1952-11-03: |
Geënterd op ca. 60 mijl ten noorden van Oran door gemaskerde piraten. Deze probeerden de lading over te nemen, wat maar gedeeltelijk gelukte. De rest van de lading werd op Sardinië gelost waar het schip op 11 november aankwam.
Het Parool 05-11-1952: Zeerovers namen Nederlands schip. Bemanning tien dagen opgesloten gehouden. (Van onze Haagse redactie) Tien dagen hebben een Hollandse kapitein en machinist, een Duitse stuurman en hun voor een deel uit kleurlingen bestaande bemanning in de Middellandse Zee opgesloten gezeten op hun kustvaarder „Combinatie", terwijl zeerovers de navigatie van het schip hadden overgenomen. De patrijspoorten waren zwart geverfd en stevig gesloten, voedsel en water werden schaars en een toestand van vervuiling begon een van de ergste plagen te worden.
Het gebeurde in de Straat van Gibraltar, Zaterdag 4 October, even na middernacht: in het maanlicht kwam een klein schip — op het oog een gewezen motor-torpedoboot — schuimend op de „Combinatie" toeschieten. De kapitein sprong uit zijn stuurhut, maar het vreemde schip was al bonkend langszij gekomen. Vijf gemaskerde kerels met stenguns en revolvers sprongen over, boeiden kapitein en roerganger en sloten de overige opvarenden in het voorlogies op. De machinist en stuurman werden beurtelings zes uur opgesloten in de machinekamer, waar zij gedwongen waren de machine gaande te houden. Dagenlang duurde de vaart. Men wist niet waarheen en hoe lang nog, maar een ding was wel duidelijk: het was de piraten begonnen om de lading Amerikaanse sigaretten, die in Tanger aan boord was genomen, met bestemming Malta. Donderdagnacht, 9 October, begon een zware' storm. De opgesloten bemanning voelde aan het schip, dat er geen prima zeelui aan dek stonden en toen het schip onbestuurbaar begon te worden, werd de kapitein uit zijn gevangenschap gehaald om zelf het roer te nemen en het schip te behouden. Behouden; Het duurde uren — een hard gevecht met een slecht luisterend schip, waarvan de motor begon te haperen, tegen rukwinden en bonkende zeeën. Maar het schip bleef behouden. De kapitein werd teruggevoerd naar het voorschip. Dagen gingen voorbij, de Spaanse kok scharrelde zo goed mogelijk, met een revolver achter zijn rug, in de kombuis. Eindelijk, in de nacht van 14 October, kwam het schip tot rust, de schepelingen hoorden de ankerketting ratelen. Men was voor anker gegaan. Verboden licht te maken! Geloop op het dek, onverstaanbare woorden. Zacht kwam een schip langszij. Er werd gesjouwd met allerhande zaken: de lading ging weg. Bevelen. Schurend vertrok het vreemde schip. Stilte! Voorzichtig ging de bemanning van de „Combinatie" aan dek. De sloep was verdwenen. Eigendommen van de bemanning waren weg. Proviand, zeekaarten, scheepsjournaal en ook een deel van de scheepsuitrusting was door de piraten meegenomen. Hetkostte moeite om zich te oriënteren, maar ten slotte kwam men er achter, dat de „Combinatie" ergens voor de Noordpunt van Sardinië voor anker lag. De motor, die al dagenlang zwaar stootte, was nauwelijks meer te gebruiken. Toch besloot men terug te gaan naar Tanger. Van een dekkleed werd een zeil gemaakt en zo voer het schip weg. Tanger bereikt; Het werd een moeizame reis. De motor gaf ten slofte helemaal de geest — voortgang één mijl per uur. Maar toen was er weer kustlicht in zicht. Men viel binnen in de noodhaven Melilla, waar proviand en brandstof werd opgedaan. De motor werd zo goed mogelijk geklaard en vier dagen later kon men weer uitvaren naar Tanger, waar schip en bemanning na enkele dagen aankwamen. Berichten uit Frankrijk melden, dat een onbemand wrak is gevonden in de buurt van Djidjelli (Algerië). Het betreft een oude Engelse mijnenveger, die daar aan de grond gelopen en gekapseisd is. De lading bestaat uit koffie en sigaretten. Vermoedt wordt, dat dit het piratenschip is, dat tijdens een storm is afgedreven en gestrand. De politie neemt aan, dat arrestatie van de zeerovers mogelijk is, omdat zij zich kennelijk in een sloep hebben moeten redden. Zij zijn waarschijnlijk van Spaanse origine en het is niet mogelijk met zo'n sloep de oversteek naar Spanje te maken.
Trouw 07-11-1952: Drama in Middellandse zee. Nederlands schip door zeerovers geënterd. Bemanning tien dagen in het vooronder. (Van onze Haagse redacteur) Een Nederlands schip, de kustvaarder „Combinatie" van de Hollandse Maatschappij voor Transitohandel N.V. in Den Haag is het slachtoffer geworden van een kras staaltje van zeeroverij in de Mid dellandse Zee. Jn de nacht van Zaterdag 4 October werd het schip in de Straat van Gibraltar overvallen door gemaskerde piraten die de bemanning opsloten en het schip in bezit namen. Tien dagen lang heeft de „Combinatie" met de piraten aan boord rondgevaren totdat de rovers in de omgeving van Sardinië gelegenheid kregen beide schepen te ankeren en de lading van de „Combinatie" bestaande uit Amerikaanse sigaretten, over te nemen, het beroofde schip aan zijn lot overlatende. De „Combinatie" was met een lading Amerikaanse sigaretten op weg van Tanger naar Malta. De bemanning bestond uit een Nederlandse kapitein en roerganger, een Duitse stuurman, een Spaanse kok en en zestal Arabieren. Bij de overval werden de kapitein en de roerganger onder bedreiging met stenguns en revolvers geboeid en de rest van de bemanning in het vooronder opgesloten. De stuurman en machinist werden om beurten in de machinekamer opgesloten om de machine op gang te nouden. Donderdag 9 October brak er echter een zware storm los en toen bleek, dat de zeerovers niet in staat waren het schip varende te houden. De kapitein werd gedwongen het stuur over te nemen en slaagde er in het schip te behouden. Weer werd hij opgesloten en dagenlang voer het schip verder, zonder dat de bemanning een flauw vermoeden had, in welke richting. Dat duurde tot 14 October. 's Nachts ging het schip voor anker en zonder dat de opgesloten bemanning zelfs maar kon proberen tussen beide te komen ging de lading van boord. Toen het eindelijk stil werd en men voorzichtig aan dek durfde te gaan, bleek niet alleen de lading verdwenen, maar ook allerlei eigendommen van de opvarenden, proviand, de sloep, en onderdelen van de scheepsuitrusting. Toch heerste er opluchting aan boord: leven en schip waren gered. Eerst na veel moeite konden de opvarenden zich oriënteren en vaststellen dat het schip vlak ten Noorden van Sardinië voor anker lag. Men besloot terug te gaan naar Tanger, maar de motor was nagenoeg onbruikbaar geworden en viel al gauw helemaal uit. Met behulp van een dekkleed en een snelheid van 1 mijl per uur zeilde de „Combinatie" weg, richting Tanger. Een noodhaven bracht uitkomst. Er werd brandstof en proviand opgedaan en de motor werd zo goed en zo kwaad als het ging opgekalefaterd en vier dagen later kon de reis naar Tanger worden hervat, waar het sohip tegen het einde van October aankwam. Uit Frankrijk is inmiddels gemeld, dat in de buurt van Djelli het wrak was gevonden van 'n oude Engelse mijnenveger, die daar aan de grond gelopen en gekapseisd was met een lading koffie en sigaretten aan boom. Men vermoedt, dat dit het piratenschip is, dat de overval op de „Combinatie" heeft gepleegd Van de bemanning, die zich waarschijnlijk met een sloep in veiligheid heeft weten te brengen, ontbreekt elk spoor. De directeur van de Hollandse Maatschappij voor Transitohandel zal volgende week naar Tanger vertrekken om zich met de bemanning van de „Combinatie" in verbinding te stellen en de zaak te onderzoeken.
