805 waarop de werf het schip voor eigen rekening in 1806 afbouwde en het als MIDDELBURG in augustus van stapel liep. Het schip was te koop.
In mei 1809 bezocht koning Lodewijk Napoleon de werf en beloofde het schip te kopen om het als marineschip te gebruiken. Hij verdoopte het schip al vast in BOERHAVE, maar deed zijn toezegging niet gestand; het schip bleef onverkocht.
AAA 100513
Advertentie. Men zal op Donderdag den 17den Juny 1813, in het Huis van de Commercie-Compagnie binnen deze Stad Middelburg, des voormiddags ten elf ure, presenteren te verkoopen een nieuw FREGATSCHIP, genaamd BOERHAVE, liggende in de Binnen-Haven dezer Stad, met twee doorgaande Dekken, lang over Steven 110 voeten, wyd op de uttwatering 28 voeten, hol in het ruim 13* voeten, hoog. tusschen deks 5 3/4 voeten, Amsterdamsche maat, met deszelfs Rondlhout, Roer, Braadspil en Marsen, alsmede twee nieuwe Kabels, van beste Rhyn- Hennip geslagen, en het geen verder volgens de Inventaris za! te zien zyn; wordende hetzelve Schip gecalculeerd op 180 Lasten.
Omdat niet meer dan 10.000 gulden was geboden, terwijl de rederij dacht dat het schip 30.000 gulden waard was, werd de veiling opgehouden.
Na afloop van de veiling bood de firma Dagneau Jr. & Co, tabaksfabrikant in Middelburg, uit de hand 18.000 gulden. Intern beraad binnen de directie resulteerde in een minimaal te behalen prijs van 20.000 gulden. Uiteindelijk werd de BOERHAVE op 21 juni 1813 door Dagneau voor 20.600 gulden gekocht.
Op 24 november 1813 werd Dagneau door de werf gemaand de reparatie rekening voor de BOERHAVE te voldoen.
1814
Uit de aanmaning van november 1813 wordt reeds duidelijk dat Dagneau over onvoldoende middelen beschikte om zijn schip goed te bereden. Mogelijk kwamen ook al problemen aan het licht die in 1820 tot een groot herstelproject zouden leiden. Tot juli 1814 zijn geen zeetijdingen gevonden, zodat het fregat vermoedelijk voor Dagneau helemaal niet naar zee is gegaan. Of Dagneau het schip een nieuwe naam heeft gegeven is onbekend. In 1814 vond hij in de Antwerpenaar Joseph Osy een koper, waarna het schip in juli 1814 onder de naam FLORA, ook wel la FLORE, onder kapitein Felix Corran aan de vaart is gegaan. Osy bezat meerdere fregatten maar zou in 1816 in ernstige financiële problemen geraken.
In 1814 werd het schip nog gedubbeld, gekoperd, vermoedelijk voor het eerst en ongetwijfeld voor rekening van Osy.
MCO 190714
Vlissingen, 16 juli. Naar zee gezeild de FLORA, kapt. F. Korbeen (opm: kapt. Felix Corran) van Antwerpen, met ballast.
MCO 180814
Vlissingen, 17 augustus. Den 16 uit zee gearriveerd la FLORA, kapt. F. Corran, van St. Martin naar Antwerpen, met zout.
Meer reizen van de FLORA zijn niet gevonden, zodat het mogelijk bij deze rondreis is gebleven.
1816
OHC 250516
Advertentie. De heren G. Lawson, uit naam van zijn Huis van Commersie Lawson Ure en Comp., en J. Vervoort en G. Winckelmann, als zijnde reprovisoires bij den boedel van den heer Joseph Osy, de laatste met autorisatie van mijn heer Joseph Serruys, commissaris bij dito boedel, zullen door de Scheeps-makelaars A. Giese, R. van Goorlaeken en J.B. Berckelaer, deurwaarder bij de Koopmans Rechtbank, op vrijdag den 17 juni 1816, ‘s middags ten 12 ure precies, in het logement genaamd Ostende, bij de beurs te Antwerpen, in publieke veiling stellen, in een lot: Het schoon sterk welgebouwd snelzeilend en gekoperd fregat-schip DE FLORA, laatst gevoerd door kapitein Felix Corran, lang over steven 110 voeten, breed 28 voeten, hol in het ruim 13½ voeten, hoog tussen deks 5¼ voeten Amsterdamse maat, groot circa 400 tonnen, met deszelfs rondhouten, staande en lopende wand, masten, raas enz., zoals hetzelfde thans in het Dok te Antwerpen is leggende. De inventaris is, onder andere, ter visie liggende ten kantore van den heer Fredrik Smit, cargadoor te Amsterdam.
(opm: het fregat werd tijdens de veiling niet verkocht en ging waarschijnlijk zelfs niet meer naar zee)
1818
Nadat de veiling van 17 juni 1816 niet tot verkoop had geleid werd de DE FLORA / LA FLORE op 27 juni 1818 opnieuw in veiling gebracht. De reders Havenith & Rijmenans, uit Antwerpen werden nu voor 17.010 gulden de kopers. Of deze aankoop op speculatieve gronden had plaatsgevonden valt niet te achterhalen. In elk geval bleef het schip in de haven van Antwerpen liggen. De vrachtenmarkt was er ook niet naar om het schip met kans op winst te laten varen.
