1961-08-29: |
1961-29-aug Leeuwarder courant 29-08-1961: Aanvaring op Nieuwe Waterweg. Tanker kraakt coaster, alle opvarenden gered. Een mysterieuze aanvaring op de Nieuwe Waterweg, bij helder zicht en bladstil weer, is in de afgelopen nacht de ondergang geworden voor de Nederlandse kustvaarder „Geeststroom" (317 brt), dat gebouwd werd in 1954 en voor de rederij Waling van Geest en Zoon een min of meer regelmatige dienst onderhield op de Engelse oostkust. De „Geeststroom" werd even na tien uur, nadat zij de haven van Maassluis had verlaten met bestemming Boston (Engeland) tussen Maassluis en Hoek van Holland met een daverende klap midscheeps geraakt door de binnenkomende Noorse tanker „Jaranda", die met 18.000 ton ruwe olie voor de Shell uit Puerto Miranda (Venezuela) kwam. De kustvaarder begon vrijwel onmiddellijk te zinken. Kapitein Booster uit Vlaardingen deed nog een poging om zijn schip aan de zuidelijke oever aan de grond te zetten, maar dat gelukte hem slechts gedeeltelijk. Alleen een klein deel van de romp en de masten van de „Geeststroom" markeren nog de plaats van het ongeval, de rest van het schip ligt onder het water. Buiten de vaarroute overigens. Het werd voor de bemanning van de „Geeststroom" in die spannende minuten een vlucht voor het leven. Twee jonge matrozen sprongen in paniek over boord en zwommen dwars over de Waterweg naar de oever bij Maassluis, waar zij door personeel van Dirkzwagers meldingspost aan droge kleren werden geholpen. De negen andere bemanningsleden klommen via een snel uitgeworpen touwladder aan boord van de Noorse tanker. Het avontuur is voor allen goed afgelopen, alleen een der oudere matrozen kreeg een lichte verwonding aan het gelaat. Aanvankelük werd gevreesd, dat een of meer mannen van de „Geeststroom" met het schip mee in de diepte waren gezogen, doch dat was gelukkig niet het geval. Toch heeft de rijkspolitie te water nog lange tüd met schynwerpers de plaats van het ongeval beschenen. De reddingboot van Hoek van Holland verleende daarbij assistentie. De veel zwaardere „Jaranda" liep vrijwel geen schade op. Het schip heeft de kustvaarder met de boeg aan stuurboordzijde geraakt, maar kon zonder moeilijkheden de reis naar Pernis vervolgen. Naar de oorzaak van deze aanvaring wordt een onderzoek ingesteld.
Het Vrije Volk 29-08-1961: Elf man redden zich uit zinkend schip. (Van een onzer verslaggevers) In enkele minuten is maandagavond tegen tien uur op de Nieuwe Waterweg tussen Maassluis en Hoek van Holland de Nederlandse kustvaarder Geeststroom/(318 brt.) ten onder gegaan. Het tien minuten tevoren uit de haven van Maassluis vertrokken scheepje kwam door nog onverklaarbare oorzaak in aanvaring met de binnenlopende Noorse tanker “Jaranda “(12.41 brt). De Geeststroom liep een groot gat onder de waterlijn op en begon onmiddellijk te zinken. Slechts doordat de coaster nog even aan het voorschip van de tanker bleef vastzitten, konden negen van de elf opvarenden op de Noor overstappen. Twee anderen, die van boord waren gesprongen, zwommen dwars over de Waterweg en wisten veilig de wal te bereiken.
