Familiegegevens en opleiding

Harmen werd op 19 januari 1849 te Amsterdam geboren aan boord van de tjalk “Goede Verwachting” als zoon van de schipper Gerrit Harms Mulder en Grietje Jans Prins. Zijn broers waren o.a. Jan Gerrits en Johan Gerrits Mulder. (zie aldaar).

Harm trouwde op 31 december 1885 te Groningen als schipper met Geeszien Wijnstok, geboren op 15 december 1856 te Enkhuizen aan boord van een schip, liggende in de haven als dochter van schipper Nicolaas Jans Wijnstok en en Hiltje Daniels Dost. (het schip moet zijn geweest de tjalk “Vier Gebroeders”, zie bij Wijnstok). Geeszien overleed te Groningen op 23 juli 1937, 80 jaar, weduwe.

Harmen overleed op 20 april 1929 te Groningen, 80 jaar, zonder beroep.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermeldt Harmen als schipper/scheepskapitein in 1885, 1887, 1888, 1889, 1890, 1891, 1892, 1896, zonder beroep in 1897, 1899, als schipper  in 1900  en zonder beroep in 1909, 1920, 1925, 1929.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.G.Mulder was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “ De Groninger Eendrcht” met vlagnummer 28 in de periode 1890 t/m 1896. Eveneens een H.G.Mulder was effectief lid van hetzelfde College met vlagnummer 22 in de (aansluitende) periode 1897 t/m 1899.

 

H.G.Mulder was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer 22 in de periode 1881 t/m 1895.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt (een) H.G.Mulder als gezagvoerder gedurende:

*     1880 t/m 1885 van de 1-mastkof “Nanna”, gebouwd in 1879 bij W.G.Bodewes te Martenshoek, 73 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip is in 1885 lek gestoten in de Theemsmonding op reis van Groningen naar Littlehampton;

*     1887 t/m 1891 van de 1-mastkof “Geessiena”, gebouwd in 1886 op de werf van B.Niestern te Martenshoek, 85 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd in 1891 verkocht naar Duitsland

*     1886 t/m 1891 van de 1-mastkof “Geziena”, gebouwd in 1886 bij J.Mulder te Vierverlaten, 60 ton, varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;

            Vermoedelijk hetzelfde schip als de vorige.

            Bouma bevestigde deze veronderstelling en heeft de “Geziena” geschrapt.

*     1893 t/m 1895 van de 2-mastschoener “Geziena”, gebouwd in 1892 te Vierverlaten, 128 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat H.G.Mulder als gezagvoerder van de “Nanna” met vlagnummer 22.

In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1892/1893 staat H.G.Mulder als gezagvoerder van de “Geessiena” met vlagnummer 22.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

02 februari 1870, tjalk “Magrieta”, schipper Pieter Pieters de Vries, stuurman Harm Gerrits Mulder, 21 jaar uit Veendam.

27 februari 1871, hektjalk “Magrietha Meijering”, kapitein O.G. de Jonge, stuurman Harm Mulder, 22 jaar uit Veendam.

13 oktober 1888, koftjalk “Geessina”, kapitein Harm Mulder, 39 jaar uit Veendam.

25 februari 1889, koftjalk “Geesziena”, kapitein Harm Mulder, 40 jaar uit Groningen.

 

Mulder⁰⁸³ vermeldt:

“ 'Nanna'  koftjalk b.j. 1879, K/E vanaf 3/1879 H.G. Mulder te Vd.

'Geesziena'            koftjalk b.j. 1886, K/E 2/1886 H.G. Mulder te Vd.

'Geziena'   2m sch b.j. 1892, K/E 6/1892-2/1896 H.G. Mulder te Gn; K/E 12/1896-1/1904 Joh.G. Mulder te Gn; K/E 1/1904-11/1915 J.F. van Dijk te Gn; 11/1915 gestrand bij Sunderland en wrak.

 

Overige bijzonderheden

De navolgende gegevens zijn een verkorte vorm van een uitgebreide beschrijving in “De Schippers Mulder hun schepen en hun stamboom” door G.J.Mulder, uitg.Pirola, mei 2002, 239 pp.

Harmen monsterde op 02 februari 1878 aan als stuurman op de in Zwolle liggende tjalk “Magrieta” van schipper Pieter Pieters de Vries.

Harmen werd op 07 maart 1879 schipper-eigenaar van de éénmast koftjalk “Nanna”. Het schip had ook een bevoer bewijs op de Rijn. Op 11 februari 1885 vertrok hij met een lading haver van Groningen via Zoutkamp naar Littlehampton in Zuid-Engeland en keerde terug te Oostmahorn op 13 februari wegens slecht weer. Vijf dagen later zeilde hij weer uit Op 22 februari stootte het schip in de Thames op een zwaar voorwerp. Het raakte lek en zonk kort daarop. De bemanning ging in de reddingsboot en werd door het Engelse schip “Asia” aan land gezet.

Op 23 februari 1886 blijkt Harm eigenaar van een overdekte éénmast koftjalk “Geesziena”. Hij verkocht het schip in 1891

Op 28 juni 1892 werd hij schipper-eigenaar van de Geziena en verkocht het weer op 12 februari 1896 aan zijn broer Johan Gerrits Mulder. Harmen ging daarna aan de wal wonen en werd manager voor diverse schepen. In 1896 kocht hij onderhands de koftjalk “Zeemeeuw”van zijn zwager Jacob Geerts Kramer en verkocht het op 16 december van dat jaar weer aan Pieter Buisman te Groningen. Op 5 april 1901 ging het eigendom over op Pieters broer Jan Buisman. In 1904 werd de ‘Zeemeeuw’ in Pillau aangevaren. Het schip werd zodanig beschadigd dat repareren geen zin meer had. Er restte dan ook niets anders dan sloop.