Het Vrije Volk 08-11-1952: Piratenoverval op Nederlandse kustvaarder. De Nederlandse kustvaarder „COMBINATIE” is Zaterdag in de Straat van Gibraltar geënterd door een kleine mijnenveger die bemand was met zeerovers. De piraten klommen aan boord, overmeesterden de Nederlandse zeelui onder bedreiging met stenguns en sloten hen op in een hut. De rovers namen het bevel over het schip over en voeren de Middellandse Zee op. Zij hielden de Nederlanders twee dagen gevangen en laadden inmiddels een grote partij Amerikaanse sigaretten uit de ruimen van de „Combinatie” over op hun mijnenveger. Daarna verlieten zij de kustvaarder en verdwenen met het piratenschip in de richting van Tunis. De „Combinatie” voer naar Malaga en ligt daar nu vermoedelijk aan de werf voor een reparatie. Nadere bijzonderheden over dit mysterieuze, middeleeuwse verhaal zijn niet bekend. De rederij van de „Combinatie”, de Hollandse Maatschappij voor Transitohandel, heeft tot dusver alleen een scheepsverklaring ontvangen, waarin de genoemde feiten in enkele nuchtere woorden zijn vermeld. De directie van de rederij zal naar Malaga vertrekken om de zaak te onderzoeken.
Friese Koerier 02-02-1953: Nederlander pleegt grote zeeroof. Marseille (U.P.) — Voor de rechtbank te Marseille zal op 3 februari een merkwaardige strafzaak dienen betreffende zeeroverij op hoge zee. Het gaat om een massale sigarettensmokkel, waarmee enige millioenen dollar gemoeid zijn; 45 personen van zes nationaliteiten staan terecht, beschuldigd van beroving, medeplichtigheid, heling, samenspanning, smokkel, en deviezenvergrijpen. De voornaamste verdachten zijn de 32-jarige Amerikaan Elliott Forrest en de Nederlander Jan van Delden. Zij worden ervan beschuldigd, een lading sigaretten ter waaide van 380.000 dollar van een Nederlands schip te hebben geroofd. Volgens de dagvaarding hebben gemaskerde rovers onder leiding van Forrest en Van Delden, het Nederlandse schip op weg van Tanger overvallen en de gehele lading, 2700 kisten Amerikaanse sigaretten, onder bedreiging met machinepistolen, geroofd. De „Combinatie” eigendom van de Maatschappij voor Transitohandel in Den Haag, voer in legale opdracht, toen de overval plaats greep. Onder de vele verdachten in deze zaak treft men nog een Nederlander aan, zekere Frits Berghuis.
Leeuwarder courant 18-02-1956. Uitspraak in proces over „Combinatie”. Een gerechtshof in Marseille heeft woensdag de 32-jarige Amerikaan Elliot Forrest en de Nederlander Jean van Delden veroordeeld tot respectievelijk drie en twee jaar gevangenisstraf wegens smokkelen van sigaretten. De sigaretten waren afkomstig van het Nederlandse kustvaartuig „Combinatie”, dat in 1952 in volle zee door rovers werd overvallen en leeggeplunderd. Het gerechtshof achtte zich echter niet bevoegd een uitspraak te doen inzake de diefstal. Vijftien verdachten zijn veroordeeld tot straffen variërend van zes maanden tot vier weken gevangenisstraf. Voorts is een aantal bij verstek veroordeeld tot straffen tot drie jaar. De bendeleden moeten met elkaar een boete van twee en een half miljoen gulden betalen wegens het smokkelen van de lading sigaretten van de „Combinatie” en vijf miljoen gulden voor de eerste overval op het schip „Riff-Rock”, die aan de overval op de „Combinatie” voorafging. De eigenaars van de „Combinatie, de Hollandse Maatschappij voor Transitohandel, kregen 57.000 gulden schadevergoeding toegewezen.
Het Vrije Volk 13-1952: Vangst in Tanger. Nederlander kapitein van kaperschip?
De internationale politie, zo meldt de „Daily Express" uit Tanger, heeft het in Engeland gebouwde motorjacht „Esme" aangehouden en de vijf leden van de bemanning in arrest gesteld. Drie van hen zijn Britten; de gezagvoerder heet Eddie Engelsman en zou volgens de politie een Nederlander zijn. Tegenover de correspondent van het Engelse blad gaf hij zich echter als Belg uit, Duitsers in Tanger zien hem voor een landgenoot aan en Britse kennissen van Engelsman beweren, dat hij een Amerikaans paspoort bezit. Kapitein Engelsman. staat al jaren in Tanger bekend als een deskundige op het gebied van machines. Mogelijk is de „Esme" het schip, waarmee in de Straat van Gibraltar de Nederlandse kustvaarder „Combinatie" werd overvallen en waarbij een grote partij sigaretten werd buitgemaakt. Volgens de „Daily Express" van hedenmorgen, is deze zaak bij de Spaanse havenautoriteiten te Malaga in onderzoek. Na de oorlog werd de „Esme" door de Britse Marine verkocht aan het parlementslid Walter Fletcher, die het als plezierschip inrichtte, maar het later van de hand deed. De nieuwe eigenaar, een Amerikaan, stelde Engelsman als kapitein aan en wilde het schip onder een ander naam in de vaart brengen,. Blijkbaar is de bemanning buiten zijn medeweten uitgevaren.
Algemeen Handelsblad 14-11-1952: Meer licht in duistere kapergeschiedenis rondom Nederlands kustvaartuig. Amerikaanse reus zou roverhoofdman zijn in groot smokkelcomplot. In verband met de piratenoverval, begin October j.l„ op de Combinatie, een Nederlandse kustvaarder van 350 ton, in de Middellandse Zee, heeft de internationale politie te Tanger zes personen opgesloten. Men verwacht, dat zij van „zeeroverij in volle zee" zullen worden beschuldigd, aldus meldt Ass. Press. Een scheepvaartkantoor te Tanger heeft meegedeeld, dat een der gedetineerden onlangs verscheidene scheepvaartkantoren bezocht en gegevens over het schip trachtte los te krijgen. De politie kreeg argwaan, toen op 9 November een beschadigde zeewaardige motorboot de haven binnenliep, waarvan de bemanning beweerde dat de schade was onstaan tijdens het overladen van kisten sigaretten. De Combinatie voer met een lading van ongeveer 3000 kisten Amerikaanse sigaretten naar het Midden-Oosten. Het aangevallen en beroofde schip ligt thans op een werf in het Spaanse Mélaga, voor herstel. Hoewel de kapitein, de heer J. van Delft, elke verklaring weigert, hebben leden van de bemanning het een en ander van hun ervaringen verteld. Men weet nu, dat de Combinatie midden in de nacht werd aangehouden door een torpedoboot ( ?). Tien of vijftien mannen, gewapend met machinegeweren (het kunnen ook stenguns zijn geweest) enterden de Combinatie en klommen aan boord. Zij bleven tien of twaalf dagen op de Combinatie en laadden de kisten sigaretten over naar het piratenschip, dat enige malen naar het vasteland voer. De bemanning van de Combinatie werd benedendeks vastgehouden en alle patrijspoorten werden wit geschilderd, zodat niemand kon zien wat er gebeurde. Ten slotte vluchtten de piraten. De Combinatie liep toen de haven van Melilla (Spaans-Marokko) binnen en keerde vervolgens naar Tanger terug om verslag uit te brengen over wat was voorgevallen. Inmiddels vonden Algerijnen aan het strand bij Djidjelli, 160 km ten Westen van Böne, de mijnenlegger Highland Lassie (150 ton) verlaten en wel. Aan boord bevond zich een hoeveelheid Amerikaanse koffie en pijptabak, maar geen enkele sigaret. Deze week heeft de zeepolitie te Tanger beslag gelegd op een landingsboot, de Esme, die trachtte de haven clandestien binnen te varen om brandstof in te nemen. Aan boord van dit schip werden evenmin sigaretten gevonden. De politie gelooft, dat zowel de Esme als de Highland Lassie bij de overval betrokken zijn geweest. United Press verneemt uit Tanger, dat vier Britse zeelieden mededelingen hebben gedaan over een smokkelbende, die haar zetel'heeft in Parijs en wier operatieterrein zich uitstrekt van Chicago tot Napels. De Esme was het schip, waarop zij voeren. Na hun arrestatie vertelden zij, dat zij met het pistool op de borst waren gedwongen, getuigen te zijn van de beroving van het Nederlandse kustvaartuig Combinatie. Een hunner zei: „Wij waren bereid contrabande-werk te doen; dat is volkomen legaal vanuit Tanger. Wij hebben al geholpen, veertig millioen Amerikaanse sigaretten in Zuid-Frankrijk binnen te smokkelen." De zegsman van de groep vertelde verder, dat zij gedreigd hadden bij hun terugkeer in Tanger het werk in de steek te laten, omdat zij niet de beloofde bonus hadden ontvangen, maar „onze eigenaars boden ons nog een karweitje aan, dat zij een eerlijke berging noemden". „Wij stemden toe en gingen de zee op met nog zes man extra. De leider was een potige reus van een Amerikaan. Toen wij een dag op zee waren, kregen wij de waarschuwing, dat wij onze monden moesten houden, want anders...De hele dag werd niets anders gedaan dan wapens schoonmaken, terwijl wij ons afvroegen wat er nu zou gaan gebeuren. Dan gebeurde het wij enterden het Nederlandse schip en onze mannen, met maskers voor, sprongen aan boord en namen het commando over. De Amerikaanse bendeleider bleef aan boord van de Esme en hield ons in bedwang. Wij hadden geen keus. De Esme en de Combinatie, waarvan de bemanning benedendeks was onder gewapende bewaking, voeren naar bases ter hoogte van Marseille en Corsica en daar losten wij 's nachts voor ongeveer 200.000 dollar sigaretten. Daarna herkregen wij de vrijheid. De gangsters verlieten ons in een klein bootje." De eigenaar van de Esme, zekere Wright uit Colorado City in Texas, heeft aan U.P. verklaard, dat zijn schip en de bemanning bij een „smerig zaakje waren gebruikt. Zij hadden de aanzegging gekregen, dat zij een schip, dat in moeilijkheden verkeerde, moesten gaan bergen. Zij hadden geen flauw vermoeden wat eigenlijk de bedoeling was. De Belgische rechter Wauters, die de verhoren leidde, zei, er zeker van te zijn, dat men hier te doen heeft met een grote internationale bende. „Zij gebruiken zelfs vliegtuigen om hun buit op te sporen. Wij hebben reden om aan te nemen, dat bij de aanval op de Combinatie een Amerikaans smokkelvliegtuig boven beide schepen vloog", aldus rechter Wauters.
