Inloggen
GEERTRUIDA - ID 2396


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1929
Classification Register: Germanischer Lloyd (GL)
Nat. Official Number: 1130 Z GRON 1929
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Scheepsbouw- & Reparatiewerf J. Vos & Zoon, Groningen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 65
Launch Date: 1929-02-05
Delivery Date: 1929-04-16
Technical Data

Engine Manufacturer: Deutz A.G., Motorenfabrik, Cologne (Köln), Germany
Motor Type: Motor, Oil, 4-stroke single-acting
Number of Cylinders: 3
Power: 75
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Deutz Type (70x110)
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 147.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 94.00 Net tonnage
Deadweight: 185.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 9500 Cubic Feet
 
Length 1: 34.6 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 30.22 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 5.39 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.26 Meters Depth, moulded
Draught: 2.30 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-00-1931
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: 1931 nieuwe hoofdmotor: 4tew 3 cil 100 Pk Deutz Type (190x400) Kn.

Datum 00-00-1952
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: 1952 andere hoofdmotor: 2tew 4 cil 180 Pk Frederikshavn (19??)Type (200x340)

Datum 00-00-1959
Type: Shiptype/category changed
Omschrijving: In 1959 omgebouwd tot zandzuiger.

Datum 00-00-1961
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: In 1961 gehermotoriseerd: 2tew 4 cil 220 Pk Apha Type (x)

Ship History Data

Date/Name Ship 1929-03-19 GEERTRUIDA
Manager: Klaas Dost, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Klaas Dost, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NSQH
Additional info: 1934 call sign: PEGJ

Date/Name Ship 1938-01-20 GERCO
Manager: Gerard Slump, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Gerard Slump, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PEHY

Date/Name Ship 1946-00-00 BILSDALE
Manager: G. & S. Shipping Co. Ltd., Middlesbrough on Tees, Great Britain
Eigenaar: G. & S. Shipping Co. Ltd., Middlesbrough on Tees, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: Middlesbrough on Tees / Great Britain
Callsign: MMRD

Date/Name Ship 1947-10-00 H.C. ÖRSTED
Manager: Jens Hansen, Rudkjøbing, Denmark
Eigenaar: Rederiet Langeland, Rudkjøbing, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Rudkjøbing / Denmark
Callsign: OXZS

Date/Name Ship 1952-06-00 STELLALIS
Manager: S.P. Christensen, Vejle, Denmark
Eigenaar: S.P. Christensen, Vejle, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Vejle / Denmark
Callsign: OXZS

Date/Name Ship 1959-00-00 SUSANNE MATHIESEN
Manager: P.V. Mathiesen, Fredrikshavn, Denmark
Eigenaar: P.V. Mathiesen, Fredrikshavn, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Fredrikshavn / Denmark
Callsign: OXZS

Date/Name Ship 1969-00-00 SUSANNE MATHIESEN
Manager: S.C. Damgaard, Hirthals, Denmark
Eigenaar: S.C. Damgaard, Hirthals, Denmark
Shareholder:
Homeport / Flag: Hirthals / Denmark
Callsign: OXZS