1820
De LA FLORE werd op 26 oktober 1820 voor NLG 17.010 doorverkocht aan Anthony van Hoboken en Jan Gerrit Peter van der Kaa te Rotterdam, elk voor 50%; de nieuwe naam werd ROTTERDAMS WELVAREN, nieuwe kapitein Klaas Schinkel)
Uit het Gedenkboek A. van Hoboken & Co., 1774-1924:
De ROTTERDAMS WELVAREN was het vroegere fregat FLORA, dat gedurende de oorlog voor rekening van de Commercieele Compagnie te Middelburg gebouwd, daarna naar Antwerpen verkocht en vervolgens, na in 1814 gedubbeld te zijn, tot op de waterlijn afgebroken was. Van de Antwerpse firma Van der Hoeven & Knight vernomen hebbende dat het schip te koop was, had Van Hoboken er zijn kapitein Martinus Azon Jacometti met de timmerbaas J. Rijke heengestuurd, om het vaartuig eens goed op te nemen en het bij goedbevinding te kopen. Aan de werf ‘Rotterdams Welvaren’ werd het nu in gereedheid gebracht om in het voorjaar van 1821 de reis naar Batavia te ondernemen, waar Colville Jutting & Co het met 4000 balen koffie zouden beladen.
Na aankoop van de FLORE in oktober 1820 haalde A. van Hoboken het nu ROTTERDAMS WELVAREN genoemde fregat naar Rotterdam om op de eigen werf “Rotterdams Welvaren” te worden gesloopt tot de waterlijn en daarna herbouwd. Het fregat had, na een vermoedelijk reeds lange periode van bouw, van 1806 tot 1813-1814 stil gelegen, zodat het zeer waarschijnlijk is, dat het ernstig had geleden door houtrot en vervuring. Mogelijk was dat voor Dagneau ook de reden geweest snel afscheid te nemen van zijn aankoop.
Vervuring is droogrot in de romp, waarbij het hout is aangetast door schimmels als gevolg van het gebruik van onvoldoende gedroogd hout op plaatsen met weinig of geen ventilatie. Zo aangetast hout voelt aan als een spons.
De kapitein van de LA FLORE, Felix Corran, was reeds afgemonsterd en in juni 1820 gezagvoerder geworden van de Antwerpse brik PHILOTAXE.
1821
Op 7 maart 1821 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Klaas Schinkel de eerste zeebrief aangevraagd alsmede een Turkse Pas voor een reis naar Oost-Indien. Het schip lag in Rotterdam.
Zeebrief en Turkse Pas
De zeebrief is het paspoort van een schip, dat twee jaren geldig was, tenzij het schip tussentijds van eigendom, naam of kapitein veranderde. Daarentegen was een Turkse Pas slechts geldig voor één rondreis. Zo’n Pas was een document dat tegen betaling werd verstrekt door de Staat, waarbij de premie varieerde met het risico en de duur van de reis. De Staat op haar beurt had met name met de Bey van Turkije een overeenkomst gesloten waarin de Nederlandse schepen tegen betaling een vrijgeleide kregen en níet door kapers zouden mogen worden aangevallen.
Beide documenten dienden na expiratie te worden opgezonden naar de administratie der Convoyen en Licenten in Den Haag voordat een nieuwe zeebrief en/of Turkse Pas werd verstrekt.
RC 120421
Rotterdam, 11 april. Van Helvoetsluis wordt van den 10 gemeld: Heden zeilde ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), K. Schinkel, naar Batavia; de wind O.
Van Helvoetsluis wordt van den 11 gemeld: de vorige uitgezeilde schepen zijn door contrarie-wind onder de Goereesche haven geankerd, behalve kapt. Kortrijk, die wel in zee gekomen is. Den 10, des namiddags, is kapt. Brödersen uit zee terug gekomen; de wind Z.W.
BC 010921
Te Batavia aangekomen:
24 Aug. Ned. schip TWEED, F.H. Jackson, van Pamanoekan en Tjassam den 21 augustus.
25 Aug. Ned. brik ANNA MARIA, J. Sohnn, van Samarang en Cheribon den 17 augustus; Zr.Ms. roei-kanonneerboot No. 9, W. Borgen, van Sourabaija, Rembang en Samarang den 2 augustus; dito No. 10, J. de Feijfer, van dito den 2 dito.
26 Aug. Ned. brik ELIZABETH, J. Balch, van Anjer den 9 augustus.
27 Aug. Portugees schip CONDE DOSE TREOS D’MARCOS, J.J. Rapozo, van Rio de Janeiro, Estralto de Allas en Indramaijoe den 28 april.
28 Aug. Ned. brik ELIZABETH, M. Faulhaber, van Indramaijoe den 26 augustus.
29 Aug. Amerikaans schip INDUS, S. Brown, van Padang den 1 augustus; Ned. schoener FATULKAIR, W. Miller, van Passarouang en Grissee den 19 dito.
30 Aug. Engels schip ANN, R. Dickie, van Bencoulen den 14 augustus.
Van Batavia vertrokken:
25 Aug. Ned. brik FREDRIK, J. Edwards, naar Samarang.
26 Aug. Ned. schip ADMIRAAL BUIJSKES, W.P. Coffin, naar Samarang en Sourabaija; schip PAMALANG, J. Chappel, naar Pamamekang; dito brik SOENDIE, Han Pakgoan, naar Cheribon, Tagal en Paccalongang.
29 Aug. Zr.Ms. fregat VAN DER WERFF, kapt. Lewe van Aduard, naar Sourabaija; dito brik GOEANLIE, Lim Kheksiang, naar Canton.
30 Aug. Ned. brik ANNA, McDonald, naar Sourabaija; dito brik JAPARA, Tja Tjoko, naar Cheribon en Tagal; dito brik BOEROONG, Said Hassan, naar Paccalongang; Amerikaanse brik HINDO, J. Gardner, naar Sumatra; Ned. schoener PIETER EN EMMA, Steenwijk Gallas, naar Rotterdam; dito schoener ZWALUW, Kamal, naar Cheribon; dito schoener MOLUCCO, T.S. Perry, naar Passarouang; dito Zr.Ms. schoener JOHANNA, 1e luit. J. Alewijn, naar Sourabaija.