Het Vrije Volk 15-11-1952: Nog meer piraten gepakt in Tanger. Twee Hollandse kapiteins. Het wordt steeds geheimsinniger rond de overval, die piraten in de Middellandse Zee hebben uitgevoerd op het Nederlandse motorschip „Combinatie". Op het ogenblik is de situatie zo, dat in Tanger de bemanningen van twee schepen worden-vastgehouden. Die schepen zijn de „Esme", een snelle motortorpedoboot, die vijf man aan boord had onder aanvoering van de Nederlander Eddie Engelsman, en een landingsvaartuig, dat door negen koppen werd bevaren, eveneens met een Nederlandse kapitein. De politie houdt de namen van de laatste bemanning zorgvuldig geheim. Eveneens worden bijzonderheden over het onderzoek geweigerd. Maar het is waarschijnlijk dat beide schepen bij de de overval betrokken-zijn. De „Combinatie" verliet 4 October de haven van Tanger met een lading van 3000 kisten Amerikaanse sigaretten voor het Midden-Oosten. Des nachts, werd het schip aangehouden door een motortorpedoboot en klommen tien tot vijftien met machinegeweren gewapende mannen aan boord. De bemanning van de „Combinatie" werd gedwongen benedendeks te gaan. Tien dagen bleven de piraten aan boord en zij brachten de lading over in de torpedoboot, die verscheidene malen naar de kust voer. De patrijspoorten van de „Combinatie" werden wit geschilderd om te verhinderen, dat de mannen zagen wat er gebeurde. Oude bekende; De kapitein van de „Combinatie" heeft verklaard, dat de aanvoerder van de zeerovers, Eddie Engelsman, vroeger op de „Combinatie" gevaren heeft. Ten slotte verlieten de piraten het schip. De kapitein zette toen koers naar de haven Melilla in Spaans Marokko. Op het ogenblik ligt de „Combinatie" op een werf in Malaga voor herstel. Op de Algerijnse kust is voorts een verlaten mijnenlegger gevonden, de „Highland Lassie". Dit schip had Amerikaanse koffie en pijptabak aan boord maar geen sigaretten. Gangsters? Het vermoeden bestaat, dat de piraten en hun schepen deel uitmaken van de „marine" van de gangsterkoning Luciano, die in 1946 uit Amerika werd gewezen en nu in Italië zijn hoofdkwartier heeft. Van dit vermoeden, dat enkele Nederlandse dagbladen als bericht hebben opgenomen, is echter tot dusver geen bevestiging verkregen.
De Telegraaf 15-11-1952: Piraten in moderne trant. Schip geënterd per torpedoboot.
Tanger,11 Nov. — Vier haveloze en ongeschoren Britse zeelieden, die op 5 November, verdacht van zeeroverij, in de haven van Tanger werden gearresteerd, zijn uit hun vervuilde Moorse gevangenis voor de politie geleid en hebben een verhaal gedaan van het moderne gangsterdom aan de Barbarijse kust, de „jachtgronden" van de vroegere boekaniers en slavenjagers. Zij wierpen een nieuw licht op de overval op het Nederlandse vrachtschip „Combinatie", dat in de Middellandse Zee werd geënterd en van een kostbare lading voor het Midden-Oosten bestemde Amerikaanse sigaretten werd beroofd. Gezeten tussen hun gewapende Arabische bewakers, vertelden ze aan een verslaggever van de „Daily Express" hun „aandeel” in deze zeeroverij, waardoor zij thans in zulk een pijnlijke situatie zijn geraakt. Het waren de 45-jarige George Robertson uit Dunfermline, de 21 jarige Alan Goatley uit Shorenam (Sussex), Arthur Gilbert (28) uit Beekenham (Kent) en de 51 jarige Londenaar William Birt.
„Goede beloning” „In Tanger monsterden wij op een gewezen Britse motortorpedoboot, de „Esme"," aldus Robertson. „Men vertelde ons, dat wij een klein schip op sleeptouw zouden nemen, dat op zee in het ongerede was geraakt. Onze beloning zou goed zijn. Een Amerikaan en vijf anderen, die alleen Frans spraken kwamen eveneens aan boord. Zij werden ons voorgesteld als de eigenlijke ploeg, die het schip zou bergen. Op 3 October koos de „Esme' zee. De volgende dag begaven de Amerikaan en z'n vrienden zich in het ruim, braken er enkele vaten open, en verschenen weer op dek met revolvers en Tomny-guns, die zij schoon gingen maken. Dat was het ogenblik, waarop wij meenden te moeten protesteren. Maar men gebood om rustig te blijven of anders.... Tegen de middag ontmoetten we een Nederlandse kustvaarder het bleek de “Combinatie" te zijn. We minderden vaart en volgden dit vrachtschip tot middernacht. Toen gingen we langszij en de vijf vreemdelingen, die nu groene kappen droegen, sprongen met de Tommy-guns in de aanslag op de „Nederlander"' over." De volgende morgen voeren de twee schepen gezamenlijk op, nadat de Nederlandse opvarenden van de „Combinatie" in het voorschip waren opgesloten. Weer klonken protesten van de Britse opvarenden van de motortorpedoboot maar de Amerikaanse aanvoerder der piratenbende, die hen geen ogenblik had verlaten, nam nu een zeer dreigende nouding aan. Het bleek, dat tijdens de entering 16 miljoen Amerikaaase sigaretten uit de „Combinatie" op de „Esme" waren overgeladen. Nog 10 miljoen waren aan boord ven de kustvaarder achtergebleven. De twee schepen koersten nu in de richting van Zuid-Frantrijk. De gearresteerde Britse zeeman Gilbert voegt dan aan het verhaal toe: „Ter hoogte gekomen van de Riviera ontmoetten wij een grote motor-vissersboot. De Amerikaan stapte op dit schip over voor een kort bezoek. Ook de vijf nog steeds gemaskerde mannen, die op de „Combinatie" waren achtergelaten, gingen aan boord van de vissersboot om er voorgoed te blijven. Zij werden vervangen door zeven anderen. Tijdens drie achtereenvolgende nachten zetten we steeds weer koers naar de kust. Pas de vierde nacht echter liepen we een kleine baai binnen ten Zuiden van Ajaccio. Beide schepen. die op korte afstand van de kust voor anker waren gegaan, werden hier van hun ladingen sigaretten — in totaal 2700 kisten — ontdaan. De volgende morgen, terwijl wij ons wederom in volle zee bevonden, bracht een vissersboot een „kersverse" eveneens gewapende bemanning naar de „Combinatie" — pistolen in de holsters De mannen die bij de Franse Riviera aan boord waren gegaan, verlieten nu weer het schip." Weer vrij man.... Gezamenlijk stevenden de “Esme" en „Combinatie" thans naar een punt aan de Noordkust van Sardinië. De bemanning van de Nederlandse kustvaarder, die al die tijd onder zware bewaking opgesloten was geweest, werd hier vrijgelaten. De motortorpedoboot voer daarop in de richting van Ajaccio. Een vissersboot haalde de Britse opvarenden van boord: Zij waren vrij — zo werd gezegd — om naar Tanger terug te keren. Tot zover het verhaal van de „Daily Express" corrcspondent. Associated Press meldt intussen, dat zich te Tanger in totaal negen Britse, Amerikaanse en Franse matrozen en de Nederlandse kapitein van een landingsboot uit de tweede wereldoorlog wegens deze zeeroverij in arrest bevinden. De geënterde „Combinatie" ligt op een werf in Malaga voor herstel. De kapitein van de kustvaarder, de heer J. A. van Delft, weigert elke verklaring.