Ship Events Data

1929-02-07: Het Vaderland 07-02-1929: Scheepvaart. Met goed gevolg is, van de werf van den heer J. Vos, scheepsbouwer te Groningen, te water gelaten het motorschip GEERTRUIDA voor rekening van kapitein K. Dost en wordt voorzien van een 75— P.K. Dieselmotor.
1929-03-20: Op 20-03-1929 als GEERTRUIDA, zijnde een motorschip, groot 415.82 m3, liggende te Groningen, door D. Loorbach, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Klaas Dost, schipper te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1130 Z GRON 1929 op 't achterschip in achterkant erf, bakboordzijde.
1929-04-17: NvhN 17-04-1929: Heden vond op de Eems de uitstekend geslaagde proefvaart plaats met op de werf van de heeren J. Vos en 2n. te Groningen voor rekening van kapt. Dost, te Groningen, gebouwde motorschip Geertruida. Dit schip, groot bruto 416 kub. M. netto 266 kub. M. is voorzien van een 75—90 p.k. compr. Deutz Dieselmotor, waarmee het een snelheid behaalde van 7 mijl. Het is beladen met aardappelmeel en bestemd voor Randers en Aalborg.
1931-07-20: Voorwaarts 21-07-1931: Geertruida. Delfzijl. 20 Juli. Het Nederl. motorschip Geertruida, kapitein K. Dost, met boomstammen van Rostock naar Jutfaas, is hedenmiddag alhier binnengeloopen met defecte koelwaterpomp.
1931-12-19: Voorwaarts 22-12-1931: GEERTRUIDA. Delfzijl, 20 Dec. Het motorschip “Geertruida”, kapitein K. Dost, verloor in het Damsterdiep, waar het steenen had geladen met bestemming Humlebeck, de schroef. Het schip zal in de haven drooggezet worden om een andere schroef aan te brengen.
De Maasbode 21-12-1931: GEERTRUIDA. Delfzijl, 19 December. Het ms. Geertruida, kapt. K. Dost, beladen met steenen van het Damsterdiep naar Humlebeck, heeft in het Damsterdiep de schroef verloren. Het schip wordt alhier drooggezet om een andere schroef aan te brengen.
NvhN 28-12-1931: Het m.s. „GEERTRUIDA" kapt. Dost, is alhier van een andere schroef voorzien en vertrok van hier beladen met steenen met bestemming Humlebeck.
1937-03-14: De Maasbode 14-03-1937: m.s. Geertruida — s.s. Ariadne. Het Duitsche s.s. „Ariadne", van Koningsbergen naar Rotterdam bestemd, is in 't Kieler Kanaal, bij mijlpaal 94, in aanvaring geweest met het Nederl. motorschip „Geertruida", van Aalborg naar Amsterdam. Beide schepen bekwamen lichte schade en hebben de reis voortgezet.

NvhN 16-03-1937: Delfzijl, 15 Maart: Binnengekomen: Geertruida, Dost , van Aalborg.
1937-12-06: NvhN 07-12-1937: Delfzijl. 6 Dec. Het motorschip “Geertruida”, kapt. Dost, liep hier binnen met motorschade. Het schip is beladen met heipalen van Grenau naar Capelle a/d. IJssel. De schade zal alhier hersteld worden.

NvhN 08-12-1937: Delfzijl. Het motorschip Geertruida, kapt. Dost, dat alhier binnenkwam met lichte motorschade, heeft alhier deze schade hersteld en zette heden de reis weer voort. Het schip is beladen met heipalen van Grenau naar Capelle a/d. IJssel.
1938-02-00: De Eemsbode 01.02.1938:
Het motorschip “GEERTRUIDA”, vroeger bevaren door kapitein K. Dost van Groningen, is onderhands verkocht aan kapitein G. Slump van Delfzijl, die het schip zelf in de vaart heeft gebracht onder de nieuwe naam “GERCO". De “Gerco” (ex “Geertruida”) werd in 1929 bij de Scheepswerf Vos en Zn. te Groningen gebouwd en werd in 1931 van een nieuwe Deutz Dieselmotor voorzien van 100 PK. Het schip is thans onderweg van Amsterdam naar Denemarken met een lading koeken.
1938-05-27: De Telegraaf 27-05-1938: Gerco. Delfzijl. 27 Mei. — Het motorschip “Gerco", kapitein Slump, van Neuwied naar Stettin, is hier aangekomen met lichte motorschade. Het schip zal hier repareeren.

NvhN 30-05-1938: Delfzijl, Het motorschip “Gerco”, kapt. Slump, dat alhier met lichte motorschade binnenliep, heeft alhier de schade hersteld en zette de reis weer voort. Het schip is beladen met bimsteen van Neuwied naar Stettin.
1939-01-00: De Maasbode 09-01-1939: m.s.”Gerco”. Aalborg, 4 Januari. Het Nederl. m.s.”Gerco” zit in het Limfjord vast in 't ijs.