Schepen liggende ter rede van Batavia:
Zr.Ms. wachtschip TROMP, fregat MELAMPUS, kanonneerboot No. 11, roei-kanonneerboten No. 9 en 10;
schepen JAN EN CORNELIS, ANTOINETTA JACOBA, DE ONDERNEMING, DE JONGE ANTHONIJ, HAPSOEN, WATERLOO, GRAAF BÜLOW, NIEUWE ZEELUST, CATHARINA THEODORA, AUGUSTE, HENRIETTA ELIZABETH, KOOPHANDEL, DE GEZUSTERS, MERCURIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, MARZOEK, ELIZABETH, KUMBANG JATIE, MAGBAR, JAVA PACKET, JACOBA, JESSY.
BC 031121
Nov. 2 Schepen liggende ter rede van Batavia:
Zr.Ms. wachtschip TROMP; brik IRENE; kanonneerboten No. 2 en No. 11, roei-kanonneerboten No. 9 en 10;
schepen WATERLOO, GRAAF BÜLOW, NIEUWE ZEELUST, ROTTERDAMS WELVAREN, ELIZABETH, DIANA, EMERENTIA, ROTTERDAM, BETSIJ EN CAROLINA, JAVA PACKET, AURORA, ABDUL KARIM, ADMIRAAL BUIJSKES, FREDRIK HENDRIK, EMIL, MANSOOR, FRANKLIN, ZELIMA, CLARA, ELISABETH, CELIA, JADUL KARIM, TJIMANUK, MARIA LOUISA, WILHELMINA, MARGARETHA, MAGBAR, JONGE ANTHONIJ, APOLLO, DELPHINA.
RC 291121
Advertentie. Na dat op dinsdagavond, den 20 dezer, onze nog enige geliefde dochter, Anna Mensina, echtgenote van de heer K. Schinkel, kapitein, voerende het fregatschip ROTTERDAMSCH WELVAREN, op zijn reis zijnde naar Batavia, zeer spoedig verlost was van een zoon, is zij, door onverwachte bijkomende toevallen, op gisteren avond te negen uren, tot onze grootste droefheid, in de jeugdige ouderdom van nog geen 19 jaren, overleden.
Rotterdam, J.H. van den Berg
den 25 november 1821 J.W. van den Berg, geb. Koes
1822
RC 160322
Rotterdam, 15 maart. Den 13 zeilden van Helvoetsluis de schepen de JONGE GERRIT, F. Plokker, naar Cherbourg; de HOOP, IJ Brobbel, naar Lissabon, en arriveerde ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), K.P. Schinkel, van Batavia.
Op 27 april 1822 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Klaas Schinkel opnieuw een Turkse Pas aangevraagd voor een reis naar Oost-Indien; de zeebrief was nog geldig.
RC 040622
Rotterdam, 3 juni. Den 2 zeilden Zr.Ms. brik van oorlog DE COURIER, kapt. J.H. Bolken, naar de Oostzee; ROTTERDAMS WELVAREN, K.P. Schinkel, naar Batavia, en MINERVA, L.H. Holst, naar Holmerstrand; de wind Z.W.
RC 110622
Rotterdam, 10 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 7 juni:
Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, K.P. Schinkel, van Rotterdam naar Batavia, was den 4 dezer op de hoogte van Douvres (opm: Dover), en de volgende dag bij Dartmouth het schip de ZEEUW (opm: fregat, kapt. L. Woutersen), van Surinamen naar Middelburg; het schip MARIA, Decker (opm: kapt. E.D. Dekker), van Surinamen naar Amsterdam, bevond zich den 4 op de hoogte van Plymouth.
1823
DC 220223
Hellevoetsluis, 19 februari. Gisteren na posttijd arriveerden uit zee CAMBRIDGE, kapt. J. Gage, van Boston, en ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), kapt. K.P. Schinkel, van Batavia, de laatste is deze morgen binnen de Goereese haven tegen de Scheelhoek aan de grond gedreven.
Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K.P. Schinkel, gisteren gemeld als tegen de Scheelhoek aan de grond gedreven, is bij hoog water met behulp van twee ijssloepen er af gekomen, en ligt nu op de rede ten anker.
DC 300823
Hellevoetsluis, 27 augustus. Gisteren zeilden in zee Zr.Ms. brik van oorlog MERCUUR, kapt.-luitenant Muller, en HOMER, kapt. W. Forster, naar Beverley; nog zeilden naar zee INDUSTRY, kapt. J.M. Jetter en ROTTERDAMS WELVAREN (opm: fregat), kapt. K.P. Schenker, beide naar Batavia; dezelven zijn onder de Goerese haven geankerd. Heden zeilde in zee
DC 200923
Hellevoetsluis, 17 september. Kapt. W. Rijnbende rapporteert dat hij den 10 dezer op 49º30’ N.B. en 9º12’ W.L. van Greenwich in goeden staat gepraaid heeft het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K.P. Schinkel. Er is een schip in het gezicht, uit zee komende. De wind N.N.W.
1824
BC 030124
Te Batavia zijn onder meer andere aangekomen:
Den 27 december het schip MANSOOR, kapt. Sarieff Sech bin Abon Bakar Alkar, den 10 december van Palembang vertrokken, brik JUPITER, kapt. Oeij Tian Lioe, den 15 november van Indramaijoe vertrokken, en het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, met 7 passagiers en Zr.Ms. troepen, den 7 september van Rotterdam vertrokken;
BC 310124
Te Batavia zijn onder meer aangekomen:
Den 26 januari de brik de DRIE MARIA’S, kapt. J. Jouenne, den 23 vertrokken naar Bencoelen doch uit zee teruggekeerd.