Algemeen Dagblad15-11-1952: De zeeroof bij Algerië. Schade aan de Combinatie zeer ernstig. Nieuwsdienst Algemeen Dagblad Den Haag — De heer H. A. Scheeuwe, directeur van de Hollandse maatschappij voor transitohandel in Den Haag, die eigenares is van het 250 brt metende in 1931 te Hoogezand gebouwde motorschip Combinatie, dat in het begin van October voor de Algerijnse kust werd overvallen door piraten, die in volle zee het grootste deel van de lading sigaretten kaapten, is thans onderweg naar Tanger om zich volledig op de hoogte te stellen van de gang van zaken.
Het schip schijnt tijdens dit avontuur in de Middellandse Zee ernstige schade te hebben opgelopen. Het ligt thans te Tanger in dok. De motor is dermate geforceerd, dat belangrijke onderdelen moeten worden vernieuwd. Deze zijn inmiddels verstuurd door de machinefabriek Brons te Appingedam. Door de ruwe en hoogst ongebruikelijke manier van lossen heeft ook de scheepswand schade opgelopen. Het herstel van de Combinatie kómt geheel voor rekening van de eigenares, daar zij niet tegen piraterij was verzekerd. De Hollandse maatschappij voor Transitohandel is niet betrokken bij het verlies van de lading, want het schip voer in charter voor een onderneming te Tanger. De Combinatie voer steeds in charter, dat elke drie maanden werd verlengd.
De Volkskrant 15-11-1952: Nederlander in rol van kaperkapitein „Combinatie” beroofd door bende van Lucky Luciano? Tangerse politie laat niets los. (Van onze correspondent) Tanger, 14 Nov. — De plundering van de Nederlandse kustvaarder „Combinatie" in de Middellandse Zee was het werk van bendeleden van Lucky Luciano, de ex-koning van de New Yorkse onderwereld, die in 1946 door de Amerikanen uit de V.S. werd gezet. Dit vertelde de eigenaar van de „Esmee", het geheimzinnige scheepje, dat de piratenstreek mogelijk heeft gemaakt. De „Esmee" ligt nu in de haven van Tanger. Tien opvarenden van het vaartuig, negen Britse, Amerikaanse en Franse matrozen en de Nederlandse kapitein, Eddie Engelsman, zullen zich dezer dagen voor de rechter in Tanger wegens „medeplichtigheid aan piraterij op volle zee" moeten verantwoorden. Wat is er eigenlijk precies in de bewuste nacht van Zaterdag 1 November in de Middellandse Zee gebeurd? De internationale politie van Tanger, die de zaak in onderzoek heeft, zwijgt in alle talen. Zij heeft alleen de bemanning van de „Esmee" gearresteerd toen het scheepje na de plundering in Tanger terugkeerde. „Ik ben het slachtoffer geworden van een huzarenstuk", heeft de eigenaar van de „Esmee", de Amerikaan Rue Wright, volgens de „Daily Express" in Tanger gezegd. Wright werd niet gearresteerd, de Amerikaan vertelde, dat hij de „Esmee", een motorjacht van 65 ton, heeft gekocht in Shoreham aan de Engelse Kanaalkust. Kapitein Engelsman zei hem bij aankomst in Tanger, dat hij een aanbod had gekregen om voor 30.000 gulden een schip te helpen, dat in nood verkeerde. „Ik vond het een vreemd aanbod", zei Wright, “maar Engelsman verzekerde mij dat alles in orde was." Op een avond waren zes mannen aan boord van de „Esmee" gekomen. Volgens Wright is later gebleken, dat de leider van het groepje een handlanger was van Lucky Luciano, de Italiaanse bandiet en moordenaar, die de Amerikanen wegens gebrek aan bewijs niet naar de electrische stoel konden sturen en hem daarom buiten de grens zetten. Luciano woont nu als vrij man in Napels. Het zestal smokkelde tommyguns aan boord, aldus Wright. Gemaskerd;
De “Esmee" vertrok korte tijd nadat de „Combinatie" had zee gekozen, die met een lading sigaretten van tienduizenden guldens ook in de haven van Tanger voor anker had gelegen. Het Nederlandse scheepje werd door de Straat van Gibraltar gevolgd. Inmiddels hadden de zes Amerikanen zich van de „Esmee" meester gemaakt. Zij hadden allen maskers voorgedaan. Midden in de nacht, vlak bij Gibraltar in de Middellandse Zee werd de „Combinatie" geënterd: vijf bandieten sprongen aan boord van het scheepje, de zesde hield de bemanning van de „Esmee" in het vizier van zijn wapen. De bemanningen van beide scheepjes werden in de ruimen gebracht.
Een deel van de sigaretten werd vervolgens in de „Esmee" geladen, maar toen bleek, dat het scheepje de gehele lading niet kon overnemen, dwongen de bandieten de zeelieden de beide scheepjes naar Corsica op te stomen. Daar werden zij vlak voor de kust door enkele motorbootjes opgewacht. De lading sigaretten van de „Combinatie", die volgens Wright, „op de zwarte markt in de landen om de Middellandse Zee" honderdduizenden guldens waard was, werd door bootjes naar de kust gebracht. Het laatste vaartuigje nam ook de zes Amerikanen mee. Onmiddellijk daarna keerde de „Esmee" op volle snelheid naar Tanger terug. Later bleek dat de „Combinatie" naar Melilla in Spaans-Marokko was gevaren, waar de piratenstreek werd gemeld. Is dit verhaal, waarmee Wright's bemanning in Tanger is teruggekeerd waar? Wat was de rol die kapitein Engelsman speelde en waarom nam hij na de plundering geen contact op met de „Combinatie"? Op deze en nog meer duistere vragen in deze geheimzinnige zaak zal de rechter misschien binnenkort antwoord kunnen geven.
NvhN 18-11-1952: Ontvoeringspoging mislukt. Tanger jaagt op twee Amerikaanse piraten. In verband met overval op Nederlandse kustvaarder. De overval met het vaartuig Esme en een oude torpedobootjager op de Nederlandse kustvaarder Combinatie, in October in de Middellandse Zee, houdt de politie van Tanger in Noord-Afrika en het centrale bureau van de internationale politie te Parijs nog altijd bezig. Men zoekt op het ogenblik naar twee Amerikanen — Sydney Paley en Elliot Forest — die de leiding van de overval zouden hebben gehad. De uit vijf Britse, en Nederlandse zeelieden bestaande bemanning van de Esme, die op 5 November de haven van Tanger binnenliep, was, als bekend, gearresteerd. Het scheepje werd in beslag genomen. De politie had de deelneming van de bemanning aan de overval vastgesteld. Binnenkort zullen de vier matrozen voorlopig in vrijheid worden gesteld; de kapitein blijft in arrest. Deze kapitein is een Nederlander, genaamd Eddie Engelsman. Volgens het Britse blad Daily Express heeft men Zondag ontvoering van deze zeelieden uit de gevangenis van Tanger verijdeld. Klaarblijkelijk wilden de ontvoerders voorkomen, dat de gearresteerden zouden gaan „doorslaan". Het grote geheim betreft de zeeroversbende, die met de Esme en een torpedojager de Combinatie overviel en millioenen sigaretten buit maakte. De zeelieden van de Esme zeggen, dat de bende uit Amerikanen, Fransen en Corsicanen bestaat. Het is wat men noemt „big business" en dit maakt de zaak zo moeilijk. Volgens kringen uit de onmiddellijke omgeving van de politie is er sprake van een Fransman, een Amerikaan en een Italiaan, drie schatrijke lieden die hun hoofdkantoor op grote afstand van de smokkelhavens en opslagplaatsen hebben. De door Amerika uitgewezen gangster Charles („Lucky") Luciano schijnt in de affaire geïnteresseerd te zijn. Het Spaanse blad Espana beweert ronduit, dat Luciano in de topleiding van de smokkelaarsorganisatie zit. Hij zou de hand hebben gehad in het charteren van de Esme voor de beroving van de Combinatie. Volgens dit blad heeft de bende een zeer groot aantal snelle motorboten, een vliegtuig en een onderzeeër.
