1961-06-24: |
Om 23.20 uur op 17 mijl ten zuidoosten van Portland Bill in aanvaring gekomen met het m.s. EVERTSEN. De bemanning van de 'Evertsen' ging aan boord van de FAVORIET. De 'Evertsen' zonk op 25 juni om 00.45 uur 12 mijl zuidoost van Shambles lichtschip.
Eemsbode 27 juni 1961. Kustvaarder 'Evertsen' gezonken in ’t Kanaal. Delfzijl: De praktisch nieuwe kustvaarder 'Evertsen' van de Rotterdamse reder J. Vermaas N.V. is zaterdagavond in het Kanaal gezonken. Het pas twee maanden varende schip was in de flank geramd door de Delfzijlse coaster 'Favoriet' (57-499) toen beide in een dichte mistbank zaten. Kapitein reder E.R. Engelsman uit Delfzijl liet de neus van zijn kustvaarder zo lang mogelijk in de 'Evertsen' steken waardoor de twaalf opvarenden van dit schip de kans kregen veilig over te stappen. Het scheepsdrama voltrok zich ter hoogte van Portland Bill ongeveer zeventien mijl uit de Engelse kust. De 'Favoriet' boorde zich in de 'Evertsen' ter hoogte van luik 2. Onder de twaalf opvarenden, die de schipbreuk met praktisch droge voeten overleefden, bevonden zich drie vrouwen. Kort nadat de 'Favoriet' achteruit sloeg en zich los maakte van de 'Evertsen', zonk deze coaster, zonder dat de bemanning iets van haar bezittingen kon redden. Het Rotterdamse schip was geladen met Engelse porseleinaarde en op weg naar de thuishaven. De 'Favoriet' kwam uit Aboe en is zondag Weymouth binnengelopen, om de opvarenden van de 'Evertsen' aan wal te zetten. De Delfzijlse coaster ligt in de baai afgemeerd voor onderzoek en reparatie, de voorsteven werd ernstig beschadigd bij de aanvaring.
Het Vrije Volk 18-10-1961: Kapitein Favoriet lange reeks van fouten verweten. (Van een onzer verslaggevers) Bij slechts zicht te hard (met volle kracht) gevaren, géén uitkijk op de bak noch op de brug gehad, niet regelmatig mistseinen gegeven, niet onmiddellijk de machine gestopt toen hij op korte afstand een tegenligger zag, ongemotiveerd stuurboordroer gegeven.....Dit was de reeks van fouten die de heer J. F. van Doorn, inspecteur van de scheepvaart, ten, laste legde aan kapitein E. R. E. uit Delfzijl, gezagvoerder-eigenaar van de kustvaarder Favoriet die op 24 Juni j.l. in het Kanaal in botsing kwam met de kustvaarder Evertsen. De inspecteur was van mening, dat de hoofdschuld van deze aanvaring op de schouders drukte van kapitein E. Hij vroeg de raad hem de bevoegdheid om als kapitein op zeeschepen te varen voor de duur van zes maanden te ontnemen. Kapitein M T. uit Sneek, gezagvoerder van de Evertsen ging volgens de inspecteur van de scheepvaart ook niet geheel vrijuit omdat hij geen uitkijk op de bak had gehad, die misschien eerder voor .het dreigende gevaar had kunnen waarschuwen. Voor het overige viel hem volgens de heer Van Doorn niets te verwijten. De inspecteur stelde voor hem te straffen met een berisping. De botsing eiste indertijd geen slachtoffers, hoewel op volle kracht varende de boeg van de Favoriet zich even voor de brug bijna haaks in de Evertsen boorde en erin bleef zitten. Dit laatste was waarschijnlijk de redding van de opvarenden van de Evertsen. Zij konden met touwladders op de Favoriet overklimmen. Toen de Delfzijlse kustvaarder zich daarna van de Evertsen losmaakte, zonk dit pas enkele weken oude schip binnen enkele minuten. De raadsman van kapitein E., mr. G. D. Wicart, drong er bij de raad op aan de schuld niet alleen op zijn cliënt te leggen. Volgens hem had de Evertsen ook te hard gevaren. Zou de raad kapitein E. met het odium van grove schuld aan deze aanvaring belasten, dan zou zijn cliënt een financiële last op zijn rug krijgen, waar hij zijn leven lang niet meer vanaf zou kunnen komen. De raad voor de scheepvaart zal op 7 november uitspraak doen.