Den 27 januari het schip SOURABAIJA, kapt. J. Farret, den 27 januari van Tanara.
Den 29 januari het schip de VROUW CATHARINA ELIZABETH, kapt. Jan Ingerman, van Amsterdam den 26 augustus 1823, met 5 passagiers, en de brik EXPERIMENT, kapt. H. Hooper, den 6 november 1823 van Makasser met 3 passagiers.
Van Batavia zijn onder meer vertrokken:
Den 27 januari het schip AURORA, kapt. B.G. Quedens, naar Antwerpen.
Den 29 januari Zr.Ms. schoener IRIS, commandant 2e luit. Bastiaanse, koersstellende om de noord-oost.
Den 30 januari het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. Klaas Schinkel, naar Rotterdam met 12 passagiers.
RC 230924
Advertentie. Van Rotterdam naar Batavia.
In het Nederlands gekoperd fregatschip DE JONGE ANTHONY, kapt. Theod. Azon Jacometti, naar Batavia gedestineerd, geen ruimte voor goederen of passagiers meer overig zijnde, zal de brievenzak voor dit schip op den 13 oktober gesloten worden.
Hetzelve zal gevolgd worden door het bekende snelzeilend, te Middelburg gebouwd, gekoperd fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, hetwelk in de loop der maand november zal gereed zijn om te zeilen;
terwijl de juiste vertrektijd van het daarna weder volgend Nederlands gekoperd fregatschip de DRIE GEZUSTERS, kapt. M. Azon Jacometti, nader zal worden geadverteerd.
Beide schepen zijn nu op nieuw ingericht, om aan passagiers alle gemakkelijkheden te verschaffen, die op een reis naar Indië kunnen verlangd worden.
Adres, voor zoveel goederen betreft, bij de heren Kuijper Van Dam en Smeer, en Hudig en Blokhuijzen. Voor passagiers, bij de kapiteins, aan boord der schepen.
(opm: deze drie fregatten waren eigendom van A. van Hoboken te Rotterdam)
RC 270924
Rotterdam, 26 augustus. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia:
- Het in Nederland gebouwd gekoperd brikschip DIJKZIGT, kapt. A. Schaap, om 1 september te zeilen.
- Het Nederlands gekoperd fregatschip DE JONGE ANTHONIJ, kapt. T. Azon Jacometti, om 1 oktober te zeilen.
- Het in Nederland gebouwd gekoperd fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, om voor de winter te zeilen.
Op 16 november 1824 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Klaas Schinkel opnieuw een Turkse Pas aangevraagd. De aanvraag voor een nieuwe zeebrief is niet gevonden, maar is er ongetwijfeld geweest: de vorige zeebrief van 7 maart 1821 was royaal verlopen.
1825
DC 250125
Hellevoetsluis, 22 januari. Van de morgen zeilden in zee: GUIANA, kapt. T. Popke, en MAASSTROOM (opm: galjoot), kapt. P.S. Schuil, beide naar Suriname; DE SNELHEID, kapt. A. van der Linden naar Smyrna; ANN, kapt. J. Burgos naar Boston; JONGE ELISABETH, kapt. H.E. Henrichs naar Alicante; JONGE JACOBUS, kapt. L. Jansen naar Lynn; JUFFER AKKER (opm: kof JUFVROUW AKKE), kapt. M. Jeltes, GOEDE HOOP, kapt. M. Hansen, ADRIANUS CATS, kapt. D.S. Manjé; KLAZINA EN DIRKJE, kapt. C. Schilperoort, en DRIE GEZUSTERS, kapt. J. Sipkes, alle naar Brest. De wind O.
Den 23 dito. Gisteren namiddag zeilden in zee: Zr.Ms. brik van oorlog DE VALK, kapt.-luitenant van Es; INDUSTRY, kapt. D.J. Buising; ADMIRAAL BUIJSKES, kapt. W. Hodges; WILHELMINA, kapt. W. Verloop, JONGE ANTHONIJ, kapt. T. Azon Jacometti, en ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K.P. Schinkel, alle naar Batavia;
RC 290125
Volgens brief, in dato Douvres den 23 dezer, had de Helvoetsluise loods van het schip de JONGE ANTHONY, kapt. Theod. Azon Jacometti, van Rotterdam naar Batavia, dit schip, in de vroege morgen van die dag, op de hoogte van Douvres verlaten. De gelegenheid ter voortzetting van de reis was toen zeer gunstig, zo dat men dit schip de volgende morgen op de hoogte van Portland rekende; het genoemd schip was van een vloot van omtrent twintig zeilen vergezeld, onder welke genoemd worden: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, ADMIRAAL BUISKES, kapt. W. Hodges, en WILHELMINA, kapt. W. Verloop, naar Batavia; COLOMBUS, kapt. De Gorter, naar Suriname; JONGE ELISABETH, kapt. H.E. Hinrichs, en DE SNELHEID, kapt. Van der Linden, naar Smyrna, en WILLEM, kapt. Van Vliet, naar Rio de Janeiro, allen van Rotterdam.
RC 030225
Rotterdam, 2 februari. De Helvoetsluise loods, die het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, van Rotterdam gedestineerd naar Batavia, op den 22 januari in zee heeft geleid, heeft dit schip den 27 verlaten, in de beste staat zeilende tussen Portland en Goudstaart (opm: Start Point), de wind van het ZW; doch de loods overgegaan op een ander schip Het Kanaal inzeilende, rapporteert, dat hij den 28 en 29 tot des namiddags te 5 uur gezeild heeft met een frisse NO wind.