„Lucky" Luciano; De thans 56-jarige Luciano, zo meldt United Press, was jarenlang een van de beruchtste gangsters van de Ver. Staten. Hij werd in 1943 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 a 50 jaar wegens handel in blanke slavinnen. Na 18 maanden in Sing-Sing te hebben gezeten, werd hij gedeporteerd. In de jaren twintig werd hij „ongekroonde koning der drank- en opiumsmokkelarij" genoemd. Luciano leidt sedert 1946 in Italië een weelderig leven. Wat hij doet, kan het daglicht niet verdragen; niettemin heeft hij een perschef in dienst genomen. In Amerika had hij 800 tot 1000 vrouwen in zijn dienst, die per dag circa 25.000 dollar voor hem „verdienden". Beweerd wordt, dat hij zijn deportatie te danken heeft aan de omstandigheid, dat hij de Ver. Staten tijdens de tweede wereldoorlog „belangrijke diensten" zou hebben bewezen, n.l. ten tijde van de verovering van Sicilië, zijn geboorte-eiland. De Italiaanse politie houdt hem goed in het oog. Hij mag Italië en zelf s Napels niet verlaten zonder speciale toestemming van de politie. Zelf erkent hij, nog altijd geld te ontvangen uit de Ver. Staten. Onlangs kocht hij te Napels een flatgebouw van drie verdiepingen.
Het Parool 18-11-1952: Amerikaanse gangsters gezocht in verband met overval op kustvaarder. Britse zeelieden vrij. De internationale politie te Tanger zoekt twee Amerikanen — Sydney Paley en Eliot Forest — die de leiding zouden hebben gehad bij de overval op „De Combinatie" aan het begin van October in de Middellandse Zee. Men vermoedt — volgens AFP — dat de gangsters zich ophouden in een Franse haven. De correspondent van de „Daily Express" meende te weten dat men Zondagnacht tevergeefs heeft gepoogd de vier Britse zeelieden — bemanning van het schip „Esme" uit de gevangenis van Tanger te ontvoeren. Later kwam vast te staan, dat behalve Luciano ook Frank Costelo, de koning der Amerikaans gokkers — bij de zaak is betrokken. Hij kwam gisteren aan, naar 't schijnt vermoedelijk om „Orde op zaken" te stellen. De vier Britse zeelieden zijn, volgens AFP, op vrije voeten gesteld. Kapitein Engelsman wordt nog vastgehouden. Over „bescherming" van de vier zeelui werd niet gesproken.
1952-20-nov De Volkskrant: Huurders waren Piraten. Bemanning van de „Esmee” onschuldig aan zeeroof? Tanger, 19 Nov. (APP) — De bemanning van de „Esmee", het schip, waarmee het Nederlandse kustvaartuig „Combinatie" in volle zee werd beroofd, schijnt onschuldig te zijn. De rechter van instructie heeft verklaard, dat de „Esmee" gehuurd was door een aantal personen onder voorwendsel, dat zij hulp moesten brengen aan de „Combinatie", die op 160 mijl van Tanger in nood verkeerde. De huurders — zes personen — gingen mee met de „Esmee", toen het schip uit Tanger vertrok. Toen de „Combinatie" in zicht kwam, werd de bemanning onder bedreiging met revolvers opgesloten en vervolgens werd de „Combinatie" door de piraten geënterd. Een deel van de lading werd ten Noorden van Ajaccio op Corsica en de rest op Sardine gelost. Inmiddels is de bemanning van de „Esmee", behalve de Nederlandse kapitein Eddie Engelsman op vrije voeten gesteld.
De Heerenveensche koerier 21-11-1952: Het enteren van de „Combinatie”. De rechter van instructie in de zaak van het enteren van het Nederlandse schip „Combinatie" heeft verklaard, dat men er thans zeker van is, dat het vaartuig „Esmee", waarmee de overval werd gepleegd, met de gehele bemanning gehuurd was door verscheidene welbekende personen onder het voorwendsel, hulp te bieden aan het Nederlandse schip, dat in nood zou verkeren op 160 mijl van Tanger. In feite betrof het hier „piraten", die, nadat zij de „Combinatie" hadden geënterd, de bemanning opsloten onder bedreiging met vuurwapens en een deel van de lading ten Noorden van Ajaccio en de rest op Sardinië losten. Aan de andere kant heeft de eigenaar van de „Esmee" verklaard, dat men hem begin October had voorgesteld, het vaartuig hulp te laten bieden aan een schip, dat zich in moeilijkheden bevond. Zes mannen gingen aan boord, doch toen zij eenmaal op volle zee waren, bedreigden zij de bemanning van de „Esmee" met wapens, die zij verborgen hadden gehouden, en gingen toen aan boord van de „Combinatie".
Het Vrije Volk 28-11-1952: „Combinatie" vaart weer uit. Het door zeerovers geënterde Nederlandse schip „Combinatie" zal dezer dagen weer uit de haven van Tanger uitvaren. De aangerichte schade is weer vrijwel hersteld.. De schade valt achteraf mee. Het schip zal door dezelfde bemanning bevaren worden als voor de entering.
Nieuwsblad van het Zuiden 29-11-1952: Nieuwe arrestaties in Nice, Barcelona en Madrid. Vijf piratenschepen op Middellandse Zee. Deel van lading van “Combinatie” thans in beslaggenomen. (van onze Parijse correspondent) Nice, 29 November. — Politie, douane-ambtenaren en vier toegevoegde detectives zijn er thans in geslaagd een deel van de lading der „Combinatie” in beslag te nemen en nieuw licht te werpen op de zeeroverij in de Middellandse Zee. Niet minder dan 450 kisten Amerikaanse sigaretten, oorspronkelijk afkomstig van de „Combinatie”, staan thans bjj de controlediensten in Antibes. Iedere kist bevat 5 cartons van tien pakjes. Men heeft tevens weer diverse arrestaties verricht en uit het feit, dat enige smokkelkoningen op de vlucht zijn geslagen, kan worden afgeleid, dat zij nieuwe ontdekkingen vrezen. De erfgenamen van de Italiaanse graaf Sforza, in leven minister van Buitenlandse Zaken, lopen kans door de jongste ontdekkingen gecompromitteerd te worden. Wachten was niet vergeefs; Nog vóór de beroving van het Nederlandse schip bekend was geworden, hadden de politie-autoriteiten een tip gekregen grote aandacht te besteden aan binnenkomende jachtend, omdat de smokkelhandel in sigaretten van Tanger uit naar een nieuwe climax toesnelde. Er zou namelijk onenigheid zijn uitgebroken tussen de diverse smokkelbenden die elkaar de loef wilden afsteken en en. Op alle wachtposten langs de Franse Rivièra ging het alarmsein omhoog. Langs de hele kust werd onopvallend gepatrouilleerd, terwijl onschuldig uitziende verkenningsvliegtuigen tot ver in zee de bewegingen van vele schepen en jachten volgden. Een niet getekende, doch uit Tanger afkomstige brief, waarschijnlijk van concurrerende piraten, deelde zelfs de vermoedeliike datum mede, waarop ergens bij Nice of Antibes een lading sigaretten, afkomstig van de „Combinatie” zou worden gelost. Mede hierdoor is de douane van Antibes er in geslaagd de hand te leggen op het 39 ton metende Deense jacht „Jes 106”, dat behoort aan de in Tanger wonende eigenaar Bayld. De bemanning had juist 450 kisten sigaretten van boord gehaald en vervoerd naar de villa „Le Grand Pin”, gelegen op vijftien kilometer van Toulon, behorende aan de erfgenamen van de kort geleden overleden Italiaanse minister van Buitenlandse Zaken, graaf Sforza. Het werk der smokkelaars werd vergemakkelijkt door het feit, dat „Le Grand Pin” over een eigen privé-haven beschikte, die uitliep op de Middellandse Zee. De kapitein van het jacht en zijn stuurman, resp. de Deen Thurnberg en de Zweed Liden, konden worden gearresteerd, verhoogd en ingesloten. Het wachten was dus niet vergeefs geweest, want ook vlak bij Nice kon een kleine partij smokkelsigaretten achterhaald worden. Het staat niet vast dat ook deze sigaretten afkomstig zijn van de „Combinatie” Hoewel de politie te Toulon, waar de beide arrestanten thans huizen, weinig bijzonderheden doorgeeft, is toch bekend gewonden dat zij momenteel nasporingen laat verrichten naar de verblijfplaats van een dertigjarige Amerikaan, genaamd Elliot Forest en een 29-jarige Lithauer, die naar de naam Jacobson luistert. Vermoedeijk hebben zij, even als de reeds te Nice gearresteerde zeeman Pierre Poggio (40 jaar oud) deel genomen aan de overval op het Nederlandse schip. Op verzoek van de politie te Toulon is te Madrid gearresteerd de Amerikaan Sydney Paley, die er niet alleen van verdacht wordt een leidende rol te spelen in de sigarettensmokkel en een tegenspeler te zijn van Lucky Luciano, die enige dagen geleden nog te Napels is gezien, doch die, aldus neemt men aan, ook een leidende rol gespeeld moet hebben in de entering van de „Combinatie”. In Barcelona is inmiddels, blijkbaar als uitvloeisel van de verklaringen van Thurnberg en Liden nog een Syriër gearresteerd, die evenwel niets te maken zou hebben met de „Combinatie”, doch als financier van de groep Paley zou fungeren. Was aanslag op „Combinatie" vergissing ? Uit de tot nog toe beschikbare gegevens blijkt, dat momenteel op de Middellandse Zee vijf groepen smokkelpiraten opereren, die elkaar de oorlog hebben verklaard en eikaars schepen plunderen. Ook de politie-autoriteiten in Toulon en Tanger beginnen te geloven, dat het beroven van de „Combinatie” op een vergissing berust. Het schip moet veel gelijken op één der boten, waarmee Lucky Luciano werkt. De piraten van Paley, die vermoedelijk schuldig zijn aan de overval op het Nederlandse schip, moeten aanvankelijk hebben gedacht met de schuit van hun concurrent te doen te hebben. Een andere verklaring is vrijwel onmogelijk. De piratenleiders zijn namelijk zeer intelligente lieden, die niet zonder meer een willekeurig schip enteren, omdat ze wel weten, dat de protesten hieraan verbonden schadelijk zijn voor hun eigen bedrijvigheid. Dit raadsel zal trouwens binnenkort uit de doeken worden gedaan, want nu men eenmaal een deel der lading in beslag heeft genomen en enige daders in arrest heeft, moet het mogelijk zijn straks het drama van de „Combinatie” te reconstrueren. Nader vernemen wij nog, dat ook de portier van de villa „Le Grand Pin” in arrest is gesteld en naar Toulon is overgebracht. Het is vrijwel uitgesloten, dat de erfgenamen van graaf Sforza iets met de piraterij te maken hebben. Het ligt meer voor de hand, dat de portier op eigen houtje „zaken heeft gedaan”. Hij had hiertoe alle gelegenheid, omdat de villa na de dood van de graaf uitsluitend aan zijn zorgen was toevertrouwd.