Trouw 18-10-1961: Aanvaring tussen coasters voor de Raad voor de Scheepvaart. Kapitein voer zonder radar in dichte mist. De inspecteur voor de Scheepvaart heeft maandag de Raad voor de Scheepvaart te Amsterdam voorgesteld, de 47-jarige kapitein-eigenaar van de kustvaartier M. S. „Favoriet", E. R. E. uit Delfzijl te straffen, door hem de bevoegdheid om als kapitein op zeeschepen te varen te ontnemen voor de tijd van zes maanden. De inspecteur, de heer J. F. van Doorn, meende dat kapitein E de grootste schuld heeft aan de aanvaring van zijn schip met de coaster M. S. „Evertsen" in de avond van de 24ste juni jl. tijdens mist in het Engelse Kanaal, waarbij de enkele weken oude „Evertsen" zonk. De inspecteur vond dat de 40-jarige kapitein van de „Evertsen", M .T. uit Sneek, medeschuldig was aan deze aanvaring en stelde de Raad voor hem te straffen door het uitspreken van een berisping. Dichte mist. De aanvaring tussen de met tegengestelde koers varende schepen geschiedde tijdens een dichte mist. Volgens de kapiteins was er een zich van 4 a 500 meter. De „Favoriet" voer even voor de brug aan stuurboord op de „Evertsen" in en drong circa twee meter in dit schip door. De bemanning van de „Evertsen" ging via een uitgeworpen touwladder op de „Favoriet" over. Op dezelfde route heeft kapitein E. al eerder een aanvaring gehad, die in de afgelopen zomer door de Raad werd behandeld. De inspecteur voor de Scheepvaart meende dat de langzame vaart van de „Evertsen", circa 4,5 mijl,, als aanvaardbaar kon worden beschouwd. De manoeuvres bij het in zicht komen van de „Favoriet" zijn, aldus de inspecteur, volkomen juist geweest. Zijn enige kritiek op het beleid van de kapitein van de „Evertsen" was, dat er geen uitkijk op de bak stond. Door het ontbreken daarvan achtte de inspecteur de kapitein T. medeschuldig aan de aanvaring. Opsomming. Vervolgens gaf de inspecteur wat hij noemde een sombere opsomming van een groot aantal nalatigheden van de kapitein van de „Favoriet": Het na het in zicht komen van de „Evertsen" niet gestopt zijn, maar langzaam gaan varen en eên stuurboord manoeuvre geven, die nergens op gebaseerd was. Voorts een overmatige vaart lopen, circa 6 a 7 mijl tijdens de aanvaring, het niet hebben van een uitkijk, het niet aangeven van zijn manoeuvre, het niet regelmatig geven van een mistsein en ten slotte het niet laten repareren van de radar. De raadsman van de kapitein van de „Favoriet" mr. G. D. Wicart, zeide, dat beide kapiteins verrast zijn geweesi door de mist en men zich vergist heeft in de positie ten opzichte van elkaar. De Raad zal op 7 november zijn uitspraak bekend maken.
NvhN 30-11-1961: „Tekort aan verantwoordelijksgevoel”. Delfzijlster kapitein schuldig aan botsing van kustvaarders. De Raad voor de Scheepvaart heeft de 47-jarige kapitein E. R. E. uit Delfzijl de bevoegdheid voor de tijd van negen maanden ontnomen om als kapitein op zeeschepen te varen. De raad is van oordeel dat alle schuld van de aanvaring van het m.s. Evertsen met het m.s. FAVORIET, op 24 juni van dit jaar tijdens mist in het Kanaal, bij kapitein E. van de Favoriet ligt. De kapitein van de Evertsen heeft, zo meent de Raad, geen schuld aan de aanvaring, tengevolge waarvan de Evertsen na korte tijd is gezonken. Het schip, dat op weg was van Fowey naar Rotterdam, behoorde toe aan de vennootschap onder firma Hollandse Zeerederij te Rotterdam. Het mat 499 brt. De bemanning van de Evertsen werd na de aanvaring door de Favoriet overgenomen. De boeg van de Favoriet werd ernstig beschadigd, de voorpiek was lek, maar de vulling bleven droog. (Bij de motivering van de straf voert de Raad aan, dat kapitein E. bij zeer slecht zicht met volle kracht heeft gevaren zonder uitkijk voorop of op brug. Mistseinen zijn met te grote tussenruimte gegeven. Toen kapitein E. de Evertsen recht vooruit waarnam, heeft hij noch achteruitgeslagen noch gestopt. Eerst op een zeer laat moment, toen een aanvaring niet meer was te voorkomen is order gegeven volle kracht achteruit te slaan. Dit bevel is in de machinekamer terstond uitgevoerd, maar heeft geen invloed meer kunnen hebben de aanvaring. Deze zorgeloze navigatie van kapitein E. is des te bedenkelijker, nu hij enige maanden tevoren bezuiden Dover bij mist een dergelijke aanvaring had met het s.s. Lady Sharon, aldus de Raad, die betreurt bij kapitein E. een tekort aan verantwoordelijkheidsgevoel te moeten constateren.
Het Parool 30-11-1961: Zorgeloos navigeren. Kapitein negen maanden de brug ontzegd. Schuldig bevonden aan aanvaring. (Van een onzer verslaggevers) Amsterdam, donderdag. — De raad voor de scheepvaart te Amsterdam heeft de 47-jarige kapitein E. R. E. te Delfzijl van het motorschip Favoriet zijn bevoegdheid ontnomen voor de tijd van negen maanden. Kapitein E. is schuldig verklaard aan de aanvaring (op 24 juni 1961 in Het Kanaal) met het eveneens Nederlandse motorschip Evertsen, dat enige uren later is gezonken. Er zijn daarbij geen persoonlijke ongelukken gebeurd. De kapitein van de Evertsen, kapitein M. Tammeling te Sneek, treft volgens de raad geen enkele schuld. De raad voor de scheepvaart verwijt kapitein E., dat hij bij zeer slecht zicht volle kracht heeft gevaren zonder uitkijk. Hij heeft slechts met zeer grote tussenpozen mistseinen gegeven, hij heeft noch gestopt, noch achteruitgeslagen, toen de Evertsen in zicht kwam, kortom, hij heeft zorgeloos genavigeerd. Des te bedenkelijker acht de raad dit alles, aangezien de kapitein korte tijd eerder bij mist een soortgelijke aanvaring heeft gehad met een Engels schip hij is toen ook te lang met te hoge snelheid blijven doorlopen. Kort na deze eerste aanvaring is de radar aan boord van de Favoriet defect geraakt, maar kapitein E. heeft deze niet laten repareren. „Kapitein E. heeft nagelaten de elementaire regelen van mist-navigatie in acht te nemen," aldus de uitspraak van de raad. Bij de aanvaring zijn geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Alle opvarenden van de Evertsen zijn aan boord van de Favoriet overgestapt. |