RC 170225
Amsterdam, 15 februari. Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, van Rotterdam naar Batavia, is den 30 januari, aan boord alles wel zijnde, gepraaid op de hoogte van de Sorlings (opm: Scilly Isles) door kapt. Desolij, te Havre gearriveerd.
BC 060725
Te Batavia aangekomen schepen:
28 juni: brik DOROTHEA, kapt. R. de Voss, van Samarang 24 juni, schoener DINA ALIDA, kapt. F. Chasteau, van dito 25 juni;
29 juni: schoener KASOOR, kapt. Timbang, van Pekalongang 26 juni, brik GOLLEK, kapt. Oosman, van dit 26 juni met 2 passagiers, schip CATHARINA, kapt. W.W. Boyle, van Padang 1 mei met Zr.Mr. troepen en een passagier;
30 juni: brik JACOBA, kapt. Alie, van Tagal 28 juni; 2 juli: schip DE GEZUSTERS, kapt. D.B. Lutjens, van Texel 22 januari, met 7 passagiers, brik CLEMENTINE, kapt. F.J. Sergé, van Makasser 25 juni met een passagier.
Van Batavia vertrokken schepen:
1 juli: schip MAGBAR, kapt. Sech Hasan bin Oemar, naar Samarang met twee passagiers;
2 juli: voor het Gouvernement ingehuurd particulier schip VASCO DA GAMA, kapt. A. Bezemer, naar Japan met 3 passagiers; voor het Gouvernement ingehuurd particulier schip JOHANNA ELISABETH, kapt. M. Mesdagh, naar dito met 3 passagiers;
3 juli: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K. Schinkel, naar Rotterdam met 6 passagiers en 22 gepasporteerde militairen; schip ABEL TASMAN, kapt. J. Theunisse, naar Amsterdam met 6 passagiers en 22 gepasporteerde militairen; brik CAROLINA, kapt. H. Deelkens, naar Samarang met een passagier; schoener SAMANKA, kapt. Roem, naar Tagal;
4 juli: voor het Gouvernement ingehuurde brik SHEYA, kapt. Said Osman Habassij, naar Indramaijoe;
RC 020825
Rotterdam, 1 augustus. Heden werd, voor rekening van de heer A. van Hoboken, op de scheepstimmerwerf Rotterdams Welvaren de kiel gelegd voor een brikschip, groot omtrent 370 Nederlandse tonnen, dat de naam zal voeren van de JONGE WILLEM.
Op 29 november 1825 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN zowel een nieuwe zeebrief als een Turkse Pas aangevraagd. De reden was het aantreden van kapt. Aamrik Schaap als opvolger van kapt. Klaas Schinkel
RC 121125
Advertentie. Voor passagiers van Rotterdam naar Batavia zal op den 15 december vertrekken het Nederlands gebouwd gekoperd fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, voorzien van uitmuntende inrichtingen. Adres bij de kapt. A. Schaap, aan boord van het schip.
1826
DC 050126
Hellevoetsluis, 2 januari. Heden zeilden in zee: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap naar Batavia; EXCHANGE, kapt. B. Barstow en FREDRIK, kapt. M. Cercent, beide naar Charlestown; WILLIAM PENN, kapt. C. Smith naar St. Ubes; DE GOEDE VERWACHTING, kapt. A. van der Weijden naar Belfast; DE DRIE VRIENDEN, kapt. A. Kouwenhoven naar Londen. De wind ZO.
BC 100526
Den 2 mei is ter rede van Batavia gearriveerd DE ALEXANDER, kapt. M. Marcussen, vertrokken van Amsterdam met drie passagiers en Zr.Ms. troepen op 7 januari.
Den 3 mei is ter rede van Batavia gearriveerd het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, vertrokken van Rotterdam met 7 passagiers en Zr.Ms. troepen op 2 januari.
BC 280626
Van Batavia vertrokken schepen:
Den 22 juni de brik DOROTHEA, kapt. L.E. Badendick, naar Samarang, en de brik PASSEKANG, kapt. Oei Kiam, naar dito;
den 23 juni het stoomvaartuig VAN DER CAPELLEN, kapt. P.M. Stavers, naar Samarang, met passagiers;
den 24 juni het schip THALIA, kapt. V. Vallet, naar Soerabaija met een passagier;
den 25 juni Zr.Ms. schoener JOHANNA, commandant J.W. Schuler, koers stellende om de west, het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, naar Rotterdam met een passagier,
Straat Sunda doorgezeild den 26 juni het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Batavia den 25 juni, met een passagier naar Rotterdam, en de brik ADÈLE, kapt. M.C. Michaelsen, van dito den 25 dito, naar Antwerpen.
Op 9 december 1826 werd door Anthony van Hoboken, Rotterdam, voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. Aamrik Schaap opnieuw een Turkse Pas aangevraagd.
1827
RC 090127
Rotterdam, 7 januari. De 5e des namiddags, zeilde van Hellevoetsluis het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, naar Batavia, doch onder de Goerese haven ten anker gekomen.
RC 090127
Rotterdam, 7 januari. Van Hellevoetsluis wordt van de 8e gemeld, dat het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, de 8e des morgens, van onder de Goerese haven op de rede teruggekomen is.
RC 250127
Rotterdam, 24 januari. Den 22, des morgens, zeilden van Hellevoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, naar Batavia. NEÊRLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, is door behulp van ijssloepen door het ijs, tussen de Oude- en Nieuwehaven, aan de hoofden vastgemaakt. Er drijft veel ijs op de stroom.
RC 060227
Amsterdam, 4 februari. Kapt. H.E. Sloehuis, van Londen in Texel binnen, heeft te Harwich, van waar hij den 30 januari vertrokken is, gepraaid het Nederlandse schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, met troepen van Rotterdam naar Batavia, dat de 29e dito wegens verlies van ankers en touwen en met gebroken roer aldaar in de haven gebracht is
RC 220327
Rotterdam, 19 maart. Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Rotterdam naar Batavia, te Harwich binnengelopen, heeft de 10e maart de reis voortgezet.
