1954-07-20: |
NvhN 21-07-1954: M.s. Regina uit Delfzijl bij Finse kust gekapseisd. Opvarenden gered door Groninger m.s. Frieda. Gisteravond omstreeks 9 uur is het m.s. Regina, eigendom van de heren K. en G. Leinenga te Delfzijl, nabij Kotka in Finland gekapseisd. Het schip dat kort tevoren met een lading board de haven van Kotka had verlaten, is geheel omgeslagen. Het drijft momenteel met de kiel omhoog. Een Finse bergingsboot doet pogingen de Regina te bergen. De opvarenden, waaronder zich enkele vrouwen en kinderen bevonden, konden allen worden gered. Zij werden aan boord genomen van het Groninger m.s. Frieda, afkomstig uit Oostwold (Oldambt), dat enige tijd na de Regina uit Kotka was vertrokken. Naar wij vernemen heeft men goede hoop het schip te kunnen bergen. Kapitein van de Regina is de heer J. Wassing uit Godlinze, gemeente Bierum. De Regina meet 380 ton d.w. en is van het gladdek-type. Het schip werd in 1951 gebouwd bij de scheepswerf Apol te Wirdum bij Appingedam en is uitgerust met een 195 p.k. motor. De coaster is verzekerd bij de Onderlinge Verzekeringsmaatschappij Oranje te Groningen. Als bevrachter treedt op Wagenborgs Expeditiebedrijf te Delfzijl. De heer K. Pronk te Groningen, expert van de Verzekering Mij Oranje, is vanmorgen naar Kotka vertrokken teneinde zich van de situatie op de hoogte te stellen en maatregelen te treffen. Omtrent de oorzaak van deze scheepsramp is momenteel nog niets bekend.
NvhN 26-07-1954: Het drama aan de Finse Zuidkust. Acht schipbreukelingen van Regina behouden in Delfzijl. Coaster Frieda verrichtte prachtig werk. (Door een onzer verslaggevers). Met aan boord enige van de schipbreukelingen van de Regina, de Nederlandse motorcoaster, welke de vorige week bij de Finse kust ten onder ging, kwam vannacht om drie uur het motorschip Frieda de haven van Delfzijl binnen. En even stond vanmorgen het leven in deze soda-stad-in-wording stil, even vertelde men elkander, dat acht van hen, die daar in de Finse Golf ternauwernood aan een verschrikkelijke dood ontsnapten, nu behouden binnen zijn. Over het lot van de fiere in 1951 gebouwde Regina is nog niets met zekerheid bekend. Er bestaat evenwel een goede kans, dat het schip zal kunnen worden geborgen. De lading moet als verloren worden beschouwd. Omweg meevaller voor jonge vader. Toen we vanochtend aan boord van de Frieda zaten te praten met de kapitein — het schip had ligplaats gekozen bij de Eemskanaalbrug, naast de voor Portugese rekening in aanbouw zijnde zeesleper Macuti — kwam de stuurman binnenlopen. Deze jongeman, vierentwintig jaar, en luisterend naar de naam E. H. Kwint, vroeg vrij voor vanmiddag. „Juist de vorige week Dinsdag, de dag van het ongeluk dus, heeft mijn vrouw een zoon gekregen," vertrouwde hij ons toe, „en nu wil ik natuurlijk graag even kijken hoe zij en de kleine Hendrik het maken." Dit is nu echt een geluk bij een ongeluk. Want de Frieda was met een lading hout op weg naar Londen. Om de schipbreukelingen aan wal te zetten, doet men vandaag Delfzijl aan, maar vertrekt vanavond weer. Voor de jonge vader dus een pracht kans om dagen eerder dan hij had gedacht zijn nakomeling te aanschouwen. Motor bleef twee uur draaien. Aan boord van de Frieda, ook al een van die kranige producten van de Groninger scheepswerven, was, toen wij heden een kort gesprek hadden met de kapitein, de rust weergekeerd. De 38-jarige heer H. Holwerda uit Gasselternijveen — hij is de kapitein van deze 680 ton metende coaster — vertelde, hoe groot de consternatie was, toen hij, een half uur na de Regina, met zijn schip laveerde tussen de rotsen aan de Zuidkust van Finland om de haven van Kotka uit te komen. „We zagen plotseling door een kijker vlakbij het loodsstation Oregrund, dat zich op een eilandje bevindt, een gekapseisd schip. Dat moet de Regina zijn, zeiden we direct, en we voeren er onmiddellijk heen", aldus de zeeman. En dan volgt in sobere woorden het verhaal van de Frieda, terwijl zij poogde haar provinciegenote in rustiger wateren te slepen. Maar duidelijk is te merken, hoe er is geploeterd. Een tegenslag was bijvoorn beeld dat de motor van het gekapseisde schip bleef draaien — twee uur lang. Toen was het donker, want het ongeluk gebeurde om negen uur", zo zei de heer Holwerda, „en de volgende dag woei het veel harder. Desondanks is men er in geslaagd de Regina achter een rots min of meer op het droge te brengen. Op die plaats, vlak achter Oregrund, ligt zij nu nog in afwachting van de bergingspogingen, waarover op het ogenblik druk wordt onderhandeld. In drie minuten: Dit laatste vertelde ons ook mevrouw E. Leinenga-Bos — 36 jaar oud — wiens man de reder is van het schip, samen met zijn broer. Zij was met haar drie kinderen, de 11-jarige Regina, de 8-jarige Wieja en de 5-jarige Jurgen, aan boord, toen het drama zich afspeelde. — Hoe is het gebeurd ?, vroegen wij natuurlijk. Zij het met enige schroom, want mevrouw Leinenga is nog erg onder de indruk. Waarbij komt, dat ze nog in het onzekere verkeert over de vraag wanneer het 380 ton D.W. metende schip weer zal varen. Haar man is thans nog in Oregrund. „Ik voelde dat het schip scheef ging. De deklading, welke evenals hetgeen zich in de ruimen bevond, bestond uit board, zag ik wegglijden. Helaas niet in zee, want anders had ons schip zich stellig nog weer opgericht". Even daalt een stilte in de eenvoudige woonkamer vari het bovenhuis aan do Waterstraat, waar een schilderij van de Regina aan de wand hangt. „Natuurlijk begon ik te gillen. Mijn beide dochtertjes stonden te kijken naar de loodsboot, die net langszij lag om de loods weer aan boord te nemen. Jurgen lag al beneden in de kooi. Ik rende naar beneden om hem te halen, maar de salon stond al vol water. Weer naar boven, en toen bleek onze kleine gelukkig al in veiligheid te zijn. Evenals de anderen was hij op de loodsboot. Alles speelde zich in drie minuten af en daarna hoorden we alleen het draaien van de motor." „Ik ga weer mee"
Met mevrouw Leinenga zijn meegekomen de echtgenote van de machinist, mevrouw J. Gaukema —Slagter, eveneens uit Delfzijl, de kok H. Verduin uit Zeerijp, en de matrozen G. Gocree en J. Raangs, respectievelijk uit Alkmaar en Wehe. In Finland zijn behalve de heer Leinenga, kapitein J. Wassing uit Godlinze en de machinist gebleven. Vanzelfsprekend ga ik weer mee," zei mevrouw Leinenga bij het afscheid. Daaraan behoeft eigenlijk niet te worden getwijfeld. Al jaren vergezelt ze telkenmale haar man, en neemt de kinderen mee. Tot deze naar school moeten. Want dan komen ze bij haar ouders in huis en maken één reis per jaar, in de grote vacantie. En aan die reis is dit jaar een wel zeer tragisch einde gekomen. |