Provinciale Drentsche en Asser courant08-12-1952: Nog meer narigheid voor de „Combinatie" Verladers laten beslag op het schip leggen. De Nederlandse reders van het schip ,De Combinatie” hebben thans nog minder dan voorheen reden tot vriendelijke gevoelens jegens de piraten, die het schip 0p 4 October in de Middellandse Zee gewapenderhand overvielen, leegplunderden en op 17 October verlieten. De kapitein J. A. van leden der bemanning alsmede de vertegenwoordiger van de verladers, de heer Pedemonte, werden door de gewapende en gemaskerde bandieten al die tijd inde verblijven gevangen gehouden. Uitgehongerd en vervuild kwamen de mannen op 27 October voor de rede van Tanger. Buiten de schade voor de verladers van ongeveer 400.000 gulden, had de rederij aanzienlijke schade, omdat de piraten alles, wat niet spijkervaat was tot de sloep toe, van het schip hebben gestolen. Bovendien behoefde de motor dringend reparatie, omdat de piraten deze constant over toeren hadden gejaagd. Het schip werd naar Malaga gedirigeerd, gerepareerd en opnieuw uitgerust. Al die tijd liepen de exploitatiekosten door, zodat de rederij, waarschijnlijk een grote strop zal hebben. Intussen is tussen de verladers en de rederij een flinke partij touwtrekken over de aansprakelijkheid voor de schade ontstaan. In deze civiele procedure beweren de verladers, dat de kapitein niet de nodige maatregelen heeft getroffen om de overval te voorkomen en eisen derhalve schadevergoeding. De reders van hun kant verwerpen enige aansprakelijkheid en vorderen de vrachtsom op. Dit geschil is thans zo hoog gelopen, dat de verladers conservatoir beslag op het schip te Casablanca hebben doen leggen. De „Combinatie” ligt daar om een lading schroot voor Genua in te nemen. Deze civiele procedure heeft dus niets te maken met de strafzaak die te Tanger tegen de bemanning van het piratenschip „Esme” en hun handlangers aanhangig is. Aanstaande Dinsdag zal het korte geding te Casablanca dienen. Volgens onbevestigde beweringen was de beroving van de „Combinatie” niet de eerste, die inde Middellandse Zee gebeurde. Eerdere overvallen echter zouden op smokkelschepen van concurrerende gangsterbenden hebben plaats gevonden. De autoriteiten rond de Middellandse Zee laten zich met dergelijke zee-oorlogen tussen piratenbenden liever niet in. zolang het normale leven er geen hinder van ondervindt. Nu de „Combinatie” overvallen is, maakt men ernst met de zaak. Het bestaan van goed georganiseerde smokkelbenden rond de Middellandse Zee is duidelijk. De leiders voeren een grote staat en rijden in kostbare Amerikaanse auto’s rond. Bewijzen tegen hen zijn moeilijk te vergaren Natuurlijk worden vele namen, ook van drie oud- Amerikaanse beruchte bendeleiders, genoemd. Eventuele getuigen, voor zover zij even, geven er om „gezondheidsredenen” de voorkeur aan de mond dicht te houden.
Arnhemsche courant/ Algemeen Handelsblad 11-12-1952: Overval op „Combinatie" voor de rechter. Mysterie van 'Combinatie' voor een Amerikaanse rechter. Een Amerikaanse rechter te Tanger heeft Woensdag bepaald dat de Amerikaan Sidney Paley terecht moet staan in verband met de overval op het Nederlands schip „Combinatie” op 2 October. Bij deze overval werd een lading sigaretten gestolen. De Nederlandse kapitein van de „Esme", E. Engelsman, had op de terechtzitting medegedeeld, dat twee Amerikanen, Paley en Forrest hem in Tanger 8000 dollar hadden aangeboden voor het binnenslepen van hun schip, dat in de Middellandse Zee onklaar zou zijn geraakt. Toen de „Esme” zee koos waren Forrest en twee andere mannen aan boord van het schip. Paley was er niet bij. Op 2 October had Forrest Engelsman bevolen langszij de „Combinatie” te gaan liggen. Gemaskerde mannen waren aan boord van de „Combinatie” geklommen en hadden een lading sigaretten in de „Esme” overgeladen, aldus Engelsman. Daarna was hij gedwongen naar een punt op vijftien mijl van Marseille te koersen, waar Forest aan land ging. De volgende dag kwam hij terug en beval Engelsman naar Corsica te varen. Hier wachtte een motorboot, waarin de sigaretten werden overgeladen. Tot zover de verkla-ring van Engelsman. Volgens de Nederlandse zeeman Van Delden scheen de „Combinatie” op de n stuk”, aldus Van Delden. Hij zeide dat hij tijdens de overval een masker had gedragen en dat de bemanning van de „Combinatie” geboeid werd. Daarna werden zij in een hut opgesloten en de boeien werden losgemaakt.
De Volkskrant 13-12-1952: Amerikaan beschuldigd van overval op „Combinatie”.
Tanger, 11 Dec. (Reuter) — De Amerikaanse consulaire rechter Milton Hemlick heeft het proces te Tanger tegen de Amerikaan Sidney Paley, die beschuldigd wordt van medeplichtigheid aan de gewapende overval op het Nederlandse schip „Combinatie", op Woensdag, vastgesteld. Ter terechtzitting zal een officiële aanklacht tegen Paley, die tot dusver niet is ingediend, voorgelezen worden. Paley heeft enkele jaren in Tanger gewoond.
