1969-02-11: |
De Tijd 11-02-1969: Giftige stof in Waterweg. Van onze verslaggever Rotterdam, 11 febr. — In de 3e Petroleumhaven is vanmorgen in alle vroegte de Nederlandse kustvaarttanker Dutch Spirit (500 ton), zwaar gehavend afgemeerd, nadat het schip bij een aanvaring schade opliep aan stuurboord. Een aantal tanken met lading sloeg daarbij lek, waardoor zo'n 300 m³ fenol en latex in het water van de Waterweg belandde. Giftige stoffen weliswaar, maar niet brandbaar, terwijl zij zich zeer snel in water oplossen. Enig gevaar was dan ook niet te duchten. De Dutch Spirit, die na de aanvaring zware slagzij maakte, is met hulp van een sleepboot naar de Petroleumhaven gegaan, waar het schip gelost werd, alvorens het gerepareerd kon worden. Het andere bij de aanvaring betrokken schip, de Franse Francois L.D. (16.500 ton), was geladen met graan en kon pp eigen kracht naar zijn bestemming, de G.E.M. in de Botlek, varen om daar de lading graan te lossen. De schade aan dit schip is veel geringer. Het scheepvaartverkeer op de Waterweg ondervond geen hinder. De aanvaring gebeurde ter hoogte van de Berghaven in Hoek van Holland, tijdens zware sneeuwstorm bij beperkt richt. De Dutch Spirit was vanuit Rotterdam op weg naar zee; de Francois L.D. kwam binnenvaren. Voor de bemanningen van beide schepen heeft geen gevaar bestaan.
Trouw 12-02-1969: Giftige stof na aanvaring in Nieuwe Waterweg. Rotterdam — Een hoeveelheid fenol, een giftige, sterk ruikende vloeistof, is gisternacht uit de Nederlandse kustvaarttanker Dutch Spirit de Nieuwe Waterweg ingestroomd. Dit gebeurde nadat de Dutch Spirit ter hoogte van Hoek van Holland in aanvaring was gekomen met de Franse tanker Francois L. D. Hierbij raakte een aan tal tanks van het Nederlandse schip lek.
Volgens de politie heeft de fenol geen gevaar veroorzaakt, omdat deze blaar trekkende vloeistof vrij snel in het water oplost. De ebstroom heeft gisternacht het gif naar zee gedreven. De aanvaring tussen de twee tank schepen gebeurde tijdens een dichte sneeuwjacht. De Dutch Spirit, die op weg was naar zee, is zwaar slagzij makend door sleepboten naar de 3e Petroleumhaven gesleept. De Francois L.D., die weinig schade had opgelopen, is op eigen kracht door-gevaren naar zijn bestemming in de Botlek.
Het Vrije Volk 14-03-1969: Honderden tonnen fenol verloren. Lekkende tanker tweemaal voorbij ,Waterleiding' (Van een onzer verslaggevers) Een tankschip dat na een aanvaring op de Nieuwe Waterweg een grote hoeveelheid fenol verloor is van de rivier, naar de Derde Petroleumhaven in de Botlek gesleept, waar het slechts gedeeltelijk kon worden gelost, vandaar naar een werf in Slikkerveer gebracht, waar zich vissterfte voordeed, en vervolgens, onverrichterzake, omdat het schip alleen kon worden gerepareerd als het grondig was- schoonkgemaakt naar Tanker Cleaning Schiedam versleept. Met zijn beschadigingen en met nog altijd een hoeveelheid fenol in de ruimen passeerde de tanker tweemaal het punt, waar de Rotterdamse Drinkwaterleiding water tapt uit de rivier. Toch is de drinkwatervoorziening in geen enkel opzicht in gevaar geweest, zegt de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, de heer M. J. Keyzer, op vragen van het Tweede Kamerlid ir. H. van Rossum (st.g.) De tanker in kwestie was de Dutch Spirit, die op 11 februar op de Nieuwe Waterweg, in botsing kwam met een Frans tankvaartuig. Het Nederlandse schip werd naar de Derde Petroleumhaven gebracht waar een onderzoek aan het licht bracht dat het 338 metrieke ton fenol, had verloren. Er stond op dat moment een ebstroom en ernstige verontreiniging van de rivier werd daarom niet gevreesd. Niet alle overgebleven fenol, kon echter worden geborgen. Daarvoor zou de Dutch Spirit moeten worden drooggezet. Dat zou gebeuren op de werf in Slikkerveer. Daar bleek dat ook de dubbele bodem van de tanker ernstige beschadigingen opgelopen had. Een reparatie.was pas mogelijk als het grondig was schoongemaakt. De Dutch Spirit ging daarop weer terug naar Schiedam. Naar het oordeel van de staatssecretaris is in Rotterdam alles gedaan om de verontreiniging van het rivierwater tot het uiterste te perken. De drinkwaterleiding nam korte tijd geen water in uit de rivier, zo deelt hij mede., Zij ging daartoe pas weer over nadat het een onderzoek had ingesteld naar de kwaliteit van het rivierwater.
Het Vrije Volk 22-10-1969: Kapitein Dutch Spirit gestraft. Amsterdam (ANP) De Raad voor de Scheepvaart heeft de 35-jarige kapitein J. D. uit Ridderkerk gestraft door hem de bevoegdheid om als kapitein op zeeschepen te varen voor de tijd van vier maanden te ontnemen. Volgens de raad heeft hij schuld aan de aanvaring van het. motorschip „Dutch Spirit" met de Franse bulkcarrier „Francois L.D." op de Nieuwe Waterweg op 11 februari van dit jaar. De Dutch Spirit kon met aanzienlijke schade op eigen kracht naar Rotterdam terugkeren. De Franse bulkcarrier liep vermoedelijk enige schrammen op. De Dutch Spirit was geladen met 762 ton fenol, een gevaarlijke stof.'
Volgens de raad is de oorzaak van de aanvaring, dat de Dutch Spirit tijdens een dichte sneeuwbui, waardoor het zicht sterk verminderde, plotseling een zodanige koersverandering naar bakboord maakte, dat zij het vaarwater overstak en daarbij aan de voor haar geldende bakboordzijde terecht kwam. Toen het schip, daarna, zonder goede oriëntatie, wederom 'dé stuurboordzijde van het vaarwater opzocht en zodoende weer het vaarwater overstak, volgde de aanvaring. De raad is van oordeel dat de kapitein van de Dutch Spirit in zijn beleid tekort is geschoten. Tegen de instructies van de maatschappij in heeft hij op een nauw vaarwater tijdens slecht zicht automatisch laten sturen en geen duidelijke aanwijzingen gegeven wie de stuurinrichting moest bedienen om de orders van hem of de aanwijzingen van de loods uit te voeren. „Deze aanvaring leert dat op een nauw vaarwater, vooral ook tijdens slecht zicht, niet met de automatische stuurinrichting, moet worden gevaren, maar het schip uitsluitend dient te worden, bestuurd door een goede en ervaren roerganger," aldus de raad. |