Zelden heeft om een aanvaring zo'n waas van geheimzinnigheid gehangen als om deze ramp met de Geeststroom. Het begon al direct nadat de coaster, ter hoogte van Poortershaven, in de diepte was verdwenen. Zowel de kapitein van de Jaranda als zijn collega van de Geeststroom weigerde iets over het gebeurde te zeggen. Ze legden hun bemanning een spreekverbod op en zodra de geredden aan wal waren, werden zij door vertegenwoordigers van de rederij Waling van Geest uit 's-Gravenzande in afzondering gehouden. De directie van Waling van Geest weigerde vanmorgen iedere inlichting. De namen van de bemanningsleden wilde zij pas vanmiddag bekendmaken. Hun agent Dirkzwager te Maassluis nam prompt eenzelfde houding aan en 't merkwaardige was, dat ook de districtscommandant van de rijkspolitie te water in Vlaardingen ons vanmiddag nog niet kon zeggen hoe de ramp zich had voltrokken en wie er aan boord van de Geeststroom waren. Raadsel. Uit wat ons desondanks is bekend geworden, moet de ramp zich als volgt hebben afgespeeld. De Geeststroom was leeg uit Maassluis vertrokken, met bestemming Boston Lincks. De coaster had geen loods aan boord en kapitein Booster uit Vlaardingen had pas het commando overgenomen, omdat zijn collega die de laatste tijd de Geeststroom voer, met verlof was gegaan. Men staat in Maassluis voor een raadsel hoe het schip, amper tien minuten nadat het bij het prachtigste weer uit het haventje was vertrokken, met de tanker in aanvaring is kunnen komen. Er stond weliswaar een zware ebstroom, maar dat moet de gezagvoerder bekend zijn geweest. Bovendien was er op de rivier een prima uitzicht en de van Hoek van Holland naderende tanker moet al op grote afstand te zien zijn geweest. Volgens onze informaties zijn de beide schepen vrijwel midden in de rivier op elkaar gevaren. De Geeststroom werd ter hoogte van het middenschip onder de waterlijn opengereten en de kracht van de botsing was zo hevig, dat de elf opvarenden werden weggeslingerd. Verscheidenen van hen liepen lichte kwetsuren op. De kapitein van de Geeststroom hoefde zelfs geen opdracht meer te geven het schip te verlaten. Terwijl de coaster op de voorsteven van de slechts licht beschadigde “Jaranda” bleef hangen, vluchtten allen in paniek van boord. Van de negen mannen, die aan boord van de tanker wisten te klimmen, was een enkeling al gekleed in pyama. De twee matrozen, die in de rivier sprongen, werden aanvankelijk als vermist opgegeven. De reddingboot van Hoek van Holland voer daarom ook nog uit, maar kort daarna bleek dat beiden de noordelijke oever van de Waterweg hadden weten te bereiken. Zij,werden via Dirkzwager te Maassluis met een taxi naar huis gebracht, de tanker voer met de andere geredden door naar de Shell-raffinaderij te Pernis. Door de houding van de rederij- vertegenwoordigers was het daar onmogelijk iets naders over de ramp te vernemen, mede omdat ook kapitein Jonassen van de tanker weigerde iets te zeggen. De “Geeststroom” is — ter hoogte van Poortershaven — aan de zuidzijde van de Waterweg gezonken. Dat de coaster niet midden in de vaargeul terecht is gekomen, is waarschijnlijk te danken aan de Noorse tanker, die het schip onder de wal drukte toen het nog op zijn voorsteven vastzat. Omdat het wrak, waarvan bij water alleen het topje van de mast te zien is, wel gedeeltelijk in het vaarwater steekt, zal het op korte termijn worden geborgen. In het begin van de middag was daar echter nog geen opdracht voor gegeven. De Geeststroom is zeven jaar geleden gebouwd. Waling van Geest is een bedrijf dat zich bezig-houdt met de export van tuinbouwprodukten en bloembollen. Het heeft daarvoor een vijftal coasters varen en bezit ook een nieuwe boot voor bananenvervoer. Een van de schepen van de rederij kwam nog slechts kort geleden in het nieuws doordat er in een Amerikaanse haven muiterij aan boord uitbrak. De kapitein was toen genoodzaakt de hulp van de politie in te roepen. De ramp met de “Geeststroom” heeft intussen herinneringen opgeroepen aan de botsing die enkele jaren geleden op de Nieuwe Waterweg gebeurde, tussen een vrachtschip en de tanker Arthemis. Deze tanker was geladen met vliegtuigbenzine en brandde volkomen uit. Bij de botsing tussen de Geeststroom en de Jaranda was het brandgevaar veel geringer. Het Noorse schip vervoerde ruwe olie voor de Shell, een vloeistof die veel moeilijker ontvlambaar is. Alleen de sloep van de Geeststroom is geborgen. Vanmorgen werd hij de haven van Maassluis binnengebracht, waar de schepen van Waling van Geest regelmatig komen laden. Bemanning. Van de elf opvarenden van de Geeststroom waren acht man bemanningsleden en de andere drie passagiers. De namen van de leden van de bemanning zijn: kapitein G. Booster, stuurman J. Roodenburg, 1e machinist IJ. Boon, 2e machinist S.Visser, matrozen P.v.d. Tas, ,W. Hoogwerf: en J. Vroeg, alle zeven afkomstig uit Vlaardingen, en kok N. Witsenburg uit Maassluis. De namen van de drie passagiers waren vanmiddag om half twee bij de rederij Waling, van Geest in 's -Gravenzande nog niet bekend. V. De twee mannen, die zwemmend over de rivier Maassluis bereikten, zijn, de matrozen v.d. Tas. en Vroeg.