Het vaderland 18-12-1952: Piraten van de „Esme”. De overval op de „Combinatie” . Voor de Amerikaanse consulaire rechtbank te Tanger is de behandeling begonnen van het proces over de zeeroverij op het Nederlandse schip „Combinatie”. De schipper, Johannes van Delft, vertelde het relaas van het enteren van zijn schip door gemaskerden, die Amerikaanse sigaretten meenamen ter waarde van I 100.000 dollar alsmede een aantal persoonlijke eigendommen van de bemanning. De „zeerovers” waren gewapend en hadden de bemanning geboeid. Ook de radio werd onklaar gemaakt. De rovers stonden onder commando van een zekere Paley, die als kapitein van zijn kaperschip Eduard J. Engelsman had genomen. Deze laatste vertoeft in Tanger in de gevangenis wegens medeplichtigheid aan piraterij en vertelde, dat in de nacht van 3 op 4 October zijn schip ,,Esme”, de „Combinatie” enterde, waarop 5 man met Ku Klux Klans maskers gewapend aan boord sprongen. Schipper van Delft verklaarde: „de zee was heel kalm. Ik stond op de brug en mijn zoon was beneden. Plotseling hoorde ik een gekraak aan stuurboord. Mijn eerste gedachte was, dat het een vissersboot was. Daarna werd mij een machinegeweer onder mijn neus geduwd en iemand zei „Handjes omhoog”. Ik moest op het dek gaan zitten. Zij waren gewapend met wat wij noemen stenguns of Tommy guns. daarna boeiden zij mij”. Schipper Van Delft werd in het ruim gevangen gehouden en de patrijspoorten werden zwart geschilderd zodat hij de koers van het schip niet kon nagaan. De piraten hebben de „Combinatie” op 15 October voor de kust van Corsica in de steek gelaten”. De aanval heeft plaats gevonden 26 km uit de Oostkust van Spanje. Twee leden van de piratenbemanning, de Nederlandse matroos Johannes van Delden, 37, en Freek Berghuis, 25, vertelden, dat zij aan de aanval hadden deel genomen. Van Delden zei, dat hij zijn werk kende maar Berghuis, een slanke jongeman, zei dat hem een machinegeweer in de handen geduwd werd, toen zij zee kozen. Hij geloofde, dat het hier een gewone reis betrof. De behandeling van de zaak duurt voort.
Algemeen Dagblad 19-12-1952: Overval op Combinatie stond niet alleen. Tanger (A.F.P.) — In het proces dat op het ogenblik te Tanger wordt gevoerd tegen de Amerikaan Sydney Paley en enige anderen, die er van worden beschuldigd zeeroverij te hebben gepleegd, waarvan het Nederlandse schip Combinatie het slachtoffer is geworden, heeft de Britse kapitein van een van de schepen van de smokkelaars verklaard, dat Paley hem in November heeft toevertrouwd, dat de Combinatie door hem was overvallen en beroofd van haar lading sigaretten. De kapitein zit al een maand in voorarrest op beschuldiging dat hij in opdracht van de mannen die nu terecht staan, het schip Riffrock heeft overvallen en beroofd. De overval op de Combinatie schijnt dus inderdaad niet alleen te staan. De leiding bij de twee overvallen had de nog voort- vluchtige Amerikaan Forrest.
Nieuwe Tilburgsche courant 29-12-1952: Overval op de „Combinatie” kreeg voorlopige ontknoping. Onverkwikkelijke toestanden. Haags advocaat vertelt zijn ervaringen (Van onze Haagse correspondent) Het opzienbarende geval van zeeroof in de Middellandse Zee, waarbij de Nederlandse coaster „Combinatie” betrokken was, heeft te Tanger een voorlopige ontknoping gevonden. Zoals men zich herinneren zal, werd het schip in de nacht van 3 op 4 Oct. 1.1. „buit gemaakt” door de bemanning van (zoals later bleek) de „Esme”, een soort kaperschip. Wij hadden een gesprek met ihr. mr. C. H. Beelaerts van Blokland, advocaat en procureur te Den Haag, die ongeveer een week naar de vrijhaven Tanger is geweest, als raadsman van de N.V. Holl. Mij. voor Transitohandel, eigenaresse van genoemde coaster, welke n.b. te Casablanca „aan de ketting” lag vanwege een daarop gelegd beslag, doch dat door ingrijpen van mr. Beelaerts alras werd opgeheven. Ongure ervaringen. Onze zegsman had te Tanger nogal ongure ervaringen opgedaan. Tot goed begrip van wat er gaande was zij er even op gewezen, dat de „Combinatie” in exploitatie was gegeven aan de „Metrasco” die het schip voor een maand, verhuurde aan twee Tangerse heren (van verlaadkantoren) genaamd Pedemonte en Elbaz. Deze bevrachtten het schip met 2700 kisten Amerikaanse sigaretten, voor Malta. Men voer derwaarts, met als de gewone gezagvoerder, kap. v. Delft terwijl ook de heer Pedemonte meevoer, als de baas van de onderneming. In genoemde nacht had de overval plaats: zo goed als de gehele bemanning (behalve enige leden van het machinenersoneel) werd opgesloten. Gedurende een dag of tien waren gemaskerde individuen baas op het schip. Tenslotte werden de gevangenen weer vrijgelaten, onder voorwaarde: geen woord over het gebeurde, of anders de wraak der bende. Vrijwel geplunderd; Het schip bleek vrijwel geplunderd te zijn en lag dicht bij de haven van het Corsicaanse Ajaccio. Pedemonte verklaarde daar niet heen te durven gaan, vanwege de mogelijkheid, dat daar de bende een schuilplaats had. Zo goed en zo kwaad als dat ging zette men weer koers naar Tanger. Natuurlijk verwekte het gebeurde opschudding en het resultaat van een onderzoek bracht aan het licht, dat de overval zou zijn gepleegd door de vroegere torpedoboot „Esme”, met de Nederlander genaamd Engelsman als gezagvoerder, met onder hem de twee Nederlanders v. Delden en Berg- huis. Engelsman beweerde door bedriegelijke voorspiegelingen in dienst te zijn getreden van de Amerikaan Forrest, een bendeleider. Eerst genoemde werd met zijn twee kornuiten gearresteerd, doch Forrest was onvindbaar. Wel waren er sterke aanwezingen dat die samenwerkte met een zekere Sydney Paley, een op grote voet levende duistere figuur, die voor het te Tanger zittende gemengde Tribunaal werd gedaagd, doch wegens gebrek aan bewijs vrij kwam; de zaak komt nog in hoger beroep, maar intussen is Raley op borgstelling van 10.000 dollar vrijgelaten.
Er ontstond een civiel proces monte. Genoemde onderneming tussen „Metrasce” en Pedemente eiste van P. schadevergoeding, maar P. zei: misschien heeft de gezagvoerder der „Combinatie” wel meegedaan met de roof, of anders had hij betere veiligheidsmaatregelen moeten nemen! Deze loze aantijging is voor de Amerikaanse rechter volkomen onhoudbaar gebleken. Doch intussen lag de „Combinatie” aan de ketting; mr. Beseaerts wist een kort geding te winnen, zodat het beslag onmiddellijk werd opgeheven. Mr. Beelaerts wees ons op meer onverkwikkelijke toestanden in Tanger. Zo is ook waarschijnlijk geworden dat Pedemente (die nu voortvluchtig is) en Elbaz stromannen waren van en zekere Hassan, mede-eigenaar van een der grootste banken van Tanger, en wiens bedoeling zou zijn geweest sigaretten door P. te laten smokkelen Men fluistert voorts te Tanger, dat het gebeurde met de „Combinatie” een eerste treffen is tussen twee grote machten, n.1. die van Hassan (die via de bank de sigarettenhandel in het Middellandse Zeegebied beheerst) en een Amerikaanse gangstertroep, waartoe Paley en Forrest zouden behoren, onder leiding van zekere Lucky Luciano. Als een bijzonder staaltje van knoeierij vertelde de heer Beelaerts hoe hij haast dé dupe was geworden van vervalsing in de havenpapieren, waardoor niet te bewijzen zou zijn geweest dat de „Combinatie” op 1 December de haven had verlaten (dit was nodig voor het proces x, daar het beslag niet te Tanger, maar te Casablanca was gelegd, hetgeen eigenlijk niet had mogen gebeuren). Mr. M. wist gelukkig precies op tijd te onthullen, dat de havenautoriteiten slachtoffer waren geworden van valse getuigen. Een en ander maakt overduidelijk dat Tanger een broedplaats is van ongerechtigheid. Mr. Beelaerts vreesde dan ook dat gebeurtenissen als die met de „Combinatie” zeker niet op zichzelf zullen blijven staan.
Het Parool 02-01.1953: Overvallers „Combinatie” naar Marseille overgebracht.
De vijf mannen, die zich te Tanger in preventieve hechtenis bevonden in verband met een onderzoek naar gevallen van zeeroverij op de Middellandse Zee en in het bijzonder naar de overval op het Nederlandse schip „Combinatie", zijn naar Marseille overgebracht, waar zij ter beschikking van het gerecht zullen worden gesteld. Het betreft de Nederlanders E. E., V. D. en B, een Australiër en een Siciliaan.
