1952-10-19: |
Motorschade opgelopen en drijvend 30 mijl NW Smith Knoll,50 mijl NW Waterweg ,120 mijl van Terschelling.
Het Vrije Volk 21-10-1952: Coaster Eems vraagt hulp. De Nederlandse kustvaarder „Eems” uit Delfzijl heeft op ongeveer 50 km ten westen van Hoek van Holland om hulp van sleepboten gevraagd. Het schip heeft schade aan de motor. Sleepboten van Terschelling Hoek van Holland en Vlissingen zijn uitgevaren om hulp te bieden. De Eems is vanmorgen om bij halftien vastgemaakt door de sleepboot „Holland". Het transport zet koers naar de Waterweg. Pogingen om het schip vannacht nog vast te maken mislukten. Tweemaal brak de ankerketting door de onstuimige zee. De „Eems" wordt thans naar de machinefabriek Kreber in Vlaardingen gesleept. De Holland van Doeksen op Terschelling kon aanvankelijk niet van het eiland wegkomen door de lage waterstand en moest door een andere sleenboot uit de haven getrokken worden.
Leeuwarder courant 22-10-1952: Er werd sleepboothulp gevraagd..... Spannende race op Noordzee tijdens België-Nederland. (Van een onzer eilander-correspondenten) De interland voetbalwedstrijd België—Nederland in het Antwerp stadion te Deurne was Zondagmiddag nog maar nauwelijkt begonnen of midden op een woelige Noordzee werd het startsein gegeven van een minstens zo interessante en enerverende krachtmeting Even na drie uur namelijk, meldde de Groninger kustvaarder “Eems” radiotelefonisch aan zijn reder, dat hij op 52 graden. . .. Noorderbreedte en 2 graden 48 minuten Oosterlengte met machineschade te kampen had gekregen en niet meer kon manoeuvreren. Sleepboothulp was noodzakelijk. Dit radiogesprek (dat natuurlijk werd afgeluisterd..) was tevens het startschot van een opwindende sportiefzakelijke handicaprace tussen enkele van onze bekendste, nationale zeeslepers. Een handicaprace, want uit de opgegeven positie van de assistentie behoevende coaster was met één oogopslag op te maken dat de sleepboot „Schelde" van L. Smit & Co's Internationale Sleepdienst, die te Hoek van Holland lag, wat de afstand betrof, in vrij wat gunstiger omstandigheden verkeerde dan de “Holland I" van Rederij Doeksen op Terschelling. Een handicaprace tenslotte, waarin — hoewel in de eerste fase van dat juist zeer belangrijk was — nog iets meer doorslaggevend zou ziin dan alleen snelheid. Dit „iets meer " zou men de finishing touch kunnen noemen van de stijl, waarin doorgaans een nautisch „nummer" wordt gebracht. De kapitein van de „Eems" had nog maar amper in zijn gesprek met reder Wagenborg de eerste woorden gesproken, of als bij toverslag werd plotseling de atmosfeer op de luisterposten der bergingsmaatschappijen nog sterker electrisch geladen, dan uiteraard dat gwoonlijk reeds het geval is. Kilowatts electrisch vermogen werden de aether ingeslingerd. De „Holland I" bood zijn diensten al aan, maar ook de „Schelde" bleef niet ten achter. Wij lopen 17 mijl per uur, imponeerde de „spark" van de „Holland I" Wij zijn met vijf uren bij u, repliceerde de telefonist van de „Schelde". Na dat eerste spiegelgevecht van aanbiedingen en contracten, gaf de reder van de „Eems" zijn kapitein het nuchtere advies om diè sleephulp te accepteren, welke het eerste ter plaatse zou zijn. Op basis van Lloyds open form. En daarmee was dan dus definitief de strijd ontbrand. Een strijd tussen — in eerste instantie — de „Schelde", welke ziin eigen positie meehad, en de „Holland I", die een uiterst snelle loper is. Maar L. Smit en Co. zou nog een ander troefje op de golven leggen. Over het verloop van de strijd gedurende de eerste uren is niet veel bijzonders te vermelden. Alleen dan, dat er in die eerste helft op de brug van zowel de „Schelde" als de Holland I" gerekend en gemeten werd. Dat er in de machinekamers alles op haren en snaren heeft gestaan en dat er in de radiohutten gepeild en geluisterd werd. Er werd maar weinig in de mike gesproken en met de sleutel gewerkt. Af en toe een geheim contact in cijfer-code tussen sleepboot en basishaven. Rivalen luisteren mee Als de scheepszender standby staat, kan de concurrent ook ziin mededinger in de peiling nemen. Dat risico kan tot het minimum teruggebracht worden door niet meer dan noodzakelijk „in de lucht" te zijn. Toen, in de loop, van de avond, bleek dat L. Smit & Co. een tweede sleper naar de Groninger kustvaarder had gedirigeerd. De „Zuidzee"! De “Holland I" had er dus een concurrent bij gekregen, en de „Schelde" een partner. Ongeveer tussen tien en elf uur waren de drie slepers ter hoogte van de opgegeven positie van de „Eems" aangekomen. De spanning aan boord van sleepboten en coaster steeg met het verstrijken der minuten. Wie zou het eerste te pakken krijgen? Doeksen had één kans tegen Smit twee. Tengevolge van de behoorlijke zee, die er liep, was het een uiterst moeilijke opgave het scheepje in het vizier te krijgen.
Van de kapitein van de “Eems” werd bijna het onmogelijke gevraagd. Onophoudelijk stond hij voor de microfoon van zijn scheepszender te spreken, teneinde de slepers gelegenheid te geven hun koers zo goed mogelijk te corrigeren. Uit die peilingen bleek, dat de drie sleepboten zich geruime tijd in de omgeving van de “Eems" bevonden. We zullen een vuurpijl afschieten, meldde de „Schelde". U vliegt door de peiling, kapitein, riep de „Holland I". Het kan zijn dat wij u zien, gaf de „Zuidzee" door. Maar de mannen aan boord van de “Eems" zagen niets. De stuurman knipperde met zijn morselamp en de kapitein riep tot in den treure over zijn radio Hallo Schelde, hallo Holland, hallo Zuidzee, halle sleepboten. Hier de Eems, de Eems. Ondertussen was het reeds 's nachts half twee geworden. Toen stelde de kapitein van de „Eems" de telegrafisten voor het maar eens op een andere golflengte te proberen. Misschien dat het daar beter zou gelukken En het zou gelukken. Om en nabij twee uur hoorden ze voor de zoveelste maal de stem van de coasterkapitein uit de luidspreker. Maar nu opgewekter. Hallo sleepboten, we hebben er ééntje te pakken Wij zien een schip, dat kennelijk naar ons zoekt. Welke sleper is dat? Tot drie maal moest hij de boodschap herhalen Geen antwoord. Enkele ademloze minuten. Dan knetterde de stem van 'n mareonist in de stuurhut van de „Eems". Hallo Eems, hallo Eems, het is de Holland, de Holland. En zo kreeg de "meester” van de „Eems" toch gelijk. Want in loop van de avond had hij al tegen zijn kapitein gezegd: de Holland zal het wel winnen. Will u ons nog even een telegrammetje sturen dat u ons aanneemt op Lloyds open form, kapitein?
Dat is okido Holland, dat is okido. Toen pas was de spanning voorbij en begon het werk... |