De waarheid 29-08-1961: Kustvaarder op Waterweg in de grond geboord: “Geeststroom” door tanker midscheeps geraakt. Een mysterieuze aanvaring op de Nieuwe Waterweg, bij helder zicht en bladstil weer, is maandagnacht de ondergang geworden voor de Nederlandse kustvaarder „Geeststroom", een nietig zeescheepje van 317 brt, dat gebouwd werd in 1954. De „Geeststroom" werd even na tien uur, nadat ze de haven van Maassluis had verlaten met bestemming Boston (GB), tussen Maassluis en Hoek van Holland met een daverende klap midscheeps geraakt door de binnenkomende Noorse tanker „Jaranda", die met 18.000 ton ruwe olie uit Venezuela kwam. De kustvaarder begon vrijwel onmiddellijk te zinken. Kapitein Booster uit Vlaardingen deed nog een poging om zijn schip aan de zuidelijke oever aan de grond te zetten, maar dat gelukte hem slechts gedeeltelijk. Alleen een klein deel van de romp en de masten van de „Geeststroom" markeren nog de plaats van het ongeval, de rest van het schip ligt onder water. Spreekverbod; Het werd voor de bemanning van de „Geeststroom" in die spannende minuten een vlucht voor het leven. Twee jonge matrozen sprongen in paniek overboord en zwommen dwars over de Waterweg naar de oever bij Maassluis, waar zij door personeel van Dirkzwagers meldingspost aan droge kleren werden geholpen. De negen andere bemanningsleden klommen via een snel uitgeworpen touwladder aan boord van de Noorse tanker. Het avontuur is voor allen goed afgelopen. Alleen een der oudere matrozen kreeg een lichte verwonding aan het gelaat. Aanvankelijk werd gevreesd, dat een of meer mannen van de „Geeststroom" met het schip mee in de diepte waren gezogen, doch dat was gelukkig niet het geval. Toch heeft de rijkspolitie te water nog lange tijd met schijnwerpers de plaats van het ongeval beschenen. De reddingboot van Hoek van Holland verleende daarbij assistentie. De veel zwaardere „Jaranda" liep vrijwel geen schade op. Het schip heeft de kustvaarder met de boeg aan stuurboordzij de geraakt, maar kon zonder moeilijkheden de reis naar de eerste petroleumhaven in Pernis vervolgen. Daar meerde de „Jaranda" ten slotte om half één af. Ruim drie kwartier later verlieten de schipbreukelingen het Shell-terrein. Allen werden met een busje naar hun woningen in Vlaardingen gebracht. Het was een zwijgende groep. Op bevel van beide gezag- voerders heerste er namelijk een absoluut spreekverbod voor redders en geredden. Zelfs de namen van de schipbreukelingen werden niet gegeven. Met veel moeite kon er ten slotte een plaatje voor de fotografen af. „Ik wil onder geen beding journalisten aan boord hebben," zei kapitein Jonassen. Zijn collega van de „Geeststroom" was het daarmee geheel eens. De oorzaak van de aanvaring bleef dus onduidelijk.
Het Vrije Volk 31-08-1961: Snelle berging van coaster Geeststroom. (Van een onzer verslaggevers) De maandagavond in de Nieuwe Waterweg gezonken coaster Geeststroom zal waarschijnlijk nog deze week worden gelicht. Het bergingsbedrijf W. A. van den Tak uit Rotterdam is gisteren reeds met de voorbereidende werkzaamheden begonnen. Doordat het wrak vrij gunstig ligt, denkt het de berging, in enige dagen te kunnen voltooien. Een bergingsboot heeft de plaats van de ramp dinsdag reeds geïnspecteerd. De Geeststroom, die na de aanvaring met de Noorse tanker Jaranda in enkele minuten in de diepte verdween, ligt op de kant waar zij lek is geslagen. Dit is de stuurboordzijde van het schip, wat erop zou kunnen wijzen dat de coaster op het moment van de aanvaring helemaal aan de bakboordoever heeft gevaren. Het wrak ligt trouwens ook aan de, zuidelijke oever van de Waterweg. De mast steekt in de richting van de vaargeul.