RC 070427
Rotterdam, 6 april. Uittreksel uit de Lloydslijst van den 3 april: ROTTERDAMS WELVAREN, is den 31 maart van Ramsgate vertrokken om de reis naar Batavia voort te zetten.
BC 280727
Te Batavia zijn gearriveerd: den 25 juli het schip NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, met drie passagiers en Zr.Ms. troepen, den 6 april vertrokken van Hellevoetsluis, en ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, met acht passagiers en Zr.Ms. troepen, den 22 januari van Hellevoetsluis en den 31 maart van Ramsgate vertrokken.
1828
RC 260128
Rotterdam, 25 januari. De 24e, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ’S LANDS WELVAREN, kapt. W. Schep, van Gibraltar, zijnde na de visitatie van de quarantaine ontslagen, en de 25e, des morgens, ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Batavia.
RC 210228
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, voor passagiers:
Het Nederlands gebouwde eiken gekoperde fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, gevoerd door kapt. Aamrik Schaap, hebbende uitmuntende inrichtingen, om in het midden der maand april te vertrekken. Adres bij de kapitein aan boord van het schip.
Op 7 maart 1828 werd door Den Haag voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. A. Schaap een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt.
JC 091028
Batavia, 6 oktober. Heden arriveerden alhier het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, met twee passagiers, de 14e juni vertrokken van Rotterdam, en de brik MERCATOR, kapt. P. Landberg, de 24e mei vertrokken van Antwerpen.
1829
RC 240329
Rotterdam, 23 maart. De 22e dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A. Schaap, van Batavia; HET VERTROUWEN, kapt. B.J. Bakker, van Bordeaux; NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. van der Meyden, van St. Ubes (zijnde na visitatie van de quarantaine ontslagen).
RC 240329
Amsterdam, 23 maart. Kapt. A. Schaap, commanderende het schip ROTTERDAMS WELVAREN, de 22e dezer te Hellevoetsluis gearriveerd van Batavia, heeft de 17e dito, op 49 gr. 30 min. noorderbreedte en 12 gr. westerlengte, in goede staat gepraaid kapt. H.B. Esink, voerende het schip MERCURIUS, van Demerary naar Middelburg gedestineerd.
In mei 1829 werd kapitein Schaap vervangen door kapt. A.M. Noorbeek. Daarom vroeg Van Hoboken een nieuwe zeebrief aan. Omdat de reis weer naar de Oost zou gaan werd ook een nieuwe Turkse Pas aangevraagd. Beide documenten werden op 7 mei 1829 verstrekt.
JC 201029
Den 16 oktober is te Batavia gearriveerd de brik JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, den 20 juni van Antwerpen vertrokken; den 17 oktober het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, met acht passagiers, den 9e juni van Rotterdam vertrokken.
1830
RC 130230
Rotterdam, 12 februari. Het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, is de 17e oktober wel ter rede van Batavia aangekomen van Rotterdam.
Het Nederlands fregatschip ABEL TASMAN, kapt. D.F. Baas, de 18e oktober l.l. van Batavia gezeild zijnde, is op de 1e dezer, op de hoogte van Egmond in goede staat gesproken door schipper B. Zwarteveld, van de Zwartewaalsche vissloep, welke aan hem een visserman als loods heeft overgegeven, alzo naar Texel zeilende, alles wel aan boord.
RC 290430
Rotterdam, 28 april. De 26e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, van Batavia.
Op 12 juli werd een nieuwe Turkse Pas afgegeven op naam van kapt. A.M. Noorbeek van de ROTTERDAMS WELVAREN.
JC 231230
Batavia, 20 december. Heden arriveerde alhier het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, met enige passagiers, de 8e augustus vertrokken van Rotterdam.
1831
Op 15 september werd een nieuwe aanvraag voor een zeebrief en Turkse Pas op naam van kapt. A.M. Noorbeek gehonoreerd.
RC 300731
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam, voor goederen en passagiers:
- Het Nederlands nieuw gekoperde fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, gevoerd door kapt. A.M. Noorbeek, om vóór het einde van de maand augustus te vertrekken.
Adres bij de heren Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen, ook bij de kapitein aan boord van het schip.
1832
JC 170332
Batavia, 15 maart. Te Batavia ter rede liggende schepen:
Zr.Ms. wachtschip ORESTES, de koopvaardijschepen ROTTERDAMS WELVAREN, VIER GEBROEDERS, NODAMOLIOSOER, JADUL KARIM, MERCURY, VROUW HELENA, SARAH, JAVA en KORTENAER, de brik CLEMENTINE, de schoener TRENGANO, de bark MARQUIS OF HASTINGS en zeven buitenlandse schepen.
JC 070432
Te Batavia ter rede liggende schepen:
Zr.Ms. wachtschip ORESTES, de koopvaardijschepen ROTTERDAMS WELVAREN, VIER GEBROEDERS, NODAMOLIOSOER, JADUL KARIM, MERCURY, VROUW HELENA, SARAH, JAVA en KORTENAER, de brik CLEMENTINE, de schoener TRENGANO, de bark MARQUIS OF HASTINGS en zeven buitenlandse schepen.
AH 020732
Texel, 29 juni. Binnengekomen: 11 mei. ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, den 17 december 1831 van St. George de Elmina gezeild, is met zijn detachement Europese troepen en Afrikaanse rekruten den 15 maart 1832 in goede welstand te Batavia gearriveerd.
