Familiegegevens en opleiding
Geert Plukker werd geboren op 05 november 1837 te Nieuwe Pekela als zoon van de schipper Klaas Plukker en Heiltje Jans Prijee.
Geert trouwde op 30 januari 1873 te Nieuwe Pekela als zeeman met Geertje Korter, geboren 18 april 1836 te Harlingen als dochter van Geert Jans Korter en Wietske Kiers Hagedoorn. Geertje overleed te Nieuwe Pekela op 28 maart 1898, 61 jaar, weduwe.
Provinciale Groninger Courant 11 november 1896
Amsterdam, 9 november. Volgens alhier ontvangen particulier telegram is het Nederlandse schip (opm: bark) CAPELLA, kapt. G. Plukker, op reis van Rotterdam naar Riga, bij Domesnaes (opm: Kolkasrags, Letland) gestrand (opm: op 15 oktober) en wrak geworden. Een gedeelte der bemanning is gered en te Riga geland, de kapitein en een matroos zijn verdronken.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelde Geert Plukker als zeeman in 1873 en als schipper/scheepsgezagvoerder in 1879, 1881.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Plukker was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 102 in de periode 1880 t/m 1896.
G.Plukker was eeffectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela, met vlagnummer 20 in de periode 1877 t/m 1896.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.Plukker als gezagvoerder gedurende:
* 1877 van de schoenerbrik “Neutraal”, gebouwd in 1872, bouwplaats niet vermeld, 139 ton o.m., varend voor G.H.Stratingh te Pekela;
* 1878 t/m 1886 van de 2-mastschoener “Quintus” ex Hooite Wicher, gebouwd in 1860 te Nieuwendam, 171 ton o.m., varend voor F.W. v/d Elst & Co te Schiedam;
* 1887 t/m 1890 van de 2-mastschoener “Gezusters”, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 213 ton o.m., varend voor J.A. de Groot te Pekela;
* 1891 t/m 1892 van hetzelfde schip maar nu varend voor A. de Groot te Pekela. In 1892 werd het schip verkocht naar Elseneur;
* 1893 t/m 1896 van de bark “Capella” ex Frau Sophie, gebouwd in 1858 te Bremerhaven, 501 ton o.m., varend voor B.B.Drenth te Pekela. Het schip is bij Domesnaes gestrand en wrak geraakt.
In de ledenlijsten van het college “Voorzorg” in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart worden in de periode 1881 t/m 1920 ook de schepen van de leden vermeld. Ten aan zien van G.Plukker met vlagnummer 20 is dat de “Quinus” in de periode 1881 t/m 1886, de “Twee Zusters” in de periode 1887 t/m 1892 en de “Capella” in de periode 1893 t/m 1897.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
27 januari 1852, kof “Frouwina Elisabeth”, kapitein Meilof Jans de Jonge uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 3 matrozen en een scheepsjongen Geert Klaassen Plukker, 15 jaar uit Nieuwe Pekela.
07 maart 1853, kof “Frouwina Elisabeth”, kapitein Meilof J. de Jonge, 63 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een scheepsjongen 16 jaar uit Nieuwee Pekela.
02 februari 1854, schoener “Frouwina Elisabeth”, kapitein meilof Jans de Jonge, 64 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen waaronder Geert Klaassen Plukker, 17 jaar uit Nieuwe Pekela en een scheepsjongen.
25 februari 1858, schip “Hinderika”, kapitein Freerk H.Plukker. Voorts stuurman, matroos, 2 lichtmatrozen waaronder Geert Plukker, en een kajuitwachter.
11 juni 1858, schoenerkof “Aurora”, kapitein Jan Kappen Brouwer, 48 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Plukker, 20 jaar uit Nieuwe Pekela, kok, 2 matrozen, lichtmatroos en een kajuitwachter;
07 oktober 1869, kof “Annechiena Elzina”, kapitein Hendrik Kl. Plukker, 34 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorst stuurman Geert Kl. Plukker, 31 jaar uit Nieuwe Pekela, matroos en een lichtmatroos.
05 maart 1870, kof “Albertine”, kapitein Pieter P.Schuur. Voorts stuurman Geert Plukker, kok, en 2 lichtmatrozen.
07 april 1874, kof “Willemina”, kapitein Harm Gerrits de Jonge, 47 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Geert Plukker, 36 jaar uit Nieuwe Pekela en een kok.
21 maart 1888, schoenerbrik “Gezusters”, kapitein G.Plukker, 50 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen.
30 juni 1889, schoener “Gezusters”, kapitein Geert Plukker, 45 jaar (zal een verschrijving zijn) uit Oude Pekela. Voorts kok en een matroos;
15 augustus 1889, schoener “Gezusters”, kapitein Geert Plukker, 51 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts kok en 3 matrozen;
11 oktober 1889, schoener “Gezusters”, kapitein Geert Plukker, 51 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Pieter Kleve, 41 jaar uit Veendam, kok, 3 matrozen en een dekjongen;
17 februari 1890, schoenerbrik “Gezusters”, kapitein Geert Kl. Plukker, 52 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, matroos/bootsman, matroos en een lichtmatroos.
04 maart 1891, schoener “Gezusters”, kapitein G.Plukker, 53 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, matroos/zeilmaker, matroos en een lichtmatroos.
29 maart 1892, bark “Capella”, kapitein Geert Plukker, 54 jaar uit Nieuwee Pekela. Voorts een stuurman en een kajuitwachter.
In 15 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt gesproken van Geert en Geert K./Klaassen Plukker.
Het overzicht luidt:
1852-1853 scheepsjongen op de “Frouwina Elisabeth” onder Meilof J. de Jonge 15-16 jaar
1854 lichtmatroos op de “Frouwina Elisabeth” onder Meilof J. de Jonge 17 jaar
1858 lichtmatroos op de “Hinderika” onder Freerk H.Plukker geen leeftijd
1869 stuurman op de kof “Annechiena Elzina” onder Jan Kappen Brouwer 31 jaar
1870 stuurman op de kof “Albertine” onder Pieter P.Schuur geen leeftijd
1874 stuurman op de kof Willemina” onder Harm Gerrits de Jonge 36 jaar
1888-1891 schipper op de schoener “Gezusters” 50-53 jaar
1892 schipper op de bark “Capella” 54 jaar
Overige bijzonderheden
Mulder085 vermeldt:
“09.11.1896 Volgens ontvangen telegram is het Nederlandse schip “Capella”, kapt. G.Plukker, tijdens een reis van Rotterdam naar Riga bij Domesnaes gestrand en wrak geworden. De kapitein en een matroos zijn verdronken.”
Provinciale Groninger Courant 11 augustus 1893114
Londen, 7 augustus. Het Nederlandse brikschip CAPELLA, kapt. G. Plukker, van Riga naar Bremen bestemd, is bij Kastrup gestrand doch met assistentie weder vlot gekomen. Er was geen akkoord gemaakt. Het schip is door duikers nagezien en onbeschadigd bevonden.
Provinciale Groninger Courant 26 september 1893114
Londen, 23 september. Het barkschip CAPELLA, kapt. G. Plukker, van Bremen naar Kroonstad, is op de Weser aan de grond geraakt en verlangt assistentie.
Provinciale Groninger Courant 28 september 1893 114
Bremerhaven 25 september. Het schip CAPELLA, kapitein G. Plukker is lek en moet lossen.
Provinciale Groninger Courant 29 september 1893114
Bremerhaven, 26 september. Het barkschip CAPELLA, kapt. G. Plukker, dat in de afgelopen nacht in de Kaisershaven werd gebracht, is vermoedelijk niet zo zwaar beschadigd als men denkt. Terwijl maandag l.l. nog 76 duim water in het schip stond, had men dit heden morgen met de hand- en windmolenpomp lens gepompt. Het barkschip zal heden worden onderzocht.
Provinciale Groninger Courant 30 september 1893114
Bremerhaven, 26 september. Het schip CAPELLA, kapt. G. Plukker, dat gisteren nog 56 duim water in had, is heden lens gepompt en zal worden nagezien.
NRC 12 december 1893114
Elseneur, 11 december. Het Nederlandse barkschip CAPELLA, kapt. Plukker, van Wyborg naar Gent, met een lading hout, liep hier binnen met verlies van ankers en kettingen en een gebroken spil.
Familiegegevens en opleiding
Pieter Jans Gust werd geboren te Groningen op 11 september 1813 als zoon van Janus Gust en Henderika Pieters Tulp.
Hij trouwde met Tijtien Jacobs Westerbaan, geboren te Groningen op 26 maart 1813 als dochter van Jacob Nicolaus Westerbaan en Aaffien Berends Hamsing. Zij overleed te Nieuw Buinen gem. Borger op 16 maart 1888, 74 jaar.
Pieter Jans overleed te Nieuw Buinen gem.Borger op 31augustus 1890.drenlias
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.J.Gust (adres F.der Kinderen) werd met nr.610 lid van Zeemanshoop per 07 september 1841 op voorspraak van F.A.Lammerts. Zijn schip was "De Hoop"002. Ten tijde van de inschrijving waren Gust en zijn vrouw 27 resp. 28 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van 31 augustus/07 september 1841 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Peter Jans Gust, oud 27 jaar, voerend de schoonerkof “De Hoop”, wonend in Dordrecht, met als adres F.der Kinderen te Amsterdam, op voordracht van kapitein F.A.Lammerts.023.
P.J.Gust werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1843003
P.J.Gust was met vlagnummer 48 in de periode 28 februari 1840 t/m 1846/47 en met vlagnummer D38 in de periode 1849 t/m 1852 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”111.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1846 doet F.Westerbaan, de huisvrouw van kapitein P.J.Gust, een verzoek om een uitkering wegens krankzinnigheid van haar man. In de vergadering dd 29 december 1846 wordt deze haar toegekend voor 12 maanden met ingang van 01 februari 1847. Idem voor 12 maanden per 30 december 1847. Idem voor 12 maanden in de vergadering van 27 december 1849. In de veragdering dd 30 december 1851 wordt de uitkering gecontinueerd. Idem per 30 december 1852. Idem per 08 december 1853. Idem per 25 januari 1855. Idem per 27 december 1855. Idem per 13 januari 1857. Dit verzoek wordt herhaald per 26 november 1857. Het Bestuur draagt de secretaris op bij prof la Faille te informeren naar de middelen van kapitein Gust.042.
In de Bestuursvergadering dd 03 juni 1858 wordt op grond van een “declaratoir van Dr.Baart de la Faille” een continuering van onderstand toegestaan In de vergadering dd 24 januari 1859 volgt een verlenging met 3 maanden. In de vergadering dd 31 maart 1859 wordt de ondersteuning verlengd met 12 maanden.. In de notulen dd vraagt de echtgenote van P.J.Gust, geb. Westerbaan een continuering van de uitkering, die voor 12 maanden wordt toegekend. In de vergadering dd 25 april 1861 vraagt zij weer om een verlenging voor haar man, maar deze wordt afgewezen. In de vergadering dd 06 juni 1861 wordt om herziening van het besluit gevraagd. In de vergadering dd 27 juni 1861 wordt hem met ingang van 01 april 1861 een verlenging van 12 maanden toegekend. Idem per 24 april 1862. Idem per 30 april 1863. Idem per 28 april 1864. Op 11 mei 1865 wordt de uitkering verlengd tot 01 mei 1866. Op 03 mei 1866 een verlenging tot mei 1867. Op 02 mei 1867 verlenging tot 01 mei 1868. Op 30 april 1868 verlenging tot 01 mei 1869. Op 29 april verlenging tot 01 mei 1870. Op 28 april 1870 verlenging tot 01 mei 1871. Op 04 mei 1871 verlenging tot 01 mei 1872. Op 25 april 1872 een verlenging tot 01 mei 1873. Op 24 april 1873 verlenging tot 01 mei 1874. Op 07 mei 1874 een verlenging tot 01 mei 1875. Op 13 april 1875 een verlenging tot 01 mei 1876. Op 27 april 1876 verlenging tot 01 mei 1877. Op 25 april 1878 verlenging tot 01 mei 1879. Op 24 april 1879 verlenging tot 01 mei 1880. Op 29 april 1880 verlenging tot 01 mei 1881. Op 28 april 1881 verlenging tot 01 mei 1882. Op 27 april 1882 verlenging tot 01 mei 1883. Op 26 april 1883 verlenging tot 01 mei 1884. Op 24 april 1884 verlenging tot 01 mei 1885. Op 30 april 1885 verlenging tot 01 1886. Op 24 april 1886 verlenging tot 01 mei 1887. Op 03 mei 1888 verlenging tot 01 mei 1889. Op 02 mei 1889 verlenging tot 1890. Op 01 mei 1890 verlenging tot 01 mei 1891. 042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 02 oktober 1890 informeert notaris E.J.Corney de Groot te Borger of de erfgenamen van wijlen P.J.Gust mog iets te vorderen hebben van het College.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 27 april 1882 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) bevindt zich een een geneeskundige verklaring dd 15 maart 1882 “dat P.Gust wegens zwakke geestvermogens niet in staat is zijn brood te verdienen.”042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 24 april 1884 is een brief dd 29 maart 1884 uit Buinerveen van T.Gust geb. Westerbaan voor haar man P.J.Gust, met een bijgevoegde geneeskundige verklaring die spreekt van “ziekte van geestvermogens.”
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 12 januari 1847 staat de aanvrage van de huisvrouw van kapitein P.J.Gust “om uitkeering voor dezelve uit hoofde van krankzinnigheid”. Deze werd toegekend per 01 februari 1847. In die van 09 januari 1849 is de uitkering voor nog eens 12 maanden verlengd daar “die zich nog altijd in dezelfden toestand bevindt.”. Wederom continuering voor 12 maanden van de uitkering op verzoek van zijn vrouw. Idem in de notulen van 14 januari 1851. Idem in de notulen van 06 januari 1852 “mits overleggende bewijs van voortdurende ongesteldheid.”. Idem in de notulen van 18 januari 1853 op verzoek van zijn vrouw T.Gust geb. Westerbaan. Idem voor 12 maanden op 20 december 1853. Idem voor 12 maanden op 06 februari 1855. Idem voor 12 maanden op 29 januari1 1856. Idem voor 12 maanden op 03 februari 1857. Idem voor 12 maanden op 15 juni 1858, op voorspraak van F. der Kinderen & Zn. Idem voor 12 maanden op 26 april 1859. Idem per 29 mei 1860 op verzoek van T.Gust geb. Westerbaan.. Idem per 30 april 1861. Idem per 20 mei 1862. Idem per 26 mei 1863 Op 30 mei 1865 continuering tot 01 mei 1866. Idem voor 12 maanden per 21 mei 1867. Idem tot 01 mei 1869 op 12 mei 1868 door T.Gust-Westerbaan voor haar man P.J.Gust. Op 11 mei 1869 verlenging met 12 maanden. Idem per 24 mei 1870. Idem per 21 mei 1872. Idem per 13 mei 1873. Idem per 26 mei 1874. Idem per 18 mei 1875. Idem per 09 mei 1876 Idem per 07 mei 1878. Idem per 18 mei 1880. Idem per 10 mei 1881. Idem per 16 mei 1882. Idem per 15 mei 1883. Idem per 20 mei 1884. Idem per 19 mei 1885. Idem per 18 mei 1886 (aangevraagd door T.Gust geb. Westerbaan). Idem per 10 mei 1887. Idem per 22 mei 1888. Idem per 18 juni 1889. Idem per 05 juni 1890. 023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 november 1890 staat een: “Brief van E.S.Cornets de Groot, Notaris te Borger, verzoekende bericht of de erfgenamen van P.J.Gust nog iets van Zeemanshoop te vorderen hebben. Door de Secretaris beantwoord.” 023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd juni 1840 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein Gust.064b
In de notulen dd 03 december 1847 van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat een verzoek “namens de weduwe van kapt. Gust uit hoofde laatstgemelde van eene zinnelooze toestand verkeert, verzoekt hem gedurende zijn ongeluk van de jaarlijkse contributie te libereren…” Het Bestuur gaat acoord.064a.
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat P.J.Gust als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1846 kof “de Hoop” boekhouder G. van Hoogstraten & Zn te Dordrecht
* 1850; 1852 geen vermelding van een schip
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
601 1841-1845 kof De Hoop geen opgave
1846-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
259 1854-1889 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt P.J.Gust als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1848 van de kof “de Hoop”, gebouwd in 1826 te Dordrecht, 217 ton o.m., varend voor G.van Hoogstraten & Zn te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Geen