Algemeen Handelsblad 11-01-1939: Gerco. (Aalborg, 4 Jan.) Het Nederlandsche motorschip „Gerco" zit in het Limfjord vast in het ijs. (Londen, 9 Jan.) Volgens mededeeling van de reeders is de „Gerco" op 7 Jan. van Limfjord naar Shoreham vertrokken.

De Maasbode 14-01-1939: Scheepvaartberichten. m.s. Gerco. Delfzijl, 13 Januari. Het motorschip Gerco, kapt. Slump liep hier binnen om den motor te laten nazien. Het schip is geladen met vuurvaste steenen van Nyköbing naar Shoreham.

De Maasbode 23-01-1939: m.s.Gerco. Delfzijl, 21 Januari. Het Nederl. m.s. „Gerco", dat, op de reis van Nykjöbing naar Shoreham met een lading steenen, hier was binnen geloopen met motorschade, heeft vandaag van hier de reis naar de bestemming voortgezet.
1939-08-23: De Maasbode 24-08-1939: Scheepvaartberichten. m.s. Gerco. Delfzijl, 23 Augustus. Alhier kwam binnen met machineschade het te Delfzijl thuisbehoorende motorschip Gerco. Het schip zal hier de schade herstellen.

NvhN 24-08-1939: Delfzijl. Het m.s. Gerco, kapt. Slump, thuis behoorende te Delfzijl, kwam hier binnen van Ringköbing. Het schip is ledig en heeft motorschade, en zal hier de schade herstellen.
1940-02-00: Op 06.02.1940, onderweg van Blyth naar Antwerpen, bij Cullercoats op de rotsen gelopen en geabandoneerd. Het wrak is verkocht. 1946 gelicht en rerepareerd.

NvhN 28-03-1940: Het m.s. „Gerco" verloren? Het Groninger motorschip „Gerco", groot 147 bruto reg. ton, toebehoorende aan de reederij G. Slump te Delfzijl, dat twee maanden geleden in de Tynemouthbaai op de kust voer, is gisteren op de rivier de Tees binnengekomen. De deskundige van Lloyds verklaarde, dat het onmogelijk was het schip te redden. De inspecteurs verklaarden het schip volkomen wrak en de verzekeringsmaatschappij betaalde de verzekeringssom. Kapitein en bemanning keerden naar Nederland terug. Het wrak werd voor een paar honderd pond sterling opgekocht. Het zal worden verbouwd tot Britsch koopvaardij schip.

De Tijd 07-09-1940: Stranding van het m.s. Gerco. De Raad voor de Scheepvaart heeft een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de stranding van het motorschip Gerco, op 6 Februari j.l. even benoorden de rivier de Tyne. Hiertoe was opgeroepen de 25-jarige kapitein. Deze verklaarde om kwart voor vier des namiddags met een lading kolen van Blyth naar Antwerpen te zijn vertrokken. Met het oog op de hooge zeëen had de kapitein, die reeds verscheidene malen op Noord- Engeland gevaren heeft, den locds reeds binnen de havenpieren van boord gezet. Hij had instructies van de Engelsche autoriteiten gekregen over de te volgen route. Het zicht was slecht. Tweemaal zag de kapitein het licht van St. Mary. Hij bleef Zuidoost sturen bij sterk verminderde vaart.
Kort na 5 uur dienzelfden middag stootte het schip plotseling aan stuurboord aan de achterzijde. De kapitein haalde nog met volle kracht naar bakboord uit in de hoop het schip vrij te krijgen, doch het bleek tevergeefsch. Toen het schip vastzat, was volgens den kapitein niets van de kust te zien. Een der leden van den Raad wees den kapitein er op, dat een omhalen naar bakboord niet juist was en dat het wellicht beter ware geweest, de machines op volle kracht achteruit te zetten om het schip zoodoende vrij te krijgen. De Raad zal nader uitspraak doen.