AH 130832
- Ter rede van Batavia lagen d.d. 3 april Zr.Ms. wachtschip ORESTES, korvet AMPHITRITE, schoener PILADES, roeikanonneerboot No. 9,
schepen ROTTERDAMS WELVAREN, DE VIER GEBROEDERS, DE VROUW MARIA EN MERCURY, Engels schip BUSSORAH MERCHANT en brik DIADEM, Amerikaans oorlogsfregat POTOMAC, Franse brik LA LUCILE en bark LA ROSE, Portugees schip PROVIDENCIA.
RC 180832
Rotterdam, 17 augustus. Kapitein P. Kraay, den 23 april van Batavia naar Amsterdam vertrokken en den 15 dezer in Texel binnengekomen, rapporteert dat bij zijn vertrek van Batavia in het opzeilen was een Nederlandse brik, tonende de Rotterdamse seinvlag, waarvan hij echter het nummer niet kon onderscheiden; alsmede, dat vier of vijf dagen daarna van Batavia zouden vertrekken de schepen LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, kapt. J. Keyzer, en ROSALIE, kapt. J. van den Oever, beide naar Nederland; voorts dat hij de volgende schepen had gepraaid, als: den 14 juni in het omzeilen van de Kaap de Goede Hoop, het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, den 22 april van Batavia naar Rotterdam vertrokken, aan boord was alles wel; den 9 dezer, op de hoogte van Lezard, een Nederlands schip, tonende de Rotterdamse vlag met nummer 8, zijnde die van kapt. P. Vis, voerende het schip NEÊRLANDS KONING, van Rotterdam naar Batavia.
RC 260832
Rotterdam, 25 augustus. Den 27 dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, van Batavia; de wind Z.
AH 110932
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam voor passagiers en goederen.
- Het gekoperd fregatschip, DE VROUW MARIA (opm: rederij Van Hoboken), kapt. F. van den Bergh, om op den 20 september te zeilen.
- Het gekoperd fregatschip, ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noordbeek, om op den 20 oktober te zeilen. Adres bij de heren Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen en bij de kapiteins aan boord van de schepen.
Op 4 oktober 1832 werd opnieuw een Turkse Pas afgegeven voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. A.M. Noorbeek. De zeebrief was nog geldig.
1833
JC 120233
Batavia, 10 februari. De 8. dezer is alhier gearriveerd de bark WILLEM ERNST, Kapt. J.G. Veening, de 10 oktober vertrokken van Baltimore.
Gisteren is alhier gearriveerd het schip CONCORDIA, kapt. J.H. Backer, de 24 september vertrokken van Amsterdam.
Heden is alhier gearriveerd het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, met 12 passagiers en kinderen, de 23 oktober vertrokken van Rotterdam.
JC 020433
Ter rede van Soerabaija liggende schepen:
Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. brik DOURGA, Zr.Ms. schoeners ARGO, KAMELEON, JANUS, CALYPSO, ZWALUW, ZEEMEEUW, DOLPHIJN, POLLUX, DAPHNE en WINDHOND, Zr.Ms. kanonneerboten No.8, No.9, No.10 en No.15, en Zr.Ms. transportboot No.4,
en de koopvaardijschepen PETRUS, DRIE MARIA’S, ABEL TASMAN, WILLEM ERNST, HOLLAND, HOOP VAN ALBLASSERDAM, AURORA, JOHANNA ELIZABETH, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, DANKBAARHEID, ZEEMANS HOOP, OLIVIER VAN NOORD, VROUW MARIA, PRINCES MARIANNE, CHARLOTTA, MASTORA, en FATOOR RACHMAN, de brikken TEKSING, MARGARETTA, JAVA, MERCURIUS, PATRIOT en MARGARETTA ENGELTINA, de barken NEDERLANDER, MARQUIS OF HASTING, CONCORDIA, THEODORA, MARIE THERÈSE en REGRET, en de galjas KIM HOKHIM.
JC 030733
Ter rede van Soerabaija liggende schepen:
Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. schoeners KROKODIL, DAPHNE, POLLUX, WINDHOND, Zr.Ms. transportboot No.4, Zr.Ms. kanonneerboten No.8 en No.9,
en de koopvaardijschepen PETRUS, DRIE MARIA’S, VROUW MARIA, ABEL TASMAN, WILLEM ERNST, HOLLAND, JOHANNA ELISABET, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, ZEEMANS HOOP, OLIVIER VAN NOORD, ESPERANCE, FATAL JAWAD, SUSANNA, FATAL RACHMAN, de barken NEDERLANDER, CONCORDIA, SHEVA, de brikken TEKSING, MERCURIUS, TARTAR, WILHELMINA, JAVA, ALLEN, de schoeners CAROLINA, MASKOOT, SIRIUS, DOLPHIJN, MONKEY en drie buitenlandse schepen.
JC 021033
Ter rede van Soerabaija liggende schepen:
Zr.Ms. korvet ZWALUW, Zr.Ms. schoeners DAPHNE, POLLUX, WINDHOND, Zr.Ms. kanonneerboot No. 15, Zr.Ms. transportboot No. 4,
en de koopvaardijschepen PETRUS, VROUW MARIA, ABEL TASMAN, WILLEM ERNST, HOLLAND, JOHANNA ELIZABETH, DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ, ROTTERDAMS WELVAREN, ZEEMANS HOOP, OLIVIER VAN NOORD, MARY EN HILLEGONDA, AURORA, WALCHEREN, HOOP VAN ALBLASSERDAM, ATLAS, CAROLINA EN JACOBA en FATAL BARIE, de barken CONCORDIA, THETIS en SHEEVA, de brikken TEKSING, ALIE OESOER, MACHLAAR, PATRIOT en JAVA, de schoeners DIANA, IRIS en SWIFT, en een Amerikaans schip.