De waarheid 31-08-1961: Geeststroom wordt gelicht. Personeel van W. A. van der Tak's bergingsbedrijf is begonnen met de voorbereidende werkzaamheden voor het lichten van de kustvaarder „Geeststroom", die maandagnacht op de Nieuwe Waterweg bij Maassluis is gezonken na een aanvaring met de Noorse tanker „Jaranda". Op de plaats van het ongeval liggen enkele drijvende bokken en het bergingsvaartuig „Meermin".
De eerste taak is nu de zware slagzij van 110 graden op te heffen. Daartoe worden zgn. kant- stroppen aangebracht, die later — als het schip recht staat — door gewone stroppen worden vervangen. De „Geeststroom" ligt op haar stuurboordzijde. Aan het karwei zal waarschijnlijk dag en nacht worden gewerkt.
Trouw 06-09-1961: „Geeststroom” gelicht. De kustvaarder „Geeststroom", die vorige week bij Maassluis is gezonken, is maandagavond gelicht. Een bok van de bergingsmaatschappij Van den Tak heeft het wrak aan de zuidkant van de Nieuwe Waterweg aan de grond gezet.
Uitspraak Raad voor de Scheepvaart: Ramp met coaster behandeld. Straf gevraagd voor kapt. Geeststroom. De raadselachtige aanvaring tussen de kustvaarder 'Geeststroom' en de Noorse tanker 'Jaranda' op de Nieuwe Waterweg op 28 augustus j.l. werd vanmorgen te Amsterdam door de Raad voor de Scheepvaart behandeld. Hoe het mogelijk was, dat kapitein G.B. van de 'Geeststroom' bij prachtig weer en goed zicht zo maar onverhoeds zijn schip voor de tanker stuurde, werd niet helemaal opgehelderd. De hoofdinspecteur van de scheepvaart, de heer J.A. Metz, meende echter dat de jeugdige gezagvoerder (23 jaar) een ernstige beoordelingsfout heeft gemaakt. Hij stelde voor hem de bevoegdheid om als gezagvoerder te varen te ontnemen voor de duur van drie weken. De theorie, die de hoofdinspecteur over de toedracht van het ongeluk ontwikkelde, was dat kapitein B., die met zijn schip in de richting van de zee voer, in de bocht van de rivier angstig is geworden toen hij alsmaar het groen licht van de van zee komende tanker bleef zien. Naar de mening van de kapitein zat de tanker zo ver aan de noordoever van de Waterweg, dat er voor de 'Geeststroom' niet voldoende ruimte overbleef om (zoals voorgeschreven) aan stuurboord te passeren. Op het laatste moment, nauwelijks 300 meter voor de 'Jaranda', besloot hij bakboord uit te gaan, waardoor hij de koerslijn van deze tanker sneed. Toen hij zag dat het niet meer ging, heeft kapitein B. nog geprobeerd de ramp te voorkomen door achteruit te slaan, maar dit mocht niet baten. De 'Geeststroom' werd even voor het stuurhuis aangevaren en raakte in zinkende toestand. Dat zij niet direct zonk, was alleen te danken aan het feit dat zij nog 10 minuten aan de voorsteven van de tanker bleef vastzitten. Daardoor konden zeven van de negen opvarenden op de 'Jaranda' overklimmen. De twee anderen wisten zich zwemmend te redden. De heer Metz wilde niet de ramp zonder meer wijten aan de jeugdige onervarenheid van de kapitein van de 'Geeststroom', die al talrijke reizen naar Engeland heeft gemaakt en op de Waterweg goed bekend is. Hij vond het echter fout, dat de gezagvoerder van de kustvaarder het niet nodig had gevonden loodshulp te gebruiken. Op de manoeuvres van de 'Jaranda' had de hoofdinspecteur geen aanmerkingen. (FO) |