NvhN 12-10-1940: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart. Stranding m.s. „Gerco".
De Raad voor de Scheepvaart deed gisteren uitspraak inzake de stranding tijdens mist van het motorschip „Gerco" op de Oostkust van Engeland op 6 Februari 1940. De Raad is van oordeel, dat de jeugdige kapitein te veel op zichzelf heeft vertrouwd en daarom de noodige controle op de door hem gevolgde navigatie heeft achterwege gelaten. Hij voer langs een kust, die zeer goed aan te looden was. Indien hij, nadat het vuur van St. Mary gezien was, had gelood, zou hij zeef zeker tijdig bemerkt hebben, dat hij te weinig water had gehad en was de ramp, die tot het verlies van het schip heeft geleld, voorkomen. De plicht om te looden was hier in elk geval aanwezig. Daarbij komt nog, dat de wind Zuidoost was en ook de deining uit Oostelijke richting kwam, zoodat er voor den kapitein alle reden was om met de kans op inzetten rekening te houden.
Naar 's Raads overtuiging zou deze ramp niet zijn gebeurd, indien de kapitein, overeenkomstig zijn plicht, had gelood. De raad heeft alleen hierom een onderzoek naar de schuld van den kapitein achterwege gelaten, omdat deze kapitein-eigenaar zijn schip kwijt is en hij, gelijk hij den Raad mededeelde, voorloopig niet zal kunnen varen.