De lange wachttijd voordat lading beschikbaar kwam was het gevolg van te weinig product.
1834
DC 280134
Hellevoetsluis, 26 januari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, van Batavia.
RC 150234
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam:
Om de 8e maart te vertrekken, het Nederlands fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek.
Op 20 februari 1834 werd aan A. van Hoboken & Zonen een nieuwe zeebrief en Turkse Pas verstrekt voor de ROTTERDAMS WELVAREN onder kapt. A.M. Noorbeek.
Niet lang hierna werd door de rederij echter anders beslist. Kapt. Noorbeek zou het in 1830 gebouwde fregat VROUW MARIA, eveneens van Van Hoboken, krijgen.
De documenten werden teruggezonden en in plaats daarvan werden een nieuwe zeebrief + Turkse Pas aangevraagd voor kapt. F. Fokkens die op 1 maart werden afgegeven. De advertentie van 3 maart werd daarmee gelogenstraft.
AH 240234
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam om op de 8e maart te vertrekken, het Nederlands fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek.
AH 030334
Advertentie. Naar Batavia liggen in lading te Rotterdam. Om op de 8e maart te vertrekken, het Nederlandse fregatschip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek.
Om op de 1e april te vertrekken, het Nederlands fregatschip DE VROUW MARIA, kapt. F. van den Bergh.
DC 180334
Hellevoetsluis, 14 maart. Gisteren namiddag zeilden naar zee: ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, en ELIZA, kapt. C. Davey, beiden naar Batavia.
JC 230734
Batavia, 18 juli. Heden zijn alhier aangekomen het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, met een aantal passagiers, van Rotterdam vertrokken de 15e maart, en het schip JEANNETTE PHILIPPINE, kapt. C. Kink, met enige passagiers, van Amsterdam vertrokken de 18e oktober 1833 (opm: extreem lange reis)
1835
AH 210135
Scheepstijdingen. Batavia, 14 september. PETRUS, kapt. F.H. Trip, van Soerabaya. Soerabaya, 13 augustus. ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, van Batavia. Uitgezeild: Batavia, 18 september. ONDERNEMING, kapt. H. Eeltjes, naar Middelburg; ADRIANUS EN JACOBUS, kapt. J. Parlevliet, naar Rotterdam.
RC 260235
Rotterdam, 25 februari. Van Helvoetsluis wordt de 24e dezer gemeld, dat de schepen, de vorige dag binnengekomen, genaamd zijn ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Fokkens, van Batavia en EVELINA, kapt. J. de Gorter, van Amsterdam.
Op 24 maart 1835 was een nieuwe zeebrief vereist doordat kapt. Fokkens werd vervangen door kapt. F. Matthijsen. Omdat de reis weer naar Oost-Indië zou gaan was sowieso een nieuwe Turkse Pas nodig, die per dezelfde datum werd afgegeven.
RC 070435
Rotterdam, 6 april. De 5e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Matthijssen, naar Batavia.
RC 140435
Kapt. H. de Haas (opm: kof DOURO), van Livorno te Helvoetsluis binnengekomen, rapporteert, de 7e dezer gepraaid te hebben het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. Matthijssen, van Rotterdam naar Batavia, na drie dagen reis, het eiland Wight N.W. ten N. per kompas naar gissing 4½ mijlen; aan boord was alles wel.
JC 290735
Batavia, 27 juli. Gisteren zijn alhier aangekomen het Nederlands schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. Feike Matthijsen, met enige passagiers, de 5e april vertrokken van Rotterdam, en de dito bark de ONDERNEMING, kapt. H.K. Eeltjes, met een passagier, de 1e dito vertrokken van Middelburg. Heden is alhier gearriveerd het Nederlandse schip BATAVIER, kapt. P. Blair, met twee passagiers, de 18e maart vertrokken van Londen.
RC 311235
Rotterdam, 30 december. De 8e (opm: vermoedelijk september) is van Batavia gezeild het schip ROTTERDAMS WELVAREN naar Rotterdam; de 9e en 10e de schepen AZIA naar Middelburg, HOLLAND en DE HOOP VAN ALBLASSERDAM naar Soerabaya.
1836
RC 050136
Rotterdam, 4 januari. Gepraaid, op 5º NB 22º28’ WL, de Nederlandse schepen WILLEM DE EERSTE, kapt. H. Blatt, de 21e november van Amsterdam naar Batavia en de 23e november, op 7º37’ NB 22º21’ WL, ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Mathijsen, van Batavia naar Rotterdam; aan beider boord was alles wel.
DC 120136
Hellevoetsluis, 8 januari. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: ANJER, kapt. J.C. Jansen, van Batavia, VRIESLAND, kapt. T.W. Stuit, van Marseille; JOHANNA GEERTRUIDA, kapt. P. Pijbus, van Liverpool; ROTTERDAM PACKET, kapt. J. Henderson, van Newcastle. Volgens rapport zijn voor de wal met loodsen aan boord de schepen NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, en ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Mathijsen, beiden van Batavia.
Den 9 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: HOOP, kapt. D. Grigt, van Liverpool; ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. F. Mathijsen en NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, beiden van Batavia, laatstgemelde ligt bij de Goeree ten anker; en zeilden naar zee:
Na lossing in Rotterdam werd de ROTTERDAMS WELVAREN verkocht voor de sloop en werden zeebrief en Turkse Pas conform instructie naar Den Haag teruggezonden. Den Haag zette dit fregat op de jaarlijkse lijst met afgevoerde schepen welke naar de Koning ging, waardoor Marhisdata de zekerheid kreeg dat het schip in 1836 was gesloopt.
Kapt. Matthijsen vond in juni emplooi op de ANTHONY, eveneens van rederij A. van Hoboken.