Het nieuwsblad van Sumatra03-01-1953: Zes jaar voor Sydney Paley. De Amerikaanse consulaire rechter heeft Zaterdag de Amerikaan Sidney Paley schuldig bevonden aan samenzwering en zeeroof en hem tot tweemaal drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. De andere twee leden van de rechtbank achtten Paley evenwel niet aan beide tenlasteleggingen schuldig. De zaak komt hierdoor automatisch in beroep bij de Amerikaanse gezant in Tanger. Het betrof hier de zeeroof op het Nederlandse schip „Combinatie" op de Middellandse Zee in October jl, waarbij een grote partij sigaretten werd buitgemaakt.
De Volkskrant 05-01-1953: Franse justitie behandelt overval op de „Combinatie”. Smokkel en Piraterij in de Middellandse zee. Nederlandse kapitein: „Amerikaan nam bevel van mij over”. (Van onze correspondent) Marseille, 4 Jan. — Mr Batigne, rechter van instructie te Marseille heeft een hele nacht besteed aan het eerste verhoor van de tabakspiraten van de Middellandse Zee, die, zeven man sterk, naam maakten met hun overval op de Nederlandse kustvaarder „Combinatie". Autoriteiten van Tanger hebben deze zeeschuimers aan Frankrijk uitgeleverd en meteen na hun aflevering in Marseille is het verhoor begonnen. Het zevental bestaat uit drie Nederlanders, een Australiër, een Siciliaan, een Fransman en een zekere Schulman zonder nationaliteit. De Nederlandse kapitein Eddie Engelsman is een der kopstukken. Zijn landgenoten Van Delden en Freek Berghuis bezetten bij deze smokkelopperette goed betaalde bijrollen. Voor rechter Batigne hebben zij alvast bij het eerste verhoor een beeld opgehangen, hoe het tussen Tanger en Nice onder piraten toegaat. Eddie Engelsman verklaarde in Tanger door 'n zekere Forest, van Amerikaanse huize, aangeklampt te zijn voor een huzarenstuk op volle zee, „Je gaat met de Esmé in zee. Om niet in de gaten te lopen neem je vier Engelse matrozen als equipage. Voor de rest zorg ik." Altijd volgens het verhaal van Engelsman doken na zijn vertrek uit Tanger plots zes met mitrailleurs gewapende mannen uit het kombuis van zijn Esmé op. De Engelse matrozen werden opgesloten. De nieuwe bevelhebber, niemand anders dan de Amerikaan Forest, ging daarop met zijn scheepje op zoek naar de Combinatie. Dit schip, volgens de politie een der grootste smokkelschuiten die van Tanger uit opereren, werd in de nacht van 3 op 4 October in de buurt van Malaga ontdekt en volgens de regelen der kunst geënterd. Om één uur overmeesterden Forest en zijn mannen de kapitein van de Combinatie, een zekere Van Delft en zijn bemanning. Zij werden in het voorste deel van het schip opgesloten. Onderwijl maakte Forest de balans van de buit op. Bijna drie duizend sloffen Amerikaanse sigaretten met een waarde van 35.000 dollar. Tien dagen en nachten lang schijnen de kleine Esmé en de Combinatie daarna gezamenlijk langs de Franse kust gevaren te hebben en op zes verschillende punten zette de Esmé de sigarettenbuit van de Combinatie bij partijen af. De operatie moet de piraten ongeveer 150.000 gulden ingebracht hebben. Tenslotte werd de bemanning van de Combinatie bevrijd. Kapitein Van Delft kreeg van zijn collega Engelsman de waarschuwing mee niet over de overval te reppen. „Geen woord of je gaat er aan". De Franse politie denkt via Engelsman en zijn kornuiten eindelijk de namen te weten te komen van de werkelijke magnaten van de smokkel in Amerikaanse tabak, die per jaar langs de Cöte d'Azur millioenen in de wacht slepen.
Friese koerier 02-02-1952:Nederlander pleegt grote zeeroof. Marseille (U.P.) — Voor de rechtbank te Marseille zal op 3 februari een merkwaardige strafzaak dienen betreffende zeeroverij op hoge zee. Het gaat om een massale sigarettensmokkel, waarmee enige millioenen dollar gemoeid zijn; 45 personen van zes nationaliteiten staan terecht, beschuldigd van beroving, medeplichtigheid, heling, samenspanning, smokkel, en deviezenvergrijpen. De voornaamste verdachten zijn de 32-jarige Amerikaan Elliott Forrest en de Nederlander Jan van Delden. Zij worden ervan beschuldigd, een lading sigaretten ter waarde van 380.000 dollar van een Nederlands schip te hebben geroofd. Volgens de dagvaarding hebben gemaskerde rovers onder leiding van Forrest en Van Delden, het Nederlandse schip op weg van Tanger overvallen en de gehele lading, 2700 kisten Amerikaanse sigaretten, onder bedreiging met machinepistolen, geroofd. De „Combinatie” eigendom van de Maatschappij voor Transitohandel in Den Haag, voer in legale opdracht, toen de overval plaats greep. Onder de vele verdachten in deze zaak treft men nog een Nederlander aan, zekere Frits Berghuis.
NvhN 20-02-1953: Drie Nederlandse „zeerovers” uit Tanger. Nasleep van overval op Combinatie. Vanmorgen zijn drie Nederlanders uit het territorium van het Noordafrikaanse Tanger uitgewezen. Dit is geschied op verzoek van de Nederlandse gezant te Tanger. Het betreft hier 3 opvarenden van het piratenschip Esme, dat op 4 October j.l. in de Middellandse Zee het Nederlandse schip Combinatie overviel. De drie mannen zijn de kapitein van de Esme, E. J. Engelsman en de beide opvarenden F. Berghuis en J. J. van Delden. Zij zullen naar Marseille worden overgebracht om aldaar te worden berecht. Zoals bekend, kwam de Esme in de nacht van 4 October langszij de Combinatie. Gemaskerde en gewapende piraten besprongen het schip, overmeesterden de bemanning en zetten de mannen gevangen in de verblijven. Eerst op 17 October verlieten de zeerovers het schip en op 27 October kwamen de mannen van de Combinatie uitgehongerd en bevuild op de rede van Tanger aan. De rovers hadden voor een waarde van 100.000 dollar aan Amerikaanse sigaretten buit gemaakt.
Overijsselsch dagblad 21-02-1953: Nederlandse zeerovers moeten uit Tanger. Drie Nederlanders, opvarenden van het piratenschip Esme, dat op 4 October j.l. In de Middellandse Zee het schip „De Combinatie” overviel en leegplunderden, zijn op verzoek van de Nederlandse gezant in Tanger bij een besluit van het internationale bestuur, buiten het territorium van dit gebied uitgewezen.
Het zijnde kapitein van de Esme, E. J. E. en de beide opvarenden F. B. en J. J. van D. Een verzoek van de gezant is voor een uitwijzing bij het speciale statuut aldaar vereist. De drie mannen zullen nu naar Marseille worden overgebracht om aldaar te worden berecht, zo vernemen wij. Zoals bekend, kwam de „Esme” in de nacht van 4 October langszij de „Combinatie”. Gemaskerde en gewapende piraten besprongen het schip, overmeesterden de bemanning en zetten de mannen gevangen in de verblijven. Eerst op 17 October verlieten de zeerovers het schip en op 27 October kwamen de mannen van de „Combinatie” uitgehongerd en bevuild op de rede van Tanger aan. De rovers hadden voor ’n waarde van 100.000 dollar aan Amerikaanse sigaretten buit gemaakt, zoals later was gebleken tijdens het proces tegen de Amerikaan Sydney Paley, die tezamen met de voortvluchtige Elliot Forrest de overval op het Nederlandse schip had beraamd.
Algemeen Handelsblad 29-06-1953: Twee nieuwe arrestaties in de „Combinatie" affaire.
In de zaak van de „Combinatie", het Nederlandse schip dat op 10 October van het vorige jaar in de Middellandse Zee werd geplunderd, zijn twee nieuwe arrestaties verricht. De 30-jarige Fransman Leonard Flanchter werd te Marseile gepakt. De politie zegt, dat hij het lossen van de lading van de „Combinatie" op de Franse kust heeft georganiseerd. Flanchter zou hebben bekend. De andere is de 38-jarige Joseph (Jojo) Laurenzi, die bij liet lossen van de lading betrokken is geweest. Voorts zocht men hem omdat hij in Ajaccio tijdens een twist over een meisje een andere man met vier kogels heeft getroffen. In de zaak van de „Combinatie" zijn tot dusverre 13 personen gearresteerd. |