Staatscourant 29-10-1940: No 121 Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart in zake de stranding tijdens mist van het motorschip Gerco op de Oostkust van Engeland. Op 6 Februari 1940 is het motorschip Gerco tijdens mist op de Oostkust van Engeland, benoorden den mond van de Tyne, nabij Cullercoats gestrand en verloren gegaan. In overeenstemming met het voorstel van den inspecteurgeneraal voor de scheepvaart besliste een commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, als bedoeld bij artikel 29 der Schepenwet, dat de Raad een onderzoek naar de oorzaak van dit ongeval zou instellen. Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 6 September 1940 buiten tegenwoordigheid van den inspecteur-generaal voor de scheepvaart, die verhinderd was de zitting bij te wonen. De Raad nam kennis van de stukken van het voorloopig onderzoek der scheepvaartinspectie en hoorde als getuige den kapitein Gerard Slump, geboren 11 September 1914 en wonende te Appingedam. Uit een en ander is den Raad het volgende gebleken: Het motorschip Gerco was een Nederlandsch vaartuig, metende 146,78 bruto-, 93.79 netto-registerton, roepnaam P E H Y , eigendom van den kapitein. Het schip, dat in het jaar 1929 was gebouwd, behoorde thuis te Delfzijl en had een motor van 100 pk. Op 6 Februari 1940 vertrok het schip van Blyth met bestemming Antwerpen. Het was beladen met kolen, diepgang 2,30 m (vóór en achter); de bemanning bestond uit drie personen. De verklaring van den kapitein komt in hoofdzaak neer op het volgende: In verband met het mijnengevaar gedurende den oorlogstoestand had hij te Blyth bijzondere aanwijzingen gekregen omtrent de te volgen route langs de Engelsche kust. Zoo moest hij b.v. dicht langs de pieren van de Tyne varen. Na vertrek van Blyth in zee zijnde, is van 's middags 4.05 tot 4.25 uur Z.0. ¾ Z. p.k. gestuurd (geen deviatie), afstand 2 mijl. Van 4.25 tot 4.35 uur is Z. ¾ O. p.k. gestuurd. Het zicht was slechter geworden, zoodat mistseinen moesten worden gegeven. De kapitein zag tot tweemaal toe ongeveer dwarsop het schijnsel van het licht van St. Mary tegen de lucht blinken op naar schatting 1 à 1½ mijl afstand. Hij heeft er echter geen peiling van genomen. Daar hij geen branding zag of hoorde, achtte hij het niet noodig te looden om den afstand tot de kust nader te bepalen. Nadien heeft hij nog een weinig uitgestuurd, doch te 5.05 uur stootte het achterschip. De Gerco helde zwaar naar bakboord over, gierde naar west, stootte met het voorschip en bleef op de rotsen zitten. De kust was niet te zien. Het is niet gelukt het schip vlot te brengen. In den morgen van 8 Februari heeft de bemanning bij laagwater het totaal ontredderde vaartuig verlaten. Het schip is verloren gegaan. De Raad is van oordeel, dat deze jeugdige kapitein te veel op zich zelf heeft vertrouwd en daarom de noodige controle op de door hem gevolgde navigatie heeft achterwege gelaten. Hij voer langs een kust, die zeer goed aan te looden was. Indien hij, nadat het vuur van St. Mary gezien was, had gelood, zou hij zeer zeker tijdig bemerkt hebben, dat hij te weinig water had gehad, en was de ramp, die tot het verlies van het schip heeft geleid, voorkomen. De kapitein voerde als reden, waarom hij niet had gelood, aan, dat hij St. Marv op een geschatten afstand van 1 à 1½ mijl had gezien en geen branding had gehoord. Hij verliest echter uit het oog, dat hij, zooals hij verklaarde, geen kans had gezien het licht te peilen, dat hij ook niet met eenige kans op nauwkeurigheid den afstand kon schatten en voorts, dat het zeer wel mogelijk moet worden geacht, dat hij, indien hij had gestopt om te looden, wel branding had gehoord. Hoe dit echter ook moge zijn, de plicht om te looden was hier in elk geval aanwezig. Daarbij komt nog, dat de wind zuidoost was en ook de deining uit oostelijke richting kwam, zoodat er voor den kapitein alle reden was om met de kans op inzetten rekening te houden. Naar 's Raads overtuiging zou deze ramp niet zijn gebeurd, indien de kapitein, overeenkomstig zijn plicht, had gelood. De Raad heeft alleen hierom een onderzoek naar de schuld van den kapitein achterwege gelaten, omdat deze kapitein-eigenaar zijn schip kwijt is en hij, gelijk hij den Raad mededeelde, voorloopig niet zal kunnen varen. Aldus gedaan door de heeren prof. mr. B. M. Taverne, eerste - plaatsvervangend-voorzitter, A. L. Boeser en J. N. Egmond, leden, G. Mulder, buitengewoon lid, in tegenwoordigheid van ‘s Raads secretaris mr. H. B. Tjeenk Willink, en uitgesproken door voornoemden voorzitter ter openbare zitting van den Raad van 11 October 1940. (get.) B. M. Taverne. (get.) H. B. Tjeenk Willink. Voor eensluidend afschrift, H. B. Tjeenk Willink, Secretaris.
1955-06-22: 22-06-1955 SM. STELLALIS af Vejle, 150 B. R. T. Bygget 1929 af stål. På rejse fra Frederiksværk til Lübeck i ballast. Grundstødt d. 22/6 55 ved Æros Ø.-kyst. Strandingsindberetning dat. 23/6 55. Søforhør i Rønne d. 15/10 55. Kl. 1730, da S. under en svag SV.-lig brise med N.-gående strøm befandt sig ud for Marstal havn, mistede skibet under et drej bb. over styringen og tog grunden på kanten af sejlrenden ca. 50 m fra havnen og blev stående. Kl. 1825 kom skibet flot ved fremmed hjælp,tilsyneladende uden at have taget skade. Anm. Ministeriet må antage, at grundstødningen skyldes, at skibet er kommet for langt over mod sejlløbets kant og derved har mistet styringen
1969-00-00: Final Fate:
1969 in beschadigde toestand opgelegd in Frederikshavn en daar in 1974 gesloopt. In 1976 uit het Deense Register uitgeschreven.


Afbeeldingen


Omschrijving: GEERTRUIDA
Collectie: Slagter, J. A. (Jacob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: GEERTRUIDA
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: GERCO
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend

Omschrijving: H.C. Örsted
Collectie: Leijnse, John
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: SUSANNE MATHIESEN te Frederikshavn in 1972.
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown