Familiegegevens en opleiding
Berend Jakob werd geboren op 15 september 1845 te Veendam als zoon van de zeeman, later schipper Abraham Daniels de Jonge en Zwaantje Luitjes Schuur.
Berend trouwde op 13 januari 1876 te Veendam als schipper met Jezelina Flik, geboren op 25 september 1852 te Veendam als dochter van de schipper Jacob Derks Flik en Meike Roelfs Legger. Jezelina overleed op 04 februari 1933 te Groningen, 80 jaar, weduwe.
Berend Jakob overleed op 21 februari 1922 te Groningen, 76 jaar, zonder beroep.
De Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen vermeldt Berend Jakob/Jacob als schipper in 1876, 1879, als zeeman in 1881, als logementhouder in 1885 en zonder beroep in 1904, 1908, 1922,
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
B.A. de Jonge was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer 70 in de periode 1881 t/m 1906.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt B.A.de Jonge als gezagvoerder gedurende:
* 1874 t/m 1876 van de schoenerbrik “Presto”, gebouwd in 1873 te Veendam, 184 ton o.m., varend voor K.& J.Wilkens te Veendam. Het schip is in 1876 op de baar van Aracaju verongelukt;
* 1878 t/m 1884 van de schoenerbrik “Alberta”, gebouwd in 1867 te Veendam, 200 ton o.m., rederij niet vermeld. Het schip werd in 1884 verlaten te Rio de Janeiro binnengebracht en verkocht.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt geen relebante gegevens
Overige bijzonderheden
In het boek Wilco van Koldam, Harm van der Veen en Jan Nico Wilkens. “Veenkoloniale Zeevaart”., Schuur Veendam BV te Veendam. 296 pp. 1979 staat een verhandeling over onderlinge verzekeringen, zg compacten. (p.115). In dit verband wordt gerefereerd aan de scheepsramp van kapitein B. de Jonge met de “Albertha”. In een brief dd 06 augustus 1884 vraagt het Ministerie van Waterstaat inlichtingen aan de gemeente Veendam omtrent deze gebeurtenis. Voorts wordt gerefereerd aan correspondentie tussen kapitein de Jong en zijn rederij: “In de laatste brief van kapitein B. de Jonge aan zijn reders K.& J.Wilkens vanuit Zuid-Amerika, gedateerd 9 maart 1884, schreef hij, dat het hem gelukt was zijn schip in de eerste klas Veritas te classificeren. ‘Dit heeft mij nogal moeite en daarbij nogal geld gekost, daar er nogal wat aan de Albertha te doen was, dus geachte Patroons,vertrouw ik Ued verzekering voor de Albertha genomen hebt, zoals Ued het beste is voorgekomen, tevens zou ik niet onnodig oordelen om een paar duizend gulden vracht te laten verzekeren.”.